Toelichting bij COM(2009)696 - Tweede jaarverslag over de uitvoering van het Europees Visserijfonds (2008) SEC(2009)1714

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52009DC0696

Verslag van de Commissie - Tweede jaarverslag over de uitvoering van het Europees Visserijfonds (2008) SEC(2009)1714 /* COM/2009/0696 def. */


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 21.12.2009

COM(2009)696 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

TWEEDE JAARVERSLAG OVER DE UITVOERING VAN HET EUROPEES VISSERIJFONDS (2008)

SEC(2009)1714

INHOUDSOPGAVE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE TWEEDE JAARVERSLAG OVER DE UITVOERING VAN HET EUROPEES VISSERIJFONDS (2008) 1

1.

Inleiding

4

2. JAARVERSLAG 2008 4

2.1. Belangrijkste ontwikkelingen, tendensen en uitdagingen in verband met de uitvoering van de OP's (artikel 68, lid 2, van de EVF-verordening) 4

2.1.1. Uitvoering van het Europees Visserijfonds door de lidstaten 4

2.1.2. Uitvoering van de begroting door de Commissie 6

2.2. Coördinatie van het EVF met de Structuurfondsen en het ELFPO 6

2.3. Technische bijstand 7

2.3.1. Gebruik van de begroting voor technische bijstand door de lidstaten 7

2.3.2. Gebruik van de begroting voor technische bijstand door de Commissie 7

2.4. Stand van zaken met betrekking tot auditstrategieën, beheers- en controlesystemen en jaarlijkse controleverslagen 8

2.5. Overeenkomstig het transparantie-initiatief verstrekte informatie 8

3. TENUITVOERLEGGING VAN DE HERSTRUCTURERINGSVERORDENING (VERORDENING (EG) NR. 744/2008) 9

Achtergrond

9

3.2. Tenuitvoerlegging 9

3.2.1. Algemene maatregelen (de artikelen 5 tot en met 10 van de herstructureringsverordening) 9

3.2.1.1. Tijdelijke stillegging van de visserijactiviteit uit hoofde van artikel 6 9

3.2.1.2. Investeringen aan boord van vissersvaartuigen en selectiviteit uit hoofdevan artikel 7 10

3.2.1.3. Sociaaleconomische compensatie uit hoofde van artikel 8 10

3.2.1.4. Collectieve acties uit hoofde van artikel 9 en proefprojecten uit hoofdevan artikel 10 10

3.2.2. Bijzondere maatregelen voor vloten waarop vlootaanpassingsregelingen betrekking hebben (de artikelen 11 tot en met 17 van de herstructureringsverordening) 10

3.2.3. Gedeeltelijke buitenbedrijfstelling (artikel 17) 11

3.2.4. Financiële bepalingen (artikel 20) 11

3.2.5. Audit (artikel 13, lid 2) 12

3.3. Voorafgaande beoordeling 12

4. TABELLEN BETREFFENDE DE UITVOERING VAN HET EVF 14

4.1. TABEL I: FINANCIËLE UITVOERING CONVERGENTIEDOELSTELLING 14

4.2. TABEL II: FINANCIËLE UITVOERING NON-CONVERGENTIEDOELSTELLING 16

4.3. TABEL III: FINANCIËLE UITVOERING CONVERGENTIE- EN NON-CONVERGENTIEDOELSTELLING 18

4.4. TABEL IV: DOOR DE COMMISSIE IN 2008 GOEDGEKEURDE OPERATIONELE PROGRAMMA'S 20

4.5. TABEL V: UITSPLITSING VAN DE EVF-STEUN PER PRIORITAIR ZWAARTEPUNT EN PER LIDSTAAT 21

2.

Inleiding



Het Europees Visserijfonds (EVF) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Het bestrijkt de periode 2007-2013 en komt in de plaats van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) i.

Overeenkomstig artikel 68 van de EVF-Verordening i zendt de Commissie uiterlijk op 31 december van elk jaar een verslag over de feitelijke uitvoering van het EVF toe aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's. Het verslag dient gebaseerd te zijn op de bestudering en beoordeling door de Commissie van de jaarverslagen van de lidstaten en alle overige beschikbare informatie.

De inhoud van het eerste jaarverslag over 2007 was beperkt omdat eind 2007 slechts 19 (van de 26) operationele programma's (OP's) waren goedgekeurd. De overige 7 OP's zijn in de tweede helft van 2008 goedgekeurd. Als gevolg van de late goedkeuring van de OP's was eind 2008 slechts een heel klein aantal beheers- en controlesystemen en auditstrategieën door de Commissie aanvaard. Door de daaruit voortvloeiende lage uitvoeringsgraad is het verslag van de Commissie over de uitvoering van het EVF voor 2008 meer toegespitst op de programmeringswijze van de OP's dan op de (in dat stadium slechts beperkte) feitelijke uitvoering.

De lage uitvoeringsgraad kan ook het gevolg zijn van de herprogrammeringsinspanningen van een aantal lidstaten met het oog op de tenuitvoerlegging van de tijdelijke specifieke actie van Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008, hierna de herstructureringsverordening i genoemd. In artikel 22 van die verordening is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 31 december 2009 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengt over de toepassing van de in deze verordening vervatte maatregelen. Aangezien deze maatregelen een tijdelijke afwijking vormen op een aantal bepalingen van het EVF en zij ten uitvoer worden gelegd in het kader van de OP's van het EVF, heeft de Commissie besloten gezamenlijk verslag uit te brengen over de jaarlijkse uitvoering van het EVF en de tenuitvoerlegging van de herstructureringsverordening.

JAARVERSLAG 2008

Belangrijkste ontwikkelingen, tendensen en uitdagingen in verband met de uitvoering van de OP's (artikel 68, lid 2, van de EVF-verordening)

Uitvoering van het Europees Visserijfonds door de lidstaten

Bij de 19 OP's die eind 2007 zijn goedgekeurd, waren de inspanningen van de lidstaten vooral gericht op de voorbereiding van de volgende uitvoeringsstappen zoals de oprichting van het toezichtcomité en de taakomschrijving daarvan, de goedkeuring van de selectiecriteria door het toezichtcomité, de voorbereiding en goedkeuring van nationale bepalingen en mechanismen voor het uitschrijven van aanbestedingen of de bekendmaking van maatregelen. In 2008 is dan ook nauwelijks begonnen met de feitelijke uitvoering in de lidstaten en op Oostenrijk en Frankrijk na heeft geen enkele lidstaat een verzoek om tussentijdse betaling ingediend.

In de tweede helft van 2008 zijn de overige 7 OP's goedgekeurd. In tabel IV zijn de data van goedkeuring van de 7 in 2008 goedgekeurde OP's vermeld.

Uit de financiële tabellen in tabel V betreffende de uitsplitsing van de EVF-toewijzingen per prioritair zwaartepunt blijkt een over het algemeen evenwichtige verdeling van de middelen over de prioritaire zwaartepunten i 1, 2 en 3: 27% (1.142.923.976 euro) voor de aanpassing van de visserijvloot (zwaartepunt 1), 30% (1.274.547.215 euro) voor aquacultuur, verwerking en afzet (zwaartepunt 2) en 27% (1.162.007.083 euro) voor collectieve acties (zwaartepunt 3). Zwaartepunt 4 is met een gemiddelde toewijzing van 13% (567.365.857 euro) minder zwaar gefinancierd. Reden hiervoor is dat maatregelen voor de duurzame ontwikkeling van visserijgebieden in de programmeringsperiode 2007-2013 nieuw zijn en pas vanaf 2010 ten uitvoer zullen worden gelegd, wanneer de plaatselijke groepen zullen zijn opgericht en de plaatselijke ontwikkelingsstrategieën in uitvoering zullen zijn. Het geeft echter wel blijk van de grote belangstelling van de lidstaten voor deze innoverende maatregel.

De toewijzingen per zwaartepunt verschillen aanzienlijk per lidstaat, wat toe te schrijven is aan de sterk uiteenlopende voorwaarden en strategieën van de lidstaten voor de visserijsector. Zo wordt in Ierland 82% van de middelen toegewezen aan de aanpassing van de visserijvloot, tegenover slechts 4,3% in Roemenië. Uit de analyse van zwaartepunt 1 blijkt dat de aanpak op het gebied van maatregelen tot aanpassing van de vloot, zoals de definitieve beëindiging, grotendeels afhangt van de algemene strategische aanpak op het gebied van overcapaciteit. Zo verkiezen sommige lidstaten vaartuigen te schrappen, terwijl andere de voorkeur geven aan marktmechanismen zoals de individuele overdraagbare quota (ITQ's) om de vangstcapaciteit te verminderen. Daardoor verschillen de streefcijfers voor de capaciteitsvermindering per OP. Over het geheel genomen wordt in de OP's een capaciteitsvermindering van ongeveer 15% (kW en GT) tegen eind 2013 nagestreefd.

Ook in de toewijzingen voor aquacultuur en verwerking en afzet worden aanzienlijke verschillen vastgesteld. Terwijl Ierland besloten heeft af te zien van deze steun, wijzen de niet aan zee grenzende landen uiteraard een groot deel van de steun aan zwaartepunt 2 toe (in Oostenrijk is dit bv. 98%).

Ook de toewijzingen voor maatregelen van gemeenschappelijk belang uit hoofde van zwaartepunt 3 variëren sterk: van 1% in het Oostenrijkse OP tot 65% in het Cypriotische OP. Als gevolg van de diversiteit van de in het kader van dit zwaartepunt beschikbare maatregelen is het moeilijk de onderliggende patronen vast te stellen, maar de meeste lidstaten hebben besloten een derde tot eenvierde van de totale EVF-middelen aan deze prioriteit toe te wijzen.

De niet aan zee grenzende landen (Oostenrijk, Slowakije, Hongarije en Tsjechië) en Malta hebben besloten geen steun aan te vragen voor de duurzame ontwikkeling van visserijgebieden in het kader van zwaartepunt 4. Voor de andere landen variëren de toewijzingen van 2,6% (Frankrijk) tot 32,5% (Roemenië). Op basis van de OP's wordt verwacht dat tegen de tweede helft van 2010 meer dan 200 plaatselijke actiegroepen voor de visserij zullen zijn opgericht (momenteel zijn dat er 80). De EVF-budgetten per groep gaan van 560.000 euro (Frankrijk) tot ongeveer 6 miljoen euro (Polen).

Met betrekking tot de feitelijke uitvoeringsgraad van de OP's in de lidstaten blijkt uit de door de lidstaten in de jaarverslagen over de uitvoering in 2008 i verstrekte informatie dat de feitelijke uitvoering nog steeds niet ver gevorderd is en slechts 2 lidstaten verzoeken om tussentijdse betaling hebben ingediend. Tot dusver is dan ook slechts 5.404.048 euro aan de begunstigden uitbetaald.

Uitvoering van de begroting door de Commissie

In 2008 is 24,05% (607.763.784 euro) van de totale kredieten voor 2007-2013 (4.304.949.019 euro) vastgelegd, waarvan 459.679.025 voor regio's die onder de convergentiedoelstelling vallen en 148.084.759 euro voor de overige regio's. 11,1% (249.361.192 euro) van de totale kredieten voor 2007-2013 is uitbetaald, waarvan 99,81% voor regio's die onder de convergentiedoelstelling vallen (197.796.248 euro) en 99,07% voor de overige regio's (51.564.944 euro). Deze betalingen zijn vrijwel volledig gebeurd in de vorm van voorfinancieringen, waarvan 72.775.030 euro voor de 7 in 2008 goedgekeurde OP's. Bovendien hebben 14 lidstaten om een tweede voorfinanciering verzocht, een mogelijkheid die is ingevoerd bij de herstructureringsverordening en die tot extra voorfinancieringen heeft geleid. Door een gebrek aan betalingskredieten hebben slechts 9 lidstaten de tweede voorfinanciering in 2008 ontvangen (176.248.671 euro, waarvan 137.865.475 euro voor regio's die onder de convergentiedoelstelling vallen (8 lidstaten) en 38.383.197 euro voor de overige regio's (7 lidstaten). Nadere gegevens over de financiële uitvoering zijn te vinden in de tabellen I, II en III.

Coördinatie van het EVF met de Structuurfondsen en het ELFPO

Uit de OP's blijkt dat alle lidstaten zich bewust zijn van de noodzaak om bij de uitvoering van het EVF te zorgen voor samenhang en coördinatie met de Structuurfondsen (het EFRO en het ESF), alsook met het ELFPO. De OP's geven informatie over de systemen die in de lidstaten zijn (of worden) opgezet om overlap te voorkomen, zoals voorgeschreven in artikel 6 van de EVF-verordening.

De beheersautoriteiten van het EVF spelen een belangrijke rol bij het coördinatiemechanisme. Zij kunnen vertegenwoordigd zijn in de toezichtcomités van de Structuurfondsen en het ELFPO en de beheersautoriteiten van deze fondsen worden dan ook uitgenodigd op de vergaderingen van de EVF-toezichtcomités. Een aantal lidstaten heeft nationale (of regionale) coördinatiecomités voor alle EU-fondsen opgericht. In sommige landen worden in de nationale wetgeving de maatregelen beschreven die zijn genomen om te zorgen voor coördinatie en samenhang tussen de verschillende bronnen van EU-steun. Bovendien worden in elk OP uit hoofde van het EVF afbakeningscriteria beschreven met betrekking tot de maatregelen die in aanmerking komen voor steun in het kader van andere EU-programma's.

Technische bijstand

Met de technische bijstand (zwaartepunt 5) wordt beoogd maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle te ondersteunen die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de EVF-verordening. Hiertoe kan de Commissie tot 0,8% van de jaarlijkse EVF-toelage gebruiken. De lidstaten kunnen tot 5% van hun EVF-toelage gebruiken voor de financiering van het beheer van hun OP's. Gemiddeld hebben de lidstaten 3,7% toegewezen aan technische bijstand. Twee lidstaten (Italië en Slovenië) hebben op basis van een degelijke motivering evenwel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de drempel van 5% te overschrijden.

Gebruik van de begroting voor technische bijstand door de lidstaten

Uit de tot dusver ontvangen en aanvaarde jaarverslagen blijkt dat 14 lidstaten middelen in de begroting voor technische bijstand hebben vastgelegd. De overige 12 lidstaten hebben als gevolg van vertragingen bij de goedkeuring of de uitvoering van de OP's geen gebruik gemaakt van deze begroting. De volgende lidstaten hebben hogere bedragen voor technische bijstand vastgelegd: Italië (3.165.540 euro), Zweden (683.819 euro), Spanje (673.144 euro), Portugal (600.000 euro) en Denemarken (536.870 euro). Met de gefinancierde maatregelen werd beoogd de administratieve capaciteit te verbeteren, IT te ontwikkelen, studies op te zetten, publiciteit en voorlichting te verhogen en het beheer en de uitvoering van de OP's te ondersteunen.

Gebruik van de begroting voor technische bijstand door de Commissie

In 2008 heeft de Commissie 1.416.000 euro van de EVF-begroting voor technische bijstand gebruikt voor:

Conferenties

Op 18-19 februari 2008 is in Marseille (Frankrijk) een conferentie gehouden over instrumenten voor de tenuitvoerlegging van zwaartepunt 4 van het EVF i . Deze conferentie was bedoeld om de nationale en regionale autoriteiten en de plaatselijke actoren die betrokken zijn bij zwaartepunt 4 van het EVF, de mogelijkheid te bieden de stand van zaken te evalueren en informatie uit te wisselen over de instrumenten en methoden die nodig zijn om doelstelling 4 op nationaal of regionaal en op plaatselijk niveau met succes ten uitvoer te leggen. Voor deze conferentie werd een bedrag van 191.000 euro vastgelegd.

Studies

De Commissie heeft opdracht gegeven voor een studie naar de economische resultaten en de concurrentiepositie van de aquacultuursector in de EU en de beperkingen voor de ontwikkeling van de aquacultuursector in de EU. Doel van de studie was de huidige sterke en zwakke punten van de aquacultuursector in de EU vast te stellen, evenals de huidige en toekomstige kansen en bedreigingen. De resultaten van de studie zijn verwerkt in de mededeling van de Commissie van 8 april 2009 'Bouwen aan een duurzame toekomst voor de aquacultuur'. Voor de studie werd een bedrag van 300.000 euro vastgelegd.

Communicatie en publicaties

De Commissie heeft een contract gesloten met een dienstverlener om een aantal publicaties over het EVF en andere daarmee verband houdende communicatieproducten uit te brengen. Voor deze diensten werd een bedrag van 150.000 euro vastgelegd.

Informatietechnologie

De Commissie heeft 325.000 euro vastgelegd voor de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen voor het beheer van het EVF en het FIOV, alsook voor informaticamateriaal.

Tijdelijk personeel

Voor de lonen van tijdelijk personeel is 450.000 euro vastgelegd.

Stand van zaken met betrekking tot auditstrategieën, beheers- en controlesystemen en jaarlijkse controleverslagen

De lidstaten moeten hun beheers- en controlesystemen een jaar na de goedkeuring van hun OP's bij de Commissie indienen. De auditstrategieën moeten binnen 9 maanden ter goedkeuring worden voorgelegd. Als gevolg van de late goedkeuring van de OP's (eind 2008) is slechts een heel klein aantal beheers- en controlesystemen en auditstrategieën door de Commissie aanvaard. Eind 2008 hadden 14 lidstaten hun auditstrategieën ingediend, waarvan 4 werden aanvaard en 10 werden afgewezen of onderbroken. In 2008 zijn 16 beheers- en controlesystemen ingediend; slechts 1 daarvan werd aanvaard, 3 werden onaanvaardbaar geacht, 3 werden afgewezen en 9 werden door de Commissie in beraad gehouden. Gezien de lage uitvoeringsgraad van de programma's waren de auditautoriteiten verplicht in hun jaarverslagen een verklaring van oordeelonthouding te verstrekken omdat te weinig audits waren verricht. Voor een betrouwbare stand van zaken of een algemene evaluatie van de jaarlijkse controleverslagen en adviezen is het derhalve duidelijk nog te vroeg. Op basis van de momenteel beschikbare informatie gaan wij ervan uit dat de Commissie in 2010 een gedetailleerder verslag zal kunnen voorleggen.

Overeenkomstig het transparantie-initiatief verstrekte informatie

Op grond van het Europees transparantie-initiatief zijn de lidstaten verplicht informatie te verstrekken over de wijze waarop EU-middelen in het kader van een gedeeld beheer worden besteed. De verplichting tot bekendmaking van de begunstigden van het EVF is nader vastgesteld in Verordening (EG) nr. 498/2007 van de Commissie.

Tot dusver hebben 21 lidstaten nationale lijsten van begunstigden bekendgemaakt. De Commissie heeft maatregelen genomen om te garanderen dat alle lidstaten de eisen inzake het transparantie-initiatief volledig naleven.

De bekendmaking van gegevens over de begunstigden van het EVF verschilt per lidstaat omdat het transparantie-initiatief voor de bekendmaking van deze gegevens slechts voorziet in minimumeisen, zoals de lijst van begunstigden, de naam van de actie en het bedrag aan overheidsmiddelen dat aan de actie is toegewezen. Het is evenwel aan de lidstaten om te beslissen of aanvullende of meer gedetailleerde gegevens worden bekendgemaakt.

De lijst van relevante links waarop de lidstaten deze gegevens bekend kunnen maken, is te vinden op de website van de Commissie op onderstaand adres:

ec.europa.eu/fisheries/cfp/structural_measures

TENUITVOERLEGGING VAN DE HERSTRUCTURERINGSVERORDENING (VERORDENING (EG) NR. 744/2008)

3.

Achtergrond



Op 8 juli 2008 heeft de Commissie een pakket maatregelen goedgekeurd om de zware economische crisis in bepaalde segmenten van de EU-visserijvloot, met name in het sleeptuigsegment (COM(2008)453), te verlichten. Een belangrijk onderdeel van dit pakket was een voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een speciale tijdelijke ad-hocregeling waarbij, voor een beperkte periode, nieuwe mogelijkheden voor de lidstaten werden ingevoerd om de visserijvloot te herstructureren, samen met andere flankerende maatregelen. Verordening (EG) nr. 744/2008, hierna 'de herstructureringsverordening' genoemd, is door de Raad op basis van dit voorstel goedgekeurd.

Tenuitvoerlegging

Bij de herstructureringsverordening zijn drie soorten maatregelen ingevoerd: maatregelen van algemene aard (beschikbaar voor alle marktdeelnemers van de sector), maatregelen voor vloten of vlootsegmenten die bijzonder afhankelijk zijn van brandstofprijzen in het kader van vlootaanpassingsregelingen (VAR's), en financiële maatregelen. De tenuitvoerlegging ervan viel onder de door de lidstaten goedgekeurde OP's, behalve voor de bijzondere maatregelen voor VAR's, waarvoor ad-hocaanpassingen van de bestaande OP's nodig waren.

Algemene maatregelen (de artikelen 5 tot en met 10 van de herstructureringsverordening)

Algemeen gesproken kunnen deze maatregelen op elk moment van de programmeringsperiode worden genomen, op voorwaarde dat de administratieve besluiten vóór 1 januari 2010 worden genomen. Een belangrijke uitzondering is de in artikel 6 bedoelde tijdelijke stillegging, waarvoor striktere termijnen gelden. Bijgevolg is er behalve voor de genoemde tijdelijke stilleggingen geen formele verplichting voor de lidstaten om te anticiperen op maatregelen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verwachte tenuitvoerlegging op basis van niet-bindende verklaringen van de lidstaten.

Tijdelijke stillegging van de visserijactiviteit uit hoofde van artikel 6

Alleen CY, EL, ES, FR, PL en PT hebben hun voornemen te kennen gegeven gebruik te zullen maken van de verhoogde mogelijkheden om de tijdelijke stillegging van visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 6 te financieren.

Investeringen aan boord van vissersvaartuigen en selectiviteit uit hoofde van artikel 7

Deze bepaling heeft brede ingang gevonden bij de lidstaten en de meeste passen ze ook toe of zullen dat spoedig doen. Alleen DE, IT, MT, NL en SE hebben verklaard de maatregel niet te zullen uitvoeren.

Sociaaleconomische compensatie uit hoofde van artikel 8

Alleen ES voorziet in deze maatregel.

Collectieve acties uit hoofde van artikel 9 en proefprojecten uit hoofde van artikel 10

Deze maatregelen, en met name de mogelijkheid om energie-audits te financieren, worden op grote schaal toegepast of zullen op grote schaal worden toegepast. Alleen IT, MT, LV, IE en SI hebben niet uitdrukkelijk hun voornemen te kennen gegeven deze maatregelen ten uitvoer te leggen.

Bijzondere maatregelen voor vloten waarop vlootaanpassingsregelingen betrekking hebben (de artikelen 11 tot en met 17 van de herstructureringsverordening)

Deze maatregelen, en met name steun voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteit uit hoofde van artikel 14, vormen het belangrijkste onderdeel van de herstructureringsverordening omdat zij worden geacht het meest bij te dragen tot een duurzame verbetering van de schokbestendigheid van de economische sector tegen de schommelingen van de brandstofprijzen. De grondgedachte is dat de lidstaten vlootaanpassingsregelingen (VAR's) goedkeuren met het oog op de financiering van de definitieve buitenbedrijfstelling van de delen van de vloot die zeer afhankelijk zijn van brandstofverbruik, zodat alleen energie-efficiënte vaartuigen visserijactiviteiten uitoefenen. De resterende vaartuigen zullen dan profiteren van extra mogelijkheden op het vlak van tijdelijke stillegging en investeringen aan boord.

Aangezien de EVF-verordening niet voorziet in VAR's (en de OP's dus evenmin), was voor de uitvoering van de betrokken maatregelen een wijziging van deze OP's vereist. Op de uiterste datum van 30 juni 2009 hadden slechts 7 van de 22 lidstaten met een visserijvloot vlootaanpassingsregelingen goedgekeurd en hun OP's dienovereenkomstig gewijzigd. Het betrof BE, CY, DK, ES, FR, PT en RO. In onderstaande tabel zijn de verwachte buitenbedrijfstellingen in termen van vangstcapaciteit aangegeven:

Lidstaat Aantal VAR's en omvang Definitieve beëindiging Betrokken segmenten

BE 1 VAR, 39 vaartuigen 2046GT, 7007kW Boomkorren

CY 1 VAR, 24 vaartuigen 261GT, 2128kW Polyvalent

DK 1 VAR, 110 vaartuigen 9106GT, 23951kW Voornamelijk bodemtrawls, plus enkele boomkorren, ringzegens en vaartuigen voor de visserij met kieuwnetten

ES 4 VAR, 93 vaartuigen 14600GT, 22309kW Bodemtrawls, vaartuigen voor de visserij met de beug

FR 3 VAR, 57 vaartuigen 939GT, 3308kW Bodemtrawls

PT 2 VAR, 42 vaartuigen 5334GT, 13343kW Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, vaartuigen die met een kor op schelpdieren vissen, ringzegenvaartuigen

RO 1 VAR, 2 vaartuigen 162GT, 444kW Bodemtrawls

De geplande definitieve buitenbedrijfstellingen (fysieke verwijdering van de vaartuigen) moeten ingaan vóór 31 december 2012, maar de vaartuigen moeten alle visserijactiviteiten vóór 31 december 2009 beëindigen.

Gedeeltelijke buitenbedrijfstelling (artikel 17)

Alleen BE heeft een plan voor een gedeeltelijke buitenbedrijfstelling aangemeld. Het heeft betrekking op de eigenaar van een in de VAR opgenomen boomkor aan wie 40 GT opnieuw zal worden toegewezen om een nieuw, kleiner vaartuig ter vervanging van zijn boomkor te bouwen.

Financiële bepalingen (artikel 20)

De financiële bepalingen zijn essentiële maatregelen van de herstructureringsverordening omdat zij de financiële last die door de cofinanciering op de lidstaten rust, verlichten. In de eerste plaats is de EVF-participatie in de overheidssteun verhoogd van 50% (75% voor regio's die onder de convergentiedoelstelling vallen) tot 95% (artikel 20, lid 1). In de tweede plaats is de particuliere participatie voor projecten in verband met investeringen aan boord verlaagd van 60% (50% in ultraperifere gebieden) tot 40% (de artikelen 7 en 19). Tot slot is bij artikel 20, lid 3, voorzien in de mogelijkheid om een tweede voorfinanciering aan te vragen van 7% bovenop de bij artikel 81 van de EVF-verordening vastgestelde voorfinanciering.

Wat de cofinancieringspercentages betreft (EVF/lidstaten), heeft een aantal lidstaten gebruik gemaakt van deze optie om investeringen te rechtvaardigen die met een hoge overheidsbijdrage niet zouden zijn gedaan. Een voorbeeld hiervan is DK, dat EVF-middelen heeft overgeheveld naar zwaartepunt 1 (sloop) en zwaartepunten 2 en 3 heeft geherprogrammeerd. Dit heeft geleid tot besparingen in de nationale bijdrage voor een bedrag van 29.700.000 euro en tot de toekenning van overheidssteun voor sloop waarin het oorspronkelijke OP niet voorzag. Dit is van belang omdat alleen met overheidssteun verminderde capaciteit niet opnieuw kan worden opgebouwd.

Wat de overheids-/particuliere participatie betreft, kunnen de meeste lidstaten op elk moment gebruik maken van deze optie zonder dat zware aanpassingen aan de financiële tabellen van hun OP's nodig zijn.

Tot slot hadden vrijwel alle lidstaten tegen de datum van goedkeuring van dit verslag een tweede voorfinanciering aangevraagd (14 lidstaten in 2008 en 7 in 2009), ook al waren sommige onder hen niet voornemens de herstructureringsverordening ten uitvoer te leggen.

Audit (artikel 13, lid 2)

Zoals gepland heeft de Commissie na het verstrijken van de termijn voor de goedkeuring van VAR's de procedure voor de ondertekening van een contract met een onafhankelijke consultant ingeleid om de uitvoering van VAR's in de lidstaten te controleren. De resultaten worden tegen de tweede helft van 2010 verwacht.

Voorafgaande beoordeling

De herstructureringsverordening is ontworpen en goedgekeurd in de context van hoge brandstofprijzen en is gebaseerd op de wijdverspreide verwachting dat de energieprijzen hoog zouden blijven. In de tweede helft van 2008 zijn de prijzen echter plots gedaald tot onder het niveau dat de crisis in de sector heeft uitgelokt (0,5 euro/l in november). Hoewel de prijzen hoog bleven (voor een aantal vlootsegmenten is het break-even point op 0,30 euro/l geschat), waren de economische vooruitzichten in het laatste kwartaal van 2008 over het algemeen beter dan op het moment van de goedkeuring van de verordening. In de daaropvolgende maanden veranderde de situatie weer omdat de financiële crisis en de daaropvolgende economische recessie door een inkrimping van de vraag en dalende visprijzen een nieuwe druk legden op de visserijondernemingen.

Ondanks de financiële en economische crisis blijken de marktdeelnemers minder te zijn aangemoedigd om de visserijactiviteit te beëindigen dan ten tijde van de brandstofcrisis. Bijgevolg is slechts weinig gebruik gemaakt van maatregelen in het kader van vlootaanpassingsregelingen, die uiteindelijk slechts door enkele lidstaten zijn vastgesteld. Ook de behoefte aan noodhulp, met name door tijdelijke stillegging en sociaaleconomische compensatie, is afgenomen, hoewel in een aantal lidstaten (zoals ES) aanzienlijke middelen voor tijdelijke stillegging zijn vrijgemaakt. Voor de andere algemene maatregelen van de verordening was de vraag in de sector nog steeds hoog, met name voor maatregelen ter ondersteuning van energie-efficiëntie, en in het bijzonder energie-audits en investeringen aan boord.

De herstructeringsverordening kan pas volledig effect sorteren wanneer alle relevante administratieve besluiten, die tot en met 31 december 2010 kunnen worden genomen, bekend zijn en in redelijke mate zijn uitgevoerd. Tot die tijd kunnen de effecten van de tenuitvoerlegging niet volledig worden geëvalueerd. In dit stadium kan niettemin worden geconcludeerd dat het herstructureringspakket zeker zal bijdragen tot meer energie-efficiëntie aan boord van vissersvaartuigen, maar wellicht geen belangrijke bijdrage zal leveren aan de beoogde bevordering van capaciteitsvermindering in vloten die structureel minder bestand zijn tegen economische druk. De definitieve beëindiging van de visserijactiviteit in het kader van de goedgekeurde VAR's heeft eigenlijk in relatief beperkte mate bijgedragen tot de reeds in het OP nagestreefde capaciteitsvermindering (zie tabel hierboven).

Tot slot is uit gedachtenwisselingen met de lidstaten duidelijk geworden dat het gebrek aan extra EU-middelen voor sommige onder hen een belemmering vormde voor de tenuitvoerlegging van de herstructureringsverordening. In de mededeling van de Commissie is bepaald dat extra middelen slechts kunnen worden vrijgemaakt als de lidstaten een belangrijke inspanning leveren om middelen over te hevelen naar zwaartepunt 1 met het oog op een beslissende en definitieve herstructurering van de vloten. Dit zou echter corresponderende verminderingen op andere zwaartepunten impliceren, en de meeste lidstaten hebben de voorkeur gegeven aan de handhaving van de tussen nationale regeringen en geraadpleegde partijen overeengekomen nationale strategieën.

TABELLEN BETREFFENDE DE UITVOERING VAN HET EVF

TABEL I: FINANCIËLE UITVOERING CONVERGENTIEDOELSTELLING

Land Toegekend a Vastgelegd b Betaald c % (b) / (a) % (c) / (a)

België Periode 2007- 0, 0, 0, 0,00% 0,00%

Begrotingsjaar: 0, 0, 0,

Bulgarije Periode 2007- 80 009 708, 14 336 687, 5 600 679, 17,92% 7,00%

Begrotingsjaar: 8 517 922, 8 517 922, 0,

Tsjechië Periode 2007- 27 106 675, 6 886 504, 3 794 934, 25,41% 14,00%

Begrotingsjaar: 3 526 490, 3 526 490, 1 897 467,

Duitsland Periode 2007- 96 861 240, 27 623 988, 6 780 286, 28,52% 7,00%

Begrotingsjaar: 13 821 981, 13 821 981, 0,

Estland Periode 2007- 84 568 039, 19 102 181, 5 919 762, 22,59% 7,00%

Begrotingsjaar: 9 971 872, 9 971 872, 0,

Griekenland Periode 2007- 176 836 728, 51 941 240, 24 757 141, 29,37% 14,00%

Begrotingsjaar: 25 849 796, 25 849 796, 12 378 570,

Spanje Periode 2007- 945 692 445, 268 170 032, 132 396 942, 28,36% 14,00%

Begrotingsjaar: 134 323 828, 134 323 828, 66 198 471,

Frankrijk Periode 2007- 34 250 343, 9 306 303, 4 795 048, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 4 699 222, 4 699 222, 2 397 524,

Italië Periode 2007- 318 281 864, 87 334 891, 44 559 460, 27,44% 14,00%

Begrotingsjaar: 44 016 945, 44 016 945, 22 279 730,

Letland Periode 2007- 125 015 563, 28 485 267, 8 751 089, 22,79% 7,00%

Begrotingsjaar: 14 887 723, 14 887 723, 0,

Litouwen Periode 2007- 54 713 408, 13 915 847, 3 829 938, 25,43% 7,00%

Begrotingsjaar: 6 978 531, 6 978 531, 0,

Hongarije Periode 2007- 34 291 357, 5 456 086, 2 400 394, 15,91% 7,00%

Begrotingsjaar: 5 456 086, 5 456 086, 2 400 394,

Malta Periode 2007- 8 372 329, 1 422 356, 586 063, 16,99% 7,00%

Begrotingsjaar: 1 422 356, 1 422 356, 586 063,

Oostenrijk Periode 2007- 187 326, 61 040, 13 112, 32,58% 7,00%

Begrotingsjaar: 29 837, 29 837, 0,

Polen Periode 2007- 734 092 574, 120 001 664, 51 386 480, 16,35% 7,00%

Begrotingsjaar: 120 001 664, 120 001 664, 51 386 480,

Portugal Periode 2007- 223 943 059, 61 518 869, 31 352 028, 27,47% 14,00%

Begrotingsjaar: 30 998 886, 30 998 886, 15 676 014,

Roemenië Periode 2007- 230 714 207, 37 284 577, 32 299 988, 16,16% 14,00%

Begrotingsjaar: 22 157 050, 22 157 050, 17 172 461,

Slovenië Periode 2007- 21 640 283, 4 110 308, 1 514 819, 18,99% 7,00%

Begrotingsjaar: 4 110 308, 4 110 308, 1 514 819,

Slowakije Periode 2007- 12 681 459, 3 625 757, 1 775 404, 28,59% 14,00%

Begrotingsjaar: 1 776 374, 1 776 374, 887 702,

Verenigd Koninkrijk Periode 2007- 43 150 701, 7 132 154, 3 020 549, 16,53% 7,00%

Begrotingsjaar: 7 132 154, 7 132 154, 3 020 549,

Totaal convergentie- doelstelling Periode 2007- 3 252 409 308, 767 715 751, 365 534 123, 23,60% 11,24%

Begrotingsjaar: 459 679 025, 459 679 025, 197 796 247,

TABEL II: FINANCIËLE UITVOERING NON-CONVERGENTIEDOELSTELLING

Land Toegekend a Vastgelegd b Betaald c % (b) / (a) % (c) / (a)

België Periode 2007- 26 261 648, 4 191 906, 1 838 315, 15,96% 7,00%

Begrotingsjaar: 4 191 906, 4 191 906, 1 838 315,

Denemarken Periode 2007- 133 675 169, 36 321 435, 9 357 261, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 18 340 527, 18 340 527, 0,

Duitsland Periode 2007- 59 004 177, 16 032 272, 4 130 292, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 8 095 504, 8 095 504, 0,

Ierland Periode 2007- 42 266 603, 6 746 632, 2 958 662, 15,96% 7,00%

Begrotingsjaar: 6 746 632, 6 746 632, 2 958 662,

Griekenland Periode 2007- 30 995 509, 8 421 917, 4 339 371, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 4 252 651, 4 252 651, 2 169 685,

Spanje Periode 2007- 186 198 467, 50 592 760, 26 067 784, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 25 546 840, 25 546 840, 13 033 892,

Frankrijk Periode 2007- 181 802 741, 49 398 378, 25 452 382, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 24 943 736, 24 943 736, 12 726 191,

Italië Periode 2007- 106 060 990, 28 818 271, 14 848 538, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 14 551 800, 14 551 800, 7 424 269,

Cyprus Periode 2007- 19 724 418, 5 359 405, 2 761 418, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 2 706 234, 2 706 234, 2 761 418,

Hongarije Periode 2007- 559 503, 89 023, 39 165, 15,91% 7,00%

Begrotingsjaar: 89 023, 89 023, 39 165,

Nederland Periode 2007- 48 578 417, 13 199 443, 3 400 489, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 6 665 065, 6 665 065, 0,

Oostenrijk Periode 2007- 5 071 992, 1 378 131, 692 534, 27,17% 13,65%

Begrotingsjaar: 695 888, 695 888, 337 495,

Portugal Periode 2007- 22 542 190, 6 125 032, 3 155 906, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 3 092 838, 3 092 838, 1 577 953,

Slowakije Periode 2007- 1 007 069, 287 931, 140 989, 28,59% 14,00%

Begrotingsjaar: 141 066, 141 066, 70 494,

Finland Periode 2007- 39 448 827, 10 718 803, 2 761 417, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 5 412 465, 5 412 465, 0,

Zweden Periode 2007- 54 664 803, 14 853 199, 3 826 536, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 7 500 130, 7 500 130, 0,

Verenigd Koninkrijk Periode 2007- 94 677 188, 15 112 454, 6 627 403, 15,96% 7,00%

Begrotingsjaar: 15 112 454, 15 112 454, 6 627 403,

Totaal non-conver-gentiedoelstelling Periode 2007- 1 052 539 711, 267 646 992, 112 398 466, 25,43% 10,68%

Begrotingsjaar: 148 084 759, 148 084 759, 51 564 944,

TABEL III: FINANCIËLE UITVOERING CONVERGENTIE- EN NON-CONVERGENTIEDOELSTELLING

Land Toegekend a Vastgelegd b Betaald c % (b) / (a) % (c) / (a)

België Periode 2007- 26 261 648, 4 191 906, 1 838 315, 15,96% 7,00%

Begrotingsjaar: 4 191 906, 4 191 906, 1 838 315,

Bulgarije Periode 2007- 80 009 708, 14 336 687, 5 600 679, 17,92% 7,00%

Begrotingsjaar: 8 517 922, 8 517 922, 0,

Tsjechië Periode 2007- 27 106 675, 6 886 504, 3 794 934, 25,41% 14,00%

Begrotingsjaar: 3 526 490, 3 526 490, 1 897 467,

Denemarken Periode 2007- 133 675 169, 36 321 435, 9 357 261, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 18 340 527, 18 340 527, 0,

Duitsland Periode 2007- 155 865 417, 43 656 260, 10 910 579, 28,01% 7,00%

Begrotingsjaar: 21 917 485, 21 917 485, 0,

Estland Periode 2007- 84 568 039, 19 102 181, 5 919 762, 22,59% 7,00%

Begrotingsjaar: 9 971 872, 9 971 872, 0,

Ierland Periode 2007- 42 266 603, 6 746 632, 2 958 662, 15,96% 7,00%

Begrotingsjaar: 6 746 632, 6 746 632, 2 958 662,

Griekenland Periode 2007- 207 832 237, 60 363 157, 29 096 513, 29,04% 14,00%

Begrotingsjaar: 30 102 447, 30 102 447, 14 548 256,

Spanje Periode 2007- 1 131 890 912, 318 762 792, 158 464 726, 28,16% 14,00%

Begrotingsjaar: 159 870 668, 159 870 668, 79 232 363,

Frankrijk Periode 2007- 216 053 084, 58 704 681, 30 247 430, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 29 642 958, 29 642 958, 15 123 715,

Italië Periode 2007- 424 342 854, 116 153 162, 59 407 998, 27,37% 14,00%

Begrotingsjaar: 58 568 745, 58 568 745, 29 703 999,

Cyprus Periode 2007- 19 724 418, 5 359 405, 2 761 418, 27,17% 14,00%

Begrotingsjaar: 2 706 234, 2 706 234, 2 761 418,

Letland Periode 2007- 125 015 563, 28 485 267, 8 751 089, 22,79% 7,00%

Begrotingsjaar: 14 887 723, 14 887 723, 0,

Litouwen Periode 2007- 54 713 408, 13 915 847, 3 829 938, 25,43% 7,00%

Begrotingsjaar: 6 978 531, 6 978 531, 0,

Luxemburg Periode 2007- 0, 0, 0, 0,00% 0,00%

Begrotingsjaar: 0, 0, 0,

Hongarije Periode 2007- 34 850 860, 5 545 109, 2 439 560, 15,91% 7,00%

Begrotingsjaar: 5 545 109, 5 545 109, 2 439 560,

Malta Periode 2007- 8 372 329, 1 422 356, 586 063, 16,99% 7,00%

Begrotingsjaar: 1 422 356, 1 422 356, 586 063,

Nederland Periode 2007- 48 578 417, 13 199 443, 3 400 489, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 6 665 065, 6 665 065, 0,

Oostenrijk Periode 2007- 5 259 318, 1 439 171, 705 647, 27,36% 13,42%

Begrotingsjaar: 725 725, 725 725, 337 495,

Polen Periode 2007- 734 092 574, 120 001 664, 51 386 480, 16,35% 7,00%

Begrotingsjaar: 120 001 664, 120 001 664, 51 386 480,

Portugal Periode 2007- 246 485 249, 67 643 901, 34 507 934, 27,44% 14,00%

Begrotingsjaar: 34 091 724, 34 091 724, 17 253 967,

Roemenië Periode 2007- 230 714 207, 37 284 577, 32 299 988, 16,16% 14,00%

Begrotingsjaar: 22 157 050, 22 157 050, 17 172 461,

Slovenië Periode 2007- 21 640 283, 4 110 308, 1 514 819, 18,99% 7,00%

Begrotingsjaar: 4 110 308, 4 110 308, 1 514 819,

Slowakije Periode 2007- 13 688 528, 3 913 688, 1 916 393, 28,59% 14,00%

Begrotingsjaar: 1 917 440, 1 917 440, 958 196,

Finland Periode 2007- 39 448 827, 10 718 803, 2 761 417, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 5 412 465, 5 412 465, 0,

Zweden Periode 2007- 54 664 803, 14 853 199, 3 826 536, 27,17% 7,00%

Begrotingsjaar: 7 500 130, 7 500 130, 0,

Verenigd Koninkrijk Periode 2007- 137 827 889, 22 244 608, 9 647 952, 16,14% 7,00%

Begrotingsjaar: 22 244 608, 22 244 608, 9 647 952,

Totaal convergentie-doel-stelling en non-convergentiedoel-stelling Periode 2007- 4 304 949 019, 1 035 362 743, 477 932 590, 24,05% 11,10%

Begrotingsjaar: 607 763 784, 607 763 784, 249 361 192,

TABEL IV: DOOR DE COMMISSIE IN 2008 GOEDGEKEURDE OPERATIONELE PROGRAMMA'S

Land EVF-bedrag Datum beschikking Nummer beschikking

BE België 26.261. 11/11/ C(2008)

IE Ierland 42.266. 9/09/ C(2008)

HU Hongarije 34.850. 9/09/ C(2008)

MT Malta 8.372. 10/12/ C(2008)

PL Polen 734.092. 16/10/ C(2008)

SI Slovenië 21.640. 19/11/ C(2008)

UK Verenigd Koninkrijk 137.827. 9/09/ C(2008)

TOTAAL 1.005.312.

TABEL V: UITSPLITSING VAN DE EVF-STEUN PER PRIORITAIR ZWAARTEPUNT EN PER LIDSTAAT

Land Prioritair zwaartepunt Prioritair zwaartepunt Prioritair zwaartepunt Prioritair zwaartepunt Prioritair zwaartepunt Totaal

Bedrag % Bedrag % Bedrag % Bedrag % Bedrag % BE België7.561.28,5.000.19,9.488.36,2.900.11,1.311.4, 26.261. BG Bulgarije8.000.10,36.004.45,20.002.25,12.001.15,4.000.5, 80.009. CZ Tsjechië--11.926.44,13.824.51,--1.355.5, 27.106. DK Denemarken21.365.15,47.149.35,46.015.34,12.461.9,6.683.5, 133.675. DE Duitsland8.145.5,57.560.36,68.687.44,19.438.12,2.034.1, 155.865. EE Estland15.264.18,24.583.29,21.209.25,19.281.22,4.228.5, 84.568. IE Ierland34.766.82,--6.000.14,1.500.3,-- 42.266. EL Griekenland77.272.37,59.689.28,32.320.15,33.300.16,5.250.2, 207.832. ES Spanje403.067.35,344.241.30,316.510.27,49.336.4,18.734.1, 1.131.890. FR Frankrijk59.621.27,63.029.29,85.049.39,5.699.2,2.653.1, 216.053. IT Italië161.250.38,106.085.25,106.085.25,16.973.4,33.947.8, 424.342. CY Cyprus2.200.11,3.250.16,12.924.65,1.000.5,350.1, 19.724. LV Letland20.860.16,46.128.36,24.153.19,28.911.23,4.961.3, 125.015. LT Litouwen13.667.24,22.431.41,9.249.16,6.693.12,2.671.4, 54.713. HU Hongarije--24.163.69,8.944.25,--1.742.5, 34.850. MT Malta2.175.25,1.760.21,4.095.48,--342.4, 8.372. NL Nederland16.913.34,7.379.15,16.903.34,4.987.10,2.395.4, 48.578. AT Oostenrijk--5.164.98,50.0,--45.0, 5.259. PL Polen168.841.23,146.818.20,146.818.20,234.909.32,36.704.5, 734.092. PT Portugal53.065.21,78.058.31,90.026.36,17.403.7,7.931.3, 246.485. RO Roemenië9.975.4,105.000.45,30.000.13,75.000.32,10.739.4, 230.714. SI Slovenië2.164.10,7.141.33,7.574.35,2.164.10,2.596.12, 21.640. SK Slowakije--10.467.76,2.536.18,--684.5, 13.688. FI Finland3.445.8,16.990.43,14.783.37,3.606.9,624.1, 39.448. SE Zweden13.666.25,10.932.20,19.132.35,8.199.15,2.733.5, 54.664. UK Verenigd Koninkrijk39.634.28,33.589.24,49.620.36,11.598.8,3.384.2, 137.827. Totaalgeneraal 1.142.923.26,1.274.547.29,1.162.007.26,567.365.13,158.104.3,4.304.949.

Legende:

Prioritair zwaartepunt 1: maatregelen voor de aanpassing van de EU-visserijvloot

Prioritair zwaartepunt 2: aquacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten

Prioritair zwaartepunt 3: maatregelen van gemeenschappelijk belang

Prioritair zwaartepunt 4: duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

Prioritair zwaartepunt 5: technische bijstand

Prioritair zwaartepunt 2: aquacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten

Prioritair zwaartepunt 3: maatregelen van gemeenschappelijk belang

Prioritair zwaartepunt 4: duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

Prioritair zwaartepunt 5: technische bijstand