Toelichting bij COM(2010)559 - Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de EU over het initiatief van de Franse regering tot wijziging van de status van Saint-Barthélémy ten aanzien van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0559

/* COM/2010/0559 def. */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE EUROPESE RAAD Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het initiatief van de Franse regering tot wijziging van de status van Saint-Barthélémy ten aanzien van de Unie


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 18.10.2010

COM(2010) 559 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE EUROPESE RAAD

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het initiatief van de Franse regering tot wijziging van de status van Saint-Barthélémy ten aanzien van de Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE EUROPESE RAAD

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unieover het initiatief van de Franse regering tot wijziging van de status van Saint-Barthélémy ten aanzien van de Unie

De Franse Republiek heeft de Europese Raad in kennis gesteld van een initiatief dat tot doel heeft de status van het eiland Saint-Barthélémy ten aanzien van de Unie te wijzigen op grond van artikel 355, lid 6, VWEU. Op dit grondgebied zijn thans de gecombineerde bepalingen van artikel 355, lid 1, en artikel 349 VWEU van toepassing. Het initiatief van de Franse Republiek beoogt het eiland met ingang van 1 januari 2012 te onderwerpen aan de status van land en gebied overzee (LGO), als bedoeld in de gecombineerde bepalingen van artikel 355, lid 2, VWEU en het vierde deel van dit verdrag.

Artikel 355, lid 6, VWEU luidt als volgt: 'De Europese Raad kan op initiatief van de betrokken lidstaat een besluit vaststellen tot wijziging van de status ten aanzien van de Unie van een Deens, Frans of Nederlands land of gebied als bedoeld in de leden 1 en 2. De Europese Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van de Commissie.'

Overeenkomstig deze bepaling heeft de Europese Raad op [ datum invullen ] de Commissie over dit initiatief geraadpleegd.

De Commissie heeft het initiatief van Frankrijk uitsluitend onderzocht ten aanzien van de gevolgen die deze wijziging volgens de bepalingen van artikel 355 VWEU zal hebben. Volgens deze bepalingen zal het recht van de Unie vanaf de inwerkingtreding van de statuswijziging niet meer van toepassing zijn op het grondgebied van Saint-Barthélemy, met uitzondering van het vierde deel van het VWEU.

In het licht van dit onderzoek is de Commissie van mening dat in dit advies een standpunt moet worden ingenomen over twee gebieden, te weten het monetaire stelsel en het belastingstelsel.

Het monetaire stelsel

Zoals blijkt uit de documenten die bij de Europese Raad zijn ingediend, wenst Frankrijk dat de euro op Saint-Barthélemy gebruikt blijft worden. Tussen Frankrijk en de Europese Unie moet daartoe een monetaire overeenkomst worden gesloten om te zorgen voor het behoud van de toepassing van het recht van de EU op de wezenlijke gebieden voor de goede werking van de Economische en Monetaire Unie (met name de monetaire en financiële wetgeving en de wetgeving inzake de bestrijding van het witwassen van geld en valsemunterij), naar analogie van bestaande overeenkomsten of overeenkomsten waarover nog wordt onderhandeld.

In de toelichting bij zijn initiatief heeft Frankrijk uitdrukkelijk verklaard dat het de nodig geachte verbintenissen zal aangaan voor de toepassing, op Saint-Barthélemy, van de regels betreffende de bestrijding van valsemunterij, de bestrijding van het illegale verkeer van kapitalen en het witwassen van geld, alsook betreffende de administratieve samenwerking.

De Commissie neemt kennis van deze verbintenis en zal de Raad te zijner tijd aanbevelen om onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en Frankrijk op grond van artikel 219, lid 3, VWEU. Deze aanbeveling zal met name een ontwerp van de daartoe noodzakelijke onderhandelingsrichtsnoeren voor de Commissie omvatten. Zoals gebruikelijk is voor de voorbereiding van monetaire overeenkomsten moet de Europese Centrale Bank bij de onderhandelingen worden betrokken.

Het belastingstelsel

Voor de goede werking van de interne markt heeft de Unie een Europees beleid ter bevordering van goed bestuur in belastingzaken ontwikkeld, dat wordt beschreven in de mededeling van de Commissie COM(2009)201. Dit beleid omvat bepalingen om onder meer grensoverschrijdende belastingfraude en belastingvlucht te voorkomen. Het omvat ook een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen ter bestrijding van schadelijke concurrentie op belastinggebied i.

Op het gebied van de fiscale samenwerking heeft de Unie Richtlijn 77/799/EEG betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies i en Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling i vastgesteld.

De Commissie is van mening dat, als gevolg van de wijziging van de status van Saint-Barthélemy, in een overeenkomst vastgelegde bepalingen moeten garanderen dat de mechanismen van de twee hierboven vermelde richtlijnen inzake bijstand en samenwerking op het gebied van belastingen en inzake belastingheffing op de inkomsten uit spaargelden ook in de toekomst op dit gebied van toepassing zullen zijn.

In de toelichting bij zijn initiatief heeft Frankrijk uitdrukkelijk verklaard dat het de nodig geachte verbintenissen zal aangaan voor de toepassing, op Saint-Barthélemy, van de regels betreffende fiscale transparantie.

De Commissie neemt kennis van deze verbintenis en zal de Raad te zijner tijd aanbevelen om onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van de desbetreffende overeenkomsten op grond van artikel 218 VWEU. Deze aanbeveling zal met name een ontwerp van de daartoe noodzakelijke onderhandelingsrichtsnoeren omvatten.

Wat de schadelijke concurrentie op belastinggebied betreft, herinnert de Commissie aan de door Frankrijk tezamen met de andere lidstaten in het kader van de hierboven vermelde gedragscode aangegane verbintenis inzake de belastingregeling voor ondernemingen. Volgens deze tekst verbinden de lidstaten zich immers ertoe de goedkeuring te bevorderen van beginselen om schadelijke belastingmaatregelen op te heffen in de gebieden waar het Verdrag niet van toepassing is. De Commissie gaat uit van het beginsel dat deze verbintenis, die specifiek voornoemde gebieden beoogt, ook van toepassing zal zijn op Saint Barthélemy vanaf het ogenblik dat de wijziging van de status van het eiland van kracht zal worden.

Andere gebieden

Volledigheidshalve wijst de Commissie er ook op dat de statuswijziging technische aanpassingen op verschillende gebieden van het afgeleide recht noodzakelijk kan maken, met name op het gebied van de associatie van de LGO met de Europese Unie, het regionaal beleid, de werkgelegenheid, de landbouw, het maritiem beleid en de douane-unie. Deze aanpassingen moeten zodanig worden uitgevoerd dat rekening kan worden gehouden met de wijziging van de status volgens het beoogde tijdschema (wijziging van de status op 1 januari 2012).

Conclusie

De wijziging van de status van Saint Barthélemy levert in het algemeen geen bijzondere problemen op ten aanzien van het recht van de Unie. Er zijn echter bepaalde technische aanpassingen van het afgeleide recht nodig. De Commissie vindt ook dat het belangrijk is dat, met name om de belangen van de Unie na de datum van de statuswijziging te vrijwaren, akkoorden tussen Frankrijk en de Europese Unie worden gesloten betreffende:

- het behoud van de euro en de wetgeving betreffende de goede werking van de Economische en Monetaire Unie;

- de bevordering van goed bestuur in belastingzaken, met name de wederzijdse bijstand op belastinggebied en de belastingheffing op inkomsten van spaargelden.