Toelichting bij COM(2010)673 - EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)673 - EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa. |
---|---|
bron | COM(2010)673 |
datum | 22-11-2010 |
/* COM/2010/0673 def. */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa
[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 22.11.2010
COM(2010) 673 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa
1. HET EUROPESE VEILIGHEIDSMODEL: SAMENWERKEN VOOR EEN VEILIGER EUROPA
De meeste Europeanen leiden een betrekkelijk veilig leven. Toch hebben onze samenlevingen te maken met ernstige veiligheidsdreigingen, die steeds omvangrijker en complexer worden. Veel van de huidige veiligheidsproblemen zijn van grens- en sectoroverschrijdende aard. Geen enkele lidstaat kan op eigen kracht het hoofd bieden aan deze bedreigingen. Onze burgers en bedrijven maken zich hier zorgen over. Vier op de vijf Europeanen wil dat de EU krachtiger optreedt tegen georganiseerde criminaliteit en terrorisme i.
Er is veel in het werk gesteld om het hoofd te bieden aan deze nieuwe dreigingen en Europa veiliger te maken. Nu het Verdrag van Lissabon i van kracht is en in het programma van Stockholm en het bijbehorende actieplan i de nodige richtsnoeren zijn vastgelegd, kan de EU vastberaden tot verdere actie overgaan. In de interneveiligheidsstrategie, die begin 2010 onder het Spaanse voorzitterschap werd aangenomen i, zijn de uitdagingen, beginselen en richtsnoeren in verband met de aanpak van deze vraagstukken binnen de EU vastgesteld en is de Commissie verzocht om maatregelen voor te stellen voor de tenuitvoerlegging van de strategie. Deze mededeling – de EU-interneveiligheidsstrategie in actie – bouwt derhalve voort op de bestaande afspraken tussen de lidstaten en de EU-instellingen. Het betreft een voorstel om de komende vier jaar doeltreffender samen te werken teneinde ernstige en georganiseerde criminaliteit, terrorisme en cybercriminaliteit te bestrijden en voorkomen, onze buitengrenzen beter te beheren en te zorgen voor meer veerkracht bij natuurrampen en bij door de mens veroorzaakte rampen.
Een gedeelde agenda voor gemeenschappelijke problemen
De EU dient onze interne veiligheid door te zorgen voor gemeenschappelijk beleid, wetgeving en praktische samenwerking op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, grensbeheer en crisismanagement. Zowel het interne als het externe beleid van de EU is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van onze veiligheidsdoelstellingen.
De EU-interneveiligheidsstrategie in actie omvat dan ook een gedeelde agenda voor de lidstaten, het Europees Parlement, de Commissie, de Raad, EU-organen en andere partijen, waaronder het maatschappelijk middenveld en lokale autoriteiten. Deze agenda dient te worden ondersteund door een degelijke EU-veiligheidsindustrie, waarbij fabrikanten en dienstverleners nauw samenwerken met eindgebruikers. Onze gemeenschappelijke inspanningen om het hoofd te bieden aan de veiligheidsproblemen van onze tijd zullen ook het in de Europa 2020-strategie bepleite Europese model van een sociale markteconomie versterken en ontwikkelen.
Veiligheidsbeleid op basis van gemeenschappelijke waarden
De interneveiligheidsstrategie in actie, en de instrumenten en maatregelen ter uitvoering daarvan, moeten worden gebaseerd op gemeenschappelijke waarden als de rechtsstaat en eerbiediging van de grondrechten zoals verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie i. Onze benadering van crisisbeheer moet uitgaan van solidariteit. Ons antiterrorismebeleid moet in verhouding staan tot de omvang van de problemen en zich toespitsen op het voorkomen van nieuwe aanslagen. Waar informatie-uitwisseling doeltreffende rechtshandhaving in de EU mogelijk maakt, moeten we ook de persoonlijke levenssfeer beschermen en het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens waarborgen.
Interne veiligheid met een mondiaal perspectief
De EU kan haar interne veiligheid niet verzekeren zonder de rest van de wereld daarbij te betrekken. Het is dan ook zaak te zorgen voor samenhang en complementariteit tussen de interne en externe aspecten van het EU-veiligheidsbeleid. De waarden en prioriteiten van de interneveiligheidsstrategie, zoals ons vaste voornemen om binnen en buiten onze regio mensenrechten, democratie, vrede en stabiliteit te bevorderen, zijn een integrerend onderdeel van de aanpak die is vastgesteld in de Europese veiligheidsstrategie i. Zoals de strategie onderkent, zijn de betrekkingen met onze partners, en met name die met de Verenigde Staten, van fundamenteel belang voor de strijd tegen de zware en georganiseerde criminaliteit en terrorisme.
Veiligheid dient te worden geïntegreerd in strategische partnerschappen en in aanmerking te worden genomen in de dialoog met onze partners bij het programmeren van de EU-financiering voor partnerschapsovereenkomsten. Met name in de politieke dialoog met derde landen en regionale organisaties dienen kwesties op het gebied van de interne veiligheid aan de orde te worden gesteld, wanneer dit van belang is voor de bestrijding van meervoudige dreigingen, zoals mensen- en drugshandel en terrorisme. Bovendien zal de EU bijzondere aandacht schenken aan derde landen en regio's die wellicht behoefte hebben aan steun en deskundigheid van de EU en de lidstaten; hiermee dient zij niet alleen de externe, maar ook de interne veiligheid. Met de Europese Dienst voor extern optreden kan straks met nog meer deskundigheid worden opgetreden dankzij de capaciteiten en kennis van de lidstaten, de Raad en de Commissie. Met name in prioritaire landen dient deskundigheid op het gebied van veiligheid ter beschikking te worden gesteld van EU-delegaties, onder andere in de vorm van verbindingsfunctionarissen en –magistraten van Europol i. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zullen passende bevoegdheden en functies voor deze deskundigen vaststellen.
2. VIJF STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN VOOR INTERN BELEID
Deze mededeling omvat een inventarisatie van de meest urgente veiligheidsproblemen waarmee de EU de komende jaren te maken heeft. Er worden vijf strategische doelstellingen en specifieke acties voor 2011-2014 voorgesteld, die – naast de lopende inspanningen en initiatieven – zullen bijdragen tot een veiliger EU.
Zware en georganiseerde criminaliteit kent vele verschijningsvormen: mensenhandel, drugs- en wapenhandel, het witwassen van geld, en het illegaal overbrengen en storten van afvalstoffen binnen en buiten Europa. Ook ogenschijnlijk 'kleine criminaliteit' – zoals inbraak en autodiefstal, verkoop van gevaarlijke en namaakgoederen, en de daden van rondtrekkende bendes – is dikwijls een lokale exponent van mondiale criminele netwerken. Deze vormen van criminaliteit vereisen een gezamenlijke Europese aanpak. Hetzelfde geldt voor terrorisme : onze samenlevingen zijn nog steeds kwetsbaar voor bomaanslagen als die op het openbaar vervoer in Madrid in 2004 en in Londen in 2005. We moeten meer doen en nauwer samenwerken om nieuwe aanslagen te voorkomen.
Ook de dreiging van cybercriminaliteit neemt toe. Europa is een belangrijk doelwit van cybercriminaliteit door zijn geavanceerde internetinfrastructuur, het grote aantal gebruikers en het feit dat zijn economisch bestel en betalingssystemen op internet leunen. Burgers, bedrijven, overheden en vitale infrastructuur moeten beter worden beschermd tegen criminelen die zich bedienen van moderne technologie. Ook de veiligheid van de grenzen vergt een meer samenhangend optreden. Met gemeenschappelijke buitengrenzen moeten smokkel en andere grensoverschrijdende illegale activiteiten op Europees niveau worden aangepakt. Efficiënte controle van de EU-buitengrenzen is dan ook van cruciaal belang voor de ruimte van vrij verkeer.
Bovendien is er de laatste jaren in Europa en zijn onmiddellijke omgeving sprake van een toename – in frequentie en omvang – van zowel natuurlijke als door de mens veroorzaakte rampen . Hierbij is gebleken blijkt dat Europa op krachtiger, samenhangender en geïntegreerder wijze moet kunnen reageren op crises en rampen, en dat de bestaande beleidsmaatregelen en wetgeving inzake rampenpreventie ten uitvoer moeten worden gelegd.
STELLING 1: Ontwrichten van internationale criminele netwerken
Hoewel de rechtshandhavingsautoriteiten en de rechterlijke macht zowel op nationaal niveau als tussen de lidstaten steeds beter samenwerken, blijven internationale criminele netwerken uiterst actief, waarbij zij enorme illegale winsten genereren. Dikwijls worden deze winsten niet alleen gebruikt om de plaatselijke bevolking en autoriteiten te corrumperen en te intimideren, maar ook om de economie te penetreren en het publieke vertrouwen te ondermijnen.
Voor het voorkomen van criminaliteit is het dan ook van cruciaal belang om criminele netwerken te ontwrichten en de financiële prikkel waardoor zij zich laten leiden, weg te nemen. Hiertoe dient er beter te worden samengewerkt bij de praktische rechtshandhaving. In alle sectoren en op verschillende niveaus dienen autoriteiten samen te werken om de economie te beschermen; criminele winsten dienen doeltreffend te worden getraceerd en geconfisqueerd. Ook moeten we de belemmeringen die voortvloeien uit de uiteenlopende nationale benaderingen wegnemen, waar nodig door middel van wetgeving inzake justitiële samenwerking. Zo moet de wederzijdse erkenning worden verbeterd, en moeten gemeenschappelijke definities van strafbare feiten en minimumstraffen i worden vastgesteld.
Actie 1: Identificeren en ontmantelen van criminele netwerken
Om criminele netwerken te kunnen identificeren en ontwrichten, moet bekend zijn hoe hun leden te werk gaan en worden gefinancierd.
De Commissie zal in 2011 dan ook EU-wetgeving voorstellen over het verzamelen van persoonsgegevens van passagiers die naar of vanuit de EU vliegen. Deze gegevens zullen door de autoriteiten in de lidstaten worden geanalyseerd om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen en vervolgen.
Om zicht te krijgen op de criminele financiële bronnen en op de geldstromen zelf is informatie nodig over de eigenaren van bedrijven en trusts die de betrokken middelen doorsluizen. In de praktijk kost het de justitiële en rechtshandhavingsautoriteiten, administratieve onderzoeksorganen als OLAF en particuliere professionals moeite om dergelijke informatie te verkrijgen. De EU dient derhalve uiterlijk in 2013 in het licht van de besprekingen met haar internationale partners bij de Financiële-actiegroep (FATF) te overwegen om haar antiwitwaswetgeving te herzien teneinde de transparantie van rechtspersonen en juridische constructies te vergroten. Om het eenvoudiger te maken criminele geldstromen te traceren, hebben bepaalde lidstaten een centraal register van bankrekeningen ingesteld. De Commissie zal in 2012 richtsnoeren ontwikkelen om het nut van dergelijke registers voor rechtshandhavingsdoeleinden te optimaliseren. Om criminele financiële transacties doeltreffend te kunnen onderzoeken, dienen justitiële en rechtshandhavingsinstanties te worden uitgerust en opgeleid om informatie te verzamelen, te analyseren en eventueel uit te wisselen. Hierbij dienen zij volop gebruik te maken van de nationale expertisecentra voor strafrechtelijk financieel onderzoek en de opleidingsprogramma's van de Europese Politieacademie (EPA). De Commissie zal hiertoe in 2012 een strategie voorstellen.
Bovendien vergt de internationale aard van criminele netwerken meer gezamenlijke operaties van politie, douane, grenswachten en justitiële autoriteiten in verschillende lidstaten, in samenwerking met Eurojust, Europol en OLAF. Dergelijke operaties, met inbegrip van gezamenlijke onderzoeksteams i, dienen te worden opgezet – eventueel op korte termijn – met volledige ondersteuning van de Commissie, in overeenstemming met de prioriteiten, strategische doelen en plannen die de Raad op basis van dreigingsanalyses vaststelt i.
Voorts dienen de Commissie en de lidstaten erop te blijven toezien dat het Europees arrestatiebevel goed wordt toegepast en verslag te blijven doen van de gevolgen daarvan met betrekking tot de grondrechten.
Actie 2: Beschermen van de economie tegen criminele infiltratie
Door corruptie kunnen criminele netwerken hun winsten in de bovengrondse economie investeren, hetgeen het vertrouwen in publieke instellingen en het economisch stelsel aantast. Corruptiebestrijding moet hoog op de politieke agenda blijven staan. Daarbij is het zaak actie op EU-niveau te ondernemen en beste praktijken uit te wisselen. De Commissie zal in 2011 met een voorstel komen voor toezicht op en ondersteuning van de anticorruptie-inspanningen van de lidstaten .
Er moet beleid worden ontwikkeld om de economie tegen infiltratie door criminele netwerken te beschermen door de overheids- en bestuursorganen die verantwoordelijk zijn voor machtigingen, vergunningen, overheidsopdrachten of subsidies in te schakelen (de ' administratieve aanpak '). De Commissie zal de lidstaten praktisch ondersteunen door in 2011 een netwerk van nationale contactpunten op te zetten ter bevordering van beste praktijken, en door proefprojecten te financieren die betrekking hebben op praktische aspecten.
Namaakgoederen leveren georganiseerde criminele groepen grote winsten op, verstoren de handelsstromen op de interne markt, ondermijnen de Europese industrie en brengen de gezondheid en veiligheid van de Europese burger in gevaar. De Commissie zal in het kader van haar toekomstige actieplan tegen namaak en piraterij dan ook alles in het werk stellen om te zorgen voor een effectievere handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten . Om de internetverkoop van namaakgoederen tegen te gaan, dienen de douaneautoriteiten van de lidstaten en de Commissie zo nodig wetgeving aan te passen, binnen de nationale douanedienst contactpunten op te zetten en beste praktijken uit te wisselen.
Actie 3: Confisqueren van criminele vermogensbestanddelen
Om de financiële prikkel voor criminele netwerken weg te nemen, moeten de lidstaten alles in het werk stellen om criminele vermogensbestanddelen in beslag te nemen, te bevriezen, te confisqueren en te beheren, en dienen zij te waarborgen dat deze middelen niet weer in criminele handen komen.
Hiertoe zal de Commissie in 2011 wetgeving voorstellen ter versterking van het EU-rechtskader i inzake confiscatie , met name om meer confiscatie bij derden mogelijk te maken i, ruimere confiscatiemogelijkheden te bieden i en onderlinge erkenning van bevelen tot confiscatie zonder veroordeling i tussen de lidstaten te vereenvoudigen.
De lidstaten moeten uiterlijk in 2014 bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen opzetten en voorzien van de nodige middelen, bevoegdheden, opleiding en mogelijkheden tot informatie-uitwisseling i. De Commissie zal vóór 2013 gemeenschappelijke indicatoren ontwikkelen op grond waarvan de lidstaten de prestaties van deze bureaus dienen te beoordelen. Daarnaast dienen de lidstaten uiterlijk in 2014 de nodige institutionele regelingen te treffen, bijvoorbeeld door vermogensbeheerbureaus in te stellen, om te waarborgen dat bevroren vermogensbestanddelen hun waarde niet verliezen voordat zij ten slotte worden geconfisqueerd. Terzelfder tijd zal de Commissie in 2013 richtsnoeren aanreiken betreffende de beste praktijken om te voorkomen dat criminele groepen zich geconfisqueerde vermogensbestanddelen opnieuw toe-eigenen.
STELLING 2: Voorkomen van terrorisme en aanpakken van radicalisering en werving
De terreurdreiging blijft hoog en verandert voortdurend i. Terroristische organisaties passen zich aan en innoveren, getuige de aanslagen te Mumbai in 2008, de verhinderde aanslag op een vlucht van Amsterdam naar Detroit op eerste kerstdag 2009, en de onlangs ontdekte complotten waarbij meerdere lidstaten in het geding kwamen. Dreiging gaat momenteel uit van zowel georganiseerde terroristen als van 'eenzame wolven', die onder invloed van extremistische propaganda zijn geradicaliseerd en opleidingsmateriaal en instructies voor het vervaardigen van explosieven op het internet hebben gevonden. Wij moeten trachten terrorisme te bestrijden en de dreiging vóór te blijven met een samenhangende Europese benadering die ook preventieve actie omvat i. Voorts dient de EU vitale infrastructuur te blijven inventariseren en plannen te blijven ontwikkelen en uitvoeren die gericht zijn op de bescherming van de infrastructuur die voor het maatschappelijk en economisch functioneren van vitaal belang is, zoals vervoersdiensten en energieproductie en -transport i.
Deze doelstelling moet in de eerste plaats op gecoördineerde en doeltreffende wijze worden verwezenlijkt door de lidstaten, met volledige steun van de Commissie en met hulp van de EU-coördinator voor terrorismebestrijding.
Actie 1: Gemeenschappen in staat stellen radicalisering en werving te voorkomen
Radicalisering die tot terroristische daden kan leiden, kan het best worden tegengegaan door binnen de betrokken gemeenschappen de personen die hier het vatbaarst voor zijn, tegen te houden. Dit vereist nauwe samenwerking met de lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld, alsook betrokkenheid van de belangrijkste groepen binnen de kwetsbare gemeenschappen. De aanpak van radicalisering en werving is in de eerste plaats een nationale zaak en moet dat ook blijven.
Verscheidene lidstaten werken momenteel aan projecten op dit gebied; bepaalde steden in de EU hebben op gemeentelijk niveau al strategieën en preventief beleid ontwikkeld. Deze initiatieven blijken dikwijls succesvol en de Commissie zal de uitwisseling van dergelijke ervaringen mogelijk blijven maken i.
Ten eerste zal de Commissie uiterlijk in 2011 in partnerschap met het Comité van de Regio's ijveren voor de vorming van een EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering . Dit netwerk dient te worden ondersteund door een onlineforum en EU-brede conferenties voor het bijeenbrengen van ervaring, kennis en goede praktijken. Zo kan de aandacht worden gevestigd op radicalisering en kunnen communicatietechnieken voor het weerleggen van terroristische propaganda worden bevorderd. Dit netwerk zal bestaan uit beleidsmakers, met wetshandhaving en veiligheid belaste ambtenaren, plaatselijke overheden, academici, velddeskundigen en maatschappelijke organisaties, waaronder slachtoffergroepen. De lidstaten dienen de door het netwerk gegenereerde ideeën te gebruiken om fysieke en virtuele fora op te zetten voor open discussies. Deze fora moeten geloofwaardige rolmodellen en opinieleiders stimuleren om een positieve boodschap uit te dragen en alternatieven aan te reiken voor terroristische propaganda. De Commissie zal ook het werk steunen van maatschappelijke organisaties die gewelddadige extremistische propaganda op het internet aan de kaak stellen, vertalen en tegengaan.
Ten tweede zal de Commissie in 2012 een ministersconferentie organiseren over het voorkomen van radicalisering en werving. Bij deze gelegenheid kunnen de lidstaten voorbeelden geven van succesvolle maatregelen om weerwerk te bieden aan extremistische ideologieën.
Ten derde zal de Commissie in het licht van deze initiatieven en discussies een handboek met maatregelen en praktijkvoorbeelden ontwikkelen om de lidstaten te ondersteunen. Hierbij zal aandacht worden besteed aan structurele preventie van radicalisering en aan het verstoren van wervingsactiviteiten. Ook zal worden uitgelegd hoe iemand ertoe kan worden bewogen zich terug te trekken uit een terreurbeweging en weer aan de maatschappij deel te nemen.
Actie 2: Terroristen afsluiten van financiering en materiaal, en hun transacties volgen
In 2011 zal de Commissie overwegen uit hoofde van artikel 75 van het Verdrag een kader te ontwerpen voor het bevriezen van activa ter voorkoming en bestrijding van terrorisme en aanverwante activiteiten. De EU-actieplannen voor de preventie van toegang tot explosieven (2008) en chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen (CBRN) (2009) moeten dringend ten uitvoer worden gelegd, door zowel wetgevende als niet-wetgevende maatregelen. Hiertoe moet onder meer een verordening worden vastgesteld om de toegang tot chemische precursoren van explosieven te beperken. De Commissie heeft hiervoor in 2010 een voorstel ingediend. Ook moet er een Europees netwerk van gespecialiseerde eenheden voor de handhaving van CBRN-wetgeving worden opgezet om ervoor te zorgen dat de lidstaten bij hun nationale planning rekening houden met risico's op het gebied van CBRN. Een andere maatregel betreft het opzetten van een alarmeringssysteem (EWS – Early Warning System) om rechtshandhavingsinstanties te waarschuwen bij incidenten met CBRN-materiaal. Deze maatregelen vergen nauwe samenwerking met de lidstaten. Waar nodig dient er met publiek-private partnerschappen te worden gewerkt. Het risico dat terroristische organisaties en overheidsactoren toegang krijgen tot zaken die zouden kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van explosieven en (biologische, chemische of nucleaire) massavernietigingswapens, moet zoveel mogelijk worden beperkt. De EU dient het systeem voor controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, alsook de handhaving daarvan aan de EU-grenzen en op internationaal niveau, dan ook te verbeteren.
Na de ondertekening van het akkoord met de Verenigde Staten over een programma voor het traceren van terrorismefinanciering zal de Commissie in 2011 voor de EU een beleid ontwikkelen inzake het opvragen en analyseren van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer op haar eigen grondgebied .
Actie 3: Beschermen van vervoer
De Commissie wil regels inzake de veiligheid van de luchtvaart en de zeevaart verder ontwikkelen op basis van een permanente risico- en dreigingsanalyse. Zij zal rekening houden met de technische en technologische vorderingen op het gebied van veiligheidsonderzoek door gebruik te maken van EU-programma's als Galileo en het GMES-initiatief voor Europese aardobservatie i. De Commissie zal hiervoor een breed maatschappelijk draagvlak scheppen door te blijven streven naar een optimale balans tussen veiligheid, reisgemak, kostenbeheersing en de bescherming van privacy en gezondheid. Ook zal zij blijven hameren op het versterken van de regels voor inspectie en handhaving, met inbegrip van het toezicht op vrachtdiensten. Internationale samenwerking is van essentieel belang en kan wereldwijd bijdragen tot betere veiligheidsnormen. Het waarborgt een efficiënt gebruik van middelen en beperkt onnodige verdubbeling van veiligheidscontroles.
Er is reden en ruimte voor een actievere Europese aanpak op het brede en complexe terrein van de veiligheid van het vervoer over land , met name wat betreft de veiligheid van het reizigersvervoer i. De Commissie wil de huidige maatregelen voor de veiligheid van het stadsvervoer uitbreiden tot a) lokale en regionale treinen en b) hogesnelheidstreinen, inclusief de bijbehorende infrastructuur. Tot dusver is de EU-bemoeienis beperkt gebleven tot het uitwisselen van informatie en beste praktijken. Hierbij speelden subsidiariteitsoverwegingen een rol, maar ook het feit dat er geen internationale organisatie bestaat die vergelijkbaar is met de Internationale maritieme organisatie of de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en waarvoor een gecoördineerde Europese aanpak vereist zou zijn. Gelet op de eerdere ervaringen op het gebied van de veiligheid van het lucht- en zeevervoer meent de Commissie dat in eerste instantie moet worden nagedacht over de eventuele oprichting van een permanent comité voor veiligheid van vervoer over land, onder voorzitterschap van de Commissie en met deskundigen op het gebied van vervoer en wetshandhaving, en van een forum voor overleg met de openbare en de particuliere sector. De lopende werkzaamheden om de toezichtprocedures voor uit derde landen afkomstige luchtvracht in transit te verfijnen en te verscherpen zijn naar aanleiding van de recente gebeurtenissen opgevoerd.
De vervoersveiligheid zal in 2011 uitvoerig worden behandeld in een afzonderlijke mededeling.
STELLING 3: Verbeteren van de internetveiligheid voor burgers en bedrijfsleven
De veiligheid van IT-netwerken is een essentiële voorwaarde voor een goed functionerende informatiemaatschappij. Dit inzicht spreekt ook uit de onlangs gepubliceerde digitale agenda voor Europa i, waarin de bestrijding van cybercriminaliteit, cyberveiligheid, veiliger internet en privacy worden genoemd als de belangrijkste bouwstenen voor vertrouwen en veiligheid. De snelle ontwikkeling en toepassing van nieuwe informatietechnologie heeft ook geleid tot nieuwe vormen van criminele activiteit. Cybercriminaliteit is een wereldwijd verschijnsel dat voor forse schade zorgt op de interne markt van de EU. Hoewel de structuur van het internet geen grenzen kent, houdt de jurisprudentie om cybercriminaliteit te vervolgen nog altijd op bij de landsgrenzen. De lidstaten moeten hun krachten op EU-niveau bundelen. Het 'High Tech Crime Centre' van Europol speelt al een belangrijke coördinerende rol op het gebied van rechtshandhaving, maar nadere actie is geboden.
Actie 1: Capaciteit opbouwen van de rechtshandhavingsautoriteiten en de rechterlijke macht
Tegen 2013 zal de EU – binnen de bestaande structuren – een cybercriminaliteitscentrum oprichten, dat de lidstaten en de EU-instellingen in staat zal stellen om hun operationele en analytische capaciteit voor onderzoek en samenwerking met internationale partners op te voeren i. Het centrum zal de evaluatie van en het toezicht op de bestaande preventieve en onderzoeksmaatregelen verbeteren, de ontwikkeling van opleiding en voorlichting voor rechtshandhavingsautoriteiten en de rechterlijke macht ondersteunen, samenwerken met het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) en contact onderhouden met een netwerk van nationale/gouvernementele computercalamiteitenteams (CERT's). Het cybercriminaliteitscentrum moet de speerpunt worden in de Europese strijd tegen cybercriminaliteit.
Op nationaal niveau moeten de lidstaten ervoor zorgen dat voor politieambtenaren, rechters, procureurs/officieren van justitie en forensisch onderzoekers gemeenschappelijke normen gelden voor het onderzoeken en vervolgen van cybercriminaliteit. De lidstaten worden aangemoedigd om samen met Eurojust, de EPA en Europol uiterlijk in 2013 nationale voorlichtings- en opleidingscapaciteiten op het gebied van cybercriminaliteit te ontwikkelen en om op nationaal niveau of in partnerschap met andere lidstaten expertisecentra op te richten. Deze centra moeten nauw samenwerken met de academische wereld en het bedrijfsleven.
Actie 2: Samenwerken met het bedrijfsleven en burgers beschermen
Alle lidstaten moeten ervoor zorgen dat mensen gevallen van cybercriminaliteit eenvoudig kunnen melden . Deze informatie kan vervolgens worden geëvalueerd en ingebracht op het nationale en – zo nodig – het Europese signaleringsplatform voor cybercriminaliteit. In het verlengde van het nuttige werk dat is verzet in het kader van het actieplan voor een veiliger internet, dienen de lidstaten er tevens voor te zorgen dat burgers eenvoudig kennis kunnen nemen van richtsnoeren inzake cyberdreigingen en van de eerste voorzorgsmaatregelen die zij dienen te treffen. Deze richtsnoeren moet de burger duidelijkheid bieden over het beschermen van zijn privacy op internet, het opmerken en melden van kinderlokkers, het installeren van eenvoudige antivirusprogramma's en firewalls, het gebruiken van wachtwoorden en het ontdekken van phishing, pharming en andere aanvallen. De Commissie zal in 2013 een centrale real-timegegevensbank opzetten met gedeelde bronnen en beste praktijken van de lidstaten en het bedrijfsleven.
De samenwerking tussen de openbare en de particuliere sector moet ook op Europees niveau worden versterkt door het Europees publiek-privaat partnerschap voor veerkracht (EP3R). Dit partnerschap moet nieuwe innovatieve maatregelen en instrumenten ontwikkelen om de veiligheid te verbeteren, waaronder die van de vitale infrastructuur, en de veerkracht van netwerk- en informatiesystemen op te voeren. EP3R moet ook samenwerken met internationale partners om het wereldwijde risicobeheer van IT-netwerken te verbeteren.
De aanpak van illegale internetinhoud – waaronder het aanzetten tot terrorisme – moet worden geregeld met richtsnoeren voor samenwerking, op basis van formele signalerings- en verwijderingprocedures, die de Commissie uiterlijk in 2011 in overleg met aanbieders van internetdiensten, rechtshandhavingsautoriteiten en non-profitorganisaties wil ontwikkelen. Om het contact en de interactie tussen deze belanghebbende partijen te bevorderen, zal de Commissie het gebruik stimuleren van een speciaal internetplatform, het zogeheten 'Contact Initiative against Cybercrime for Industry and Law Enforcement' (contactinitiatief tegen cybercriminaliteit voor het bedrijfsleven en de rechtshandhavingsautoriteiten).
Actie 3: De capaciteit om te reageren op cyberaanvallen opvoeren
Er moet een aantal stappen worden genomen op het gebied van de preventie, de opsporing en de snelle beantwoording van aanvallen op en verstoring van informatiesystemen. Ten eerste moeten de afzonderlijke lidstaten en de EU-instellingen uiterlijk in 2012 beschikken over een goed functionerend CERT . Het is van belang dat de CERT's, wanneer zij eenmaal zijn opgericht, en de rechtshandhavingsautoriteiten samenwerken bij het voorkomen van en reageren op cyberaanvallen. Ten tweede dienen de lidstaten uiterlijk in 2012 hun nationale/gouvernementele CERT's door middel van een netwerk te verbinden, om Europa nog slagvaardiger te maken. Deze activiteit moet er ook toe bijdragen dat uiterlijk in 2013 een Europees informatiedelings- en alarmeringssysteem (Eisas) voor het algemene publiek wordt ontwikkeld, met ondersteuning van de Commissie en Enisa, en dat een netwerk van contactpunten tussen betrokken instanties en lidstaten tot stand komt. Ten derde moeten de lidstaten samen met Enisa nationale rampenplannen ontwikkelen en regelmatig nationale en Europese oefeningen houden voor respons in verband met incidenten en noodherstel. Enisa zal deze acties ondersteunen teneinde de CERT's in Europa op een hoger plan te brengen.
STELLING 4: Veiligheid verbeteren door grensbeheer
Nu het Verdrag van Lissabon van kracht is, kan de EU beter gebruikmaken van synergie tussen grensbeheersmaatregelen voor personen en goederen, in een geest van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid i. Wat betreft personenverkeer kan de EU migratiebeheer en criminaliteitsbestrijding opvatten als twee complementaire doelstellingen van de strategie voor geïntegreerd grensbeheer. Deze strategie heeft een drieledig doel:
- intensiever gebruik van nieuwe technologie voor grenscontroles (de tweede generatie van het Schengeninformatiesysteem (SIS II), het Visuminformatiesysteem (VIS), het inreis/uitreissysteem en het programma voor geregistreerde reizigers);
- intensiever gebruik van nieuwe technologie voor grensbewaking (Europese grensbewakingssysteem Eurosur), met ondersteuning van de GMES-beveiligingsdiensten, en de geleidelijke totstandkoming van een gemeenschappelijk kader voor informatie-uitwisseling voor het maritieme gebied van de EU i; en
- intensievere coördinatie van de lidstaten via Frontex.
Wat betreft het goederenverkeer is de grens door het 'veiligheidsamendement' bij het communautair douanewetboek i veiliger geworden, en tegelijkertijd opener voor handel in vertrouwde goederen. Vracht die de EU binnenkomt wordt om redenen van veiligheid en beveiliging op grond van gemeenschappelijke criteria en normen onderworpen aan een risicoanalyse. Middelen worden efficiënter gebruikt als er meer wordt gekeken naar potentiële risicovrachten. Het systeem berust op voorafgaande informatie over goederenbewegingen van marktdeelnemers, de totstandbrenging van een gemeenschappelijk kader voor risicobeheer, alsook een regeling geautoriseerde marktdeelnemers voor alle goederen die de EU binnenkomen of verlaten. Deze instrumenten vullen elkaar aan en vormen een alomvattende structuur, die verder wordt ontwikkeld om het hoofd te bieden aan de criminele organisaties die steeds vindingrijker te werk gaan en waartegen de lidstaten op eigen gracht niets kunnen uitrichten.
Actie 1: Het potentieel van Eurosur ten volle benutten
De Commissie zal een wetgevingsvoorstel presenteren betreffende de oprichting van Eurosur in 2011 ten behoeve van de interne veiligheid en de criminaliteitsbestrijding. Eurosur zal een mechanisme instellen waarmee de lidstaten operationele informatie over grensbewaking kunnen uitwisselen en met elkaar en Frontex kunnen samenwerken op tactisch, operationeel en strategisch niveau i. Eurosur zal gebruikmaken van de nieuwe technologieën die worden ontwikkeld dankzij door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten en –activiteiten. Zo kunnen met satellietbeelden doelen aan de zeegrens worden opgespoord en getraceerd, bv. voor het volgen van snelle vaartuigen waarmee drugs de EU worden binnengebracht.
De laatste jaren zijn twee belangrijke initiatieven op het gebied van operationele samenwerking aan de zeegrenzen ontplooid. Het ene heeft betrekking op mensenhandel en –smokkel (onder leiding van Frontex) en het andere op drugssmokkel (in het kader van MAOC-N i en CeCLAD-M i). In het kader van de ontwikkeling van geïntegreerde en operationele actie aan de zeegrens, zal de EU in 2011 een proefproject starten aan haar zuidelijke of zuidwestelijke grens. Hiertoe wordt samengewerkt door de twee voornoemde centra, de Commissie, Frontex en Europol. Dit proefproject zal de synergieën peilen op het gebied van risicoanalyse en toezichtgegevens voor gebieden van gemeenschappelijk belang en verschillende dreigingen, zoals drugs- en mensensmokkel i.
Actie 2: De bijdrage van Frontex aan het beheer van de buitengrenzen vergroten
In het kader van zijn activiteiten ontdekt Frontex belangrijke informatie over criminelen die betrokken zijn bij smokkelnetwerken. Momenteel kan deze informatie echter niet verder worden gebruikt voor risicoanalyses of om toekomstige gezamenlijke operaties beter te richten. Bovendien komen relevante gegevens over verdachte criminelen niet voor verder onderzoek aan bij de bevoegde nationale autoriteiten of Europol. Europol kan evenmin informatie uit zijn analysebestanden delen. Gelet op eerdere ervaringen en op de algemene benadering van de EU op het gebied van informatiebeheer i, is de Commissie van mening dat een belangrijke bijdrage kan worden geleverd tot de ontmanteling van criminele organisaties door Frontex deze informatie, in beperkte mate en overeenkomstig duidelijke regels inzake het beheer van persoonsgegevens, te laten verwerken en gebruiken. De taken van Frontex en Europol moeten elkaar echter niet overlappen.
Met ingang van 2011 zal de Commissie telkens aan het eind van het jaar een verslag uitbrengen, met een gezamenlijke bijdrage van Frontex en Europol, over specifieke grensoverschrijdende vormen van criminaliteit, zoals mensenhandel, mensensmokkel en smokkel van illegale goederen. Op grond van dit jaarverslag zal worden beoordeeld of er in het kader van Frontex en tussen politie, douane en de andere rechtshandhavingsautoriteiten vanaf 2012 gezamenlijke operaties moeten worden georganiseerd.
Actie 3: Gemeenschappelijk risicobeheer voor goederenverkeer over de buitengrenzen
Er hebben de laatste jaren belangrijke wettelijke en structurele ontwikkelingen plaatsgevonden om de beveiliging en veiligheid van de internationale toeleveringsketens en het goederenverkeer over de EU-buitengrens te verbeteren. Overeenkomstig het gemeenschappelijk kader voor risicobeheer (CRMF), dat ten uitvoer wordt gelegd door de douaneautoriteiten, worden de elektronische handelsgegevens vóór aankomst en vóór vertrek constant gescreend om het dreigingsrisico voor de veiligheid en beveiliging van de EU en haar burgers vast te stellen en hierop passend te reageren. Het CRMF voorziet tevens in de toepassing van intensievere controles op vastgestelde prioritaire gebieden als handelsbeleid en financiële risico's. Dit vereist ook stelselmatige uitwisseling van risico-informatie op EU-niveau.
Een van de opgaven voor de komende jaren bestaat erin om in alle lidstaten een uniforme en hoogwaardige vorm van risicobeheer, risicoanalyse en op risicoanalyse gebaseerde controles te waarborgen. Naast het voornoemde jaarverslag betreffende de smokkel van illegale goederen zal de Commissie voor de aanpak van gemeenschappelijke risico's een analyse van de douane-informatie op EU-niveau ontwikkelen. Er moet op EU-niveau informatie worden samengebracht om de grensveiligheid te vergroten. Om ervoor te zorgen dat de douanecontrole aan de buitengrenzen de vereiste veiligheid biedt, zal de Commissie in 2011 onderzoeken hoe de capaciteit op het gebied risicoanalyse en -oriëntatie op EU-niveau kan worden opgevoerd en eventueel met voorstellen komen.
Actie 4: De samenwerking tussen de verschillende instanties op nationaal niveau verbeteren
De lidstaten dienen uiterlijk vanaf eind 2011 gezamenlijke risicoanalyses te ontwikkelen. Daarbij dienen alle relevante veiligheidsautoriteiten te worden betrokken, zoals politie, grenswacht en douane, die kritieke punten en meervoudige en horizontale dreigingen aan de buitengrenzen vaststellen, zoals het herhaaldelijk smokkelen van mensen en drugs uit dezelfde regio langs dezelfde grensovergangen. Deze analyses dienen het jaarverslag van de Commissie over grensoverschrijdende criminaliteit aan te vullen met gezamenlijke bijdrages van Frontex en Europol. Uiterlijk eind 2010 zal de Commissie de laatste hand leggen aan een onderzoek naar de beste praktijken op het gebied van samenwerking tussen grenswachten en douanediensten die werkzaam zijn aan de EU-buitengrenzen. Ook zal zij nagaan hoe de resultaten het best onder de betrokken autoriteiten kunnen worden verspreid. In 2012 komt de Commissie met suggesties voor betere coördinatie van de grenscontroles door de verschillende nationale autoriteiten (politie, grenswacht en douane). Voorts zal de Commissie uiterlijk in 2014 in samenwerking met Frontex, Europol en het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken minimumnormen en beste praktijken ontwikkelen voor samenwerking tussen verschillende instanties. Deze zullen met name van toepassing zijn op gezamenlijke risicoanalyses, onderzoeken en operaties en op de uitwisseling van inlichtingen.
STELLING 5: De veerkracht van Europa bij crises en rampen vergroten
De EU kan te maken krijgen met een scala van crises en rampen, bijvoorbeeld als gevolg van de klimaatverandering of van terreur- en cyberaanvallen op vitale infrastructuur, de kwaadwillige of onopzettelijke verspreiding van ziekteverwekkers, plotselinge griepuitbraken of de uitval van infrastructuur. Dit soort sectoroverschrijdende dreigingen vergt een efficiënter en coherenter crisis- en rampenbeheer dan met de gevestigde methoden mogelijk is. Wat nodig is, is solidariteit, als het gaat om de respons, en verantwoordelijkheid, als het gaat om de preventie en paraatheid, waarbij de klemtoon moet liggen op een betere risicoanalyse en een beter risicobeheer op EU-niveau van alle mogelijke gevaren.
Actie 1: Ten volle gebruikmaken van de solidariteitsclausule
De solidariteitsclausule in het verdrag van Lissabon i legt de EU en haar lidstaten de wettelijke verplichting op om elkaar bij te staan wanneer een lidstaat wordt getroffen door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp. Toepassing van deze clausule moet leiden tot een beter georganiseerd en efficiënter crisisbeheer, zowel wat de preventie als wat de respons betreft. In een gezamenlijk voorstel van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger – dat in 2011 wordt verwacht – krijgt de EU collectief tot taak de solidariteitsclausule in praktijk te brengen .
Actie 2: Een allriskaanpak van dreigings- en risicoanalyse
Eind 2010 zal de Commissie samen met de lidstaten met het oog op het rampenbeheer EU-richtsnoeren voor het analyseren en in kaart brengen van risico's ontwikkelen, die zijn gebaseerd op allerlei gevaren en risico's en in principe van toepassing zijn op alle natuurrampen en door mensen veroorzaakte rampen. Eind 2011 dienen de lidstaten een nationale risicobeheersaanpak te hebben ontwikkeld, waarvan de risicoanalyse een onderdeel is. Op basis daarvan zal de Commissie uiterlijk eind 2012 een sectoroverschrijdend overzicht opstellen van de belangrijkste door de natuur en door de mens veroorzaakte risico's waarmee de EU in de toekomst kan worden geconfronteerd i. Daarnaast zal het voor 2011 geplande initiatief van de Commissie op het gebied van de bescherming van de gezondheid gericht zijn op de verbetering van de coördinatie van het EU-risicobeheer en op de versterking van de volksgezondheidsstructuren en -mechanismen.
Op het gebied van dreigingsanalyse zal de Commissie maatregelen steunen die moeten leiden tot meer wederzijds begrip van de verschillende definities van dreigingsniveaus, om de communicatie over niveauveranderingen te verbeteren. De lidstaten wordt verzocht in 2012 met eigen dreigingsanalyses te komen voor terrorisme en andere dreigingen. Vanaf 2013 zal de Commissie in samenwerking met de EU-coördinator voor terrorismebestrijding en de lidstaten op basis van de nationale analyses regelmatig een overzicht opstellen van de actuele dreigingen.
Uiterlijk in 2014 dient de EU een coherent risicobeheersbeleid te formuleren waarin dreigings- en risicoanalyses worden gekoppeld aan beleidsvorming.
Actie 3: De verschillende zenuwcentra met elkaar verbinden
Doeltreffend en gecoördineerd reageren op crises is alleen mogelijk als er snel een accuraat totaalbeeld van de situatie kan worden geschetst. De informatie over een situatie binnen of buiten de EU moet uit alle beschikbare bronnen worden aangeleverd, geanalyseerd, beoordeeld en gedeeld met de lidstaten en de operationele en de beleidsafdelingen in de EU-instellingen. Met een goed werkend netwerk van beveiligde faciliteiten, het juiste materiaal en goed opgeleid personeel kan de EU een geïntegreerde aanpak ontwikkelen op basis van een gemeenschappelijke en gedeelde inschatting van een crisissituatie .
Uitgaande van de bestaande capaciteit en deskundigheid zal de Commissie ervoor zorgen dat uiterlijk in 2012 de sectorspecifieke alarmsystemen en de samenwerkingsmechanismen bij crises i, zoals die op het gebied van volksgezondheid, civiele bescherming, nucleaire risico's en terrorisme, beter op elkaar zijn aangesloten. Zij zal daarbij gebruikmaken van door de EU geleide operationele programma's. Dit zal leiden tot een betere samenwerking tussen de EU-organen en de Europese Dienst voor extern optreden, waaronder het Situatiecentrum, en meer mogelijkheden bieden voor informatie-uitwisseling en, waar nodig, gezamenlijke EU-dreigings- en risicoanalyses.
Doeltreffende coördinatie tussen de EU-instellingen, -organen en –bureaus vergt een coherent algemeen kader voor de bescherming van vertrouwelijke informatie. Daarom is de Commissie voornemens hierover in 2011 met een voortel te komen.
Actie 4: een Europese responscapaciteit in noodsituaties ontwikkelen om te kunnen reageren op rampen
De EU moet kunnen reageren op rampen binnen en buiten de EU. De ervaring met recente rampen leert echter dat er ruimte voor verdere verbetering is ten aanzien van een snelle inzet en de keuze van de juiste maatregelen, de operationele en politieke coördinatie en de zichtbaarheid van de respons van de EU bij rampen, zowel binnen als buiten de EU.
Volgens de onlangs goedgekeurde rampenresponsstrategie i dient de EU een Europese responscapaciteit in noodsituaties te ontwikkelen op basis van vooraf door de lidstaten vastgelegde middelen die kunnen worden ingezet voor EU-operaties, en vooraf overeengekomen noodplannen. De efficiëntie en de kosteneffectiviteit dienen te worden verbeterd door gezamenlijk gebruik te maken van logistieke middelen en door de regelingen voor het bundelen en medefinancieren van vervoermiddelen te vereenvoudigen en aan te scherpen. In 2011 zullen wetgevingsvoorstellen worden gedaan om uitvoering te geven aan de voornaamste voorstellen.
3. DE STRATEGIE UITVOEREN
De EU-instellingen, de lidstaten en de EU-organen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van de EU-interneveiligheidsstrategie in actie. Er moeten afspraken worden gemaakt over de tenuitvoerlegging van de strategie, met een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden, waarbij de Raad en de Commissie, samen met de Europese dienst voor extern optreden, erop toezien dat de strategische doelstellingen worden verwezenlijkt. De Commissie zal ondersteuning geven aan de activiteiten van het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI) om ervoor te zorgen dat de operationele samenwerking wordt bevorderd en versterkt en dat de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ook wordt bevorderd i.
Uitvoering
De prioriteiten moeten zijn terug te vinden in de operationele planning van EU-organen, op nationaal niveau en in de werkprogramma's van de Commissie. De Commissie zal erop toezien dat activiteiten op het gebied van veiligheid, zoals veiligheidsonderzoek, industriebeleid en projecten in het kader van EU-financieringsprogramma's op het gebied van interne veiligheid stroken met de strategische doelstellingen. Veiligheidsonderzoek zal ook in de toekomst uit hoofde van het meerjarig kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling worden gefinancierd. De Commissie zal een interne werkgroep oprichten die ervoor moet zorgen dat de strategie met succes wordt uitgevoerd. De Europese Dienst voor extern optreden zal worden verzocht deel te nemen aan de werkgroep, zodat de samenhang met de bredere Europese veiligheidsstrategie gewaarborgd is en de synergie tussen intern en extern beleid, bijvoorbeeld bij risico- en dreigingsanalyses, wordt benut. Om dezelfde reden dienen het COSI en het Politiek en Veiligheidscomité samen te werken en regelmatig te vergaderen.
De EU-middelen die eventueel noodzakelijk zijn voor de periode 2011-2013 zullen beschikbaar worden gesteld binnen de huidige maxima van het meerjarig financieel kader. Voor de periode na 2013 zal de interneveiligheidsfinanciering aan de orde komen in het debat in de Commissie over alle voorstellen die voor die periode zullen worden geformuleerd. In het kader van dat debat zal de Commissie nagaan of het haalbaar is een interneveiligheidsfonds op te richten.
Toezicht en evaluatie
De Commissie zal samen met de Raad toezicht houden op de vorderingen met betrekking tot de interneveiligheidsstrategie in actie. De Commissie zal jaarlijks een verslag over de strategie voorleggen aan het Europees Parlement en de Raad op basis van bijdragen van de lidstaten en de EU-organen, waarbij zij zoveel mogelijk gebruik zal maken van bestaande verslagleggingsmechanismen. In het jaarverslag zullen voor elk van de strategische doelstellingen de belangrijkste ontwikkelingen worden belicht, waarbij de maatregelen op EU- en lidstaatniveau worden beoordeeld op hun effect en eventueel aanbevelingen worden gedaan. Het jaarverslag zal ook een bijlage bevatten waarin de interneveiligheidssituatie wordt beschreven. Deze bijlage zal worden opgesteld door de Commissie, met behulp van bijdragen van alle betrokken organen. Het verslag zou als basis kunnen dienen voor het jaarlijks debat in het Europees Parlement en de Raad over interne veiligheid.
SLOTOPMERKINGEN
Onze wereld verandert, en de dreigingen en problemen om ons heen ook. De response van de Europese Unie moet meeveranderen. Door samen te werken aan de tenuitvoerlegging van de maatregelen die in deze strategie worden geschetst, zijn we op de goede weg. Toch zullen er tot op zekere hoogte altijd dreigingen blijven bestaan, hoe sterk en goed voorbereid we ook zijn. Juist daarom is het zo belangrijk dat we onze inspanningen verhogen.
Met het Verdrag van Lissabon als nieuw rechtskader moet de interneveiligheidsstrategie in actie de gemeenschappelijke EU-agenda worden voor de komende vier jaar. Het welslagen ervan is afhankelijk van de gezamenlijke inspanningen van alle betrokken partijen in de EU, maar ook van samenwerking met de buitenwereld. Alleen als we onze krachten bundelen en samenwerken om deze strategie ten uitvoer te leggen, kunnen de lidstaten en de EU-instellingen en -organen echt een gecoördineerde Europese respons bieden op de veiligheidsdreigingen van onze tijd.
Bijlage: Samenvatting van doelstellingen en acties
INTERNEVEILIGHEIDSSTRATEGIE
STELLINGEN EN ACTIES
STELLINGEN EN ACTIES VERANTWOORDELIJKE PARTIJ PLANNING
STELLING 1: internationale criminele netwerken ontwrichten
Actie 1: Identificeren en ontmantelen van criminele netwerken
Voorstel over het gebruik van EU-persoonsgegevens van passagiers COM i
Mogelijke herziening van EU-antiwitwaswetgeving om het mogelijk te maken eigenaren van ondernemingen en trusts te identificeren COM
Richtsnoeren voor het gebruik van bankrekeningregisters voor het traceren van criminele geldstromen COM
Strategie inzake het verzamelen, analyseren en uitwisselen van informatie over criminele financiële transacties, inclusief opleiding COM met LS en EPA
Meer werken met gezamenlijke onderzoeksteams die op korte termijn worden samengesteld LS met COM, Europol en Eurojust Gaande
Actie 2: Beschermen van de economie tegen criminele infiltratie
Voorstel over toezicht op en ondersteuning van de anticorruptie-inspanningen van de lidstaten COM
Een netwerk opzetten van nationale contactpunten voor overheids- en regelgevende instanties COM met LS
Maatregelen voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en tegen de verkoop van namaakgoederen op internet MS en COM Gaande
Actie 3: Confisqueren van criminele vermogensbestanddelen
Voorstel over confiscatie bij derden, ruimere confiscatiemogelijkheden en confiscatiebevelen zonder veroordeling COM
Opzet van effectieve Bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen en de nodige regelingen voor vermogensbeheer LS
Gemeenschappelijke indicatoren voor de beoordeling van de prestaties van de Bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen en richtsnoeren om te voorkomen dat criminelen zich geconfisqueerde vermogensbestanddelen opnieuw toe-eigenen COM
STELLING 2: Voorkomen van terrorisme en aanpakken van radicalisering en werving
Actie 1: Gemeenschappen in staat stellen radicalisering en werving te voorkomen
Vorming van een EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering, met een onlineforum en EU-brede conferenties. Maatschappelijke organisaties steunen die gewelddadige extremistische propaganda op het internet aan de kaak stellen, vertalen en tegengaan COM met Comité van de Regio's
Ministersconferentie over het voorkomen van radicalisering en werving COM
Handboek over preventie van radicalisering, verstoring van wervingsactiviteiten en mogelijkheden voor terugtrekking uit terroristische kringen en voor maatschappelijke herintegratie COM 2013-
Actie 2: Terroristen afsluiten van financiering en materiaal en hun transacties volgen
Kader voor bevriezing van terroristische vermogensbestanddelen COM
Actieplannen uitvoeren voor de preventie van toegang tot explosieven en chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen LS Gaande
EU-beleid ontwikkelen voor het opvragen en analyseren van gegevens betreffende het financiële berichtverkeer COM
Actie 3: Beschermen van vervoer
Mededeling over vervoersveiligheidsbeleid COM
STELLING 3: Verbeteren van de internetveiligheid voor burgers en bedrijfsleven
Actie 1: Capaciteit opbouwen van de rechtshandhavingsautoriteiten en de rechterlijke macht
Oprichting van een EU-cybercriminaliteitscentrum Afhankelijk van de haalbaarheidsstudie van de COM in
Capaciteit opbouwen voor het onderzoeken en vervolgen van cybercriminaliteit LS met EPA, Europol en Eurojust
Actie 2: Samenwerken met het bedrijfsleven en burgers beschermen
Opzetten van regelingen voor het melden van cybercriminaliteit en voorlichting geven aan de burgers over cyberveiligheid en cybercriminaliteit LS; COM, Europol, ENISA en de particuliere sector Gaande
Richtsnoeren voor samenwerking bij de aanpak van illegale internetinhoud COM met LS en de particuliere sector
Actie 3: De capaciteit om te reageren op cyberaanvallen opvoeren
Een netwerk van computercalamiteitenteams in elke LS opzetten en een voor EU-instellingen, nationale rampenplannen opstellen en regelmatig respons- en hersteloefeningen houden LS en EU-instellingen met ENISA
Ontwikkeling van een Europees informatiedelings- en alarmeringssysteem (EISAS) MS met LS en ENISA
STELLING 4: Veiligheid verbeteren door grensbeheer
Actie 1: Het potentieel van Eurosur ten volle benutten
Voorstel voor de oprichting van Eurosur COM
Proefproject aan de zuidelijke of zuidwestelijke grens van de EU COM, Frontex, Europol, MAOC-N en CeCLAD-M
Actie 2: De bijdrage van Frontex aan het beheer van de buitengrenzen vergroten
Gezamenlijke verslagen over mensenhandel, mensensmokkel en smokkel van illegale goederen als basis voor gezamenlijke operaties COM met Frontex en Europol
Actie 3: Gemeenschappelijk risicobeheer voor goederenverkeer over de buitengrenzen
Initiatieven om de capaciteit op het gebied van risicoanalyse en –oriëntatie te vergroten COM
Actie 4: De samenwerking tussen de verschillende instanties op nationaal niveau verbeteren
Ontwikkeling van nationale gemeenschappelijke risicoanalyses waarbij politie, grenswacht en douane zijn betrokken, om kritieke punten aan te wijzen LS
Suggesties voor de verbetering van de coördinatie van de grenscontroles die door de verschillende autoriteiten worden verricht COM
Ontwikkeling van minimumnormen en beste praktijken voor samenwerking tussen verschillende instanties COM, Europol, Frontex, EASO
STELLING 5: De veerkracht van Europa bij crises en rampen vergroten
Actie 1: Ten volle gebruikmaken van de solidariteitsclausule
Voorstel over de tenuitvoerlegging van de solidariteitsclausule COM/HR
Actie 2: Een all risk- aanpak van dreigings- en risicoanalyse
Richtsnoeren voor het beoordelen en in kaart brengen van risico's met het oog op rampenbeheer COM met LS
Nationale risicobeheersaanpak LS 2011-
Sectoroverschrijdend overzicht van mogelijke door de natuur en door de mens veroorzaakte risico's COM
Voorstel over gezondheidsdreigingen COM
Regelmatige overzichten van actuele dreigingen COM met LS en CTC
Een coherent risicobeheersbeleid ontwikkelen COM met LS
Actie 3: De verschillende zenuwcentra met elkaar verbinden
Sectorspecifieke systemen voor vroegtijdige waarschuwing en samenwerking bij crises beter op elkaar afstemmen COM
Voorstel voor een coherent algemeen kader voor de bescherming van vertrouwelijke informatie COM
Actie 4: Een Europese responscapaciteit ontwikkelen om te kunnen reageren op rampen
Voorstellen voor de ontwikkeling van een Europese responscapaciteit in noodsituaties COM
– een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger (doc. 17024/09); Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht voor de burgers van Europa – Actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm (COM(2010) 171). Het programma van Stockholm is het EU-programma voor justitie en binnenlandse zaken voor de periode 2010-2014.
– Narcotics.
– COM(2010) 600.