Toelichting bij COM(1997)357-1 - Development cooperation: democracy and the rule of law, respect for human rights and fundamental freedoms

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
51997PC0357

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad betreffende de ontwikkeling en de consolidatie van de democratie en de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden /* COM/97/0357 def. - SYN 97/0191 */

Publicatieblad Nr. C 282 van 18/09/1997 blz. 0014


Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de ontwikkeling en de consolidatie van de democratie en de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (97/C 282/11) COM(97) 357 def. - 97/0191(SYN)

(Door de Commissie ingediend op 24 juli 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 W,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag,

Overwegende dat de Europese Unie, zoals in artikel F, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaald, de grondrechten eerbiedigt, zoals die worden gewaarborgd door het op 4 november 1950 te Rome ondertekende Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien, als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht;

Overwegende dat de actie van de Europese Gemeenschap op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking, zoals in artikel 130 U, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaald, bijdraagt tot de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en van de rechtsstaat alsmede tot de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden;

Overwegende dat de actie van de Europese Gemeenschap op het gebied van de bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen past in het kader van de eerbiediging van de beginselen van algemene geldigheid en ondeelbaarheid van de mensenrechten die de sluitsteen van het internationale systeem voor bescherming van de mensenrechten vormen;

Overwegende dat de actie van de Europese Gemeenschap op het gebied van de bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen is geïnspireerd op de algemene beginselen, zoals deze voortvloeien uit de Universele Verklaring van de rechten van de mens;

Overwegende dat de eerbiediging van het internationale humanitaire recht als een onderdeel van de rechten van de mens in de zin van deze verordening moet worden gezien, daarbij tevens wijzende op de verdragen van Genève van 1949 en hun aanvullend protocol van 1977, het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen en het Verdrag van 1948 inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide alsmede op andere normen van het op overeenkomsten of gewoonten berustende volkenrecht;

Overwegende dat de op 28 november 1991 door de Raad en de Vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, aangenomen resolutie inzake mensenrechten, democratie en ontwikkeling richtsnoeren, procedures en concrete voorstellen voor acties vaststelt met het oog op bevordering, parallel met de economische en sociale rechten, van de burgerlijke en politieke vrijheden via een representatief politiek stelsel dat is gebaseerd op eerbiediging van de mensenrechten;

Overwegende dat de actie van de Europese Gemeenschap op het gebied van de bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen is gebaseerd op een positieve en constructieve aanpak die de mensenrechten en de democratische beginselen als onderwerp van gemeenschappelijk belang voor de Gemeenschap en haar partners beschouwt en als dialoogpunt dat kan zorgen voor initiatieven die de daadwerkelijke eerbiediging van deze rechten en beginselen bevorderen;

Overwegende dat deze positieve aanpak tot uiting zou moeten komen in de verwezenlijking van acties ter ondersteuning van de democratiseringsprocessen, versterking van de rechtsstaat en ontwikkeling van een pluralistische en democratische burgermaatschappij en in de tenuitvoerlegging van vertrouwenwekkende maatregelen die met name beogen conflicten te voorkomen, de vredesinspanningen te ondersteunen en straffeloosheid te bestrijden;

Overwegende dat het derhalve van groot belang is dat de ingezette financiële instrumenten, om de positieve acties op deze terreinen in elk land te steunen, op samenhangende wijze met de geografische en met andere ontwikkelingsinstrumenten worden gebruikt teneinde het effect en de doelmatigheid van deze acties te verhogen;

Overwegende dat deze acties zich bij voorkeur zouden moeten richten op doelgroepen, zoals kinderen, vrouwen, migranten, minderheden, ontheemden, inheemse volkeren, gevangenen en slachtoffers van martelingen;

Overwegende dat communautaire steunverlening aan het democratiseringsproces en eerbiediging van de beginselen van de rechtsstaat in het kader van een politiek stelsel dat de fundamentele vrijheden van het individu eerbiedigt, bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen die men zich stelt in het kader van de verschillende door de Europese Gemeenschap met haar partners gesloten overeenkomsten, die eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen tot een essentieel onderdeel van de betrekkingen tussen partijen maken;

Overwegende dat staten, die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de democratische opbouw en de bescherming van de mensenrechten, de voornaamste partners van de communautaire actie zijn;

Overwegende dat de communautaire actie ter bevordering van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat dient te worden geprofileerd;

Overwegende dat het met het oog daarop van groot belang is de kwaliteit, het effect, de zichtbaarheid en de continuïteit van de maatregelen te verbeteren, met name door in de mogelijkheid te voorzien van het opzetten van meerjarenprogramma's ter bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen die in overleg met de autoriteiten van het betrokken land worden uitgewerkt in een geest van partnerschap en met inachtneming van de culturele gevoeligheden en de bijzondere behoeften van het land;

Overwegende dat het voor een doelmatige, samenhangende en zichtbare actie noodzakelijk is dat er rekening wordt gehouden met de typische kenmerken van een actie ter bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen, die met name vragen om soepele, doorzichtige en snelle procedures voor het nemen van besluiten betreffende de financiering van de op dit gebied uit te voeren acties en projecten;

Overwegende dat het van groot belang is te zorgen voor een snel reactievermogen op noodsituaties of situaties die van bijzonder belang zijn met het oog op versterking van de geloofwaardigheid en de doelmatigheid van de communautaire inzet op het gebied van de bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen in landen waar dergelijke situaties zich kunnen voordoen;

Overwegende dat er met name wat betreft de procedures voor de toekenning van subsidies en de evaluatie van de projecten rekening moet worden gehouden, onder naleving van het Financieel Reglement en het beginsel van budgettaire doorzichtigheid, met het bijzondere karakter van de ontvangers van de communautaire steun, met name het niet-winstgevende karakter van hun activiteiten, de door hun leden - die vaak vrijwilligers zijn - gelopen risico's in een veelal vijandige omgeving en hun beperkte speelruimte in termen van eigen middelen;

Overwegende dat moet worden verzekerd dat de besluiten betreffende de toekenning van financiële steun aan projecten ter bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen op onpartijdige wijze worden genomen met eerbiediging van het beginsel van non-discriminatie op grond van raciale, godsdienstige, culturele, sociale of nationale verschillen jegens de organisaties die voor de communautaire steun in aanmerking komen en de personen of groepen personen waarvoor de gesteunde projecten bedoeld zijn en dat zij niet mogen worden ingegeven door politieke overwegingen;

Overwegende dat de regels voor de uitvoering en het beheer van de door de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen gefinancierde steun van de Gemeenschap aan de bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen moeten worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:


1.

HOOFDSTUK I Doelstellingen van en algemene richtsnoeren voor de actie ter bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen



Artikel 1

De Europese Gemeenschap levert een bijdrage aan de verwezenlijking van acties die de ontwikkeling en de consolidatie van de democratie en de rechtsstaat beogen, mede omvattende behoorlijk bestuur, alsmede aan de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde algemene criteria.


2.

Artikel 2


De Europese Gemeenschap steunt acties die met name ten doel hebben:

a) bevordering van de economische, sociale en culturele rechten, inclusief vakbondsrechten, en de burgerlijke en politieke rechten, zoals deze in de Universele Verklaring van de rechten van de mens worden afgekondigd;

b) ondersteuning van democratische hervormingsprocessen, zoals het houden van regelmatige vrije verkiezingen, de opleiding van waarnemers op het gebied van de mensenrechten en het verloop van verkiezingen;

c) bevordering en versterking van de rechtsstaat, met name via acties ter ondersteuning en versterking van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht (rechtspleging, behandeling van delinquenten, het voorkomen van misdrijven) en ter ondersteuning van de werkzaamheden van de parlementen en andere op democratische wijze verkozen instellingen, alsmede ondersteuning van institutionele en wettelijke hervormingen;

d) ondersteuning van lokale, nationale, regionale en internationale instellingen die zich bezighouden met de bescherming of bevordering van de mensenrechten, met name ondersteuning van 'ombudsmannen', 'procureurs van de mensenrechten' en internationale straftribunalen en van initiatieven die de totstandbrenging van een permanente internationale strafrechtbank beogen;

e) de bevordering van een pluralistische burgermaatschappij via versterking van de instellingen die voor het pluralistische karakter van de maatschappij moeten zorgen, inclusief niet-gouvernementele organisaties (NGO), en de burgermaatschappij bewust maken en doordringen van de democratische beginselen;

f) bevordering van de onafhankelijkheid, het pluralisme en de verantwoordelijkheid van de media en ondersteuning van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid;

g) steun aan het onderwijs en vorming aangaande en bewustmaking van de mensenrechten;

h) bevordering van gelijke kansen en niet-discriminerende praktijken;

i) bevordering van de doorzichtigheid van het overheidsapparaat en behoorlijk bestuur, en steun aan bestrijding van corruptie;

j) ondersteuning van vertrouwenwekkende maatregelen om de vrede onder de bevolking te herstellen en van initiatieven ter voorkoming van conflicten; bevordering van de eerbiediging van het internationale humanitaire recht door alle partijen bij een conflict;

k) ondersteuning van nationale inspanningen met het oog op een betere afbakening van civiele en militaire verantwoordelijkheden; vorming en bewustmaking op het gebied van de eerbiediging van de mensenrechten van het personeel van de strijdkrachten en veiligheidstroepen en de politie en het personeel van gerechtelijke en strafinrichtingen; ondersteuning van maatregelen ter reïntegratie van afgezwaaide militairen in de burgermaatschappij;

l) de bescherming en bevordering van de rechten van doelgroepen, met name kinderen, vrouwen, migranten, ontheemden, gevangenen en slachtoffers van martelingen, geweld of gewapende conflicten; de ondersteuning van initiatieven tot bestrijding van verschillende vormen van exploitatie van of handel in mensen, met name vrouwen en kinderen;

m) de bescherming van mensen behorende tot etnische, godsdienstige of taalminderheden, met name de bescherming van hun rechten en hun culturele identiteit;

n) de bescherming van autochtone bevolkingsgroepen, hun rechten en hun culturen.


3.

Artikel 3


De communautaire steun kan eveneens de financiering omvatten van:

- acties ter bewustmaking en voorlichting van de publieke opinie en van deskundigenbijeenkomsten, seminaria, conferenties en congressen die beogen de kennis omtrent de problematiek van de mensenrechten en de communautaire actie op mensenrechtengebied te verhogen;

- de technische bijstandsactiviteiten die nodig zijn voor de verwezenlijking van projecten die communautaire steun genieten, zoals bijvoorbeeld de uitwisseling van technische kennis en ervaringen tussen Europese organisaties en organisaties in derde landen;

- uitvoerbaarheidsstudies en follow-up-, controle- en evaluatieactiviteiten aangaande communautaire acties;

- de kosten voortvloeiende uit de beoordeling van aanbiedingen en de uitwerking van projecten;

- algemene studies over de communautaire actie op de in deze verordening vermelde terreinen;

- de aankoop en/of levering van elk product of materiaal dat strikt noodzakelijk is voor de tenuitvoerlegging van de acties alsmede uitgaven voor buitenlands of plaatselijk personeel dat werd aangeworven om deze acties te helpen uitvoeren;

- alle verdere uitgaven in verband met de uitvoering van de acties, inclusief die welke verband houden met de zichtbaarheid van de toegekende steun.


4.

HOOFDSTUK II Regels voor de steunverlening ter bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen



Artikel 4

1. De partners die financiële steun uit hoofde van deze verordening kunnen krijgen, zijn regionale en internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties, nationale, regionale en plaatselijke overheden en nationale, regionale en plaatselijke overheidsinstellingen en organisaties die hun zetel in de Gemeenschap hebben alsmede overheids- of particuliere instituten en ondernemers.

2. De door de Gemeenschap uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties worden op verzoek van de in lid 1 vermelde partners of op eigen initiatief door de Commissie uitgevoerd.


5.

Artikel 5


De steun van de Europese Gemeenschap staat open voor de in artikel 4, lid 1, bedoelde partners die hun hoofdzetel in een lidstaat van de Gemeenschap of in de voor steun van de Gemeenschap in aanmerking komende derde landen hebben; bedoelde zetel moet het daadwerkelijk centrum zijn waar alle besluiten met betrekking tot de uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties worden genomen. Bij uitzondering kan deze zetel zich in een ander derde land bevinden.


6.

Artikel 6


Ongeacht de institutionele en politieke context waarin de in artikel 4, lid 1, vermelde partners hun activiteiten verrichten, wordt, om vast te stellen of een partner in aanmerking komt voor communautaire financiering, met name met de volgende elementen rekening gehouden:

a) zijn ervaring met bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen;

b) zijn vermogen op het gebied van administratief en financieel beheer;

c) zijn technische en logistieke capaciteit voor de beoogde actie;

d) eventueel, de resultaten van eerder uitgevoerde acties en met name van acties die communautaire financiering genoten;

e) zijn vermogen tot samenwerking met andere medespelers van de burgermaatschappij in de betrokken derde landen;

f) zijn inzet voor het zonder discriminatie verdedigen, eerbiedigen en bevorderen van de mensenrechten en de democratische beginselen.


7.

Artikel 7


1. De steun wordt enkel aan de in artikel 4, lid 1, vermelde partners verleend, indien deze toezeggen de hun door de Commissie opgelegde toewijzings- en uitvoeringsvoorwaarden, waartoe zij zich contractueel hebben verplicht, na te zullen komen.

2. Elke voor communautaire steun in aanmerking komende actie wordt uitgevoerd overeenkomstig de in het financieringsbesluit van de Commissie vastgestelde doelstellingen.

3. De communautaire financiering krachtens deze verordening vindt plaats in de vorm van niet-terugvorderbare steun.

4. Voorzover acties leiden tot financieringsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en de ontvangende landen van krachtens deze verordening gefinancierde acties wordt daarin bepaald dat de betaling van belastingen, rechten en heffingen niet door de Gemeenschap wordt gefinancierd.


8.

Artikel 8


1. De deelneming aan aanbestedingen en opdrachten staat onder gelijke voorwaarden open voor alle natuurlijke en rechtspersonen uit de lidstaten en het gastland. Zij kan in naar behoren gemotiveerde uitzonderingsgevallen worden uitgebreid tot andere landen.

2. De leveringen zijn van oorsprong uit de lidstaten of het gastland. Zij kunnen in naar behoren gemotiveerde uitzonderingsgevallen van oorsprong zijn uit andere landen.


9.

Artikel 9


1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van samenhang en complementariteit en met het oog op het waarborgen van optimale doelmatigheid van de gezamenlijke acties kan de Gemeenschap alle noodzakelijk coördinatiemaatregelen treffen, met name:

a) de totstandbrenging van een stelsel van uitwisseling en systematische analyse van informatie over de gefinancierde acties en de acties waarvan de financiering door de Gemeenschap en de lidstaten wordt overwogen;

b) coördinatie op de plaats van uitvoering van de acties via regelmatige bijeenkomsten in het ontvangende land, waarin informatie wordt uitgewisseld tussen de vertegenwoordigers van de Commissie en de vertegenwoordigers van de lidstaten.

2. De Commissie kan elk initiatief nemen dat beoogt de in artikel 1 voorziene acties te coördineren en samenhangend te maken met die van internationale en regionale organisaties.


10.

HOOFDSTUK III Procedures ter uitvoering van de acties ter bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen



Artikel 10

De Commissie is belast met het onderzoek van de besluitvorming aangaande en het beheer, de follow-up en de evaluatie van de in deze verordening vermelde acties overeenkomstig de begrotings- en andere geldende procedures, met name die vervat in het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. Zij stelt de voorwaarden voor de toewijzing, terbeschikkingstelling en uitvoering van de in deze verordening voorziene steunmaatregelen vast.


11.

Artikel 11


1. Er vindt vaststelling plaats overeenkomstig de in artikel 12 voorziene procedure:

- van de besluiten met betrekking tot de acties waarvan de financiering krachtens deze verordening de 2 000 000 ecu per actie overschrijdt, alsmede van iedere wijziging op deze acties die een overschrijding van meer dan 20 % van het oorspronkelijk voor de betrokken actie uitgetrokken bedrag meebrengt;

- van de actieprogramma's die bestemd zijn om in een bepaald land of een bepaalde regio of ten aanzien van een bepaald thema met geconstateerde duurzame behoeften, met name op grond van hun omvang en hun complexiteit, te zorgen voor een samenhangend actiekader.

2. De Commissie stelt het in artikel 12 voorziene comité op de hoogte van de financieringsbesluiten die zij ten aanzien van de projecten en programma's met een waarde onder de 2 miljoen ecu voornemens is te nemen. Dit op de hoogte stellen geschiedt op zijn laatst een week vóór het nemen van de besluiten.


12.

Artikel 12


1. De Commissie wordt bijgestaan door een adviescomité, hierna 'het comité' te noemen, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het comité een voorstel voor dat een ontwerp van de te treffen maatregelen omvat. Het comité geeft zijn advies over dit ontwerp binnen een termijn die door de voorzitter aan de hand van de urgentie van de kwestie, eventueel via stemming, kan worden vastgesteld.

Het advies wordt opgenomen in de notulen; voorts heeft elke lidstaat het recht om te vragen om opneming in de notulen van zijn standpunt. De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij stelt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij met het advies rekening heeft gehouden.


13.

Artikel 13


1. De Commissie besluit tot het treffen van noodmaatregelen om op doelmatige wijze te voorzien in onmiddellijke en onvoorziene behoeften die zijn gerezen in verband met:

- een onverwachte onderbreking van het democratiseringsproces of het zich voordoen van een crisissituatie of een situatie waarin buitengewoon gevaar dreigt voor de gehele bevolking of een deel van de bevolking van een land, welke een ernstige bedreiging voor het behoud van de rechten en fundamentele vrijheden van de burgers betekent;

- concrete situaties die uit het oogpunt van eerbiediging van de democratische regels, de beginselen van de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden gevoelig liggen.

2. Voor wat de aan deze voorwaarden beantwoordende acties betreft:

- neemt de Commissie haar besluit;

- stelt zij de lidstaten hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte.


14.

Artikel 14


Er zal eenmaal per jaar in het in artikel 12 voorziene comité op basis van een voorstel van de vertegenwoordiger van de Commissie van gedachten worden gewisseld over de algemene richtsnoeren voor de in het komende jaar krachtens deze verordening te voeren acties, alsmede over ieder algemeen op specifiek vraagstuk met betrekking tot de communautaire steun op dit terrein.


15.

Artikel 15


De Commissie evalueert de door de Gemeenschap krachtens deze verordening gefinancierde acties regelmatig om vast te stellen of hun doelstellingen zijn bereikt en om richtsnoeren te kunnen opstellen teneinde de doeltreffendheid van toekomstige acties te verbeteren. De Commissie geeft het comité een samenvatting van de verrichte evaluaties, die eventueel door het comité kunnen worden bestudeerd. De evaluatieverslagen staan, desgewenst, ter beschikking van de lidstaten.


16.

Artikel 16


In elk krachtens deze verordening gesloten financieringscontract of -overeenkomst wordt met name bepaald dat de Commissie en de Rekenkamer ter plaatse en in de zetel van de in artikel 4, lid 1, bedoelde partners controles kunnen uitoefenen op de door de Commissie in het kader van de geldende bepalingen, met name die van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van Europese Gemeenschappen, vastgestelde gebruiken wijzen.


17.

Artikel 17


1. De Commissie legt na afloop van elk begrotingsjaar een jaarverslag aan het Europees Parlement en de Raad voor, waarin een samenvatting wordt gegeven van de in de loop van het begrotingsjaar gefinancierde acties.

De samenvatting omvat met name informatie over de medespelers waarmee de in artikel 1 bedoelde acties werden uitgevoerd.

Het verslag omvat eveneens een samenvatting van de verrichte externe evaluaties en doet eventueel voorstellen voor specifieke acties.

2. De Commissie stelt de lidstaten uiterlijk binnen een maand na haar besluit op de hoogte van de goedgekeurde acties en projecten onder vermelding van de uitgetrokken bedragen voor en de aard van de acties en projecten, het begunstigde land en de partners.


18.

Artikel 18


De Commissie zal drie jaar na de vankrachtwording van deze verordening aan het Europees Parlement en de Raad een algemene evaluatie van de door de Gemeenschap in het kader van deze verordening gefinancierde acties voorleggen, vergezeld gaande van voorstellen voor de toekomst van deze verordening en, eventueel, voorstellen voor op de verordening aan te brengen wijzigingen.


19.

Artikel 19


Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.