Toelichting bij COM(1999)38-1 - Vaststelling van de landbouwprijzen (1999/2000) - Deel I: Toelichting - Deel II: Financiële consequenties

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 08.02.1999 COM(1999) 38 def.

Inhoudsopgave

1.

VOL. III


99/0025 (CNS) 99/0026 (CNS) 99/0027 (CNS) 99/0028 (CNS) 99/0029 (CNS) 99/0030 (CNS) 99/0031 (CNS) 99/0032 (CNS) 99/0033 (CNS) 99/0034 (CNS) 99/0035 (CNS) 99/0036 (CNS) 99/0037 (CNS) 99/0038 (CNS) 99/0039 (CNS)
VOORSTELLEN VAN DE COMMISSIE
voor de vaststelling van de landbouwprijzen (1999/2000)
DEEL III
Teksten van besluiten

VOORSTELLEN VAN LANDBOUWPRIJZEN

COM(1999) 38 - DEEL III blz.

1. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling, voor het 4.

2.

verkoopseizoen 1999/2000, van de maandelijkse verhogingen van de interventieprijs voor granen


2. Verordening (EG) nr. van de Raad houdende afwijking van 6.

3.

Verordening (EEG) nr. 1765/92 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen wat het maximumareaal voor


bevloeide teelten betreft

3. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de 8.

4.

maandelijkse verhogingen van de prijs van padie voor het verkoopseizoen 1999/2000


4. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van bepaalde 10.

5.

prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten


voor het verkoopseizoen 1999/2000

5. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling voor het 12.

6.

verkoopseizoen 1999/2000 van de afgeleide interventieprijzen voor witte


suiker, de interventieprijs voor ruwe suiker, de minimumprijzen voor A- en voor B-suikerbieten, alsmede het bedrag van de vergoeding voor de verevening van de opslagkosten

6. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling, voor het 15.

7.

verkoopseizoen 1999/2000, van de steun voor vezelvlas en hennep, alsmede


van het bedrag dat wordt ingehouden voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van het gebruik van vlasvezels

7. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de steun 17.

8.

voor zijderupsen voor het teeltseizoen 1999/2000


8. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de 19.

9.

orientatieprijzen voor wijn voor het wijnoogstjaar 1999/2000


9. Verordening (EG) nr. van de Raad tot wijziging van Verordening 21.

(EEG) nr. 822/87 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt

10. Verordening (EG) nr. van de Raad tot wijziging van Verordening 24.

(EEG) nr. 2332/92 betreffende de in de Gemeenschap vervaardigde mousserende wijnen, alsmede van Verordening (EEG) nr. 4252/88 inzake de

bereiding en de afzet van in de Gemeenschap voortgebrachte likeurwijnen

blz.

11. Verordening (EG) nr. van de Raad tot wijziging van Verordening 26.

(EEG) nr. 1442/88 inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren

10.

1988/89 tot en met 1998/99


12. Verordening (EG) nr. van de Raad tot wijziging van Verordening 28.

(EEG) nr. 2358/71 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten

in de sector zaaizaad en tot vaststelling van de steunbedragen in de sector zaaizaad voor de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002

13. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de richtprijs 33.

11.

voor melk en van de interventieprijzen voor boter en magere-melkpoeder


voor het melkprijsjaar 1999/2000

14. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de 35.

12.

interventieprijs voor volwassen runderen voor de periode van 1 juli tot en


met 31 december 1999

15. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de basisprijs 37.

13.

en de differentiering naar seizoen van de basisprijs in de sector schapenvlees


voor het verkoopseizoen 2000

16. Verordening (EG) nr. van de Raad tot vaststelling van de basisprijs 41.

14.

en de standaardkwaliteit voor geslachte varkens voor de periode van 1 juli


15.

1999 tot en met 30 juni 2000

van
tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1999/2000, van de maandelijkse verhogingen van de interventieprijs voor granen year

16.

99/0025 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 923/962, inzonderheid op artikel 3, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de vaststelling van het aantal en het bedrag van de maandelijkse verhogingen, alsook van de eerste maand waarin deze van toepassing zullen zijn, rekening dient te worden gehouden met de opslag- en financieringskosten van graanvoorraden in de Gemeenschap enerzijds en met het feit dat de graanvoorraden op de markt moeten worden gebracht volgens de marktbehoeften anderzijds;

Overwegende dat bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name is bepaald dat een enkele interventieprijs wordt vastgesteld voor alle graansoorten; dat deze prijs sterk is verlaagd; dat daarmee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van de maandelijkse verhogingen;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1766/92, de voor mai's en sorgho geldende interventieprijs voor juli, augustus en september gelijk is aan de voor mei geldende interventieprijs in het vorige verkoopseizoen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 3, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 zijn de maandelijkse verhogingen die voor het verkoopseizoen 1999/2000 moeten worden toegepast op de in de eerste maand van het verkoopseizoen geldende interventieprijs, de volgende:

(EUR/t)
Op de interventieprijs toe te passen maandelijkse verhogingen
Juli1999-
Augustus1999-
September1999-
Oktober1999-
November19991,0
December19992,0
Januari20003,0
Februari20004,0
Maart20005,0
April20006,0
Mei20007,0
Juni20007,0

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1999/2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

17.

Gedaan te


Voor de Raad
van

houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 1765/92 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen wat het maximumareaal voor bevloeide teelten betreft year

18.

99/0026 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot instelling van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 43,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economische en Sociaal Comite,

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1765/923 van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1624/984, een sanctieregeling is opgenomen voor het geval het basisareaal en, voor bevloeide teelten, het maximumareaal wordt overschreden;

Overwegende dat in het kader van Agenda 2000 de bij overschrijding van het basisareaal toe te passen buitengewone braakleggingsregeling, en het maximumareaal, bij Verordening (EG) nr. 5 zijn afgeschaft met ingang van het verkoopseizoen

2000/2001; dat derhalve bij van overschrijding van een basisareaal voor het verkoopseizoen 1999/2000, alleen de evenredige vermindering van de voor het betrokken verkoopseizoen toegekende compensatiebetalingen van toepassing is;

Overwegende dat met het oog op de samenhang met zowel de praktijk in de vorige verkoopseizoenen als Agenda 2000 moet worden bepaald dat bij overschrijding van het maximumareaal in 1999/2000 op de compensatiebetalingen dezelfde verlaging wordt toegepast als bij overschrijding van een basisareaal,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1999/2000 en in afwijking van artikel 3, lid 1, zesde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1765/92, worden bij overschrijding van het maximumareaal voor bevloeide teelten de compenserende bedragen voor bevloeide oppervlakten in ieder geval naar evenredigheid van het geconstateerde overschrijdingspercentage verlaagd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

19.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot vaststelling van de maandelijkse verhogingen van de prijs van padie voor het verkoopseizoen 1999/2000 year

20.

99/0027 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt6, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2072/987, inzonderheid op artikel 3, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de vaststelling van het bedrag van de maandelijkse verhogingen, rekening dient te worden gehouden met de opslagkosten voor rijst in de Gemeenschap en de desbetreffende financieringskosten enerzijds, en met het feit dat de rijstvoorraden afgezet moeten worden overeenkomstig de marktbehoeften anderzijds,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1999/2000 is het bedrag van elk van de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde maandelijkse verhogingen gelijk aan 2 EUR/t voor de interventieprijs.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

21.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot vaststelling van bepaalde prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten voor het verkoopseizoen 1999/2000

22.

99/0028 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker8, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1148/989, inzonderheid op artikel 2, lid 3, artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de vaststelling van de suikerprijzen rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name ten doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan de verbruikers te waarborgen;

Overwegende dat om deze doelstellingen te bereiken, de richtprijs voor suiker op een zodanig peil moet worden vastgesteld dat, gelet op het daaruit voortvloeiende peil van de interventieprijs, aan de producenten van suikerbieten en suikerriet een billijke beloning wordt verzekerd zonder dat de belangen van de consumenten worden geschaad, en een evenwichtige verhouding tussen de prijzen van de voornaamste landbouwproducten kan worden gehandhaafd;

Overwegende dat, gezien de kenmerken van de suikermarkt, aan de afzet van suiker slechts relatief beperkte risico's zijn verbonden; dat derhalve bij de vaststelling van de interventieprijs voor suiker het verschil tussen de richtprijs en de interventieprijs tamelijk laag kan worden gehouden;

Overwegende dat bij de vaststelling van de basisprijs voor suikerbieten rekening moet worden gehouden met de interventieprijs en met de ontvangsten van de ondernemingen uit de verkoop van melasse tegen naar schatting 7,61 EUR/100 kg, welk bedrag afgeleid is van de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde prijs van melasse, geraamd op 8,21 EUR/100 kg, alsmede met de kosten in verband met de verwerking en de levering van de suikerbieten aan de fabrieken, en dat moet worden uitgegaan van een rendement dat voor de Gemeenschap kan worden geraamd op 130 kilogram witte suiker per ton suikerbieten met een suikergehalte van 16%,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1. De richtprijs voor witte suiker wordt vastgesteld op 66,50 EUR/100 kg.

2. De interventieprijs voor witte suiker wordt vastgesteld op 63,19 EUR/100 kg voor de gebieden zonder tekort van de Gemeenschap.

Artikel 2

De voor de Gemeenschap geldende basisprijs voor suikerbieten wordt vastgesteld op 47,67 EUR/t, geleverd aan de verzamelplaats.

Artikel 3

Suikerbieten van de standaardkwaliteit hebben de volgende eigenschappen :

a) gezonde handelskwaliteit;

b) suikergehalte van 16% bij de inontvangstneming.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing voor het verkoopseizoen 1999/2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

23.

Gedaan te


Voor de Raad
van

tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1999/2000 van de afgeleide inter-ventieprijzen voor witte suiker, de interventieprijs voor ruwe suiker, de minimumprijzen voor A- en voor B-suikerbieten, alsmede het bedrag van de vergoeding voor de verevening van de opslagkosten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker10, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1148/9811, inzonderheid op artikel 3, lid 5, artikel 5, lid 5, en op artikel 8, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

24.

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. van de Raad van tot


vaststelling van bepaalde prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten voor het verkoopseizoen 1999/200012 de interventieprijs van witte suiker voor de gebieden zonder tekorten is vastgesteld op 63,19 EUR/100 kg;

Overwegende dat in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 is bepaald dat voor ieder gebied met een tekort een afgeleide interventieprijs voor witte suiker moet worden vastgesteld; dat bij deze vaststelling rekening moet worden gehouden met de regionale verschillen in de suikerprijs waarvan mag worden aangenomen dat zij zich bij een normale oogst en een vrij handelsverkeer in suiker zullen voordoen wanneer de prijsvorming op de markt normaal verloopt;

Overwegende dat in de productiegebieden van Ierland en het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Portugal en Finland een tekort te verwachten valt;

Overwegende dat artikel 3, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 in de vaststelling van een interventieprijs voor ruwe suiker voorziet; dat bij de vaststelling van deze prijs moet worden uitgegaan van de interventieprijs voor witte suiker;

10

11

12

25.

Overwegende dat de basisprijs voor suikerbieten bij Verordening (EG) nr. is


vastgesteld op 47,67 EUR/t; dat in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 is bepaald dat de minimumprijs voor A-suikerbieten gelijk is aan 98% van de basisprijs voor suikerbieten en dat de minimumprijs voor B-suikerbieten in beginsel gelijk is aan 68% van die basisprijs, onverminderd het bepaalde in artikel 28, lid 5, van die verordening;

Overwegende dat in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1358/77 van de Raad van 20juni 1977 houdende de algemene voorschriften inzake verevening van de opslagkosten in de sector suiker en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 750/6813, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3042/7814, is bepaald dat het bedrag van de vergoeding in het kader van de verevening van de opslagkosten per maand en per gewichtseenheid op basis van de financierings-, de verzekerings- en de specifieke opslagkosten wordt vastgesteld; dat voor de financieringskosten rekening moet worden gehouden met een rentevoet van 3,75%,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Voor de gebieden met een tekort in de Gemeenschap wordt de afgeleide interventieprijs voor witte suiker vastgesteld op :

a) 64,65 EUR/100 kg voor alle gebieden van Ierland en het Verenigd Koninkrijk;

b) 64,65 EUR/100 kg voor alle gebieden van Portugal;

c) 64,65 EUR/100 kg voor alle gebieden van Finland;

d) 64,88 EUR/100 kg voor alle gebieden van Spanje.

Artikel 2

De interventieprijs voor ruwe suiker wordt vastgesteld op 52,37 EUR/100 kg.

Artikel 3

1. De voor de Gemeenschap geldende minimumprijs voor A-suikerbieten wordt vastgesteld op 46,72 EUR/t.

2. Behoudens toepassing van artikel 28, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt de voor de Gemeenschap geldende minimumprijs voor B-suikerbieten vastgesteld op 32,42 EUR/t.

Artikel 4

Het bedrag van de vergoeding bedoeld in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt vastgesteld op 0,33 EUR/100 kg witte suiker per maand.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing voor het verkoopseizoen 1999/2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

26.

Gedaan te


Voor de Raad
van

tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1999/2000, van de steun voor vezelvlas en hennep, alsmede van het bedrag dat wordt ingehouden voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van het gebruik van vlasvezels

27.

99/0029 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep15, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/9416, inzonderheid op artikel 2, lid 3, en artikel 4, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 is bepaald dat de steunbedragen voor in de Gemeenschap geproduceerd vlas dat hoofdzakelijk bestemd is voor de vezelproductie en voor in de Gemeenschap geproduceerde hennep ieder jaar moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat krachtens artikel 4, lid 2, van voornoemde verordening de steun per ingezaaide en geoogste hectare zo wordt vastgesteld dat het evenwicht tussen de in de Gemeenschap benodigde omvang van de productie en de afzetmogelijkheden van deze productie verzekerd is; dat bij de vaststelling van deze steun rekening moet worden gehouden met de prijs van vlas- en hennepvezels, en van lijnzaad en hennepzaad op de wereldmarkt;

Overwegende dat in artikel 2, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1308/70 is bepaald dat het gedeelte van de steun dat bestemd is voor financiering van de communautaire maatregelen ter bevordering van het gebruik van vlasvezels, aan de hand van de in voornoemd lid bedoelde criteria wordt vastgesteld samen met de steun voor het

betrokken verkoopseizoen; dat bij de vaststelling van dit gedeelte rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling van de situatie op de vlasmarkt, het steunbedrag voor vlas en de kosten voor de te nemen maatregelen; dat ook rekening moet worden gehouden met de reeds vastgestelde financiering;

Overwegende dat op grond van bovengenoemde criteria de steun en het gedeelte van de steun dat bestemd is voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van het gebruik van vlasvezels, moeten worden vastgesteld op onderstaand niveau,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1999/2000 worden de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 bedoelde steunbedragen vastgesteld :

a) voor vlas: op 815,86 EUR/ha;

b) voor hennep : op 662,88 EUR/ha.

Artikel 2

Voor het verkoopseizoen 1999/2000 wordt het op de steun voor vlas in te houden bedrag dat bestemd is voor financiering van de maatregelen ter bevordering van het gebruik van vlasvezels als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 vastgesteld op 0 EUR/ha.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 augustus 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

28.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot vaststelling van de steun voor zijderupsen voor het teeltseizoen 1999/2000

29.

99/0030 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt17, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2059/9218, inzonderheid op artikel 2, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 845/72 is bepaald dat het steunbedrag voor in de Gemeenschap geteelde zijderupsen ieder jaar zo moet worden vastgesteld, dat het ertoe bijdraagt de zijderupsentelers een redelijk inkomen te verzekeren, gelet op de toestand van de markt van cocons en van ruwe zijde, op de te verwachten ontwikkeling daarvan en op de invoerpolitiek;

Overwegende dat op grond van bovengenoemde criteria het steunbedrag moet worden vastgesteld op onderstaand niveau,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Het in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 845/72 bedoelde bedrag van de steun voor zijderupsen wordt voor het teeltseizoen 1999/2000 op 133,26 EUR vastgesteld, per gebruikte doos eieren van zijderupsen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 april 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

30.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot vaststelling van de orientatieprijzen voor wijn voor het wijnoogstjaar 1999/2000

31.

99/0031 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt19, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1627/9820, inzonderheid op artikel 27, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de vaststelling van de orientatieprijzen voor de verschillende soorten tafelwijn rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name tot doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan de verbruikers te waarborgen;

Overwegende dat het, om deze doelstellingen te bereiken, van het uiterste belang is het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod niet te vergroten; dat daartoe de orientatieprijzen voor het wijnoogstjaar 1999/2000 op hetzelfde peil als voor het vorige wijnoogstjaar moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de orientatieprijzen moeten worden vastgesteld voor elke soort tafelwijn die representatief is voor de productie van de Gemeenschap, zoals omschreven in bijlage III van Verordening (EEG) nr. 822/87,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Voor het wijnoogstjaar 1999/2000 worden de orientatieprijzen voor tafelwijn als volgt vastgesteld:

Soort wijnOrientatieprijs
RI3,828 EUR/% vol/hl
RII3,828 EUR/% vol/hl
R III62,15 EUR/hl
AI3,828 EUR/% vol/hl
AII82,81 EUR/hl
A III94,57 EUR/hl

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 september 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

32.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 822/87 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt

33.

99/0032 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat het dienstig is om, teneinde rekening te houden met de bijzondere omstandigheden waarin in Spanje tafelwijn wordt geproduceerd, tijdelijke afwijkingen voor de versnijding van wijnen in deze lidstaat toe te staan;

Overwegende dat het maximale totale zuurgehalte van tafelwijn tijdelijk op een lager niveau dient te worden vastgesteld in bepaalde wijnbouwzones;

Overwegende dat, in afwachting van de besluiten van de Raad tot hervorming van de sector en teneinde een rechtsvacuum te voorkomen, sommige bepalingen van artikel 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad21, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1627/9822, voor de duur van een verkoopseizoen dienen te worden verlengd;

Overwegende dat in artikel 46, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 822/87 is bepaald dat reclamecampagnes tot stimulering van het verbruik van druivensap slechts tot het einde van het wijnoogstjaar 1998/99 mogen worden gevoerd; dat die campagnes, opdat de doeltreffendheid ervan kan worden beoordeeld nog een jaar moeten worden voortgezet;

21

22

Overwegende dat in artikel 65, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 822/87 is bepaald dat de Commissie in het wijnoogstjaar 1998/99 bij de Raad een verslag over de maximumgehalten aan zwaveldioxide van wijn moet indienen, alsmede eventuele voorstellen dienaangaande; dat, gezien het belang van het probleem van het zwaveldioxidegehalte voor de wijnsector, bij de opstelling van de voorstellen met name rekening moet worden gehouden met de werkzaamheden van het Office international de la Vigne et du Vin (O.I.V.); dat daarom de termijn met een wijnoogstjaar dient te worden verlengd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 822/87 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 16, lid 5, derde alinea, worden de woorden “tussen 1 september 1998 en 31 augustus 1999” vervangen door “tussen 1 september 1999 en 31 augustus 2000.”

2. In artikel 39:

- wordt in lid 10, eerste en tweede alinea, het wijnoogstjaar “1998/99” vervangen door “1999/2000”,

- wordt in lid 11 het wijnoogstjaar “1998/99” vervangen door “1999/2000”.

3. In artikel 46, lid 4, wordt het wijnoogstjaar “1998/99” vervangen door “1999/2000.”

4. In artikel 65, lid 5, wordt de datum “1 april 1999” vervangen door “1 april 2000” en “1 september 1999” vervangen door “1 september 2000”.

5. In bijlage I, punt 13, wordt de derde alinea vervangen door:

“Voor de wijnoogstjaren 1997/98, 1998/99 en 1999/2000 mogen tafelwijnen die zijn geproduceerd in Griekenland, Frankrijk, Italie, Portugal en de Spaanse delen van de wijnbouwzones C met uitzondering van Asturie, de Balearen, Cantabrie, Galicie, alsmede de provincies Guipuzcoa en Vizcaya, die respectievelijk op de markt van Griekenland, Frankrijk, Italie, Portugal en Spanje ter verbruik worden aangeboden, een totaal zuurgehalte, uitgedrukt in wijnsteenzuur, van niet minder dan 3,5 gram per liter hebben.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 September 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

34.

Gedaan te


Voor de Raad
van

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2332/92 betreffende de in de Gemeenschap vervaardigde mousserende wijnen, alsmede van Verordening (EEG) nr. 4252/88 inzake de bereiding en de afzet van in de Gemeenschap voortgebrachte likeurwijnen

35.

99/0033 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat in de artikelen 11 en 16 van Verordening (EEG) nr. 2332/92 van de Raad23 en in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4252/88 van de Raad24, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1629/9825, de maxima zijn vastgesteld voor het zwaveldioxidegehalte van mousserende wijn en likeurwijn; dat in deze artikelen ook is bepaald dat de Commissie voor 1 april 1999 bij de Raad een rapport over deze maximumgehalten moet indienen, eventueel vergezeld van voorstellen; dat het dienstig lijkt dat de eventueel voor te stellen maatregelen coherent zijn met andere maatregelen die de Commissie nog moet opstellen; dat het daarom dienstig is de bovengenoemde termijn te verlengen; dat hetzelfde geldt voor de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4252/88 voorziene termijnen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

23

24

25

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2332/92 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 11, lid 3, worden de data '1 april 1999' en '1 September 1999' vervangen door '1 april 2000', respectievelijk '1 September 2000'.

2. In artikel 16, lid 3, worden de data '1 april 1999' en '1 September 1999' vervangen door '1 april 2000', respectievelijk '1 september 2000'.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 4252/88 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 4, lid 2, worden de data '1 april 1999' en '1 september 1999' vervangen door '1 april 2000', respectievelijk '1 september 2000'.

2. In artikel 6, lid 2, worden de data '1 april 1999' en '1 september 1999' vervangen door '1 april 2000', respectievelijk '1 september 2000'.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

36.

Gedaan te


Voor de Raad
van

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1442/88 inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/89 tot en met 1998/99

37.

99/0034 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad26, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1630/9827, de definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal door de toekenning van premies aanmoedigt;

Overwegende dat in afwachting dat de hervorming van de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt wordt vastgesteld, de huidige regeling inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal moet worden verlengd, waarbij rekening wordt gehouden met de beperking van de betrokken totale oppervlakte,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

26

27

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1442/88 wordt als volgt gewijzigd :

1. De titel van de verordening wordt vervangen door :

“Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/89 tot en met 1999/2000”.

2. In artikel 1, lid 1, tweede alinea, wordt het wijnoogstjaar 1999/2000 toegevoegd.

3. In artikel 17 bis, derde alinea, wordt “15 mei 1999” vervangen door “15 mei 2000”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

38.

Gedaan te


Voor de Raad
van tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2358/71 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad en tot vaststelling van de steunbedragen in de sector zaaizaad voor de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002

39.

99/0035 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2358/7128 van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 192/9829, inzonderheid op artikel 3, leden 3 en 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2358/71 bij de soort Oryza sativa L. de rassen van het type japonica en van het type indica zijn vermeld als producten waarvoor steun kan worden toegekend voor de productie van basiszaaizaad of gecertificeerd zaaizaad; dat het onderscheid tussen beide types rassen veeleer van genetische aard is en o.m. via bromatologische analysen moet worden aangetoond; dat deze analysen complex zijn en dat moeilijk kan worden uitgemaakt of bepaalde op de markt gebrachte rassen genetisch tot het type japonica dan wel het type indica behoren; dat de genoemde bijlage bijgevolg moet worden gewijzigd, in die zin dat bij de soort Oryza sativa L. voortaan enkel een morfologisch onderscheid wordt gemaakt;

Overwegende dat in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2358/71 Cannabis sativa L. (eenhuizig) is vermeld als product waarvoor steun kan worden toegekend voor de productie van basiszaaizaad of gecertificeerd zaaizaad; dat sommige nu beschikbare rassen van de tweehuizige Cannabis sativa L. met de eenhuizige rassen vergelijkbaar zijn wat hun gehalte aan tetrahydrocannabinol (THC) betreft; dat de Raad in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 619/71 van de Raad van 22 maart 1971 houdende

28

29

vaststelling van de algemene voorschriften voor het verlenen van steun voor vlas en hennep30, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1420/9831, heeft bepaald dat de productiesteun slechts wordt toegekend voor hennep die na de zaadvorming is geoogst en die is geteeld met gecertificeerd zaaizaad van rassen die voorkomen in een lijst die moet worden opgesteld volgens de procedure van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep32, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/9433; dat de Raad heeft verduidelijkt dat voor de toekenning van productiesteun voor hennep voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001 in die lijst alleen rassen worden opgenomen met een THC-gehalte van ten hoogste 0,3%, en voor de latere verkoopseizoenen alleen die met een THC-gehalte van ten hoogste 0,2%; dat de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2358/71 bijgevolg moet worden gewijzigd door bij Cannabis sativa L. te verwijzen naar de rassen met een tetrahydrocannabinolgehalte van ten hoogste 0,3% voor het verkoopseizoen 2000/2001, en ten hoogste 0,2% voor de latere verkoopseizoenen en dat de lijst van deze rassen moet worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 2358/7;

Overwegende dat in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2358/71 bij Lolium perenne L. een onderscheid wordt gemaakt tussen zeer standvastige, late of halflate rassen, nieuwe rassen en andere, en weinig standvastige, halflate, halfvroege of vroege rassen; dat de prijzen van deze rassen op de markten buiten de Gemeenschap dit onderscheid niet langer rechtvaardigen en dat de genoemde bijlage bijgevolg moet worden gewijzigd in die zin dat Lolium perenne L. voortaan wordt vermeld zonder dat daarbij onderscheid tussen de rassen wordt gemaakt;

Overwegende dat de marktsituatie in de Gemeenschap en de te verwachten ontwikkeling daarvan voor de in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2358/71 vermelde zaadsoorten die in de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002 in de handel worden gebracht, niet de mogelijkheid bieden de producenten een billijk inkomen te waarborgen; dat het dienstig is de productiekosten gedeeltelijk te compenseren door steun te verlenen;

Overwegende dat in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2358/71 is bepaald dat bij de vaststelling van het steunbedrag enerzijds rekening moet worden gehouden met het vereiste evenwicht tussen de in de Gemeenschap benodigde omvang van de productie en de afzetmogelijkheden voor deze productie, en anderzijds met de prijzen van deze producten op de markten buiten de Gemeenschap;

Overwegende dat op grond van deze criteria het steunbedrag voor de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002 op het in bijlage II aangegeven peil moet worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

30

31

32

33

Artikel 1

Aan artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2358/71 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

'6. De rassen van Cannabis sativa L. die voor de in dit artikel bedoelde steun in aanmerking komen, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 11.'.

Artikel 2

De bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2358/71 wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening.

Artikel 3

Voor de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002 worden de bedragen van de in de sector zaaizaad toegekende steun, als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2358/71, vastgesteld in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Brussel,

Voor de Raad

BIJLAGE I

' BIJLAGE
GN-codeOmschrijving
1001 90 101. CERES

Triticum spelta L.
1006 10 10Oryza sativa L.1
ex1204 00 10- langkorrelige rassen waarbij de lengte van de korrel groter is dan 6,0 millimeter en de verhouding tussen de lengte en de breedte van de korrel ten minste gelijk is aan 3,

- andere rassen waarbij de lengte van de korrel kleiner is dan of gelijk is aan 6,0 millimeter en de verhouding tussen de lengte en de breedte van de korrel kleiner is dan 3

2. OLEAGINEAE

Linum usitatissimum L. (vezelvlas)
ex1204 00 10Linum usitatissimum L. (olievlas)
ex1207 99 10Cannabis sativa L.2 (rassen met een tetrahydrocannabinolgehalte van ten
ex1209 29 10hoogste 0,3% voor het verkoopseizoen 2000/2001, en ten hoogste 0,2% voor de latere verkoopseizoenen)

3. GRAMINEAE

Agrostis canina L.
ex1209 29 10Agrostis gigantea Roth.
ex1209 29 10Agrostis stolonifera L.
ex1209 29 10Agrostis capillaris L.
ex1209 29 80Arrhenatherum elatius (L.) P. Beauv. Ex J.S. en K.B. Presl.
ex1209 29 10Dactylis glomerata L.
ex1209 23 80Festuca arundinacea Schreb.
ex1209 23 80Festuca ovina L.
1209 23 11Festuca pratensis Huds.
1209 23 15Festuca rubra L.
ex1209 29 80Festulolium
1209 25 10Lolium multiflorum Lam.
1209 25 90Lolium perenne L.
ex1209 29 80Lolium x boucheanum Kunth
ex1209 29 80Phleum Bertolinii (DC)
1209 26 00Phleum pratense L.
ex1209 29 80Poa nemoralis L.
1209 24 00Poa pratensis L.
ex1209 29 10Poa palustris en Poa trivialis L.
ex1209 29 804. LEGUMINOSAE

Hedysarum coronarium L.
ex1209 29 80Medicago lupulina L.
ex1209 21 00Medicago sativa L. (ecotypes)
ex1209 21 00Medicago sativa L. (varieteiten)
ex1209 29 80Onobrichis viciifolia Scop.
ex0713 10 10Pisum sativum L. (partim) (voedererwten)
ex1209 22 80Trifolium alexandrinum L.
ex1209 22 80Trifolium hybridum L.
ex1209 22 80Trifolium incarnatum L.
1209 22 10Trifolium pratense L.
ex1209 22 80Trifolium repens L.
ex1209 22 80Trifolium repens L. var. giganteum
ex1209 22 80Trifolium resupinatum L.
ex0713 50 10Vicia faba L. (partim) (paarden- en duivenbonen)
ex1209 29 10Vicia sativa L.
ex1209 29 10Vicia villosa Roth.

Voor het meten van de rijstkorrels wordt volwitte rijst gebruikt; de meting gebeurt als volgt:

i) er wordt een representatief monster uit de partij genomen;

ii) het monster wordt zodanig gesorteerd dat alleen de volledige korrels, waaronder ook de onrijpe korrels, overblijven;

iii) er worden twee metingen verricht, elk op 100 korrels; vervolgens wordt het gemiddelde berekend;

iv) het resultaat wordt uitgedrukt in millimeter, afgerond tot op 1 decimaal.

Het tetrahydrocannabinolgehalte (THC) van een ras wordt bepaald via analyse van een monster dat op constant gewicht is gebracht. Het gewicht aan THC wordt berekend ten opzichte van het gewicht van het monster. Dit monster bestaat uit het bovenste derde van een representatief aantal planten dat willekeurig is geplukt aan het einde van hun bloeiperiode en waarvan de stengels en de korrels zijn verwijderd.'


BIJLAGE II

40.

VERKOOPSEIZOENEN 2000/2001 EN 2001/2002 In de Gemeenschap toe te passen steunbedragen


(EUR/100 kg)

GN-codeOmschrijvingSteunbedrag
2000/20012001/2002
1. CERES
1001 90 10Triticum spelta L14,3714,37
1006 10 10Oryza sativa L.

- langkorrelige rassen waarbij de lengte van de korrel
17,2717,27
groter is dan 6,0 millimeter en de verhouding tussen de lengte en de breedte van de korrel ten minste gelijk is aan

3;
14,8514,85
- andere rassen waarbij de lengte van de korrel kleiner is
dan of gelijk is aan 6 millimeter en de verhouding tussen de lengte en de breedte van de korrel kleiner is dan 3.
2. OLEAGINEAE
ex1204 00 10Linum usitatissimum L. (vezelvlas)28,3828,38
ex1204 00 10Linum usitatissimum L. (olievlas)22,4622,46
ex1207 99 10Cannabis sativa L. (rassen met een

tetrahydrocannabinolgehalte van ten hoogste 0,3% voor het verkoopseizoen 2000/2001, en ten hoogste 0,2% voor de latere verkoopseizoenen)
20,5320,53
3. GRAMINEAE
ex1209 29 10Agrostis canina L.75,9575,95
ex1209 29 10Agrostis gigantea Roth.75,9575,95
ex1209 29 10Agrostis stolonifera L.75,9575,95
ex1209 29 10Agrostis capillaris L.75,9575,95
ex1209 29 80Arrhenatherum elatius (L.) P. Beauv. ex J.S. en K.B. Presl.67,1467,14
ex1209 29 10Dactylis glomerata L.52,7752,77
ex1209 23 80Festuca arundinacea Schreb.58,9358,93
ex1209 23 80Festuca ovina L.43,5943,59
1209 23 11Festuca pratensis Huds.43,5943,59
1209 23 15Festuca rubra L.36,8336,83
ex1209 29 80Festulolium32,3632,36
1209 25 10Lolium multiflorum Lam.21,1321,13
1209 25 90Lolium n. perenne L.30,9930,99
ex1209 29 80Lolium x boucheanum Kunth21,1321,13
ex1209 29 80Phleum Bertolinii (DC)50,9650,96
1209 26 00Phleum pratense L.83,5683,56
ex1209 29 80Poa nemoralis L.38,8838,88
1209 24 00Poa pratensis L.38,5238,52
ex1209 29 10Poa palustris en Poa trivialis L.

4. LEGUMINOSAE
38,8838,88
ex1209 29 80Hedysarum coronarium L.36,4736,47
ex1209 29 80Medicago lupulina L.31,8831,88
ex1209 21 00Medicago sativa L. (ecotypes)22,1022,10
ex1209 21 00Medicago sativa L. (varieteiten)36,5936,59
ex1209 29 80Onobrichis viciifolia Scop.20,0420,04
ex0713 10 10Pisum sativum L. (partim) (voedererwten)00
ex1209 22 80Trifolium alexandrinum L.45,7645,76
ex1209 22 80Trifolium hybridum L.45,8945,89
ex1209 22 80Trifolium incarnatum L.45,7645,76
1209 22 10Trifolium pratense L.53,4953,49
ex1209 22 80Trifolium repens L.75,1175,11
ex1209 22 80Trifolium repens L. var. giganteum70,7670,76
ex1209 22 80Trifolium resupinatum L.45,7645,76
ex0713 50 10Vicia faba L. (partim) (paarden- en duivenbonen)00
ex1209 29 10Vicia sativa L.30,6730,67
ex1209 29 10Vicia villosa Roth.24,0324,03

van
tot vaststelling van de richtprijs voor melk en van de interventieprijzen voor boter en magere-melkpoeder voor het melkprijsjaar 1999/2000

41.

99/0036 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten34, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1587/9635, en met name op artikel 3, lid 4, en artikel 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de jaarlijkse vaststelling van de gemeenschappelijke landbouwprijzen rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name ten doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verschaffen, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren;

Overwegende dat derhalve tussen de richtprijs voor melk en de prijzen voor de overige landbouwproducten, en in het bijzonder de rundvleesprijs, een evenwichtige verhouding moet bestaan die met de gewenste orientatie op het gebied van de rundveehouderij overeenstemt; dat bovendien bij de vaststelling van deze prijs het streven van de Gemeenschap in aanmerking moet worden genomen om op lange termijn, met inachtneming van de buitenlandse handel in melk en zuivelproducten, een evenwicht tussen vraag en aanbod op de zuivelmarkt tot stand te brengen;

Overwegende dat de interventieprijzen voor boter en magere-melkpoeder ertoe moeten bijdragen dat de richtprijs voor melk wordt bereikt; dat bij de vaststelling van het niveau van deze prijzen rekening moet worden gehouden met de algemene situatie van vraag en aanbod op de zuivelmarkt van de Gemeenschap en met de afzetmogelijkheden voor boter en magere-melkpoeder op de communautaire markt en de wereldmarkt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Voor het melkprijsjaar 1999/2000 worden de richtprijs voor melk en de interventieprijzen voor zuivelproducten als volgt vastgesteld :

(EUR/100 kg)
a)Richtprijs voor melk30,98
b)Interventieprijs:
- boter
328,20
- magere-melkpoeder
205,52

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

42.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot vaststelling van de interventieprijs voor volwassen runderen voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1999

43.

99/0037 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees36, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 163 3/9837, en met name op artikel 6, lid 2, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de jaarlijkse vaststelling van de gemeenschappelijke landbouwprijzen rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name ten doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verschaffen, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren; dat in het ontwerp van de hervorming van de rundvleessector dat momenteel wordt besproken reeds is voorzien in de vaststelling van de interventieprijs voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2000; dat, rekening houdend met deze elementen, de interventieprijs die voor de periode van 1 juli 1998 tot en met 30 juni 1999 van toepassing is op grond van Verordening (EG) nr. 1364/98 van de Raad van 26 juni 1998 tot vaststelling van de interventieprijs voor volwassen runderen voor het verkoopseizoen 1998/9938, voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1999 gehandhaafd moet worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1999 bedraagt de interventieprijs voor geslachte mannelijke runderen van kwaliteit R3 van het bij Verordening (EEG) nr. 1208/81 van de Raad39, gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1026/9140, vastgestelde communautaire indelingsschema voor volwassen runderen 347,5 EUR/100 kg geslacht gewicht.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

44.

Gedaan te


Voor de Raad
van
tot vaststelling van de basisprijs en de differentiering naar seizoen van de basisprijs in de sector schapenvlees voor het verkoopseizoen 2000

45.

99/0038 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2467/98 van de Raad van 3 november 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees41, inzonderheid op artikel 3, leden 1 en 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat de basisprijs moet worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2467/98 bepaalde criteria;

Overwegende dat bij de vaststelling van de basisprijs voor geslachte schapen rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name ten doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, de voorziening veilig te stellen en billijke prijzen bij de levering aan de verbruikers te waarborgen; dat, rekening houdend met deze elementen, de prijzen voor het verkoopseizoen 2000 op het in deze verordening aangegeven peil moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat, met inachtneming van de ervaring die in de verkoopseizoenen 1991, 1992, 1993, 1994, 1995, 1996, 1997 en 1998 met de particuliere opslag is opgedaan, de naar seizoen gedifferentieerde basisprijs voor elke week moet worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

41

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 2000 wordt in de sector schapenvlees de basisprijs vastgesteld op 504,07 EUR/100 kg geslacht gewicht.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde basisprijs wordt naar seizoen gedifferentieerd overeenkomstig de tabel in de bijlage.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

46.

Gedaan te


Voor de Raad

BI JL AGE

47.

VERKOOPSEIZOEN 2000


(in EUR/100 kg geslacht gewicht)
Week die begint opWeekBasisprijs
3 januari 20001515,06
10 januari 20002518,58
17 januari 20003522,67
24 januari 20004525,59
31 januari 20005528,51
7 februari 20006531,42
14 februari 20007534,35
21 februari 20008537,27
28 februari 20009539,61
6 maart 200010541,94
13 maart 200011543,11
20 maart 200012543,11
27 maart 200013541,94
3 april 200014540,30
10 april 200015538,09
17 april 200016534,94
24 april 200017532,60
1 mei 200018529,09
8 mei 200019525,59
15 mei 200020520,92
22 mei 200021515,08
29 mei 200022509,23
5 juni 200023502,24
12 juni 200024496,39
19 juni 200025491,72
26 juni 200026487,05
Week die begint opWeekBasisprijs
3 juli 200027483,55
10 juli 200028481,20
17 juli 200029480,01
24 juli 200030479,45
31 juli 200031478,83
7 augustus 200032478,83
14 augustus 200033478,83
21 augustus 200034478,83
28 augustus 200035478,83
4 september 200036478,83
11 september 200037478,83
18 september 200038478,83
25 september 200039478,86
2 oktober 200040478,98
9 oktober 200041479,10
16 oktober 200042479,20
23 oktober 200043479,30
30 oktober 200044480,00
6 november 200045480,95
13 november 200046482,00
20 november 200047483,20
27 november 200048486,10
4 december 200049490,75
11 december 200050496,60
18 december 200051503,85
25 december 200052511,50
van
tot vaststelling van de basisprijs en de standaardkwaliteit voor geslachte varkens voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 30 juni 2000

48.

99/0039 (CNS)


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees42, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/9443, en inzonderheid op grond van artikel 4, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Overwegende dat bij de vaststelling van de basisprijs voor geslachte varkens rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name ten doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te waarborgen;

Overwegende dat de basisprijs aan de hand van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2759/75 vervatte criteria moet worden vastgesteld voor een standaardkwaliteit die is bepaald volgens Verordening (EEG) nr. 3220/84 van de Raad van 13 november 1984 tot vaststelling van het communautaire indelingsschema voor geslachte varkens44, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3513/9345,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

42

43

44

45

Artikel 1

Voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 30 juni 2000 wordt de basisprijs voor geslachte varkens van de standaardkwaliteit vastgesteld op 1 509,39 EUR/t.

Artikel 2

Naar gelang van het gewicht en het aandeel mager vlees van geslachte varkens, bepaald overeenkomstig artikel 2, leden 2 en 3, van Verordening (EEG) nr. 3220/84, wordt de standaardkwaliteit als volgt vastgesteld :

a) geslachte dieren met een gewicht van 60 tot minder dan 120 kilogram : klasse E;

b) geslachte dieren met een gewicht van 120 tot 180 kilogram : klasse R.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

49.

Gedaan te


Voor de Raad

43

1

PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.

2

PB L 126 van 24.5.1996, blz. 37.

3

PBL 181 van 1.7.1992, blz. 12.

4

PBL 210 van 28.7.1998, blz. 3.

5

50.

PBL


6

PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18.

7

PB L 265 van 30.9.1998, blz. 4.

8

PBL 177 van 1.7.1981, blz. 4.

9

PB L 159 van 3.6.1998, blz. 38.

10

PBL 177 van 1.7.1981, blz. 4.

11

PB L 159 van 3.6.1998, blz. 38.

12

Zie blz. van dit Publicatieblad.

13


14


15


16


17


18


19


20


21

PBL 84 van 27.3.1987, blz. 1.

22

PB L 210 van 28.7.1998, blz. 8.

23

PBL231 van 13.8.1992, blz. 1.

24

PBL 373 van 31.12.1988, blz. 59.

25

PBL 210 van 28.7.1998, blz. 11.

26

PB L 132 van 28.5.1988, blz. 3.

27

PB L 210 van 28.7.1998, blz. 12.

28

PB L 246 van 5.11.1971, blz. 1.

29

PB L 20 van 27.1.1998, blz. 16.

30

PBL 72 van 26.3.1971, blz. 2.

31

PB L 190 van 4.7.1998, blz. 7.

32

PBL 146 van 4.7.1970, blz. 1.

33

PBL 349 van 31.12.1994, blz. 105.

34


35


36


37


38


39


40


41

PBL 312 van 20.11.1998, blz. 1.

42

PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1.

43

PBL 349 van 31.12.1994, blz. 105.

44

PBL 301 van 20.11.1984, blz. 1.

45

PB L 320 van 22.12.1993, blz. 5.