Toelichting bij SEC(2002)1221 - Voorontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 5 bij de begroting voor 2002 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Na de overstromingen die Midden-Europa in augustus 2002 hebben getroffen, werd beslist een nieuw financieel instrument in te stellen, waardoor de Gemeenschap noodhulp kan verlenen indien lidstaten en landen die onderhandelen over hun toetreding, af te rekenen krijgen met ernstige rampen. De Commissie stelde een verordening van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) i voor, alsmede een interinstitutioneel akkoord i, waarin wordt beschreven hoe dit nieuwe instrument moet worden gefinancierd met behulp van een nieuw flexibiliteitsmechanisme, waardoor jaarlijks tot 1 miljard EUR beschikbaar zou worden gesteld naast de toepasselijke rubrieken van de financiële vooruitzichten. Het Europees Parlement en de Raad bereikten tijdens de verzoening van 22 oktober 2002 een politiek akkoord over beide voorstellen. Het interinstitutioneel akkoord werd goedgekeurd op 7 november en de rechtsgrond op 11 november 2002; het akkoord zou van kracht moeten worden de dag nadat het verschijnt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

De SFEU-verordening bevat een bepaling waarbij het fonds met terugwerkende kracht kan worden gebruikt voor rampen vanaf augustus van dit jaar. De lidstaten, het Parlement en de Commissie hebben herhaaldelijk verklaard dat dringend financiële steun van het SFEU beschikbaar moet worden gesteld aan de getroffen landen.

Derhalve heeft de Commissie besloten dit Voorontwerp van Gewijzigde en Aanvullende Begroting voor te leggen aan de begrotingsautoriteit op grond van aanvragen van Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Frankrijk, landen die gedeeltelijk werden verwoest door overstromingen in augustus en september 2002.

Duitsland: Op 10 augustus 2002 werd de eerste door de overstromingen veroorzaakte schade geregistreerd. Meer dan 337 000 personen en ruim 10 000 bedrijven werden rechtstreeks getroffen en meer dan 100 000 personen moesten worden geëvacueerd. Het zwaarst werden de deelstaten Saksen en Saksen-Anhalt getroffen. De totale schade wordt geraamd op 9,151 miljard EUR, waarvan ongeveer 5 miljard EUR overheidsbezit. De Duitse autoriteiten beweren dat zij in dit stadium niet kunnen aangeven in hoeverre de schade wordt gedekt door verzekeringen. De schade aan openbare infrastructuur beloopt ruim 3,3 miljard EUR. De kosten van de in artikel 3 van de verordening vermelde maatregelen worden geraamd op ongeveer 1,5 miljard EUR.

Oostenrijk: De overstromingen veroorzaakten de eerste schade op 6 augustus 2002. De zwaarst getroffen streken waren Neder-Oostenrijk, Opper-Oostenrijk en Salzburg. Meer dan 200 000 personen en ruim 2400 bedrijven werden getroffen. De totale schade wordt geraamd op 2,939 miljard EUR, waarvan ongeveer 1,448 miljard EUR overheidsbezit. Het Oostenrijks verzoek bevat geen gegevens over dekking door verzekeringen. De schade aan openbare infrastructuur beloopt ruim 600 miljoen EUR.

Tsjechië: De overstromingen veroorzaakten de eerste schade op 5 augustus 2002. De totale schade wordt geraamd op 2,341 miljard EUR, waarvan ongeveer 770 miljoen EUR overheidsbezit. Geraamd wordt dat 800 miljoen tot 1 miljard EUR gedekt wordt door verzekeringen. Andere communautaire bronnen, waarvan wordt verwacht dat zij mede de schade zullen dekken, belopen 51 miljoen EUR (Phare, ISPA, Sapard). Tevens wordt een lening van de EIB ten bedrage van 400 miljoen EUR verwacht.

Frankrijk: Stortregens veroorzaakten op 8 en 9 september 2002 overstromingen in de regio Languedoc-Roussillon. Veruit het zwaarst getroffen was het département du Gard waartoe de Franse aanvraag beperkt blijft. In dit departement werd op 8 september 2002 de eerste door de overstromingen veroorzaakte schade geregistreerd. 295 (van de 353) gemeenten met 94% van de totale bevolking van Gard werden getroffen. 8000 gezinnen hadden geen onderdak meer. De totale schade wordt geraamd op 834,5 miljoen EUR, waarvan ongeveer 275 miljoen EUR overheidsbezit. De Franse autoriteiten verklaren dat zij in dit stadium niet kunnen aangeven in hoeverre de schade wordt gedekt door verzekeringen (ongeveer 50 000 schadeclaims van particulieren of ondernemingen zijn geregistreerd). De schade aan openbare infrastructuur beloopt ruim 200 miljoen EUR. De kosten van de in artikel 3 van de verordening vermelde maatregelen worden geraamd op ongeveer 225 miljoen EUR, waarvan het grootste deel betrekking heeft op infrastructuur.

De Commissie is van oordeel dat de drie aanvragen in verband met de augustus-overstromingen in Oostenrijk, Duitsland en Tsjechië beantwoorden aan de vereisten van de verordening voor gebruik van het fonds. De totale schade overtreft ruimschoots de kwantitatieve drempel van 0,6% van het BNI (Oostenrijk, Tsjechië) of 3 miljard EUR (Duitsland). De ernstige gevolgen van de overstromingen voor de levensomstandigheden, het natuurlijk milieu of de economie zijn duidelijk bewezen. De geschatte kosten van de in artikel 3 van de verordening vermelde maatregelen belopen een aanzienlijk deel van de totale schade, die in ieder geval de hoogst mogelijke subsidie van het fonds overtreft.

Bij de Franse aanvraag is het kwantitatieve criterium duidelijk niet vervuld, daar de schade onder de drempel van 3 miljard EUR blijft. Derhalve heeft de Commissie grondig onderzocht of de in de laatste alinea van artikel 2, lid 2, van de SFEU-verordening vermelde criteria zijn vervuld. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de plotse schade aan het département du Gard kan worden beschouwd als een uitzonderlijke ramp in de zin van de verordening. Voor deze conclusie heeft de Commissie rekening gehouden met de enorme omvang van de schade wat betreft de uitgestrektheid van het getroffen gebied (dat 253 gemeenten bestrijkt), het aandeel van de bevolking van Gard dat is getroffen (94%) en het feit dat het gaat om schade op lange termijn (bijv. permanente schade aan de kwaliteit van landbouwgrond, delocalisering van ondernemingen). Tevens werd rekening gehouden met mogelijke gevolgen voor de stabiliteit van de economie, die met een werkloosheidsgraad van 13,8% reeds relatief zwak is. Geschat wordt dat minstens vijf jaar nodig is om de fysieke en financiële schade te herstellen.

Een aantal in artikel 4 van de verordening vermelde elementen moet worden overwogen om te bepalen welk subsidiebedrag aan elk van de vier betrokken landen moet worden toegewezen. Het gaat hierbij vooral om de (beperkte) omvang van het fonds, het deel van de uitgaven dat overeenkomstig artikel 3 van de verordening in aanmerking komt voor subsidie, wat het theoretische maximum bepaalt van de steun die aan een land kan worden verleend, en de noodzaak om huidige en toekomstige gevallen gelijk te behandelen. Aangezien solidariteit de belangrijkste motivering voor de oprichting van het fonds was, is de Commissie van oordeel dat de steun uit het fonds progressief moet zijn. Dat betekent dat het gedeelte van de schade dat 0,6% van het BNI of 3 miljard EUR overstijgt, aanleiding moet geven tot een hogere steunintensiteit dan de schade onder deze drempels.

De Commissie stelt een toewijzing uit het fonds voor op grond van door de aanvragers ter beschikking gestelde gegevens. Aan landen die vallen onder de criteria voor grote rampen, wordt 2,5% van de schade tot 0,6% van het BNI of 3 miljard EUR toegewezen en 6% voor de schade die deze drempels overstijgt. Bij buitengewone regionale rampen wordt 2,5% van de schade vergoed.

De Commissie stelt derhalve voor de volgende bedragen toe te kennen:

Oostenrijk134 miljoen
EUR

Tsjechië129 miljoen
EUR

Frankrijk21 miljoen
EUR

Duitsland444 miljoen
EUR

Totaal 2002728 miljoen
EUR


Bijgevolg verzoekt de Commissie de begrotingsautoriteit 599 miljoen EUR toe te wijzen aan begrotingsonderdeel B2-400 (vallend onder rubriek 3 van de financiële vooruitzichten) en 129 miljoen EUR aan begrotingsonderdeel B7-090 (onder rubriek 7).

Zoals blijkt uit de onderstaande tabel overschrijden de totale uitgaven onder rubrieken 3 en 7 de maxima van de financiële vooruitzichten. Voorgesteld wordt het flexibiliteitsmechanisme parallel met dit VOGAB te gebruiken om dit mogelijk te maken.

De noodzakelijke betalingskredieten zullen binnen de begroting 2002 worden toegewezen via overdrachten, waarbij gebruik wordt gemaakt van niet-bestede betalingskredieten, in het bijzonder op het gebied van de structurele maatregelen. Zodra de beschikbaarheid van de betalingen per begrotingsonderdeel wordt bevestigd, zal de Commissie de begrotingsautoriteit te gepasten tijde een overdracht voorstellen, zodat de betalingsverrichtingen in 2002 kunnen plaatsvinden.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


1.

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


Afdeling III - Commissie

DEEL B


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.

ONDERAFDELING B2 - STRUCTURELE ACTIES, STRUCTURELE EN COHESIE-UITGAVEN, FINANCIEEL MECHANISME, OVERIGE LANDBOUWACTIES, OVERIGE REGIONALE ACTIES, VERVOER EN VISSERIJ


TITEL B2-4 -- SOLIDARITEITSFONDS EUROPESE UNIE - LIDSTATEN


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


3.

Hoofdstuk B2-4 0 -- Solidariteitsfonds van de Europese Unie - Lidstaten


Artikel B2-4 0 0 -- Solidariteitsfonds van de Europese Unie - Lidstaten


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Onder dit artikel kunnen eventueel kredieten worden opgenomen die voortvloeien uit het gebruik van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

Rechtsgrond



Verordening van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, goedgekeurd op 11 november 2002 (PB ..., ...2002, blz. ).

Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie inzake de financiering van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en de voorwaarden voor het gebruik ervan, goedgekeurd op 7 november 2002 (PB ..., ...2002, blz. ).

4.

ONDERAFDELING B7 -- EXTERNE MAATREGELEN


TITEL B7-0 -- PRETOETREDINGSSTEUN


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


5.

HOOFDSTUK B7-0 9 -- Solidariteitsfonds van de Europese Unie - Landen die over toetreding onderhandelen


Artikel B7-0 9 0 -- Solidariteitsfonds van de Europese Unie - Landen die over toetreding onderhandelen


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Onder dit artikel kunnen eventueel de kredieten worden opgenomen die voortvloeien uit het gebruik van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

Rechtsgrond



Verordening van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, goedgekeurd op 11 november 2002 (PB ..., ...2002, blz. ).

Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie inzake de financiering van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en de voorwaarden voor het gebruik ervan, goedgekeurd op 7 november 2002 (PB ..., ...2002, blz. ).