Toelichting bij SEC(2003)1111 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 7 bij de begroting voor 2003 - Algemene staat van ontvangsten - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

Dit voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 7 voor 2003 omvat twee elementen:

- de vermindering van de betalingskredieten voor de uitstaande verplichtingen van de Structuurfondsenprogramma's van voor 2000;

- de toevoeging van een toelichting bij begrotingsonderdeel B7-811 - Bijdrage aan internationale activiteiten op milieugebied, met betrekking tot taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak en die dus zonder rechtsgrond worden uitgevoerd.

Dit leidt tot een vermindering aan de ontvangstenzijde van de begroting en dus ook van de bijdrage van de lidstaten.

2. Rubriek 2: onderbesteding van de Structuurfondsen in 2003

Eind 2001 waren de uitstaande verplichtingen voor de Structuurfondsenprogramma's van voor 2000 17,24 miljard euro. Vrijwel het gehele bedrag had betrekking op de programma's van

1994-1999. Toen de Commissie de begroting 2003 opstelde, ging zij ervan uit dat de lidstaten veel betalingsverzoeken zouden indienen in 2002, voor de uiterste datum  i (31.3.2003). Deze veronderstelling was ook terecht gezien de ramingen van de lidstaten van de betalingen in 2002 voor deze programma's, die 7 miljard euro beliepen. De in de begroting 2002 opgenomen betalingskredieten voor deze programma's lagen dicht bij de betalingsramingen van de lidstaten.


De afsluiting van de meeste van deze programma's liep echter aanzienlijke vertraging op. In 2002 heeft de Commissie weinig saldobetalingsverzoeken ontvangen. De werkelijke betalingen in 2002 beliepen slechts 1,2 miljard euro.

De in de begroting 2003 opgenomen betalingskredieten voor deze programma's lagen wederom dicht bij de betalingsramingen van de lidstaten voor dit jaar. Gezien het geringe aantal betalingsverzoeken in 2002 en het feit dat de uiterste datum voor de afsluiting van deze programma's in 2003 viel, heeft de Commissie echter 3,254 miljard euro aan betalingskredieten van 2002 naar 2003 overgedragen om te kunnen voldoen aan de meeste resterende betalingsverzoeken die de lidstaten voor 2002 en 2003 samen hadden voorzien. In het VOB 2004 werd een krediet van 1,043 miljard euro (ongeveer 5% van de uitstaande verplichtingen eind 2001) opgenomen voor late betalingen in verband met acties die om juridische redenen waren opgeschort en aanverwante situaties  i.


Het grootste deel van de saldobetalingsverzoeken werd pas kort voor de uiterste datum van 31 maart 2003 ontvangen. Deze extreme concentratie van de betalingsverzoeken, gekoppeld aan het feit dat veel van deze verzoeken niet alle noodzakelijke informatie bevatten, heeft de verwerking van de saldobetalingsverzoeken vertraagd. Bij gedetailleerde analyse van de documentatie waarmee deze betalingsverzoeken worden gestaafd, wordt duidelijk dat de lidstaten in sommige gevallen meer informatie moeten verstrekken en soms zelfs extra controles moeten verrichten. De Commissie zal in 2003 dan ook niet aan alle ontvangen betalingsverzoeken kunnen voldoen.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de huidige situatie van de beschikbare kredieten en de behoeften, waaruit kan worden afgeleid welk deel van de toegestane kredieten als overtollig kan worden beschouwd. Omdat het bedrag dat naar verwachting tot het einde van het jaar moet worden betaald, 4,108 miljard euro (kolom 5), grotendeels kan worden gedekt door de 3,254 miljard euro aan overgedragen kredieten van vorig jaar (kolom 6), kan worden gerekend op een overschot van 5,476 miljard euro (kolom 8).

Overzicht van de huidige situatie van de betalingskredieten per fonds van de Structuurfondsenprogramma's van 1994-1999 en berekening van de toegestane bedragen voor GB nr. 7

(afgerond, in miljoen euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

*) na de overdracht binnen de begrotingsplaats van 118 miljoen euro van het EOGFL naar het EFRO.

**) na een soortgelijke overdracht van 41 miljoen euro.

De uitstaande verplichtingen, in totaal 15,565 miljard euro aan het einde van vorig jaar, zullen waarschijnlijk worden gehalveerd tot 7,869 miljard euro aan het einde van dit jaar (kolom 10).

Het overschot dat betrekking heeft op de vroegere programma's van de Structuurfondsen kon volledig worden afgetrokken van de betalingskredieten, waardoor de bijdrage van de lidstaten aan de EU-begroting werd verminderd, omdat uit een grondige analyse van de situatie op het gebied van de betalingskredieten ter voorbereiding op de komende globale overschrijving blijkt dat eventuele extra behoeften aan betalingskredieten in de begroting 2003 kunnen worden gedekt door andere onderdelen van de begroting waar sprake is van onderbesteding.

Aan de ontvangstenzijde zou een deficit voor 2003, afkomstig van de eigen middelen (traditionele eigen middelen, aanpassingen naar aanleiding van de wijziging van de BTW- en BNP/BNI-grondslagen van de voorgaande jaren, verschillen op grond van wisselkoersen bij de boeking van BTW- en BNI-middelen en de Britse correctie, alsmede reserves), kunnen oplopen tot ongeveer 500 miljoen euro, zonder rekening te houden met het resultaat voor 'diverse ontvangsten'. Om een netto deficit van deze omvang te voorkomen, stelt de Commissie voor het bedrag dat op grond van de onderbesteding van de Structuurfondsen moet worden teruggegeven aan de begrotingsautoriteit, te beperken tot 5 miljard euro, te verdelen over de begrotingsonderdelen als aangegeven in de tabel hieronder. Zoals blijkt uit de tabel, werd het verwachte overschot in de begrotingslijnen voor de vroegere programma's van de Structuurfondsen pro rata aangepast.

Van de betalingskredieten af te trekken bedragen

(afgerond, in miljoen euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Rubriek 3: taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak

Artikel 49, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement voorziet in de mogelijkheid om zonder basisbesluit kredieten te besteden voor "acties [...] die de Commissie uitvoert op grond van de taken die voortvloeien uit haar [...] prerogatieven op institutioneel vlak". In het werkdocument, deel IV (blz. 131-133), dat aan de begrotingsautoriteit is toegezonden als aanvulling op het VOB 2004, heeft de Commissie de begrotingsonderdelen en de kredieten vermeld waarbij van deze mogelijkheid is gebruikgemaakt.

De bijbehorende verwijzing naar het Financieel Reglement is evenwel niet systematisch in de begrotingstoelichting bij de betrokken begrotingsplaatsen opgenomen. Voorgesteld wordt de toelichting voor artikel B7-811 - Bijdrage aan internationale activiteiten op milieugebied aan te vullen om onzekerheid bij de besteding van de kredieten van dit artikel te voorkomen.

4. Financiering van de EU-uitgaven per lidstaat

De vermindering van de betalingskredieten voor structurele maatregelen leidt tot een vermindering aan de ontvangstenzijde van de begroting en dus ook van de bijdrage van de lidstaten. De nieuwe verdeling van de financiering van de EU-uitgaven over de lidstaten is als volgt:

Bedragen in euro

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


SAMENVATTENDE TABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>