Toelichting bij SEC(2000)1890 - Amendment of Commission Regulation 3418/93 laying down detailed rules for the implementation of certain provisions of the Financial Regulation of 21 December 1977

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

A. Voorwoord

2.

B. Voorgestelde wijzigingen


I. Wijzigingen die voortvloeien uit de vaststelling van de 'eerste, tweede, derde en vijfde reeks'

3.

Bepalingen betreffende de overheidsopdrachten


II. Wijzigingen die voortvloeien uit de vaststelling van de zevende reeks

4.

1. Evaluatie van de uitgaven


5.

2. Bepaling van de koers van de euro


6.

3. Belangenverstrengeling of -conflict


7.

4. Verrichtingen in het kader van toeleveringen


8.

5. Beheer met behulp van geïntegreerde informatiesystemen


9.

6. Interne controle


10.

7. Overeenstemming tussen juridische verbintenissen en budgettaire verplichtingen (artikel 36 van het Financieel Reglement)


11.

8. Regels voor afschrijvingen en vorming van voorzieningen


12.

9. Schrapping van de bepaling betreffende de voorschotten voor de activiteiten voor rekening van derden in het kader van OTO


III. Wijzigingen die voortvloeien uit de vaststelling van de achtste reeks

Invoering van de euro

IV. Overige wijzigingen

13.

1. Instelling van beheer van gelden ter goede rekening en aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening


14.

2. Bepaling betreffende het derdenbestand


15.

3. Bepaling van de drempelbedragen en procedures op het gebied van de overheidsopdrachten


16.

4. Bijstelling van de forfaitaire bedragen



A. Voorwoord

1. De verordening van de Commissie houdende uitvoeringsvoorschriften betreffende een aantal bepalingen van het Financieel Reglement (hierna: 'uitvoeringsvoorschriften') behelst een nadere uitwerking van de bepalingen van het Financieel Reglement die betrekking hebben op toepassingsmaatregelen. De thans geldende uitvoeringsvoorschriften staan in Verordening nr. 3418/93 van de Commissie van 9 december 1993 (PB L 315 van 16 december 1993).

Sinds de goedkeuring van de geldende uitvoeringsvoorschriften is het Financieel Reglement verschillende malen gewijzigd.

In de eerste plaats zijn er vier 'reeksen' wijzigingen geweest met betrekking tot met name de gevolgen van het Verdrag van Maastricht, de gevolgen van de EER-Overeenkomst, de opgenomen en verstrekte leningen, alsmede de behandeling van boeten en andere geldelijke sancties en de nieuwe concurrentieregels voor het GCO i.

Voorts is er de zevende reeks wijzigingen van het Financieel Reglement geweest die voortvloeit uit de conclusies van de groep Liikanen/Gradin over de tweede fase van de verbetering van het financieel beheer (SEM 2000) en die tevens het gevolg is van de discussies naar aanleiding van de eerste betrouwbaarheidsverklaring (DAS) en SINCOM 2.

Ten slotte had de achtste reeks wijzigingen van het Financieel Reglement betrekking op de vervanging van de ecu door de euro.

2. Op 5 september 1996 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een verordening van de Commissie (SEC(1996) 1356 definitief) tot wijziging van Verordening nr. 3418/93 van de Commissie van 9 december 1993 houdende uitvoeringsvoorschriften betreffende een aantal bepalingen van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (PB L 315 van 16 december 1993).

Dit voorstel is ingediend na het voorstel betreffende de zevende reeks wijzigingen van het Financieel Reglement (COM(1996) 351 definitief van 26 juli 1996), dat op 28 november 1998 door de Raad is goedgekeurd (Verordening nr. 2548/98 van de Raad van 23 november 1998, PB L 320 van 28 november 1998).

Gezien de wijzigingen die zijn aangebracht tussen het indienen van het voorstel betreffende de zevende reeks en de goedkeuring van de verordening door de Raad, moet het voorstel voor een verordening van de Commissie van 5 september 1996 worden herzien. Bij deze herziening kan tevens rekening worden gehouden met de goedkeuring van de achtste reeks wijzigingen van het Financieel Reglement (Verordening nr. 2779/98 van de Raad van 17 december 1998, PB L 347) i. Bovendien is bij deze herziening rekening gehouden met de opmerkingen van advies 4/97 van de Rekenkamer die betrekking hebben op het voorstel voor een verordening van 5 september 1996. Bij deze herziening wordt gebruikgemaakt van de in Verordening nr. 3418/93 vermelde bedragen, die, afhankelijk van het geval, om het jaar of om de drie jaar door de Commissie worden bijgesteld, overeenkomstig artikel 145 van de uitvoeringsvoorschriften i.

Overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement zal dit voorstel 'in overleg met het Europees Parlement en de Raad' en 'na advies van de overige Instellingen' definitief door de Commissie worden goedgekeurd.

3. De voornaamste redenen van de verschillende wijzigingen kunnen als volgt worden samengevat:

1. De principes van goed financieel beheer maken het noodzakelijk bepalingen in te voeren met betrekking tot de evaluatie van de verschillende projecten en acties;

2. Alle verwijzingen naar de ecu moeten worden vervangen door verwijzingen naar de euro;

3. De koers van de euro in de verschillende deviezen die de Instellingen bij de uitvoering van de begroting gebruiken, zou door de Commissie moeten worden vastgesteld aan de hand van de door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoersen, en niet door de rekenplichtige van de Commissie;

4. Het begrip 'belangenverstrengeling of -conflict' moet worden gedefinieerd in het kader van de uitvoering van de begroting en de gevolgen van een dergelijke belangenverstrengeling of -conflict moeten worden vastgesteld;

5. De doorzichtigheid van de verrichtingen die in het kader van de toeleveringen plaatsvinden, moet worden gewaarborgd;

6. De ontwikkeling van de geïntegreerde informatiesystemen noopt tot de opname van een nieuwe bepaling betreffende de geldigverklaring van de betalingen door de rekenplichtige;

7. De procedure inzake het instellen van het beheer van gelden ter goede rekening en de aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening moet aldus worden gewijzigd dat de ordonnateur hiertoe het initiatief kan nemen en de rekenplichtige beslist; Voorts moeten beheerders van gelden ter goede rekening over de bijzondere bekwaamheden beschikken die voor deze functie zijn vereist;

8. De beginselen waaraan de financieel controleur zich moet houden bij de uitoefening van de interne controle, moeten nader worden omschreven i;

9. Enkele bepalingen van titel VII (aangaan van betalingsverplichtingen) moeten worden gewijzigd om overeenstemming tot stand te brengen tussen de juridische verbintenissen en de budgettaire verplichtingen;

10. Het is raadzaam de bepalingen betreffende de overheidsopdrachten te hergroeperen en te rationaliseren teneinde ze in overeenstemming te brengen met de richtlijnen van de Raad;

11. Om een getrouw beeld te geven van de inventarissen, moet de boekhouding de waardeveranderingen registreren door de nodige afschrijvingen te verrichten;

12. Met het oog op het voorzichtigheidsbeginsel moet de rekenplichtige tevens voorzieningen voor risico's en lasten vormen;

13. De bepaling betreffende de voorschotten aan het GCO voor zijn werkzaamheden voor rekening van derden moet, aangezien deze voorschotten sinds de begroting 1995 niet meer bestaan, worden geschrapt, evenals de bepaling betreffende de CCAM-GCO.

4. In de hierna volgende toelichting worden op analytische wijze de redenen voor elke voorgestelde wijziging van de uitvoeringsvoorschriften uiteengezet.

17.

B. Voorgestelde wijzigingen


1. Wijzigingen die voortvloeien uit de vaststelling van de 'eerste, tweede, derde en vijfde reeks'

18.

Bepalingen betreffende de overheidsopdrachten


Hergroepering en rationalisatie van deze bepalingen om ze in overeenstemming te brengen met de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten multilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten en de richtlijnen van de Raad (artikelen 97 tot 105).

19.

2. Wijzigingen die voortvloeien uit de vaststelling van de zevende reeks


20.

1. Evaluatie van de uitgaven


Artikel 2 van het Financieel Reglement bepaalt dat de begrotingskredieten moeten worden aangewend volgens de beginselen van goed financieel beheer, met name zuinigheid en kosteneffectiviteit.

Om deze principes na te kunnen leven, is het nodig bepalingen in te voeren betreffende de evaluatie van de verschillende projecten, programma's en acties die uitgaven meebrengen. Deze evaluatie zou niet alleen achteraf, maar ook vooraf moeten plaatsvinden wanneer het gaat om de beoordeling van een nieuw programma. Ook wordt tijdens de uitvoering van het programma op gestelde tijdstippen geëvalueerd om de mogelijkheden tot voortzetting, wijziging of onderbreking te beoordelen.

Ten slotte wordt voorzien in een maximale periodiciteit voor de evaluatie van acties die buiten het kader van een meerjarenprogramma vallen (nieuw artikel 1).

21.

2. Bepaling van de koers van de euro


Het is aan te bevelen en juridisch ook correcter dat de koers van de euro ten opzichte van de verschillende deviezen die de Instellingen bij de uitvoering van de begroting gebruiken, aan de hand van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde en in het Publicatieblad gepubliceerde referentiekoersen door de Commissie wordt bepaald en dus niet door haar rekenplichtige zoals thans het geval is, ook al kan de Instelling dit voorrecht later, nadat het naar behoren geregeld is, delegeren.

Voorgesteld wordt deze wijziging op te nemen in een nieuw artikel 1bis en eraan toe te voegen dat de Commissie, voor wat de deviezen betreft waarvan de dagkoers niet in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend wordt gemaakt, de koers van de euro vaststelt met gebruikmaking van alle bronnen van informatie die zij betrouwbaar acht.

22.

3. Belangenverstrengeling of -conflict


In artikel 22, lid 4 van het Financieel Reglement is het beginsel vervat dat elke handeling ter uitvoering van de begroting die kan leiden tot verstrengeling van de belangen van de ordonnateur en de derde voor wie de uitgave is bestemd, verboden is. In dit artikel is voorts bepaald dat in de uitvoeringsvoorschriften het begrip 'belangenverstrengeling' nader moet worden omschreven en de gevolgen ervan in verband met elke handeling ter uitvoering van de begroting moeten worden vastgesteld.

Daartoe wordt het nieuwe artikel 9 bis voorgesteld.

23.

4. Verrichtingen in het kader van toeleveringen


Het nieuwe lid 4 bis van artikel 22 van het Financieel Reglement met betrekking tot de toeleveringen bepaalt dat de contracten alle gepaste bepalingen ter verzekering van de doorzichtigheid van de verrichtingen in het kader van toeleveringen moeten bevatten, en het verwijst naar de uitvoeringsvoorschriften.

In de uitvoeringsvoorschriften moet dus een bepaling worden opgenomen die de doorzichtigheid van de betrokken verrichtingen garandeert, namelijk door te voorzien in een afzonderlijke indeling van de beheerskosten, de behandeling van renteopbrengsten en andere baten, alsmede de toepassing van de regels voor het plaatsen van de in titel IV van het Financieel Reglement bedoelde opdrachten (nieuw artikel 9 ter).

24.

5. Beheer met behulp van geïntegreerde informatiesystemen


De ontwikkeling van de informatiesystemen maakt het raadzaam een nieuwe bepaling in artikel 10 op te nemen, om erin te voorzien dat, wanneer het beheer met behulp van systemen die aan de criteria van deze zelfde bepaling voldoen, wordt uitgevoerd, de verificaties die de rekenplichtige verricht om de betalingstransacties geldig te verklaren, kunnen worden vervangen of aangevuld door regelmatige controles van deze beheerssystemen (nieuw lid 3 van artikel 10).

25.

6. Interne controle


De vijfde alinea van artikel 24 van het Financieel Reglement, zoals ingevoegd bij de zevende reeks wijzigingen, voert de interne controle van de communautaire Instellingen in, waarbij voor nadere bepalingen inzake de beginselen van deze controle wordt verwezen naar de uitvoeringsvoorschriften (het nieuwe artikel 40, lid 3).

26.

7. Overeenstemming tussen juridische verbintenissen en budgettaire verplichtingen (artikel 36 van het Financieel Reglement)


De artikelen 52 en 53 van de verordening houdende uitvoeringsvoorschriften moeten worden aangepast in verband met de wijziging van artikel 36 van het Financieel Reglement, die tot doel heeft een betere overeenstemming tot stand te brengen tussen de juridische verbintenissen en de budgettaire verplichtingen.

Deze bepalingen worden zodanig geformuleerd dat de ordonnateurs zonder veel extra werk hun contracten via SINCOM aan de centrale boekhouding kunnen doorzenden.

Dankzij deze nieuwe formulering wordt vermeden dat de financieel controleur zich tweemaal over een beginselbesluit moet buigen (eenmaal in het ontwerpstadium en eenmaal nadat het besluit is genomen); het voorafgaand visum voor het ontwerp-besluit wordt vervangen door de goedkeuring van de financieel controleur in het kader van het overleg tussen de diensten (artikel 53, eerste en tweede alinea).

De rekenplichtige van zijn kant kan dank zij deze nieuwe bepaling controleren in welke mate de algemene financiële toewijzing door de afzonderlijke contracten is uitgegeven. Aldus is een goed verloop verzekerd van de procedure voor het vrijmaken van het niet gebruikte saldo (nieuwe alinea's 4 en 5 van artikel 53).

27.

8. Regels voor afschrijvingen en vorming van voorzieningen


Bij het gebruik van de roerende en onroerende goederen van de Instellingen treedt een waardeverlies op.

Om een getrouw beeld van de inventarissen te kunnen geven moet de boekhouding de waardeveranderingen registreren en de nodige afschrijvingen verrichten (nieuw artikel 70 bis van het Financieel Reglement).

Aan deze eis is herinnerd door de Rekenkamer, zowel in haar jaarverslag 1994 als in de eerste betrouwbaarheidsverklaring.

De desbetreffende bepalingen zijn opgenomen in de nieuwe titel XX bis (artikel 131 bis, artikel 131 ter en artikel 136, lid 10). De voorgeschreven documenten zijn zuiver van boekhoudkundige aard en hebben tot doel de betrouwbaarheid en de doorzichtigheid van de jaarrekening en de balans te waarborgen.

28.

9. Schrapping van de bepaling betreffende de voorschotten voor de activiteiten voor rekening van derden in het kader van OTO


Het is raadzaam artikel 139 te schrappen, dat betrekking heeft op de voorschotten die de Commissie ontvangt voor de activiteiten die zij voor rekening van derden verricht in het kader van onderzoek en technologische ontwikkeling. Het budgettaire voorschot voor dit soort activiteit bestaat immers niet meer sinds de begroting 1995, zodat de bepaling geen zin meer heeft.

29.

3. Wijzigingen die voortvloeien uit de vaststelling van de achtste reeks


Invoering van de euro

Gezien het ingaan van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie en de invoering van de euro, moet 'ecu' overal worden vervangen door 'euro'. Voorts moeten de verwijzingen naar de indexering van de rentevoeten worden aangepast; hierbij zal het niet langer gaan om de rente van het EFMS voor ecu-operaties maar om de rente die de Europese Centrale bank toepast op haar basisherfinancieringsoperaties in euro (artikelen 32 en 94).

30.

4. Overige wijzigingen


31.

1. Instelling van beheer van gelden ter goede rekening en aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening


De huidige procedure van artikel 82, tweede alinea, en artikel 83 inzake de instelling van beheer van gelden ter goede rekening en de aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening is bijzonder log en ongeschikt voor een instrument waarop in de meeste gevallen een beroep wordt gedaan omdat spoed geboden is. Volgens de huidige procedure moet de instelling zelf namelijk een besluit nemen inzake de instelling van beheer van gelden ter goede rekening en de aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening. Bovendien is een gunstig advies van de rekenplichtige vereist, maar hierbij is niet vermeld op welke elementen dit advies betrekking moet hebben.

Voor de instelling van beheer van gelden ter goede rekening en de aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening moet een procedure worden ingesteld waarbij de ordonnateur het initiatief kan nemen en de rekenplichtige beslist Bij de instelling van beheer van gelden ter goede rekening moet de financieel controleur, evenals nu het geval is, een gunstig advies uitbrengen.

Voorts zal artikel 14 inzake de specifieke bekwaamheid waarover de rekenplichtigen en de ondergeschikt rekenplichtigen moeten beschikken, ook van toepassing zijn op de beheerders van gelden ter goede rekening.

32.

2. Derdenbestand


Gezien de ontwikkeling van elektronische overmakingen wordt voorgesteld de betalingen via een immateriële drager te beveiligen door in de huidige uitvoeringsvoorschriften een nieuw artikel 81 bis betreffende een derdenbestand op te nemen. In dit bestand zouden met name alle bankgegevens van de medecontractanten van elke Instelling worden opgenomen.

33.

3. Bepaling van de drempelbedragen en procedures op het gebied van de overheidsopdrachten


Voorgesteld wordt het drempelbedrag waarboven de CCAM bevoegd is, van 46 000 ecu tot 500 000 euro te verhogen, zodat de CCAM zich kan concentreren op de analyse van de grootste opdrachten die door de Instellingen worden geplaatst.

Uit het oogpunt van harmonisatie en vereenvoudiging van de procedures, zou deze bepaling eveneens van toepassing zijn op de opdrachten op het gebied van onderzoek; het drempelbedrag op het gebied van onderzoek varieert momenteel van 32 900 euro voor overeenkomsten betreffende niet-wetenschappelijke of niet-technische benodigdheden en materieel tot 460 600 euro voor wetenschappelijke en technische overeenkomsten.

De CCAM zou evenwel, wanneer zij zulks nodig acht, elke overeenkomst waarmee een bedrag van tussen 50 000 en 500 000 euro is gemoeid, kunnen behandelen op basis van een door de ordonnateur ingediend financieel informatieformulier.

Voorts wordt voorgesteld de Instellingen het recht te geven lagere drempelbedragen vast te stellen volgens door iedere Instelling aan te leggen criteria, zodat zij, indien zij daar de behoefte toe gevoelen, een stringentere controle op de plaatsing van bepaalde opdrachten kunnen uitoefenen.

Ten slotte wordt akte genomen van het besluit van de Commissie van 22 juli 1999 (document SEC(1999) 1187) waarbij de CCAM-GCO wordt opgeheven en het onderzoek van de door het GCO geplaatste opdrachten uit het oogpunt van doorzichtigheid, goed beheer van de communautaire middelen en snelle behandeling van de dossiers wordt overgeheveld naar de algemene CCAM.

34.

4. Bijstelling van de forfaitaire bedragen


Dit voorstel voorziet tevens in de bijstelling met ingang van 1 januari 2000 van de in deze verordening vermelde forfaitaire bedragen op het gebied van overheidsopdrachten, bekendmaking van de verkoop van roerende goederen en bijzondere vergoedingen, overeenkomstig het bepaalde in beschikking nr. ... van ... van de Commissie.


Ontwerp voor een VERORDENING (EURATOM, EGKS, EG) VAN DE COMMISSIE tot wijziging van Verordening nr. 3418/93 van de Commissie van 9 december 1993 houdende uitvoeringsvoorschriften betreffende een aantal bepalingen van het Financieel Reglement van 21 december 1977


DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Verordening van de Raad van 21 december 1977 houdende Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen i, laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 2673/1999 i, en met name op artikel 139,

Na raadpleging van het Europees Parlement en de Raad,

Gezien de adviezen van, respectievelijk, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Ombudsman,

Overwegende hetgeen volgt:

Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 3418/93 van de Commissie i moet worden gewijzigd naar aanleiding van de in het Financieel Reglement aangebrachte wijzigingen.

De principes van goed financieel beheer maken het noodzakelijk bepalingen in te voeren met betrekking tot de evaluatie van de verschillende projecten, programma's en acties.

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro i worden verwijzingen naar de ecu met ingang van 1 januari 1999 vervangen door verwijzingen naar de euro, tegen een koers van één euro voor één ecu. Elke verwijzing naar de ecu in Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 3418/93 moet dus worden gelezen als verwijzing naar de euro.

Het is dienstig de koers van de euro in de verschillende deviezen die de Instellingen bij de uitvoering van de begroting gebruiken, door de Commissie te laten vaststellen aan de hand van de door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoersen.

Wegens de opheffing van het EFMS moet een nieuwe referentierente worden vastgesteld.

Het begrip 'belangenverstrengeling' moet nader worden omschreven.

De doorzichtigheid van de verrichtingen die in het kader van de toeleveringen plaatsvinden, moet worden gewaarborgd.

De ontwikkeling van de geïntegreerde informatiesystemen noopt tot de opname van een nieuwe bepaling betreffende de geldigverklaring van de betalingen door de rekenplichtige.

De procedure inzake de instelling van beheer van gelden ter goede rekening en de aanwijzing van beheerders van gelden ter goede rekening moet worden aangepast aan het spoedeisende karakter van de gevallen waarin van deze procedure wordt gebruikgemaakt; op deze gebieden moet de ordonnateur het initiatief kunnen nemen, terwijl de rekenplichtige beslist.

De beginselen inzake de uitoefening van de interne controle moeten nader worden omschreven.

Wegens de wijziging van artikel 36 van het Financieel Reglement, die tot doel heeft een betere overeenstemming tussen de juridische verbintenissen en de budgettaire verplichtingen te waarborgen, moeten enkele bepalingen van Titel VII worden aangepast.

Ter beveiliging van de betalingen per overmaking moet een bepaling betreffende het aanleggen van het derdenbestand worden opgenomen.

Het is dienstig de bepalingen betreffende de overheidsopdrachten te hergroeperen en te rationaliseren teneinde ze in overeenstemming te brengen met de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten multilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten en de richtlijnen van de Raad.

Met het oog op de harmonisatie en vereenvoudiging van de procedures voor het gunnen van opdrachten, alsmede de uitbreiding van de bevoegdheden van de ordonnateurs, moet het drempelbedrag waarboven de CCAM bevoegd is, worden verhoogd.

De boekhouding moet de waardeveranderingen registreren door de nodige afschrijvingen te verrichten en rekening houden met de waardevermindering van activa door voorzieningen te vormen. Met het oog op het voorzichtigheidsbeginsel moet de rekenplichtige tevens voorzieningen voor risico's en lasten vormen.

De Commissie ontvangt geen voorschotten meer voor haar activiteiten voor rekening van derden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling en heeft de CCAM-GCO opgeheven.

Er moet rekening worden gehouden met de beschikking van de Commissie van ... betreffende de bijstelling van de in deze verordening vermelde forfaitaire bedragen met ingang van 1 januari 2000.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

35.

Artikel 1


1. De eerste overweging wordt vervangen door:

"Overwegende dat in sommige bepalingen van de artikelen 11, 22, 23, 24, 25, 28, 29, 36, 37, 38, 41, 45, 46, 49, 53, 54, 56, 58, 59, 60, 63, 64bis, 65, 66, 70, 70bis, 75, 94, 97 en 123 van het Financieel Reglement uitdrukkelijk is bepaald dat uitvoeringsvoorschriften dienen te worden vastgesteld;"

2. De volgende titel wordt ingevoegd:

"TITEL I

36.

EVALUATIE VAN DE UITGAVEN


(artikel 2 van het Financieel Reglement)

Artikel 1

1. Alle voorstellen voor nieuwe programma's of acties die uitgaven voor de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen meebrengen, worden onderworpen aan een evaluatie vooraf. Hierbij wordt het volgende vastgesteld:

a) de behoefte waarin moet worden voorzien,

b) de doelstellingen,

c) de verwachte resultaten en de bijbehorende indicatoren,

d) de toegevoegde waarde van de communautaire bijstandsverlening,

e) de alternatieven,

f) de lering die uit reeds verrichte soortgelijke activiteiten is getrokken,

g) het bedrag van de toe te wijzen kredieten, personele middelen en andere administratieve uitgaven met inachtneming van het kosteneffectiviteitsbeginsel,

h) het in te stellen toezichtsysteem.

2. Alle programma's en acties worden vervolgens onderworpen aan een evaluatie achteraf met betrekking tot de toegewezen personele en financiële middelen en de behaalde resultaten, om na te gaan of de doelstellingen zijn bereikt.

3. De bij de uitvoering van een meerjarenprogramma behaalde resultaten worden geregeld geëvalueerd, volgens een tijdschema dat de mogelijkheid biedt met de uitkomsten van deze evaluatie rekening te houden bij de beslissingen over de voortzetting, wijziging of stopzetting van het programma.

37.

Op jaarbasis gefinancierde acties worden ten minste om de zes jaar op de behaalde resultaten geëvalueerd."


3. Titel I wordt titel I bis.

In titel I bis wordt het woord 'ecu' vervangen door het woord 'euro'.

4. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 1 bis

1. De Commissie stelt aan de hand van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde en in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerde referentiekoersen de koers van de euro vast in de verschillende deviezen die de Instellingen bij de uitvoering van de begroting gebruiken.

2. De omrekeningen tussen de euro en de nationale valuta's worden verricht tegen de in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerde dagkoers. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, lid 4, van het Financieel Reglement worden de euro en de nationale valuta's evenwel voor de in de artikelen 69 tot en met 72 van het Financieel Reglement bedoelde boekhouding omgerekend tegen de maandelijkse koersen van de euro die worden berekend op basis van de koersen van de voorlaatste werkdag van de maand die voorafgaat aan de maand waarvoor de koersen worden bepaald.

3. Wat de deviezen betreft waarvan de dagkoers niet in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen wordt gepubliceerd, bepaalt de Commissie de koers van de euro ten opzichte van deze deviezen door gebruik te maken van alle informatiebronnen die zij betrouwbaar acht."

5. In de artikelen 2, 3, 4, 5 en 136, lid 8, worden de woorden 'artikel 1' vervangen door 'artikel 1 bis'. In de artikelen 2, 3, 4, 5, 32, 94, 136 en 145 wordt 'ecu' vervangen door 'euro'.

6. De benaming van Titel II wordt vervangen door:

"TITEL II

Inhoudsopgave

1.

Delegatie


S EN UITBESTEDING

(artikel 22 van het Financieel Reglement)"

7. De hiernavolgende artikelen 9 bis en 9 ter worden ingevoegd:

"Artikel 9 bis

De delegatiegever en de delegatieverkijger moeten, voordat zij een handeling ter uitvoering van de begroting verrichten, hun directe chef schriftelijk in kennis stellen van een eventuele verstrengeling of conflict van hun particuliere of persoonlijke belangen met die van de begunstigde(n) dat van invloed kan zijn op de onpartijdige en objectieve uitoefening van hun functie. De directe chef van de delegatiegever of de delegatieverkrijger verklaart schriftelijk dat sprake is van verstrengeling of conflict van belangen (in dit geval kan de handeling niet worden verricht) dan wel dat dit niet het geval is.

Wanneer hij het bestaan van een dergelijke verstrengeling of conflict van belangen verzuimt te melden, is de delegatiegever of de delegatienemer tuchtrechtelijk verantwoordelijk en geldelijk aansprakelijk overeenkomstig het bepaalde in artikel 73 tot en met 77 van het Financieel Reglement. Dit is tevens het geval wanneer zij een handeling ter uitvoering van de begroting verrichten terwijl hun directe chef heeft verklaard dat sprake is van belangenverstrengeling.

38.

Artikel 9 ter


Om de doorzichtigheid van de verrichtingen die in het kader van toeleveringen plaatsvinden te waarborgen, wordt een afzonderlijke indeling van de met het beheer samenhangende kosten opgesteld en worden de rente-opbrengsten en andere baten op de middelen die de medecontractant van de Commissie heeft ontvangen, vastgesteld.

De contracten moeten de gepaste clausules bevatten, met name betreffende de behandeling van de rente-opbrengsten en andere baten, het bijhouden van de rekeningen en het terugvorderen van bedragen die ten onrechte werden uitbetaald.

De regels voor het beheer van de middelen die ter beschikking van de toeleveranciers worden gesteld, met name met het oog op betalingen aan de begunstigden van communautaire programma's of acties, alsmede de beroepsregels met betrekking tot onder andere onverenigbaarheid, belangenverstrengeling en vertrouwelijkheid, worden vastgesteld in de contracten die de Instelling met de toeleveranciers sluit."

8. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 worden de woorden 'geïntegreerde beheerssystemen' vervangen door 'geïntegreerde informatiesystemen';

b) in lid 2, onder f), worden de woorden 'de betalings- en de inningsopdrachten' vervangen door 'de betalingsopdrachten, de geraamde schuldvorderingen en de inningsopdrachten';

c) lid 2 wordt aangevuld met de volgende zin: 'Dit geldt ook voor de vervanging van de originele bewijsstukken door de systemen voor elektronisch documentenbeheer.';

d) het volgende lid wordt toegevoegd:

"3. Wanneer het beheer wordt gevoerd met behulp van informatiesystemen die in overeenstemming zijn met de leden 1 en 2, mogen de verificaties die de rekenplichtige verricht om de betalingen geldig te verklaren worden aangevuld door regelmatige verificaties van deze systemen."

9. Aan artikel 14 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

"De beheerders van gelden ter goede rekening worden aangewezen op grond van hun specifieke bekwaamheid, gezien het belang van het beheer dat zij moeten voeren, gestaafd door diploma's of een gelijkwaardige beroepservaring, dan wel een passende voorafgaande opleiding".

10. Artikel 19 wordt geschrapt.

11. Artikel 27 wordt geschrapt.

12. Artikel 31 wordt vervangen door:

"De in artikel 75, lid 4, van het Financieel Reglement bedoelde bijzondere vergoeding bedraagt maandelijks:

a) 137 euro voor de rekenplichtige,

b) 92 euro voor de ondergeschikt rekenplichtigen,

c) 46 euro voor de beheerders van gelden ter goede rekening die gedurende dertig opeenvolgende dagen of langer een bedrag van ten minste 3 800 euro beheren.

39.

De vergoeding luidt in euro en het betrokken bedrag wordt in euro op de in artikel 32 van onderhavige verordening bedoelde waarborgrekening gestort."


13. Artikel 32, eerste alinea, derde zin, wordt vervangen door:

"De rekening wordt periodiek gecrediteerd voor het bedrag van de in artikel 31 bedoelde maandelijkse vergoeding en voor een jaarlijkse rente ter hoogte van het jaarlijkse gemiddelde van de maandelijkse rentepercentages die de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringsoperaties in euro toepast."

14. Het volgende artikel 40 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 40 bis

De interne controlefunctie wordt overeenkomstig de gangbare internationale normen uitgeoefend. De interne controleverslagen omvatten een beoordeling van de doelmatigheid van de beheers- en controlesystemen en een analyse van het beheer. Deze verslagen worden toegezonden aan de gecontroleerde diensten en aan de door de Instelling aangewezen personen."

15. Artikel 44, eerste alinea, eerste zin, wordt vervangen door:

"De bevoegde ordonnateur stelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 1, van het Financieel Reglement voor elke maatregel of situatie waardoor een schuldvordering van de Gemeenschappen ontstaat of wordt gewijzigd, een voorlopige schuldvordering op."

16. In artikel 46 wordt het woord 'voorlopige' vervangen door 'geraamde'.

17. Niet van toepassing voor de Nederlandse tekst.

18. De artikelen 52 en 53 worden vervangen door:

"Artikel 52

Beginselbesluiten van de Instelling die een betalingsverplichting jegens derden inhouden, gelden als het aangaan van betalingsverplichtingen.

40.

Artikel 53


Indien voor een bepaalde uitgave een beginselbesluit van de Instelling nodig is, kan het ontwerp van het beginselbesluit slechts door de Instelling worden goedgekeurd indien de financieel controleur dit ontwerp van tevoren heeft goedgekeurd. De financieel controleur keurt dit ontwerp alleen goed indien het voldoet aan de vereisten van goed financieel beheer. De ordonnateur legt naast het ontwerp van het beginselbesluit een voorstel tot het aangaan van de betalingsverplichting met betrekking tot het beginselbesluit aan de financieel controleur voor.

Zodra de Instelling het ontwerp-besluit heeft goedgekeurd, wordt het desbetreffende algemene vastleggingsvoorstel samen met het desbetreffende voorstel voor een juridische verbintenis voor visum aan de financieel controleur toegezonden.

Indien de Instelling het ontwerp-besluit niet goedkeurt of het voorgestelde uitgavenbedrag verlaagt, wordt het voorstel tot het aangaan van de betalingsverplichting gewijzigd of geannuleerd en, in voorkomend geval, door een overeenkomstig voorstel tot het aangaan van de betalingsverplichting vervangen, dat aan de financieel controleur wordt voorgelegd ter verkrijging van diens voorafgaand visum.

De ordonnateur sluit de individuele juridische verbintenissen binnen de in artikel 36, lid 2, van het Financieel Reglement genoemde termijnen. Hij zorgt ervoor dat de budgettaire verplichtingen die met deze individuele juridische verbintenissen overeenstemmen in de centrale boekhouding worden geregistreerd naarmate zij worden aangegaan, met vermelding van het in de tweede alinea bedoelde algemene vastleggingsvoorstel, de naam van de begunstigde en het bedrag, en dat zij in mindering worden gebracht op de algemene vastlegging waarop zij betrekking hebben. De uiterste uitvoeringsdatum ervan kan later zijn dan die van de algemene vastlegging.

Uiterlijk zes maanden na de uiterste uitvoeringsdatum van de algemene vastlegging, wordt het verschil tussen de in de tweede alinea bedoelde verplichting en de som van de in de centrale boekhouding opgenomen bedragen door de ordonnateur vrijgemaakt overeenkomstig de vierde alinea."

19. In artikel 81 worden de woorden '400 ecu' vervangen door '420 euro'.

20. Het volgende artikel 81 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 81 bis

1. De betalingen per postgiro- of bankoverschrijving mogen slechts door de rekenplichtige worden verricht indien de bankgegevens van de begunstigde van de betaling van tevoren zijn opgenomen in een door elke Instelling centraal beheerd bestand.

De opneming van de bankgegevens van de begunstigde in het bestand of de wijziging van deze gegevens geschieden op basis van een door de bank van de begunstigde afgegeven papieren of elektronisch document.

2. Met het oog op betalingen per postgiro- of bankoverschrijving mogen de ordonnateurs slechts namens hun Instelling verplichtingen jegens een derde aangaan indien deze hun de documentatie verstrekt die nodig is om hem in het bestand op te nemen.

De ordonnateurs zien erop toe dat de door de begunstigde verstrekte bankgegevens geldig blijven gedurende de periode waarop de verplichting van de Instelling jegens hem betrekking heeft. In voorkomend geval moet de ordonnateur deze gegevens bijwerken overeenkomstig het bepaalde in lid 1, tweede alinea."

21. Artikel 82, tweede alinea, komt te luiden:

"De instelling van beheer van gelden ter goede rekening en de grondige wijziging of aanpassing van de werkingsvoorwaarden ervan geschieden bij besluit van de rekenplichtige op een met redenen omkleed voorstel van de ordonnateur, na gunstig advies van de financieel controleur."

22. Artikel 83, eerste alinea, wordt vervangen door:

"De aanwijzing van een beheerder van gelden ter goede rekening geschiedt bij besluit van de rekenplichtige op een met redenen omkleed voorstel van de ordonnateur."

23. In artikel 94, lid 1, eerste streepje, worden de woorden 'Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking op zijn ecu-operaties' vervangen door 'Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringsoperaties in euro'.

24. De benaming van Titel XV wordt vervangen door:

"TITEL XV

41.

PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN


(artikelen 56 en 58 van het Financieel Reglement)"

25. Artikel 97 komt te luiden:

"1. De richtlijnen van de Raad inzake overheidsopdrachten voor werken, voor leveringen en voor diensten zijn van toepassing bij het plaatsen van opdrachten door de Instellingen, zodra het bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan de bij deze richtlijnen vastgestelde drempelwaarden.

De bepalingen van deze richtlijnen hebben met name betrekking op:

a) de procedures voor het plaatsen van opdrachten,

b) de gemeenschappelijke regels inzake bekendmaking,

c) de gemeenschappelijke voorschriften op het gebied van technische specificaties,

d) de gemeenschappelijke regels inzake deelneming,

e) de criteria voor kwalitatieve selectie,

f) de criteria voor het gunnen van de opdrachten.

2. Hetzelfde geldt voor de opdrachten die de Commissie plaatst overeenkomstig de bepalingen van de multilaterale overeenkomst betreffende de overheidsopdrachten die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is gesloten. Voor de toepassing van deze overeenkomst volgt de Commissie de procedurevoorschriften die zijn opgenomen in de richtlijnen van de Raad tot coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten."

26. De hiernavolgende artikelen 97 bis tot en met 97 septies worden ingevoegd:

"Artikel 97 bis

De termen 'opdracht voor het uitvoeren van werken', 'opdracht voor leveringen' en 'opdracht voor diensten' worden uitgelegd volgens de omschrijvingen in de in artikel 97 bedoelde richtlijnen.

42.

Artikel 97 ter


De Instellingen worden, elk in zover de opdrachten met kredieten uit de eigen afdeling van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden gefinancierd, als 'aanbestedende diensten' beschouwd in de zin van de in artikel 97 bedoelde richtlijnen, behalve wanneer de Instellingen voor rekening van een begunstigde derde land of een door dit land aangewezen orgaan optreden.

43.

Artikel 97 quater


Voor andere opdrachten dan die welke in de artikelen 97 tot 97 ter zijn bedoeld, gelden de artikelen 97 quinquies en 97 sexies.

44.

Artikel 97 quinquies


1. De gunning van een opdracht geschiedt hetzij door middel van een offerteaanvraag, via een openbare of een beperkte procedure, hetzij via een onderhandse overeenkomst of onderhandelingsprocedure.

2. Een opdracht bij offerteaanvraag is een contract, gesloten tussen partijen naar aanleiding van een uitnodiging tot inschrijving.

De uitnodiging tot inschrijving is openbaar wanneer elke gegadigde kan inschrijven. Zij is beperkt indien slechts diegenen wordt toegestaan in te schrijven die de Instelling besloten heeft te raadplegen wegens hun bijzondere kwalificaties.

3. Er is sprake van een onderhandse overeenkomst of onderhandelingsprocedure wanneer de aanbestedende diensten de gegadigden van hun keuze raadplegen en met een of meer van hen onderhandelen over de voorwaarden van de opdracht.

45.

Artikel 97 sexies


Voor opdrachten waarop de richtlijnen niet van toepassing zijn, wordt de termijn voor de indiening van de offertes volgens de aard van de opdracht bepaald naargelang van de tijd die nodig is voor de opstelling van het antwoord op de uitnodiging tot inschrijving.

Deze termijn kan in geen geval korter zijn dan 21 dagen. Wanneer het om dringende redenen onmogelijk is deze termijn in acht te nemen, kan de termijn voor de indiening van de offertes in het kader van een beperkte procedure worden beperkt tot 10 dagen, mits de daadwerkelijke mededinging van de inschrijvers wordt gewaarborgd.

46.

Artikel 97 septies


Voor alle opdrachten gelden de volgende bepalingen.

27. Artikel 98 wordt vervangen door:

"De bekendmakingen van de opdrachten worden opgesteld overeenkomstig de modellen die gehecht zijn aan de in artikel 97 genoemde richtlijnen van de Raad inzake overheidsopdrachten.

28. De hiernavolgende artikelen 98 bis en 98 ter worden ingevoegd:

"Artikel 98 bis

1. Het voorwerp van de opdracht moet volledig, duidelijk en precies zijn.

2. In elke procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten zijn de volgende selectiecriteria van toepassing:

a) aanvaardbaarheid van de inschrijver voor de opdracht na verificatie van de uitsluitingsgevallen,

b) criteria ter beoordeling van de financiële, economische, technische en beroepsmatige capaciteiten van de inschrijver.

3. In elke procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten zijn de volgende gunningscriteria van toepassing:

a) hetzij de laagste prijs van de deugdelijke, overeenkomstig de voorschriften gedane en onderling vergelijkbare offertes;

b) hetzij de voordeligste offerte, d.w.z. de offerte met de beste prijs-kwaliteitverhouding, rekening houdend met de voorgestelde prijs, de gebruikskosten, de technische waarde en eigenschappen, de methodologie, de uitvoerings- of leveringstermijn en de service. De eventuele weging van de gunningscriteria en de methode waarmee de prijs-kwaliteitverhouding wordt vastgesteld, moeten in de aanbestedingsdocumenten worden bekendgemaakt.

4. De selectie- en gunningscriteria moeten in de bekendmaking van de opdracht, het bestek of de uitnodiging tot inschrijving worden vermeld.

47.

Artikel 98 ter


1. In de uitnodiging tot inschrijving wordt bepaald of de offerte een vaste prijs moet bevatten die niet voor herziening vatbaar is.

Indien dit niet het geval is, wordt in de uitnodiging tot inschrijving bepaald volgens welke voorwaarden en/of formules de prijs tijdens de uitvoering van het contract kan worden herzien.

2. In het systeem van eventuele herziening van de prijs tijdens de uitvoering van het contract houdt de Instelling onder meer rekening met:

a) de aard van de opdracht en de economische conjunctuur waarin hij wordt uitgevoerd,

b) de aard en de duur van het contract,

48.

c) de financiële belangen van de Instelling."


29. Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

a) de inleidende zin wordt vervangen door:

"Voorts bevatten de offerteaanvragen gegevens over:".

b) punt h) wordt als volgt gewijzigd:

i) de inleidende zin wordt vervangen door:

"het verbod van enig contact tussen de Instelling en de inschrijver gedurende een procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten, behalve, bij wijze van uitzondering, in de volgende omstandigheden:"

ii) in punt 1 worden de twee streepjes vervangen door:

-"op initiatief van de inschrijvers:

door de Instellingen mogen nadere inlichtingen worden verstrekt die uitsluitend tot doel hebben de aard van de opdracht te verduidelijken; deze inlichtingen moeten vervolgens binnen dezelfde termijn worden verstrekt aan alle gegadigden die het bestek hebben opgevraagd;

-op initiatief van de Instelling:

indien de diensten van de Instelling een vergissing, een onnauwkeurigheid, een weglating of enige andere materiële tekortkoming in de bewoordingen van de bekendmaking van de opdracht, de uitnodiging tot inschrijving of het bestek ontdekken, mogen zij de betrokkenen daarvan op de hoogte brengen binnen dezelfde termijn en onder strikt dezelfde voorwaarden als die van de offerteaanvraag;"

iii) punt 2 wordt vervangen door:

"indien na de opening van de offertes een offerte aanleiding geeft tot een verzoek om opheldering of indien duidelijk materiële fouten in de bewoordingen van de offerte moeten worden verbeterd, mag de Instelling met de inschrijver contact opnemen, waarbij dit contact niet mag leiden tot wijziging van de voorwaarden van de offerte."

30. Artikel 101 komt te luiden:

"Artikel 101

49.

Voor elke opdracht wordt een bestek opgemaakt dat bij de uitnodiging tot inschrijving wordt gevoegd. Ook worden er de algemene voorwaarden voor overheidsopdrachten aan toegevoegd."


31. Artikel 102 wordt geschrapt.

32. In artikel 103, eerste alinea, tweede streepje, worden de woorden 'particuliere besteldiensten' vervangen door het woord 'besteldiensten'.

33. Artikel 104 komt te luiden:

"Artikel 104

1. Alle offertes die in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 103, moeten worden geopend.

2. De offertes moeten door een daartoe aangewezen commissie worden geopend.

Deze commissie moet zijn samengesteld uit ten minste drie vertegenwoordigers van ten minste twee verschillende diensten.

De financieel controleur moet van het openen van de offertes in kennis worden gesteld. De financieel controleur of zijn vertegenwoordiger kan als waarnemer bij de opening aanwezig zijn, indien hij zulks dienstig acht.

3. De leden van de met de opening van de offertes belaste commissie moeten:

a) hetzij elke bladzijde van elke offerte paraferen,

b) hetzij de omslagpagina en de financiële pagina's van elke offerte paraferen, waarbij de integriteit van de originele offerte via het aanbrengen van zegels of een andere, gelijkwaardige techniek wordt gegarandeerd door een dienst die onafhankelijk is van de met de offerteaanvraag belaste dienst,

c) en het proces-verbaal van de opening van de ontvangen offertes ondertekenen en vaststellen welke aanbiedingen aan de eisen voldoen en welke niet, onder opgave van de redenen voor de afwijzing wegens niet voldoen aan de eisen.

4. Alle offertes waarvan is vastgesteld dat zij aan de eisen voldoen, moeten worden geëvalueerd door een daartoe aangewezen comité, dat tevens een rangorde van de offertes bepaalt.

Dit comité moet zijn samengesteld uit ten minste drie vertegenwoordigers van ten minste twee verschillende diensten. De samenstelling van dit comité kan gelijk zijn aan die van de met de opening van offertes belaste commissie.

Offertes die niet alle in de offerteaanvraag vermelde wezenlijke elementen bevatten of niet aan de in de bekendmaking van de opdracht, de uitnodiging tot inschrijving en/of het bestek gestelde specifieke eisen voldoen, worden uitgesloten. De met de opening van offertes belaste commissie kan de kandidaat of de inschrijver evenwel verzoeken de bewijsstukken waarmee kan worden nagegaan of de kandidaat of de inschrijver beantwoordt aan de selectiecriteria, aan te vullen of te verduidelijken binnen een door haar gestelde termijn.

50.

Een proces-verbaal van de evaluatie en de rangorde van de offertes waarvan is vastgesteld dat zij aan de eisen beantwoorden, moet worden opgesteld en ondertekend door alle leden van dit comité."


34. De benaming van Titel XVI wordt vervangen door:

"TITEL XVI

51.

VASTSTELLING VAN DE DIVERSE DREMPELBEDRAGEN


VAN AANBESTEDINGSOVEREENKOMSTEN"

35. Artikel 106 komt te luiden:

"Het maximumbedrag voor onderhandse overeenkomsten die op basis van artikel 59, onder a), van het Financieel Reglement mogen worden gesloten, wordt op 13 800 euro gesteld."

36. Artikel 107 komt te luiden:

"Artikel 107

1. Het drempelbedrag waarboven de CCAM bevoegd is, als bepaald in artikel 63 van het Financieel Reglement, wordt op 500 000 euro gesteld.

Voor opdrachten waarmee tussen 50 000 en 500 000 euro is gemoeid, zendt de ordonnateur de CCAM een informatieformulier toe aan de hand waarvan zij kan beslissen of de opdracht voor advies aan haar moet worden voorgelegd. De CCAM deelt haar beslissing binnen vijf werkdagen na ontvangst van dit formulier aan de ordonnateur mede. In deze periode mag de ordonnateur namens zijn Instelling geen verplichting aangaan.

2. Voorts mag elke ordonnateur een dossier voor advies aan de CCAM voorleggen.

3. De adviesaanvragen en de informatieformulieren worden onderzocht door een permanente dienst die onder het voorzitterschap van de CCAM ressorteert. Deze dienst beslist welke dossiers wegens hun omvang, de eraan verbonden risico's of het feit dat zij geheel nieuw zijn, grondig dienen te worden onderzocht door de CCAM.

52.

4. Elke Instelling kan voor zichzelf lagere drempelbedragen vaststellen volgens de criteria die zij zelf bepaalt."


37. De artikelen 108, 109 en 110 worden vervangen door:

"Artikel 108

De drempelwaarde voor de verplichte zekerheidstelling, bedoeld in artikel 64 bis van het Financieel Reglement, wordt op 345 000 euro gesteld.

53.

Artikel 109


De bedragen waarbeneden overeenkomstig artikel 60 van het Financieel Reglement een rekening of nota volstaat, worden gesteld op:

a) 1 050 euro voor uitgaven die in de standplaatsen van de Instellingen worden gedaan;

b) 2 700 euro voor uitgaven die buiten de standplaatsen van de Instellingen worden gedaan.

54.

Artikel 110


In toepassing van artikel 97 van het Financieel Reglement wordt voor de overeenkomsten op het gebied van de kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling het maximum voor overeenkomstig artikel 59, onder a), van het Financieel Reglement gesloten onderhandse overeenkomsten vastgesteld op 103 500 euro voor wetenschappelijk en technisch materieel, alsmede voor werken.

Het drempelbedrag waarboven de CCAM bevoegd is, wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 107 van deze verordening. Voor de wetenschappelijke en technische overeenkomsten en de overeenkomsten voor werken wordt het drempelbedrag waarboven de ordonnateur het in artikel 107, lid 1, tweede alinea, bedoelde formulier toezendt, vastgesteld op 103 500 euro."

38. De benaming van Titel XVII wordt vervangen door:

"TITEL XVII

55.

WERKWIJZE VAN DE RAADGEVENDE COMMISSIES VOOR AANKOPEN EN OVEREENKOMSTEN (CCAM'S)


(Artikelen 63 en 97 van het Financieel Reglement)"

39. In artikel 111 worden in de inleidende zin de woorden 'artikelen 60, 61 en 97' vervangen door de woorden 'artikelen 63, 64 en 97'.

40. In artikel 115 wordt 'artikel 126' vervangen door 'artikel 97'.

41. Afdeling II van titel XVII wordt geschrapt.

42. De benaming van Titel XVIII wordt vervangen door:

"TITEL XVIII

56.

BORG- EN ZEKERHEIDSTELLING VOORAF ALS GARANTIE VOOR DE UITVOERING VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN


(Artikel 64 bis van het Financieel Reglement)"

43. In artikel 125 wordt 'artikel 62' vervangen door 'artikel 64 bis'.

44. Titel XIX wordt geschrapt.

45. In artikel 130 worden de woorden '400 ecu' vervangen door '420 euro'.

46. De volgende titel wordt ingevoegd:

"TITEL XX BIS

57.

REGELS VOOR AFSCHRIJVINGEN EN VORMING VAN VOORZIENINGEN


(Artikel 70 bis van het Financieel Reglement)

Artikel 131 bis

Overeenkomstig de procedure van artikel 21 van deze verordening stelt de rekenplichtige van de Commissie de boekhoudregels inzake afschrijvingen en inventarissen vast nadat hij de rekenplichtigen van de andere Instellingen heeft geraadpleegd.

58.

Artikel 131 ter


1. Voor andere dan financiële activa wordt de waarde bij de afsluiting van de rekeningen (balanswaarde) vastgesteld door toepassing van een afschrijvingsschema.

2. Voor het afschrijvingsschema wordt gebruik gemaakt van de lineaire afschrijving per volledig jaar vanaf het jaar waarin de goederen in gebruik worden genomen.

3. Voor niet-afschrijfbare activa waarvan de huidige waarde lager ligt dan de boekwaarde, wordt overgegaan tot een buitengewone afschrijving indien de ontwaarding onomkeerbaar wordt geacht.

4. Afschrijvingen moeten worden geboekt op de rekening van niet in de begroting opgenomen kosten en baten en afzonderlijk worden vermeld in de bijlage bij de balans indien zij niet afzonderlijk zijn vermeld in de winst- en verliesrekening.

59.

Artikel 131 quater


1. Een waardevermindering van activa of een toename van de op termijn opeisbare passiva moet leiden tot de vorming van voorzieningen.

60.

2. De vorming van deze voorzieningen moet het resultaat zijn van oorzaken waarvan de gevolgen niet noodzakelijk onomkeerbaar zijn."


47. In artikel 132 worden de woorden '7 700 ecu' en '372 900 ecu' vervangen door respectievelijk '8 100 euro' en '391 100 euro'.

48. Artikel 133 komt te luiden:

"Artikel 133

In de boekhouding wordt een onderscheid gemaakt tussen de algemene boekhouding en de begrotingsboekhouding; deze boekhoudingen zijn op elkaar afgestemd. Het rekeningstelsel omvat deze twee boekhoudingen."

49. In artikel 135 worden de leden 1 tot en met 4 vervangen door:

"1. De algemene boekhouding maakt het mogelijk de vermogensrechtelijke toestand van de Instelling te bepalen.

2. Het rekeningstelsel van de algemene boekhouding wordt opgesteld volgens een systeem van decimale indeling.

3. Het rekeningschema omvat de volgende klassen:

- klasse 1: kapitaalrekeningen,

- klasse 2: rekeningen van vastgelegde waarden,

- klasse 3: voorraadrekeningen,

- klasse 4: derdenrekeningen,

- klasse 5: financiële rekeningen,

- klasse 6: lastenrekeningen,

- klasse 7: batenrekeningen,

- klasse 8: speciale rekeningen.

4. Naargelang van de behoeften van de Instelling is iedere klasse onderverdeeld in groepen en subgroepen met het oog op de registratie van de verrichtingen in overeenstemming met de in artikel 136, lid 10, bedoelde boekhoudbeginselen."

50. Artikel 136 wordt als volgt gewijzigd:

a) artikel 2 wordt vervangen door:

"2. De rekeningen worden bijgehouden met behulp van computerprogramma's."

b) lid 7 wordt geschrapt.

c) de leden 8 tot en met 10 worden vervangen door:

"8. De financiële bank- of postrekeningen worden bijgehouden in deviezen en in euro.

De in nationale valuta's uitgedrukte bedragen worden tegen de volgens artikel 1 bis vastgestelde koersen in euro omgerekend. De saldi in euro van de in deviezen gehouden rekeningen worden maandelijks opnieuw berekend.

9. De boekhouding van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek wordt in de algemene boekhouding van de Commissie geconsolideerd.

10. De financiële overzichten moeten regelmatig, waarheidsgetrouw en volledig zijn en een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële situatie en het resultaat van het begrotingsjaar. Zij worden volgens algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen opgesteld. De praktische toepassingsvoorschriften van deze beginselen, welke periodiek worden bijgewerkt, worden vastgesteld volgens de bepalingen van artikel 21."

d) de volgende leden 11 en 12 worden toegevoegd:

' 11. De rekenplichtige moet voorzieningen treffen voor risico's en kosten met het oog op de verwerking van voorbije of lopende, nauwkeurig omschreven gebeurtenissen waarvan de afloop onzeker is.

12. De voorzieningen voor risico's en kosten en voor waardevermindering van activa, alsmede de afschrijvingen, moeten worden geboekt op de rekening van niet in de begroting opgenomen kosten en baten en afzonderlijk worden vermeld in de bijlage bij de balans indien zij niet afzonderlijk zijn vermeld in de budgettaire baten- en lastenrekening."

51. Artikel 139 wordt geschrapt.

52. In de benaming van Titel XXIV wordt 'artikelen 121, 122 en 123' vervangen door 'artikelen 121 en 123'.

53. In artikel 143 wordt 'artikel 60' vervangen door 'artikel 63'.

61.

Artikel 2


Deze verordening treedt in werking op...

Gedaan te Brussel,

62.

Voor de Commissie



Lid van de Commissie