Toelichting bij SEC(2000)2215 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 11/2000 en nr. 12/2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52000SC2215

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 11/2000 en nr. 12/2000 /* SEC/2000/2215 def. */


Inhoudsopgave

1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie Alarmsysteem nr. 11/2000 en nr. 12/2000


INHOUDSOPGAVE

2.

1. Algemene ontwikkeling van de maandelijkse uitgaven


3.

2. Besteding van de kredieten (voorlopige cijfers)


4.

3. Toelichting


5.

4. Conclusies


6.

1. Algemene ontwikkeling van de maandelijkse uitgaven


De onderstaande tabellen geven de algemene ontwikkeling van de maandelijkse uitgaven ten opzichte van het uitgavenprofiel aan. De cijfers zijn gebaseerd op de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 15 oktober 2000. Het zijn dus voorlopige cijfers over de totale uitgaven voor het begrotingsjaar 2000.

1.1. Subrubriek 1a 'Traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven'

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.2. Subrubriek 1b ' Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen '

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


7.

3. Toelichting


8.

3.1. Besteding van de kredieten voor het begrotingsjaar 2000


Van de kredieten van rubriek 1 van de begroting voor het begrotingsjaar 2000 is volgens de voorlopige cijfers 40.430 miljoen EUR, d.w.z. 99,4%, besteed.

In dit bedrag zijn enerzijds de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 15 oktober 2000 begrepen en anderzijds de betalingen die door de Commissie rechtstreeks zijn verricht (of nog moeten worden verricht). Hierbij dient te worden onderstreept dat in het aangegeven uitgavenbedrag de kortingen op de maandelijkse voorschotten voor de lidstaten zijn verrekend waartoe de Commissie nog moet besluiten.

9.

De uitgaven (voorlopige cijfers) liggen voor het begrotingsjaar 2000


-voor subrubriek 1a (traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven) 333 miljoen EUR onder de indicator (na verdiscontering van de overschrijving van kredieten naar de monetaire reserve),

-voor subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen) 79 miljoen EUR boven de indicator.

10.

3.2. Kredietoverschrijvingen


De Commissie heeft de Begrotingsautoriteit in oktober kredietoverschrijving nr. 43/2000 voorgesteld om de middelen van de hoofdstukken waarvoor dringend extra geld nodig was te verhogen.

11.

Voor het einde van het begrotingsjaar zal de Commissie aan de Begrotingsautoriteit


-een overschrijving naar de monetaire reserve (zie onderstaand punt),

-een overschrijving van hoofdstuk naar hoofdstuk op grond van behoeften aan extra middelen voorstellen.

12.

3.3. Monetaire factoren


13.

3.3.1. Dollarpariteit


Het bovenstaande totale uitgavenbedrag is inclusief de ontwikkeling van de dollarpariteit van de euro. Voor een groot deel van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten, met name die voor granen en suiker, en voor bepaalde vormen van interne steun, zoals die voor katoen, is het uitgavenpeil afhankelijk van de ontwikkeling van de dollarkoers.

Overeenkomstig de beschikking van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline is voor het opstellen van de landbouwbegroting 2000 uitgegaan van de gemiddelde dollarpariteit van januari, februari en maart 1999, en die is 1 EUR = 1,12 $.

De gemiddelde notering van de dollar over de periode van 1 augustus 1999 tot en met 31 juli 2000 (referentieperiode voor het bepalen van het effect van de dollarkoers) wijkt af van die begrotingspariteit (1 EUR = 0,99 $). De uitgaven van de lidstaten liggen daardoor lager. De besparing zal uitkomen op ca. 510 mln EUR.

Deze besparing komt echter slechts gedeeltelijk ten goede aan het EOGFL-Garantie. Er zij namelijk op gewezen dat besparingen boven de op grond van de regels van de begrotingsdiscipline geldende franchise van 200 miljoen EUR (in casu 310 miljoen EUR) niet gebruikt mogen worden voor de financiering van andere maatregelen, maar aan het einde van het begrotingsjaar worden overgeschreven naar de monetaire reserve.

14.

3.3.2. Effect van de dubbele omrekeningskoers


Aan de hantering van de dubbele omrekeningskoers zullen veel lagere uitgaven verbonden zijn dan in de voorbije jaren. De afschaffing van de groene koersen heeft tot gevolg dat het effect van de dubbele omrekeningskoers wegvalt in de landen die deelnemen aan de euro, hetgeen dus aanzienlijke besparingen oplevert.

De met de dubbele omrekeningskoers gemoeide kosten zijn voor het EOGFL-Garantie bij het opstellen van de nota van wijzigingen op 119 miljoen EUR geraamd. Volgens een recente berekening zouden deze kosten echter 225 miljoen EUR bedragen, dat is 106 miljoen EUR meer.

15.

3.4. Marktfactoren


16.

3.4.1. Subrubriek 1a: traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven


Hoofdstuk B1-10: Akkerbouwgewassen+ 21 mln
EUR

17.

// (uitgaven : 16 662 mln EUR)


De uitgaven komen vrijwel op hetzelfde bedrag uit als de kredieten, maar binnen het hoofdstuk zijn er sterke afwijkingen.

18.

Er zijn overbestedingen als gevolg van


-de lineaire verlaging van de kredieten door de Begrotingsautoriteit bij de vaststelling van de begroting; vooral voor bepaalde begrotingslijnen die betrekking hebben op hectaresteun is er een overschrijding van de kredieten,

-de hogere restituties bij de productie van zetmeel en aardappelmeel (de gemiddelde restitutie is hoger en het gaat om grotere hoeveelheden).

19.

Deze overbestedingen worden echter gecompenseerd door onderbestedingen voor


-de openbare opslag (omvangrijker verkoop, bovendien tegen een winstgevende prijs, en minder interventieaankoop),

-steun voor durumtarwe, doordat in Italië minder is uitbetaald.

De uitvoerrestituties komen iets lager uit dan de kredieten. In het desbetreffende bedrag zijn echter de aanzienlijke besparingen (371 mln EUR) als gevolg van de gunstige ontwikkeling van de dollarkoers verdisconteerd.

Hoofdstuk B1-11: Suiker- 86 mln
EUR

20.

// (uitgaven : 1 910 mln EUR)


De onderbesteding is toe te schrijven aan de lagere uitgaven voor uitvoerrestituties. Enerzijds is er namelijk minder quotumsuiker geëxporteerd en anderzijds zijn er ook besparingen als gevolg van de gunstige ontwikkeling van de dollarkoers (48 mln EUR).

Bovendien is de behoefte aan middelen voor de compenserende steun voor de raffinage van ruwe suiker veel geringer doordat één belangrijke steunontvanger zijn steunaanvraag veel later heeft ingediend dan verwacht was.

Hoofdstuk B1-12: Olijfolie+ 20 mln
EUR

21.

// (uitgaven : 2 210 mln EUR)


De lidstaten hebben de betalingsachterstand die in de afgelopen maanden was geconstateerd kunnen inhalen.

De kredietoverschrijding is het gevolg van enerzijds de lineaire verlaging van de kredieten waartoe door de Begrotingsautoriteit is besloten bij de vaststelling van de begroting en, anderzijds, de uitbetaling van restsaldi voor de consumptiesteun.

Hoofdstuk B1-14: Vezelgewassen en zijderupsen- 33 mln
EUR

22.

// (uitgaven : 991 mln EUR)


De onderbesteding is toe te schrijven aan de lagere uitgaven voor steun voor de productie van vezelvlas in Spanje. Dat houdt verband met, enerzijds, de mogelijkheid voor de telers/verwerkers om de steun later aan te vragen dan in de voorbije jaren en, anderzijds, een verscherping van de controles door de Spaanse overheid, met als gevolg een langzamere uitbetaling van de steun.

Hoofdstuk B1-15: Groenten en fruit- 103 mln
EUR

23.

// (uitgaven : 1 551 mln EUR)


De onderbesteding is de resultante van kleine onderbestedingen voor verschillende maatregelen en betreft zowel de sector verse groenten en fruit als de sector verwerkte groenten en fruit.

Een onderbesteding is er met name voor bananen, de moderniseringsprogramma's, de actiefondsen van de telersverenigingen, de steun voor de productie voor verwerkte producten op basis van fruit en de financiële compensaties ter bevordering van de verwerking van citrus.

Overbestedingen zijn er met name voor de financiële compensaties voor het uit de markt nemen van producten, voor dopvruchten en voor de steun voor de productie van verwerkte producten op basis van tomaten.

Hoofdstuk B1-16: Wijn+ 71 mln
EUR

24.

// (uitgaven : 766 mln EUR)


De kredietoverschrijding houdt verband met de hogere uitgaven voor:

25.

-interventie voor producten van de wijnbouwsector (distillatie en particuliere opslag)


-steun voor het gebruik van druivenmost (de hoeveelheden die in aanmerking komen voor steun voor gerectificeerde geconcentreerde druivenmost die wordt gebruikt voor de verrijking van wijn zijn groter dan verwacht).

Hoofdstuk B1-17: Tabak+ 18 mln
EUR

26.

// (uitgaven : 993 mln EUR)


De lidstaten hebben de betalingsachterstand die in de afgelopen maanden was geconstateerd kunnen inhalen.

De kredietoverschrijding is het gevolg van de lineaire verlaging van de kredieten waartoe door de Begrotingsautoriteit is besloten bij de vaststelling van de begroting.

Hoofdstuk B1-18: Andere sectoren+ 38 mln
EUR

27.

// (uitgaven : 350 mln EUR)


De overbesteding is toe te schrijven aan

-de vertraging bij de uitbetaling van de uitvoerrestituties voor rijst voor het verkoopseizoen 1998/99. Daardoor komt namelijk het grootste deel van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor de twee verkoopseizoenen, dus voor 1998/99 en 1999/2000, voor rekening van het begrotingsjaar 2000,

-hogere uitgaven aan steun voor de productie van zaaizaad, als gevolg van de hogere productie.

Hoofdstuk B1-20: Melk en zuivelproducten- 189 mln
EUR

28.

// (uitgaven : 2 546 mln EUR)


Er is een grote onderbesteding voor de openbare opslag van mageremelkpoeder. De winsten uit de verkoop zijn aanzienlijk hoger dan verwacht doordat grote hoeveelheden uit de openbare interventievoorraden zijn verkocht en geen mageremelkpoeder is aangekocht bij interventie.

Deze onderbesteding wordt voor een deel gecompenseerd door een kredietoverschrijding voor de steun voor het gebruik van ondermelk en mageremelkpoeder (met name de steun voor ondermelk voor de vervaardiging van caseïne) en door de geringere ontvangsten m.b.t. de extra heffing die aan dit hoofdstuk wordt toegerekend i.

Hoofdstuk B1-21: Rundvlees+ 75 mln
EUR

29.

// (uitgaven : 4 540 mln EUR)


De overschrijding is te wijten aan:

-de hoger dan verwachte uitgaven voor buitengewone ondersteuningsmaatregelen (slacht en destructie van dieren in het Verenigd Koninkrijk in het kader van de uitroeiing van BSE),

-de hogere uitgaven voor premies, vooral als gevolg van de lineaire verlaging van de kredieten door de Begrotingsautoriteit,

-de hogere uitgaven voor openbare opslag, vanwege de lagere winst op de verkoop.

De overbestedingen worden voor een deel gecompenseerd door de lagere uitvoerrestituties.

Hoofdstuk B1-22: Schapen- en geitenvlees- 96 mln
EUR

30.

// (uitgaven : 1 736 mln EUR)


De onderbesteding is een gevolg van de lagere uitgaven voor de ooipremie in de jaren 1999 en 2000 (prijs op de markt van de Gemeenschap hoger dan verwacht).

Hoofdstuk B1-23: Varkensvlees, eieren en slachtpluimvee- 30 mln
EUR

31.

// (uitgaven : 435 mln EUR)


De onderbesteding komt voor rekening van de sector varkensvlees en is vooral een gevolg van de lagere uitgaven voor de particuliere opslag.

Hoofdstuk B1-30: Niet in bijlage I vermelde producten+ 21 mln
EUR

32.

// (uitgaven : 572 mln EUR)


De kredietoverschrijding is toe te schrijven aan de hogere uitgaven voor verschillende basisproducten (granen, boter en mageremelkpoeder). Die hogere uitgaven zijn vooral toe te schrijven aan het feit dat grotere hoeveelheden zijn geëxporteerd en zijn niet gecompenseerd door de besparing als gevolg van de gunstige ontwikkeling van de dollarkoers (besparing van ongeveer 35 mln EUR).

Er zij aan herinnerd dat de Commissie, om de uitgaven te beperken, midden mei de afgifte van uitvoercertificaten die recht geven op betaling van restitutie heeft geschorst.

33.

Hoofdstuk B1-31: Voedselprogramma's // - 47 mln EUR


// (uitgaven : 288 mln EUR)

De onderbesteding is een gevolg van de lagere uitgaven voor

-de uitreiking van landbouwproducten aan behoeftigen in de Gemeenschap (achterstand met de uitvoering van het programma in Italië),

-de uitvoerrestituties voor voedselhulpacties (uitvoer van rijst met een lagere gemiddelde restitutie dan verwacht).

Daar staat tegenover dat de uitgaven voor schoolmelk de kredieten overschrijden (grotere hoeveelheden).

Hoofdstuk B1-36: Controle en preventie+ 18 mln
EUR

34.

// (uitgaven: 77 mln EUR)


De kredietoverschrijding is het gevolg van de hogere uitgaven voor het olijfoliekadaster, waarin, afgezien van de gebruikelijke werkzaamheden, ook de werkzaamheden voor het opzetten van een geografisch informatiesysteem (GIS) zijn meegerekend.

Hoofdstuk B1-37: Goedkeuring van de rekeningen en verlaging van de voorschotten- 378 mln
EUR

35.

// (uitgaven: - 1 078 mln EUR)


De extra ontvangsten zijn een gevolg van het feit dat de kortingen op de voorschotten veel hoger lagen dan verwacht werd. De verlagingen waartoe door de Commissie is besloten (of waartoe nog zal worden besloten) zullen waarschijnlijk uitkomen op meer dan 500 mln EUR en betreffen

-het niet innen van de extra heffing voor melk voor het melkprijsjaar 1999/2000, voor een bedrag van 280 mln EUR (met name in Italië, maar ook in Griekenland, Spanje en Portugal),

-het niet innen van de extra heffing voor melk voor het melkprijsjaar 1998/99, voor een bedrag van 135 mln EUR (Italië),

-geconstateerde tekortkomingen bij de toepassing van het geïntegreerde systeem in Griekenland, voor een bedrag van 75 mln EUR,

-de niet-inachtneming, door verschillende lidstaten, van de betalingstermijnen die zijn vastgesteld in de regelgeving, voor verschillende begrotingsposten (verlaging van de voorschotten met 16 mln EUR).

Er zij op gewezen dat de ontvangsten uit de goedkeuring van de rekeningen 30 mln EUR lager zijn uitgekomen dan het bedrag dat daarvoor was ingeschreven op de begroting.

Hoofdstuk B1-39: Overige maatregelen+ 69 mln
EUR

36.

// (uitgaven: 904 mln EUR)


De kredietoverschrijding houdt verband met de hogere uitgaven voor agromonetaire steun. In Italië zijn hogere bedragen uitbetaald (in verband met de revaluaties van de lire in 1997) en dat geldt ook voor het Verenigd Koninkrijk (als gevolg van de ontwikkeling van het pond sterling in de loop van dit jaar).

37.

3.4.2. Subrubriek 1b: Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen


Hoofdstuk B1-40: Plattelandsontwikkeling+ 100 mln
EUR

38.

// (uitgaven: 4 184 mln EUR)


In tegenstelling met wat de lidstaten (en de Commissie) verwachtten, zijn de lidstaten erin geslaagd het tempo van hun betalingen voor de oude begeleidende maatregelen en de overige uitgaven voor plattelandsontwikkeling op te voeren. De zeer aanzienlijke onderbesteding die in de afgelopen maanden was geconstateerd, is daardoor tenietgedaan en de uitgaven liggen nu zelfs hoger dan het bedrag van de op de begroting ingeschreven kredieten. De Commissie zal dan ook bij de Begrotingsautoriteit een overschrijving aanvragen om de middelen voor dit hoofdstuk te verhogen.

Er zij op gewezen dat de door de lidstaten terug te betalen bedragen onder het subplafond 1b blijven (de kredieten zijn door de Begrotingsautoriteit vastgesteld op een bedrag dat 281 mln EUR lager ligt dan het subplafond).

39.

4. CONCLUSIES


De uitgaven voor rubriek 1 van de begroting voor het begrotingsjaar 2000 (voorlopige cijfers) komen uit op 40.430 mln EUR, d.w.z. 99,4% van de kredieten.

In dit bedrag zijn enerzijds de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 15 oktober 2000 begrepen en anderzijds de door de Commissie rechtstreeks betaalde (of nog te betalen) bedragen. Er zij op gewezen dat in het aangegeven uitgavenniveau ook de nog door de Commissie vast te stellen verlagingen van maandelijkse voorschotten voor de lidstaten zijn verrekend.

40.

4.1. Besteding van de kredieten van subrubriek 1a


Voor subrubriek 1a (traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven) liggen de uitgaven voor het begrotingsjaar 2000 volgens de voorlopige cijfers 333 mln EUR onder het totale bedrag van de kredieten.

De besparingen ten gevolge van de gunstige ontwikkeling van de dollarkoers bedragen in totaal 510 mln EUR, waarvan 200 mln EUR is toegewezen aan het EOGFL-Garantie en in de bovengenoemde onderbesteding is verrekend.

Kredietoverschrijdingen zijn er met name in de volgende sectoren:

-rundvlees (+ 75 mln EUR), als gevolg van de hoger dan verwachte uitgaven voor slacht en destructie van dieren in het Verenigd Koninkrijk in het kader van de uitroeiing van BSE, de hogere uitgaven voor premies (met name in verband met de lineaire verlaging van de kredieten) en voor openbare opslag,

-wijn (+ 71 mln EUR), als gevolg van de hogere uitgaven voor de steun voor het gebruik van most,

-overige maatregelen (+ 69 mln EUR), als gevolg van de hogere bedragen die zijn uitbetaald aan agromonetaire steun.

Een onderbesteding is er met name voor de volgende sectoren:

-melk en zuivelproducten (- 189 mln EUR), doordat de uitgaven voor de openbare opslag van mageremelkpoeder lager zijn uitgevallen (hogere winsten op de verkoop en geen interventieaankoop),

-groenten en fruit (- 103 mln EUR), doordat minder is uitgegeven voor verschillende maatregelen,

-schapen- en geitenvlees (- 96 mln EUR), in verband met de lagere uitgaven voor de ooipremie (de marktprijs in de Gemeenschap lag hoger dan verwacht),

-suiker (- 86 mln EUR), met name doordat de uitgaven voor uitvoerrestituties lager zijn uitgevallen (gunstige ontwikkeling van de dollarkoers).

Bovendien zijn de ontvangsten in verband met de goedkeuring van de rekeningen en de verlaging van de voorschotten (- 378 mln EUR) hoger dan verwacht, omdat de voorschotten sterker zijn verlaagd (correcties voor met name de extra heffing voor melk).

41.

4.2. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1b


De in de afgelopen maanden geconstateerde aanzienlijke onderbesteding is tenietgedaan en de uitgaven voor subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen) liggen nu 79 mln EUR hoger dan de kredieten (voorlopige cijfers). De Commissie zal bijgevolg bij de Begrotingsautoriteit een verzoek indienen om kredieten over te schrijven ten einde de middelen voor dit hoofdstuk te verhogen.

Er zij op gewezen dat de door de lidstaten terug te betalen uitgaven beneden het subplafond 1b blijven (de kredieten zijn door de Begrotingsautoriteit 281 mln EUR lager vastgesteld dan het subplafond).