Toelichting bij COM(2011)226 - Wijziging van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 om in de extra financieringsbehoeften van het ITER-project te voorzien

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

Dit voorstel komt in de plaats van het voorstel van de Commissie van 20 juli 2010 voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer ten aanzien van het meerjarig financieel kader om in de extra financieringsbehoeften van het ITER-project te voorzien[1].

In het voorstel is rekening gehouden met de tot dusver bij de onderhandelingen geboekte vorderingen, met name wat betreft de herschikking binnen rubriek 1a en de bedragen aan aanvullende vastleggings- en betalingskredieten die voor ITER onder rubriek 1a in 2012 en 2013 nodig zijn. Het is de bedoeling de begrotingsautoriteit in staat te stellen snel tot een akkoord te komen om het welslagen van het ITER-project te waarborgen.

Het voorstel spoort volledig met de ontwerpbegroting 2012 en met het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013)[2]. De definitieve goedkeuring van het Euratom-kaderprogramma door de Raad zal afhangen van een gunstige afloop van de parallelle begrotingsprocedure om in de extra financieringsbehoeften van ITER te voorzien.

2. Gebruik van de marges en herschikking binnen rubriek 1a

Er is voor 2011 geen marge meer beschikbaar onder het uitgavenmaximum voor rubriek 1a en de in 2012 en 2013 beschikbare marges zijn ontoereikend om in de behoeften voor ITER te voorzien en terzelfder tijd voldoende marges te laten voor onvoorziene behoeften, in de zin van punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IIA)[3].

Overeenkomstig punt 23, eerste lid, van het IIA heeft de Commissie de mogelijkheden onderzocht voor een herschikking van de uitgaven tussen de programma's die onder rubriek 1a vallen, waarbij ernaar is gestreefd binnen het bestaande maximum van de rubriek, een in absolute waarde en in percentage van de voorgenomen nieuwe uitgave significant bedrag vrij te maken. Bijgevolg stelt de Commissie voor in 2012 100 miljoen EUR en in 2013 360 miljoen EUR uit het zevende kaderprogramma voor onderzoek te herschikken.

3. Overdracht van de ene rubriek naar de andere (vastleggingskredieten)

Overeenkomstig punt 23, tweede lid, van het IIA heeft de Commissie de mogelijkheden nagegaan om de verhoging van het maximum van een rubriek met een verlaging van het maximum van een andere rubriek te compenseren.

De nog beschikbare marges onder de uitgavenmaxima voor de rubrieken, met uitzondering van rubriek 1a, worden voor de jaren 2011 tot 2013 momenteel als volgt geraamd:

|| 2013

Rubriek 1b| 6,| 22,| 0,4

Rubriek 1678,| 651,| 112,8

Rubriek 3a| 67,| 65,| 34,3

Rubriek 3b| 0,| 15,| 25,3

Rubriek 246,| 112,0

Rubriek 243,| 472,| 521,6

Gelet op punt 13 van het IIA, is de Commissie van oordeel dat de onder de maxima voor de rubrieken 1b, 3a en 3b beschikbare marges te krap zijn om te worden aangesproken ter dekking van de extra financieringsbehoeften van het ITER-project en dat de waarschijnlijke extra behoeften in rubriek 4 geen verlaging van het corresponderende uitgavenmaximum mogelijk maken.

De voor 2011 in de rubrieken 2 en 5 beschikbare marges zijn daarentegen van een zodanig niveau dat een verlaging van de respectieve uitgavenmaxima mogelijk is om de noodzakelijke verhoging van het uitgavenmaximum voor subrubriek 1a ten behoeve van ITER in 2012 en 2013 te compenseren. De Commissie stelt daarom voor het maximum van rubriek 2 voor 2011 te verlagen met 650 miljoen EUR en het maximum van rubriek 5 voor hetzelfde jaar met 190 miljoen EUR, en de uitgavenmaxima van rubriek 1a te verhogen met 650 miljoen EUR voor 2012 en met 190 miljoen EUR voor 2013.

Na de voorgestelde herschikking tussen uitgavenmaxima blijft in 2011 een marge over van 1028,8 miljoen EUR onder het maximum van rubriek 2 en van 53,2 miljoen EUR in rubriek 5. De Commissie heeft zich ertoe verbonden alle passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de besluiten die zijn genomen met betrekking tot de uitgaven voor het GLB en de financiering ervan, met inbegrip van de overeenkomst over de 'check-up' van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, worden nageleefd.

4. Betalingskredieten

Volgens punt 23, vierde alinea, van het Interinstitutioneel Akkoord moet bij een herziening een juiste verhouding tussen vastleggingen en betalingen worden gehandhaafd. Het voorstel raakt niet aan het totale maximum voor betalingskredieten van het financieel kader voor 2007-2013 en waarborgt terzelfder tijd een normale ontwikkeling ten opzichte van de kredieten voor vastleggingen.

5. Samenvatting en conclusie

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voorgestelde wijzigingen van de maxima voor vastleggings- en betalingskredieten in het financieel kader. Deze bedragen zijn uitgedrukt in lopende prijzen:

De herziening laat de in lopende prijzen uitgedrukte algemene maxima voor vastleggings- en betalingskredieten in de periode 2007-2013 ongewijzigd.

De tabel hierna laat de herziene jaarlijkse uitgavenmaxima van het financieel kader zien na de hierboven beschreven wijzigingen in lopende prijzen.

In het formele besluit tot wijziging van het IIA wat het financieel kader betreft, dient de link te worden gelegd naar de in het kader van het IIA overeengekomen basistabel, die in constante prijzen van 2004 is uitgedrukt. De bedragen die in lopende prijzen zijn uitgedrukt, moeten derhalve met behulp van een vaste deflator van 2% per jaar worden omgerekend naar prijzen van 2004, overeenkomstig punt 16 van het IIA (zie bijlage bij het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad).