Toelichting bij COM(2011)271 - Verslag over de verdragen, opgenomen in bijlage III bij Verordening 732/2008 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties SAP+

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52011DC0271

/* COM/2011/0271 def. - */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Verslag over de stand van de ratificatie en aanbevelingen van toezichthoudende instanties betreffende de verdragen die zijn opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties, overeenkomstig artikel 8, lid 3, van deze verordening SAP+ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Verslag over de stand van de ratificatie en aanbevelingen van toezichthoudende instanties betreffende de verdragen die zijn opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties, overeenkomstig artikel 8, lid 3, van deze verordening SAP+


1.

HET EU-STELSEL VAN ALGEMENE TARIEFPREFERENTIES


Het stelsel van algemene tariefpreferenties van de Europese Unie (hierna 'SAP' genoemd) is een algemeen, niet-wederkerig en niet-discriminerend stelsel van preferentiële handelsregelingen, waarmee de EU ontwikkelingslanden preferentiële toegang tot haar markten verschaft. In overeenstemming met artikel 208 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met de overkoepelende EU-doelstelling van duurzame ontwikkeling, heeft het SAP als algemeen doel de ontwikkelingslanden te helpen armoede terug te dringen door ze preferentiële toegang tot de EU-markt te bieden en duurzame ontwikkeling te bevorderen.

Het SAP wil de uitvoer van ontwikkelingslanden naar de EU bevorderen door middel van preferentiële tarieven, vooral gericht op de landen die er het meest behoefte aan hebben, zodat deze hun uitvoer van bestaande producten kunnen vergroten of dankzij nieuwe producten kunnen diversifiëren. Het is de bedoeling de landen in staat te stellen hun industrieën te ontwikkelen, zodat zij hun productiviteit en concurrentiekracht kunnen verbeteren, en mogelijkerwijs diversificatie en investeringen aan te moedigen. Overeenkomstig het EU-beleid voor duurzame ontwikkeling beoogt het SAP ook ontwikkelingslanden ertoe aan te sporen zich ertoe te verbinden fundamentele internationale verdragen inzake mensen- en arbeidsrechten, milieubescherming en goed bestuur te ratificeren en daadwerkelijk ten uitvoer te leggen.

De EU heeft het SAP aangenomen ingevolge de aanbeveling uit 1968 van de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (Unctad) om een stelsel van algemene tariefpreferenties in te voeren op grond waarvan de ontwikkelde landen preferenties aan alle ontwikkelingslanden zouden toekennen. In het WTO/GATT-stelsel valt het SAP onder het Besluit inzake een gedifferentieerde en gunstiger behandeling, wederkerigheid en een grotere deelneming voor ontwikkelingslanden (de zogenaamde 'machtigingsclausule').

De Europese Gemeenschap was de eerste om het SAP in 1971 ten uitvoer te leggen. Sindsdien is het SAP sterk veranderd. Om het stelsel regelmatig aan de veranderende omgeving van het multilaterale handelssysteem aan te passen, werd besloten het volgens tienjarige cycli ten uitvoer te leggen. De huidige cyclus is in 2006 begonnen en loopt in 2015 af. Het SAP wordt ten uitvoer gelegd door middel van opeenvolgende verordeningen die drie jaar gelden, zodat het regelmatig kan worden bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van de desbetreffende handelsgegevens. Het huidige SAP is opgezet bij Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad i (de SAP-verordening), die op 1 januari 2009 in werking is getreden en op 31 december 2011 afloopt. Op 26 mei 2010 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd om de geldigheidsduur van deze verordening tot 31 december 2013 te verlengen om de nodige tijd te hebben om de herziening van het SAP voor te bereiden. Het voorstel werd op dezelfde datum bij de Raad en het Europees Parlement ingediend i .

Het SAP omvat drie regelingen: de algemene regeling, de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (hierna SAP+ genoemd) en het EBA-initiatief (Everything But Arms).

2.

HET SAP+


De SAP+-regeling biedt extra tariefverlagingen bovenop de reeds in het kader van het algemene SAP beschikbare tariefverlagingen voor een geselecteerde groep ontwikkelingslanden die kwetsbaar zijn als gevolg van onvoldoende diversificatie in hun verhandelde goederen en onvoldoende integratie in het internationale handelssysteem. Om voor SAP+ in aanmerking te komen, moeten ze bepaalde fundamentele verdragen inzake mensen- en arbeidsrechten, milieu en goed bestuur ratificeren en ten uitvoer leggen. SAP+ is bedoeld om verdere economische groei te stimuleren en aldus positief op de behoefte aan duurzame ontwikkeling in te spelen.

In overeenstemming met de criteria om voor SAP+ in aanmerking te komen, zoals vastgelegd in artikel 8, lid 1, van de SAP-verordening, kunnen preferenties in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur worden toegekend aan een land dat:

- alle in bijlage III vermelde verdragen heeft geratificeerd en daadwerkelijk ten uitvoer heeft gelegd, en

- zich ertoe verplicht de ratificatie van de verdragen en de desbetreffende uitvoeringswetten en -maatregelen niet ongedaan te maken, en toestaat dat regelmatig toezicht op en evaluatie van zijn staat van dienst ter zake plaatsvindt overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van de verdragen die het heeft geratificeerd, en

- als een kwetsbaar land wordt beschouwd.

De kwetsbaarheidscriteria zijn vastgelegd in artikel 8, lid 2, van de SAP-verordening. Een kwetsbaar land is een land:

- dat door de Wereldbank gedurende drie opeenvolgende jaren niet als hoge-inkomensland is ingedeeld en waarvan de vijf grootste afdelingen van zijn onder het SAP vallende invoer in de EU meer dan 75% van de waarde van zijn totale onder het SAP vallende invoer in de EU vertegenwoordigen, en

- waarvan de onder het SAP vallende invoer in de EU minder dan 1% van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer in de EU vertegenwoordigt.

De SAP+-regeling werd toegestaan als een land of gebied per 31 oktober 2008 of per 30 april 2010 een verzoek had ingediend om daarvoor in aanmerking te worden genomen en als na onderzoek van het verzoek is gebleken dat het verzoekende land of gebied aan de voorwaarden voldeed.

3.

STAND VAN ZAKEN


Volgens artikel 8, lid 3, van de SAP-verordening, moet de Commissie, vóór afloop van de periode waarin deze verordening van toepassing is en tijdig voor de besprekingen over de volgende verordening, bij de Raad een verslag indienen over de stand van zaken van de ratificatie van de in bijlage III opgenomen verdragen, almede over de door de betrokken toezichthoudende instanties gedane aanbevelingen.

Dit verslag geeft de stand weer van de ratificatie en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de in bijlage III opgenomen verdragen door 16 SAP+-begunstigde landen: Armenië, Azerbeidzjan, Bolivia, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Georgië, Guatemala, Honduras, Mongolië, Nicaragua, Paraguay, Peru en Sri Lanka.

Op 9 december 2008 heeft de Commissie een beschikking i tot vaststelling van een lijst van SAP+-begunstigde landen vastgesteld. De SAP+-regeling werd toegekend aan de landen die aan de in de SAP-verordening vastgestelde vereisten voldeden. Deze lijst omvat de volgende 16 landen: Armenië, Azerbeidzjan, Bolivia, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Georgië, Guatemala, Honduras, Mongolië, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Sri Lanka en Venezuela.

Vergeleken met de vorige SAP+-regeling voor de jaren 2006-2008 i genoten drie nieuwe landen SAP+-preferenties: Armenië, Azerbeidzjan en Paraguay. Moldavië en Venezuela waren niet langer begunstigd. In maart 2008 werd Moldavië van de lijst van begunstigde landen geschrapt omdat het in het kader van een afzonderlijk EU-rechtsinstrument autonome preferenties kreeg toegekend. In augustus 2009 werd Venezuela van de lijst van begunstigde landen geschrapt i omdat dit land het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie niet had geratificeerd.

Panama diende voor de uiterste termijn van 31 oktober 2008 geen SAP+-verzoek in en profiteerde daarom tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2010 niet van de SAP+-regeling.[6]

Per 16 augustus 2010 werd de SAP+-regeling tijdelijk ingetrokken voor Sri Lanka (zie voor nadere informatie het punt over de verdragen inzake mensenrechten).

4.

A. Stand van de ratificatie


Alle begunstigde landen hebben alle in bijlage III van de SAP-verordening opgenomen verdragen geratificeerd.

5.

B. Stand van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging


Overeenkomstig artikel 8, lid 3, van de SAP-verordening evalueert de Commissie voortdurend de stand van de ratificatie en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van SAP+-verdragen door de beschikbare informatie van de betrokken toezichthoudende instanties te bestuderen. Van de Commissie wordt verwacht dat zij toeziet op de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de internationale verdragen in overeenstemming met de uitvoeringsregelingen daarvan. De evaluatie van de naleving van de vereisten van het stelsel is dan ook gebaseerd op verslagen en opmerkingen van de toezichthoudende instanties van relevante internationale organisaties.

Dit verslag biedt een algemeen overzicht van de bevindingen van de toezichthoudende instanties. De gedetailleerde aanbevelingen van de toezichthoudende instanties van de VN en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en van andere comités die zich met naleving en tenuitvoerlegging bezighouden, zijn opgenomen in bijlage IV bij het begeleidend document bij het SAP+-verslag. Het toezicht werd vooral toegespitst op de veranderde situatie vergeleken met het voorgaande verslag.

6.

Verdragen inzake mensenrechten


De begunstigde landen voldoen in het algemeen aan de vereisten inzake de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de verdragen inzake mensenrechten. De meeste landen rapporteerden echter met vertraging bij de toezichthoudende VN-instanties. Niettemin noteerden deze instanties een aantal positieve ontwikkelingen, waaronder met het oog op de tenuitvoerlegging van de verdragen vastgestelde wetgevings- en beleidsmaatregelen. De toezichthoudende instanties verheugden zich over deze positieve ontwikkelingen en bevolen aan grotere inspanningen te leveren om de nationale wetgeving geheel in overeenstemming te brengen met de desbetreffende verdragen.

Tegelijkertijd vestigden de toezichthoudende instanties de aandacht op een aantal tekortkomingen in de aanpassing van de wetgeving aan de verdragen en aan de tenuitvoerlegging ervan in de praktijk. In dit licht keurden de toezichthoudende instanties aanbevelingen goed voor door de begunstigde landen te nemen aanvullende maatregelen. De Commissie voert bilaterale dialogen (zie voor nadere informatie het punt over de SAP+-dialoog) om nauw toe te zien op de door de begunstigde landen gemaakte vooruitgang op weg naar de naleving van de vereisten van de verdragen en om latere processen te katalyseren. Indien gerechtvaardigd zullen maatregelen worden genomen, zoals in het geval van Sri Lanka is gebeurd.

In 2008 bleek uit informatie die de Europese Commissie heeft ontvangen, waaronder openbare rapporten en verklaringen uit VN-bronnen en informatie uit andere relevante bronnen, waaronder niet-gouvernementele organisaties, dat de nationale wetgeving van Sri Lanka waarin internationale verdragen inzake mensenrechten zijn opgenomen, met name het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing en het Verdrag inzake de rechten van het kind, niet daadwerkelijk ten uitvoer werd gelegd. In oktober 2008 heeft de Commissie een onderzoek ingeleid i. Het onderzoek was gebaseerd op extern deskundigenadvies en de conclusie luidde dat Sri Lanka deze drie verdragen niet daadwerkelijk ten uitvoer legde. Op 15 februari 2010 heeft de Raad van de Europese Unie besloten de preferentiële SAP+-tariefvoordelen voor Sri Lanka tijdelijk in te trekken i. De bijzondere stimuleringsregeling voor producten van oorsprong uit Sri Lanka moet opnieuw worden ingesteld als de redenen die aan de tijdelijke intrekking ten grondslag liggen, niet langer van toepassing zijn. De EU is er verder toe verplicht SAP+ aan te wenden als een stimulans om verbeteringen in de mensenrechtensituatie in Sri Lanka te ondersteunen. De tijdelijke intrekking is op 16 augustus 2010 in werking getreden.

7.

Verdragen inzake arbeidsrechten


De begunstigde landen voldoen in het algemeen aan de vereisten inzake de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van fundamentele IAO-arbeidsnormen, zoals vastgesteld in de fundamentele IAO-verdragen. Toezichthoudende instanties van de IAO hebben echter tekortkomingen geconstateerd bij de tenuitvoerlegging van sommige verdragen, vooral van verdragen nr. 87 en 98, maar ook van nr. 100, 111, 138 en 182. Ongeacht deze problemen erkennen de toezichthoudende instanties de constructieve houding van de begunstigde landen tijdens het toezicht en staan zij positief tegenover de maatregelen die deze landen nemen om de situatie te verbeteren. De Commissie voert bilaterale dialogen (zie voor nadere informatie het punt over de SAP+-dialoog) om nauw toe te zien op de door de begunstigde landen geboekte vooruitgang op weg naar de naleving van de vereisten van de verdragen, en de dialogen kunnen latere processen katalyseren. Indien nodig zullen maatregelen worden genomen.

Op 31 maart 2008 heeft de Commissie een onderzoek ingeleid i om na te gaan of IAO-verdrag nr. 87 nog steeds in de nationale wetgeving van El Salvador was opgenomen en of die wetgeving daadwerkelijk ten uitvoer werd gelegd. Overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de SAP-verordening heeft de Commissie, in overeenstemming met de in artikel 27, lid 5, van de verordening bedoelde procedure, besloten dat de bevindingen van het onderzoek geen tijdelijke intrekking van de bijzondere stimuleringsregeling rechtvaardigden. Het onderzoek werd daarom stopgezet.

8.

Verdragen inzake milieubescherming en goed bestuur


Volgens door de toezichthoudende instanties opgestelde rapporten was de naleving van de verdragen inzake milieu en goed bestuur in het algemeen bevredigend. De toezichthoudende instanties hebben een aantal positieve ontwikkelingen in de loop van de rapportageperiode gemeld, waaronder vooruitgang bij de handhaving van een aantal verdragen. Er zijn echter nog steeds tekortkomingen wat de rapportageverplichtingen betreft. Ook hier voert de Commissie bilaterale dialogen (zie het volgende punt) om nauw toe te zien op de door de begunstigde landen gemaakte vooruitgang op weg naar de naleving van de vereisten van de verdragen en om latere processen te katalyseren. Indien nodig zullen maatregelen worden genomen.

SAP+-dialoog

Daar het SAP+-stelsel voor begunstigde landen als stimulans dient om de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van relevante verdragen te bevorderen, heeft de Commissie in 2009 een aantal bilaterale dialogen met afzonderlijke SAP-begunstigde landen opgezet, met name op gebieden waar bij het internationale toezicht problemen werden geconstateerd en waar deze dialoog het best kan bijdragen aan verbeteringen in de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van SAP+-verdragen. Alle regeringen van SAP+-begunstigde landen hebben hierop positief gereageerd en hebben vooral de informele, constructieve en resultaatgerichte aanpak gewaardeerd.

De Commissie is voornemens haar bilaterale dialoog met afzonderlijke SAP+-begunstigde landen voort te zetten en zo nodig te intensiveren, teneinde de huidige geleidelijke verbetering in de tenuitvoerlegging van SAP+-verdragen aan te moedigen.
SAP+-regeling weer vanaf 1 juli 2010 ingevolge Besluit 2010/318/EU van de Commissie van 9 juni 2010 betreffende de begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur voor de periode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 142 van 10.6.2010, blz. 10).