Toelichting bij COM(2011)313 - Sluiting van een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden bij de visserijovereenkomst met Marokko

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op basis van het mandaat van de Raad i, heeft de Europese Commissie met het Koninkrijk Marokko onderhandeld met het oog op de verlenging met één jaar van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko van 22 mei 2006. Ter afronding van deze onderhandelingen is op 25 februari 2011 een protocol ter verlenging van het oorspronkelijke protocol geparafeerd. Dat protocol dekt de periode van 28 februari 2011 tot en met 27 februari 2012, aangezien het geldende protocol op 27 februari 2011 is verstreken.

De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van het protocol, alsmede de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten van de EU.

Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie vooraf en een evaluatie achteraf door onafhankelijke deskundigen, alsmede op een gezamenlijke evaluatie van de wetenschappelijke gegevens over de staat van de bestanden.

Het voornaamste doel van het protocol is om de aan de vaartuigen van de Europese Unie geboden vangstmogelijkheden vast te stellen op basis van het beschikbare overschot, alsmede de financiële tegenprestatie voor, afzonderlijk, de toegangsrechten en de ondersteuning van de sector.

Het algemene doel is de samenwerking tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko voort te zetten en daartoe, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader in te stellen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Marokkaanse visserijzones.

Beide partijen hebben het nieuwe protocol nodig geacht om het partnerschap en de samenwerking in de visserijsector te versterken met gebruikmaking van alle beschikbare financieringsinstrumenten. Hiertoe wordt eraan herinnerd dat een situatie moet worden geschapen die gunstig is voor de ontwikkeling van de investeringen in deze sector en voor het beter benutten van de productie van de kleinschalige visserij.

De in het protocol bedoelde financiële tegenprestatie van in totaal 36 100 000 euro is gebaseerd op: a) maximaal 119 visvergunningen voor vaartuigen van de EU in de visserijtakken kleinschalige, demersale en tonijnvisserij, alsmede een maximaal vangstquotum van 60 000 ton in de categorie industriële pelagische visserij, en b) steun voor de ontwikkeling van het visserijbeleid van het Koninkrijk Marokko ten bedrage van 13 500 000 euro. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale visserijbeleid.

Meer in het bijzonder worden in het protocol, evenals in zijn voorganger, de vangstmogelijkheden voor de zes volgende visserijtakken vastgesteld:

- pelagische visserij in het noorden: 20 zegenvisserijvaartuigen,

- kleinschalige visserij in het noorden: 30 vaartuigen voor de visserij met de grondbeug,

- kleinschalige visserij in het zuiden: 20 vaartuigen,

- demersale visserij: 22 vaartuigen,

- tonijnvisserij: 27 vaartuigen,

- industriële pelagische visserij: 60 000 ton aan vangsten.

De Commissie stelt op grond hiervan voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, bij besluit het nieuwe protocol goedkeurt.