Toelichting bij COM(2011)399 - Achtste jaarverslag handelsbeschermende maatregelen van derde landen tegen de EU - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2011)399 - Achtste jaarverslag handelsbeschermende maatregelen van derde landen tegen de EU. |
---|---|
bron | COM(2011)399 |
datum | 04-07-2011 |
/* COM/2011/0399 definitief */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE ACHTSTE JAARVERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT__OVERZICHT VAN HANDELSBESCHERMENDE MAATREGELEN VAN DERDE LANDEN TEGEN DE EUROPESE UNIE___(STATISTIEKEN TOT EN MET 31 DECEMBER 2010 MAAR COMMENTAAR OVER ZAKEN EN TEKST BIJGEWERKT TOT MAART 2011)_
Samenvatting
In 2010 heeft de Europese Commissie intensief toezicht uitgeoefend gezien het ongekend hoge aantal onderzoeken die in 2009, in de context van de economische wereldcrisis, zijn geopend.
Aan diverse EU-bedrijfstakken die met deze onderzoeken te maken hadden, werd individuele bijstand verleend en vaak moest worden ingegrepen om te verhinderen dat de toegang van de EU tot buitenlandse markten onrechtmatig door ongegronde maatregelen werd beperkt. In crisistijden worden de EU-exporteurs namelijk geconfronteerd met handelsbeschermende maatregelen die soms worden ingezet om de binnenlandse industrie in het land van invoer tegen buitenlandse concurrentie te beschermen.
Het optreden van de EU was positief aangezien vele onderzoeken niet tot maatregelen hebben geleid. Eind 2010 heeft het aantal geldende maatregelen tegen de EU zijn laagste niveau sinds jaren bereikt. Het optreden van de Commissie leidde dus vaak tot positieve resultaten en dit is bemoedigend.
Helaas konden niet alle problemen worden opgelost. In 2010 werden nog steeds vrij veel nieuwe onderzoeken begonnen en ze waren ook ingewikkelder. En ondanks een aantal verbeteringen konden enkele zwakke punten die in vorige verslagen werden vastgesteld nog steeds niet worden verholpen, zoals zwakke normen voor de inleiding van procedures en voor de onderzoeken, gebrek aan transparantie en misbruik van vrijwaringsmaatregelen.
De Commissie heeft nieuwe instrumenten ontwikkeld om de EU-bedrijfstakken bij te staan –een handleiding voor EU-exporteurs en een nieuwe en gebruiksvriendelijkere website – en zij zal voor een voorzichtig en gedisciplineerd gebruik van handelsbeschermende maatregelen blijven pleiten om vrije en eerlijke handel wereldwijd te bevorderen.
Inhoudsopgave
- Inleiding
- ALGEMENE TENDENSEN
- ONOPGELOSTE PROBLEMEN
- Niet-nakoming van WTO-verplichtingen
- Onjuiste toepassing van de instrumenten
- Misbruik van de vertrouwelijkheidsregels
- Onnodig beroep op vrijwaringsmaatregelen
- BELANGRIJKSTE VORDERINGEN
- Successen
- Turkije
- De Golfstaten
- Mexico
- Canada
- Marokko
- Israël
- Oekraïne
- CONCLUSIE
In de verslagen van voorgaande jaren werd erop gewezen dat sinds het begin van de economische wereldcrisis derde landen zich steeds vaker van handelsbeschermende maatregelen bedienen, wat in 2009 resulteerde in een ongekend aantal nieuwe opgelegde maatregelen en nieuwe onderzoeken, met name vrijwaringsmaatregelen. Gevreesd werd dat de nieuwe onderzoeken zouden leiden tot nog meer nieuwe maatregelen in 2010. Deze trend was zorgwekkend omdat diverse overheden heel vaak voor handelsbeschermende maatregelen bleken te kiezen om hun binnenlandse industrie tegen concurrentie uit het buitenland te beschermen.
De Commissie was derhalve genoopt haar ingrepen en bijstand ten behoeve van de betrokken EU-exporteurs uit te breiden. Een aantal politieke maatregelen waren eveneens noodzakelijk om te voorkomen dat van de toepassing van de geldende regels werd afgeweken. Zoals verder in het verslag wordt toegelicht, waren deze inspanningen niet tevergeefs. Vele onderzoeken die in 2009 werden geopend – vaak op een twijfelachtige basis – hebben niet tot maatregelen geleid, en eind 2010 was het aantal geldende maatregelen tegen de EU het laagst sinds jaren.
Ondanks deze zeer positieve ontwikkeling bleef het aantal nieuwe antidumpingonderzoeken in 2010 hoog en bestaan de problemen die in het verleden zijn vastgesteld (gebrek aan transparantie, zwakke normen voor het inleiden van procedures en oneigenlijk gebruik van de instrumenten) nog steeds. Terwijl sommige landen hun normen hebben verbeterd, is er bij andere landen sprake van achteruitgang en een aanzienlijke afwijking van de normen.
Dit verslag beschrijft algemene tendensen, de onderkende problemen en de geconstateerde verbeteringen. Het geeft in de bijlage ook een gedetailleerde analyse van de tendensen en specifieke zaken van de belangrijkste landen die van het instrument gebruikmaakten.
Hoewel het aantal nieuwe onderzoeken in 2010 daalde in vergelijking met 2009, ging het nog steeds om een aanzienlijk aantal en werden de nieuwe zaken steeds ingewikkelder. Het aantal nieuwe onderzoeken nam af van 45 in 2009 tot 39 in 2010, grotendeels als gevolg van een aanzienlijke daling van het extreem hoge aantal in 2009 geopende vrijwaringsonderzoeken (van 31 naar 18). Omdat vrijwaringsonderzoeken erga omnes zijn, hebben niet al deze onderzoeken gevolgen voor de EU-uitvoer. Daarentegen gaf het aantal nieuwe antidumpingonderzoeken een stijging te zien van 13 in 2009 naar 20 in 2010. De overgang van vrijwarings- naar antidumpingmaatregelen is een positieve ontwikkeling, omdat antidumpingmaatregelen zich uitsluitend richten op oneerlijke handelspraktijken met een specifieke oorsprong, terwijl vrijwaringsmaatregelen gevolgen hebben voor de invoer zonder dat met de handels- en oorsprongsvoorwaarden rekening wordt gehouden. Het aantal nieuwe onderzoeken inzake compenserende maatregelen bleef ongewijzigd.
In 2010 werden 15 nieuwe maatregelen ingesteld, tegenover 33 in 2009. Van de 12 landen die in 2010 maatregelen tegen de EU instelden, nam China het grootste aandeel voor zijn rekening (20% van het totaal). Vergeleken met vorig jaar daalde het aantal nieuwe vrijwarings- en antidumpingmaatregelen respectievelijk van 15 naar 7 en van 18 naar 8. Net als in 2008 en 2009 werd er in 2010 geen nieuwe compenserende maatregel ingesteld.
Het aantal geldende maatregelen tegen de EU (tegen de EU als zodanig of tegen afzonderlijke lidstaten) bedroeg eind 2010 123, het laagste aantal sinds jaren. In 2009 waren er 136 maatregelen van kracht, vergeleken met de piek van 185 in 2004. Dit is een positieve ontwikkeling, vooral gezien het feit dat in 2009 een aanzienlijk aantal nieuwe onderzoeken werd geopend (45) en verwacht werd dat vele daarvan tot meer maatregelen in het daaropvolgende jaar zouden leiden. Hoewel daarmee sprake is van een bemoedigende trend, waren die nieuwe onderzoeken vaak noch voldoende onderbouwd, noch wettelijk gerechtvaardigd en hadden zij dus niet geopend moeten worden. En ook al werden geen maatregelen opgelegd, verstoorden de onderzoeken toch de handelsstromen doordat ze voor een onzeker ondernemingsklimaat zorgden en onnodig extra druk uitoefenden op ondernemingen die al onder de economische crisis gebukt gingen.
De vaakst gehanteerde maatregelen zijn antidumpingmaatregelen (88 tegenover 93 in 2009), gevolgd door vrijwaringsmaatregelen (30 tegenover 37 in 2009) en antisubsidiemaatregelen (4 tegenover 6 in 2009). De VS blijft ook in 2010 het land met het hoogste aantal geldende maatregelen tegen de EU (24), ondanks het feit dat de laatste twee jaar geen nieuwe maatregelen zijn ingevoerd. China (14 geldende maatregelen), dat in 2010 bijzonder actief was, schoof op van de derde naar de tweede plaats, waarmee een trend werd bevestigd die in vorige verslagen is vastgesteld. India en Turkije staan op een gedeelde derde plaats (13 geldende maatregelen). Andere landen die veel maatregelen instellen, zijn Brazilië, Argentinië en Mexico (9 en 5 geldende maatregelen).
Het ingrijpen van de Commissie heeft bijgedragen aan de beëindiging van enkele twijfelachtige onderzoeken die onder druk van de economische wereldcrisis in 2009 werden geopend, en had in sommige gevallen ook tot een positief resultaat voor EU-exporteurs. De in het verleden geconstateerde problemen bestaan echter nog steeds en in 2010 zijn er nog problemen bijgekomen, zoals het feit dat aan de bevindingen van WTO-panels geen gevolg is gegeven, onjuiste toepassing van instrumenten en een buitensporig gebruik van vrijwaringsmaatregelen.
In twee WTO-zaken (DS294 en DS350) heeft de EU succesvol aangetoond dat een groot aantal geldende antidumpingrechten van de VS ten aanzien van EU-uitvoer ofwel onterecht ofwel ongepast hoog zijn als gevolg van zeroing. De VS heeft zeroing afgeschaft bij vergelijkingen van gewogen gemiddelde waarden, maar heeft eerder geweigerd zijn praktijk te veranderen bij voor het eerst ingestelde onderzoeken, waarbij de meeste rechten worden geïnd. Om aan zijn WTO-verplichtingen te voldoen, zou de VS zijn praktijk bij nieuwe onderzoeken moeten wijzigen en de dumpingmarges voor een aantal nieuwe maatregelen opnieuw moeten berekenen, alsook teveel betaalde rechten die na het verstrijken van de uitvoeringstermijn werden geïnd, moeten terugbetalen.
Ondanks herhaaldelijke veroordelingen door de relevante WTO-organen en het voorgelegde overtuigende bewijsmateriaal zijn de VS hun internationale verplichtingen tot dusver niet nagekomen. Als positieve stap op weg naar de uitvoering van de desbetreffende WTO-uitspraken heeft de VS op 28 december 2010 een voorstel bekengemaakt tot invoering van een nieuwe methode om een einde te maken aan zeroing bij nieuwe onderzoeken. Zowel de voorgestelde methode als de termijn voor de beoogde veranderingen blijven echter onduidelijk. Bovendien heeft de VS tot dusver geweigerd in beide WTO-zaken teveel betaalde rechten die na afloop van de uitvoeringsperiode werden geïnd, terug te betalen. Indien de VS niet aan zijn verplichtingen voldoet, moet op 15 september 2011 een scheidsrechterlijke uitspraak over een mogelijk sanctiebedrag worden gedaan. In een andere zaak (TKAST) was de VS niet bereid een rekenfout te corrigeren en de antidumpingmaatregel in te trekken.
Zoals vermeld in het verslag van vorig jaar zijn na de instelling van antidumpingmaatregelen door de Europese Commissie onderzoeken in verband met soortgelijke producten geopend door het land waartegen die maatregelen gericht waren. Deze tendens zette zich in 2010 voort, nu ook in verband met de keuze van het instrument of de criteria die bij de instelling van maatregelen worden gehanteerd. Zo is de EU geconfronteerd met een antisubsidieonderzoek en de instelling van maatregelen op basis van dreigende schade binnen een ander onderzoek, kort nadat zij hetzelfde instrument/dezelfde criteria tegen dat land had ingezet. Er kan in dergelijke gevallen moeilijk vanuit worden gegaan dat dit puur toeval is.
In dit soort zaken is steeds sprake van hetzelfde patroon: zeer zwakke normen bij het inleiden van procedures (vaak gepaarde met een gebrekkige transparantie als gevolg van misbruik van de vertrouwelijkheidsregels), en geen bewijsmateriaal voor schade. De Commissie heeft in dergelijke gevallen actief ingegrepen en is vastbesloten om bij deze onderzoeken nog nauwlettender op de naleving van de WTO-voorschriften toe te zien.
In onderzoeken inzake handelsbescherming zijn tekortkomingen bij de bekendmaking van voldoende gedetailleerde gegevens op het gebied van vertrouwelijkheid een terugkerend probleem. Dit is vooral betreurenswaardig omdat het belanghebbenden hun legitieme recht van verweer ontneemt. Hoewel de vertrouwelijkheidsregels noodzakelijk zijn om de belangen van de medewerkende partijen te beschermen, kan er zeer vaak misbruik van worden gemaakt, zodat de openbare versies van verzoeken en/of openbare bekendmakingen van voorlopige of definitieve conclusies vaak een redelijk inzicht in de zaak onmogelijk maken.
Overeenkomstig de toepasselijke voorschriften moet in geval van vertrouwelijke gegevens een relevante samenvatting worden gemaakt en is het aan de met het onderzoek belaste autoriteiten om de belanghebbenden te verzoeken vertrouwelijke informatie voor de levering van deze samenvattingen te verstrekken. In verschillende landen komen de met het onderzoek belaste autoriteiten deze verplichting helaas niet na, waardoor ze het recht van verweer van de betrokken EU-exporteurs belemmeren.
In 2009 nam het gebruik van vrijwaringsmaatregelen explosief toe, een ontwikkeling die samenviel met de economische wereldcrisis. In dat jaar had meer dan twee derde van alle nieuwe onderzoeken en bijna de helft van alle nieuwe maatregelen betrekking op vrijwaringsmaatregelen. In 2010 was er sprake van een dalende tendens, wat een zeer goed teken is.
Het probleem dat er onnodig een beroep op vrijwaringsmaatregelen wordt gedaan, bestaat echter nog steeds. Bepaalde landen maakten van dit instrument zeer veelvuldig gebruik en deden een beroep op vrijwaringsmaatregelen onder omstandigheden die eerder een gerichte actie tegen invoer met dumping uit een specifiek land rechtvaardigden. Hoewel de WTO-jurisprudentie beklemtoont dat voor de instelling van vrijwaringsmaatregelen aan hoge eisen moet worden voldaan, worden deze maatregelen nog steeds te vaak als een gemakkelijk in te zetten instrument beschouwd.
Vrijwaringsmaatregelen zorgen, gezien het erga omnes-karakter ervan (maatregelen worden ingesteld ten aanzien van alle landen van oorsprong), voor allerlei bijkomende schade. Zelfs landen van uitvoer die de binnenlandse industrie op geen enkele manier schade toebrengen (bijvoorbeeld omdat zij veel hogere prijzen hanteren dan de binnenlandse industrie) worden door de maatregelen getroffen.
De Europese Commissie is in vele gevallen tussenbeide gekomen om tekortkomingen in vrijwaringsonderzoeken onder de aandacht te brengen. Als gevolg daarvan werden in sommige zaken de maatregelen zelf of het negatieve effect ervan op de EU-uitvoer vermeden.
Ten aanzien van door derde landen ingeleide procedures heeft de Commissie tot taak toezicht op onderzoeken uit te oefenen, maar ook advies en bijstand aan de betrokken Europese exporteurs te verlenen. De Commissie neemt rechtstreeks contact op met de autoriteiten van derde landen, zowel bij specifieke gevallen met het oog op de ondersteuning van de betrokken ondernemingen als bij systematische kwesties om in het algemeen te bevorderen dat handelspartners zich terughoudendheid opstellen. De Commissie organiseert ook gespecialiseerde seminars over handelsbescherming voor functionarissen uit derde landen om in de gehele handelsgemeenschap goede praktijken uit te wisselen en te bevorderen.
Hoewel het niet altijd eenvoudig is om de resultaten op dit vlak te meten, heeft het ingrijpen van de Commissie vruchten afgeworpen, en in een aantal gevallen was het resultaat voor de bedrijven gunstiger dan het zonder het ingrijpen van de Commissie zou zijn geweest. Het feit dat veel van de talrijke onderzoeken die in 2009 werden geopend, niet zijn uitgemond in maatregelen, kan ten minste voor een deel aan het optreden van de Commissie worden toegeschreven. Met name de volgende successen dienen te worden belicht:
Handleiding voor EU-exporteurs, informatiebladen en een nieuwe website
Exportondernemingen in de EU weten heel vaak niet hoe te reageren op door derde landen geopende handelsbeschermingsonderzoeken. Het is echter van cruciaal belang dat deze ondernemingen zich bewust zijn van hun rechten en plichten, alvorens te besluiten om al dan niet aan de onderzoeken mee te werken, en ook om de kosten-baten van medewerking in te schatten. Daartoe stelde de Commissie in 2011 een handleiding voor EU-exporteurs op, alsmede informatiebladen waarin de voornaamste kenmerken zijn samengevat van handelsbeschermende maatregelen die de belangrijkste landen die van deze instrumenten gebruikmaakten tegen de EU hebben ingesteld.
In de handleiding voor EU-exporteurs worden de belangrijkste concepten van handelsbescherming, alsmede de relevante procedurele stappen toegelicht. De handleiding bevat advies over de wijze waarop gereageerd kan worden op handelsbeschermingsonderzoeken die door handelspartners van de EU zijn geopend. Zo worden de rechten en plichten van exporteurs toegelicht, alsmede de voordelen van medewerking met de autoriteiten die met het onderzoek zijn belast, en er wordt een omschrijving gegeven van de rol van de verschillende partijen, met inbegrip van de Commissie. Deze handleiding is online beschikbaar en in alle EU-talen vertaald.
De Commissie heeft ook informatiebladen over de voornaamste gebruikers van handelsbeschermende maatregelen tegen de EU opgesteld. In deze informatiebladen wordt per land beknopte informatie gegeven, zoals naam en adres van de met het onderzoek belaste autoriteiten, periode van het onderzoek, opmerkingen over controles ter plaatse, specifieke onderzoeksnormen (zoals de regel van het laagste recht en de toets van het algemeen belang), hearings, wettelijke vertegenwoordiging en andere belangrijke kwesties. Deze informatiebladen zijn eveneens online beschikbaar.
Tot slot heeft de Commissie een nieuwe gebruiksvriendelijkere website opgezet waar basisinformatie over handelsbeschermende maatregelen, statistieken inzake lopende onderzoeken en geldende maatregelen, alsmede de jaarverslagen voor iedereen gemakkelijk toegankelijk zijn.
Turkije maakte aanvankelijk zeer vaak gebruik van vrijwaringsmaatregelen en de Commissie heeft actief ingegrepen om de tekortkomingen van de desbetreffende onderzoeken en de daaruit voortvloeiende maatregelen onder de aandacht te brengen. Uit de recentste ontwikkelingen kan echter worden afgeleid dat Turkije iets minder van vrijwaringsmaatregelen gebruikmaakt. De Commissie blijft echter uiterste waakzaamheid betrachten aangezien er tekenen zijn die wijzen op nieuwe vrijwaringsactiviteiten (met name nieuw onderzoek van bestaande vrijwaringsmaatregelen) in 2011.
In het jaarverslag van vorig jaar werd vermeld dat de Samenwerkingsraad van de Golf twee vrijwaringsonderzoeken heeft geopend betreffende de invoer van papier en karton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, op rollen of in bladen, en van stalen profielen, buizen en balken. De Commissie heeft formeel haar bezorgdheid geuit over het gebrek aan transparantie en objectiviteit bij de analyse van de schade en over de tekortkomingen bij de analyse van het oorzakelijk verband die de onderzoeksautoriteiten in deze beide zaken hadden uitgevoerd. Beide onderzoeken werden in 2010 zonder maatregelen beëindigd.
Het in juni 2009 begonnen nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de compenserende maatregelen inzake rundvlees werd in december 2010 beëindigd. De Commissie had uitvoerig informatie- en bewijsmateriaal verstrekt waaruit Mexico de conclusie kon trekken dat de EU na de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een netto-importeur van rundvlees werd en dat het dus niet aannemelijk was dat de schade zich na het vervallen van de maatregelen zou herhalen.
Het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op geraffineerde suiker afkomstig van de EU en het gelijktijdige nieuwe onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen tegen hetzelfde product uit Denemarken, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, werden in november 2010 beëindigd. Dit succes was het resultaat van uitgebreide gegevens en bewijzen die door de Europese Commissie waren overgelegd, op grond waarvan Canada kon concluderen dat na de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU de productiehoeveelheden waren verminderd en dat herhaling van de schade daarom onwaarschijnlijk was.
Marokko opende in juli 2010 een nieuw vrijwaringsonderzoek inzake invoer van machinaal vervaardigde tapijten. De betrokken bedrijfstak van de EU werkte mee met de autoriteiten die met het onderzoek waren belast en de Commissie heeft formeel gewezen op het volledig ontbreken van een oorzakelijk verband tussen EU-invoer en enigerlei door de binnenlandse bedrijfstak geleden schade. Het onderzoek werd in november 2010 beëindigd en er werden geen maatregelen ingesteld bij gebrek aan bewijsmateriaal.
In 2010 heeft de Commissie technische opmerkingen in het kader van individuele gevallen ingediend. Tegelijkertijd is van verschillende gelegenheden gebruikgemaakt om bij de Israëlische autoriteiten op hoger politiek niveau onder de aandacht te brengen dat alle door Israël geopende HBI-onderzoeken aanhoudende tekortkomingen vertonen. Het heeft ertoe geleid dat twee antidumpingonderzoeken inzake gerecycled golfkarton (containerboards) en wit papier zijn afgerond zonder dat er maatregelen werden ingesteld. Het antidumpingonderzoek inzake de invoer van rekfolie werd geschorst nadat met EU-exporteurs overeenstemming was bereikt over een prijsverbintenis. Ten slotte heeft Israël na herhaalde verzoeken van de Commissie officieel bevestigd dat het vrijwaringsonderzoek inzake invoer van stalen wapeningsstaven is beëindigd.
Oekraïne maakt de laatste tijd zeer veelvuldig gebruik van vrijwaringsmaatregelen. De Commissie heeft de activiteiten van Oekraïne actief gevolgd en er bij dit land op aangedrongen zich van vrijwaringsmaatregelen te onthouden als het gaat om schade veroorzakende invoer vanuit slechts één bron of vanuit een beperkt aantal specifieke bronnen, de analyseperiode te verlengen van één tot drie jaar en alvorens maatregelen vast te stellen goed over zijn nationale belang na te denken. Uiteindelijk heeft Oekraïne twee belangrijke vrijwaringsprocedures beëindigd zonder dat er maatregelen zijn ingesteld (ferrolegeringen en meststoffen) en ten aanzien van floatglas heeft het, behalve voorlopige maatregelen, definitieve maatregelen voor slechts tien dagen vastgesteld.
Het in 2010 uitgeoefende toezicht werd sterk beïnvloed door het hoge aantal nieuwe onderzoeken die in 2009 werden geopend, toen de gevolgen van de economische wereldcrisis voelbaar werden. Veel van deze onderzoeken werden in 2010 zonder maatregelen beëindigd, zodat het totale aantal geldende maatregelen afnam. Deze positieve trend is mede te danken aan de talrijke ingrepen van de Commissie.
Hoewel het aantal nieuwe onderzoeken in 2010 afnam, bleef het hoog. Terwijl veel minder gebruik werd gemaakt van vrijwaringsmaatregelen, is het aantal nieuwe antidumpingonderzoeken in 2010 niettemin opgelopen en zal dit waarschijnlijk leiden tot meer geldende maatregelen in 2011.
Ondanks gunstige trends in de cijfers blijft het toezicht van de Commissie in verband met handelsbeschermende maatregelen door derde landen van cruciaal belang, aangezien er in 2010 meer problemen zijn vastgesteld bij de aanwending van deze maatregelen door sommige landen. De Commissie is daarom in een groot aantal gevallen opgetreden om zo veel mogelijk te voorkomen dat van de WTO-regels wordt afgeweken. Vaak waren deze inspanningen succesvol en werden onderzoeken zonder maatregelen beëindigd ofwel benadeelden maatregelen de EU-uitvoer niet.
De Commissie is tevreden over de goede samenwerking die met de EU-lidstaten, de Europese verenigingen van producenten en de betrokken ondernemingen per geval is aangegaan. In dit kader vormen de door de Commissie ontwikkelde handleiding voor EU-exporteurs en de nieuwe website nuttige en krachtige instrumenten die het bedrijfsleven in de EU in staat stellen meer vat te krijgen op deze zeer technische materie. Voorts blijft de Commissie werken aan intensievere uitwisselingen met andere met onderzoeken belaste autoriteiten om de normen, de transparantie en de voorspelbaarheid bij de aanwending van handelsbeschermende maatregelen te verbeteren.