Toelichting bij COM(2011)416 - Gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Sinds 1970 is er een gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor visserij- en aquacultuurproducten. Het is één van de pijlers van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). De huidige rechtsgrondslag is de in 1999 goedgekeurde Verordening 104/2000. De hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid is een uitstekende gelegenheid om de doelstellingen en instrumenten van de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten onder de loep te nemen en eventueel te herzien.

Geconstateerde problemen en doelstellingen van de hervorming

Sinds 2008 verricht de Commissie uitgebreide evaluaties en raadplegingen om de doeltreffendheid van het huidige rechtskader te beoordelen, marktontwikkelingen en tendensen in de Unie in de afgelopen tien jaar te inventariseren en te analyseren en de standpunten van de betrokken partijen in te winnen.

Uit de analyses zijn vijf probleemgebieden naar voren gekomen, die als volgt kunnen worden samengevat.

De gemeenschappelijke marktordening van de Unie heeft niet in voldoende mate bijgedragen tot een duurzame productie: hoewel tal van visserijtakken in de Unie niet duurzaam worden geëxploiteerd, waren er tot voor kort slechts weinig marktpremies voor duurzame praktijken en was niet voorzien in marktsancties voor potentiële of daadwerkelijk niet-duurzame praktijken. Het huidige beleid heeft niet in voldoende mate de juiste beleidssignalen gegeven.

De marktpositie van de productie in de Unie is verslechterd. Producenten in de Unie hebben af te rekenen met beperkte of verminderde productiemogelijkheden (visserij en aquacultuur). Bovendien is de productie gefragmenteerd door het aantal soorten en aanvoer- en verkoopplaatsen, terwijl de vraag sterk geconcentreerd is. Voorts heeft de productie in de Unie te kampen met een gebrek aan concurrentievermogen op een steeds sterker geglobaliseerde markt.

We zijn er niet in geslaagd te anticiperen op marktschommelingen, noch deze te beheersen. De visserij wordt, meer dan andere voedselproductiesectoren, gekenmerkt door onzekerheid wat betreft de productievoorwaarden en de toegang tot de bestanden. Enerzijds is de aan vraagzijde verlangde omvang en kwaliteit van het aanbod in de Unie onvoorspelbaar. Anderzijds zijn er slechts weinig producenten in de Unie die bij hun productieplanning anticiperen op de marktvraag, wat tot sterke schommelingen van de prijzen bij eerste verkoop leidt.

Ons marktpotentieel is grotendeels onbenut: de toename van het verbruik in de hele Unie biedt concrete economische mogelijkheden voor de producenten in de Unie. De hele afzetketen heeft echter af te rekenen met hoge informatie- en transactiekosten. Voor de consument is het dan weer moeilijk om met de beperkte informatie een weloverwogen en verantwoorde keuze te maken.

De tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke marktordening wordt bemoeilijkt door een omslachtig en te complex kader.

Daarom staan in het voorstel voor een hervorming van de gemeenschappelijke marktordening de volgende doelstellingen centraal:

Versterking van marktstimulerende maatregelen ter ondersteuning van duurzame productiepraktijken: de producenten in de Unie (visserij en aquacultuur) die lid zijn van een producentenorganisatie spelen een cruciale rol in de productie, het dagelijkse beheer van de bestanden en marktaangelegenheden. Hun rol, verantwoordelijkheid en mandaat moeten worden herzien in het licht van de doelstellingen van de hervorming van het GVB, zodat productieactiviteiten op duurzaamheid worden gericht. Voorts is het dienstig ook rekening te houden met andere marktdeelnemers in de toeleverende sector en zo hun engagement en verantwoordelijkheid ten aanzien van de duurzaamheid van hun bevoorrading te versterken.

Verbetering van de marktpositie van de productie in de Unie: hiertoe dienen de onvolkomenheden van de markt, de hoge informatie- en transactiekosten en de organisatorische problemen te worden aangepakt, met name door zich te concentreren op de productieactiviteiten (bundeling van het aanbod en verbetering van de afzet bij eerste verkoop), de concurrentiepositie van de productie in de Unie te verhogen (kwaliteit, innovatie en meerwaarde), de onderhandelingspositie van de producenten te versterken en te zorgen voor een gelijk speelveld voor alle in de Unie afgezette producten.

Versterking van het verband tussen de productie in de Unie en de structurele veranderingen op de markt van de Unie en meer aandacht voor kortetermijnschommelingen in de strategieën van de producenten. Dit is bevorderlijk voor de ontwikkeling van de marktkennis en -analyses op het vlak van de vraag en het concurrerende aanbod. Dankzij een grotere transparantie in de afzetketen zouden vraag en aanbod beter op elkaar moeten kunnen worden afgestemd en zou de besluitvorming moeten verbeteren. De volatiliteit van de prijzen bij eerste verkoop kan worden beperkt door de voorwaarden voor de afzet van de producten van producentenorganisaties te verbeteren en ervoor te zorgen dat de productie wordt gepland en wordt afgestemd op de vraag wat betreft kwaliteit, hoeveelheid en aanbiedingsvorm.

Versterking van het marktpotentieel van producten in de Unie: met name door een gebrek aan informatie is de werking van de interne markt voor visserij- en aquacultuurproducten niet optimaal. De comparatieve voordelen van de productie in de Unie (versheid, lokale oorsprong, variëteit, enz.) zouden beter kunnen worden benut door meer aandacht te besteden aan differentiatie en merchandising. Bovendien hebben consumenten in de Unie recht op nauwkeuriger en betrouwbaarder informatie, zodat hun vertrouwen in visserij- en aquacultuurproducten wordt versterkt.

Ondersteuning van een beter bestuur, vermindering van de administratieve rompslomp en vereenvoudiging van het rechtskader: de bestaande bepalingen en instrumenten moeten worden herzien, vereenvoudigd en verduidelijkt en de gemeenschappelijke marktordening moet worden ondersteund door een nieuw financieel fonds in het kader van het hervormde GVB.

Interactie met de hervorming van het GVB

Het hoofddoel van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid is de bevordering van het duurzame beheer van visbestanden dankzij een economisch rendabele sector, die meer bevoegdheden voor zelfbeheer moet krijgen. Uit de effectbeoordeling van het GVB is gebleken dat, gelet op de nieuwe doelstellingen en instrumenten van het GVB, een verreikende hervorming van de gemeenschappelijke marktordening noodzakelijk is: marktgerichte instrumenten moeten direct of indirect bijdragen tot de verwezenlijking van de belangrijkste GVB-doelstellingen.

Teneinde overbevissing en niet-duurzame praktijken aan te pakken, en af te stappen van uitsluitend op hoeveelheden gebaseerde productiestrategieën, zal de nieuwe gemeenschappelijke marktordening gericht zijn op de ondersteuning van:

versterking van producentenorganisaties en gezamenlijk beheer van toegangsrechten en productie- en afzetactiviteiten;

marktmaatregelen waarmee de onderhandelingspositie van de producenten (in de visserij en de aquacultuur) wordt versterkt, marktcrises beter kunnen worden voorspeld, voorkomen en beheerst en de transparantie en de doeltreffendheid van de markt worden bevorderd;

marktstimulerende maatregelen en marktpremies voor duurzame praktijken; partnerschappen voor een duurzame productie, bevoorrading en consumptie, certificering (ecolabels), afzetbevordering en consumenteninformatie;

aanvullende marktmaatregelen inzake teruggooi.

Bestaande bepalingen van de Unie op het door het voorstel bestreken gebied



Het bestaande regelgevingskader is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur. Het onderhavige voorstel is bedoeld om deze verordening te vervangen.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Sinds 2008 wordt op verschillende niveaus overleg gepleegd met de belanghebbenden.

Van 9 april 2009 tot en met 31 december 2009 is in het kader van het groenboek over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (COM(2009)163 definitief) een openbare raadpleging via internet over markt- en handelsaangelegenheden gehouden. Nagenoeg alle 400 ontvangen bijdragen over het groenboek betroffen aspecten van de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening. Een samenvatting hiervan is te vinden in een specifiek hoofdstuk (3.4) van het werkdocument van de diensten van de Commissie 'Samenvatting van de raadpleging over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid', SEC(2010) 428 definitief – april 2010.

Binnen de raadgevende instanties in het kader van het GVB vonden een brede raadpleging van de sector (producenten, importeurs, verwerkers, detailhandelaren) en van niet-gouvernementele actoren (NGO's voor ontwikkeling en milieu, consumentenorganisaties) en thematische seminars plaats. Voorts heeft een uitgebreide dialoog met de lidstaten plaatsgevonden, met name in de vorm van bilaterale bijeenkomsten met nationale vertegenwoordigers van de sector, nationale en regionale overheden en het Comité van beheer. Het Europees Parlement, met name het Comité voor de visserij, werd nauw bij deze raadplegingen en evenementen betrokken.

Effectbeoordelingen



Binnen de Commissie is een interdepartementale stuurgroep opgericht die bijdragen heeft geleverd tijdens het effectbeoordelingsproces. Na een analyse van het huidige beleidskader en van de ontwikkeling van de markt van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten zijn voorlopige doelstellingen voor een hervormde gemeenschappelijke marktordening vastgesteld. In het kader van deze doelstellingen zijn verschillende alternatieven voor de hervorming in overweging genomen:

Voortzetting van de huidige gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten; in dit scenario is marktinterventie het belangrijkste instrument om de prijsstabiliteit te ondersteunen.

Herziening van de huidige gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten door de interventiemechanismen te beperken tot uitsluitend steun voor de opslag van visserijproducten voor menselijke consumptie, en door andere instrumenten eenvoudiger, adequater en flexibeler te maken (handelsnormen en consumenteninformatie).

Versterking van de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten door extra doelstellingen vast te stellen voor producenten- en brancheorganisaties en financiële steun te verlenen voor de opstelling en uitvoering van duurzame productie- en afzetprogramma's. De inhoud en de reikwijdte van de verplichte consumenteninformatie worden uitgebreid en er wordt nagedacht over de nauwkeurigheid en de controle van vrijwillige etikettering.

Deregulering van de huidige gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten. In dit scenario worden alle financiële steunmaatregelen (interventie en steun voor collectieve acties) en alle specifieke juridische instrumenten voor visserij- en aquacultuurproducten afgeschaft.

De status-quo-optie is deels ondoeltreffend bevonden en te complex om de huidige doelstellingen te kunnen verwezenlijken. De huidige GMO blijkt, 12 jaar na de goedkeuring ervan, niet opgewassen tegen de uitdagingen van de markt van de Unie. Aangezien zij nog ondoeltreffender zal worden, zal zij wellicht niet langer consistent zijn met de doelstellingen van het hervormde GVB.

Wegwerken van de belangrijkste tekortkomingen van de bestaande GMO door aanpassingen en vereenvoudigingen voor te stellen om de werking ervan te verbeteren. De relevantie voor de belangrijkste doelstellingen van de hervorming van het GVB blijft evenwel beperkt.

Een volledige afschaffing van de gemeenschappelijke marktordening van de EU zou, zelfs wanneer marktgerichte ontwikkelingen en stimulerende maatregelen voor duurzaamheid een grotere rol spelen, geen oplossing bieden voor de belangrijkste geconstateerde problemen, namelijk de complexe en gefragmenteerde bevoorrading van de Unie en de risico's van misleidende of verwarrende informatie.

De Commissie pleit bijgevolg voor een versterking van de gemeenschappelijke marktordening om de overgang van de visserij- en aquacultuursector naar duurzame productiepraktijken te flankeren. Op het gebied van organisatie en afzet kan nog veel worden gedaan om de voorspelbaarheid van het aanbod te verhogen en de transactiekosten te verminderen. Deze optie benadrukt de rol van alle belangrijke belanghebbenden bij de bevordering van duurzame praktijken. De gemeenschappelijke marktordening moet bijdragen tot een verhoging van de meerwaarde van visserij- en aquacultuurproducten in een context waarin de financiële steun voor de vloot wordt beperkt (met name door sloop en tijdelijke stillegging van de activiteit) ten gunste van slimme, groene, innoverende en marktgerichte oplossingen voor de visserij- en aquacultuursector.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Rechtsgrondslag



Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel valt onder gedeelde bevoegdheid en het subsidiariteitsbeginsel is derhalve van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

Het gemeenschappelijk visserijbeleid is een gemeenschappelijk beleid en moet bijgevolg ten uitvoer worden gelegd bij een verordening van het Europees Parlement en de Raad. Met het oog op de verwezenlijking van de basisdoelstelling, namelijk een visserij- en aquacultuursector die duurzame economische, ecologische en sociale omstandigheden op lange termijn biedt en bijdraagt tot de beschikbaarheid van levensmiddelen, is het noodzakelijk en dienstig om voorschriften inzake de instandhouding en de exploitatie van de mariene biologische hulpbronnen vast te stellen. Deze verordening gaat niet verder dan hetgeen nodig is om dit doel te verwezenlijken.