Toelichting bij COM(2011)569 - Handelsovereenkomst met Colombia en Peru - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2011)569 - Handelsovereenkomst met Colombia en Peru. |
---|---|
bron | COM(2011)569 |
datum | 22-09-2011 |
Bijgaand voorstel is het rechtsinstrument voor het sluiten van een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru.
- Voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting van de handelsovereenkomst
De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap van Naties (hierna Andesgemeenschap genoemd) over een associatieovereenkomst tussen regio's met betrekking tot een politieke dialoog, samenwerking en handel gingen in juni 2007 van start nadat de Raad in april van dat jaar machtiging voor de onderhandelingen had verleend. Helaas leidde onenigheid tussen de Andeslanden over de behandeling van een aantal belangrijke handelsaspecten in de beoogde overeenkomst in juni 2008 tot schorsing van de besprekingen. Derhalve legde de Commissie de Raad op 17 december 2008 een aanbeveling voor om de machtiging te wijzigen en verder te onderhandelen over een handelsovereenkomst met de landen van de Andesgemeenschap die wel verder wilden.
Op 19 januari 2009 verleende de Raad de Commissie machtiging om te onderhandelen over een meerpartijenhandelsovereenkomst met de landen die onze algemene doelstelling van een evenwichtige, ambitieuze, alomvattende overeenkomst in overeenstemming met de WTO-regels delen. De presidenten van Colombia, Ecuador en Peru bevestigden in januari 2009 hun bereidheid in brieven aan voorzitter Barroso. Bolivia, dat uiterst kritisch ten aanzien van de nieuwe opzet was, toonde geen belangstelling voor deelname aan de onderhandelingen. Daarom werden in januari 2009 nieuwe onderhandelingen over een meerpartijenhandelsovereenkomst geopend tussen de EU en Colombia, Ecuador en Peru. Na vier ronden schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen, waarna de onderhandelingen alleen met Peru en Colombia werden voortgezet. Deze werden in mei 2010 met succes afgesloten, en – na een juridische analyse – werd de tekst van de handelsovereenkomst met Colombia en Peru op 23 maart 2011 geparafeerd.
Overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren bereikte de Commissie de doelstellingen: afschaffing van hoge tarieven, uit de weg ruimen van technische handelsbelemmeringen, liberalisering van de dienstenmarkten, bescherming van waardevolle geografische aanduidingen uit de EU, openstelling van de markten voor overheidsaanbestedingen, opneming van verbintenissen over de handhaving van arbeids- en milieunormen en het aanbieden van doeltreffende, snelle procedures voor de beslechting van geschillen. Derhalve werd het doel bereikt om verder te gaan dan de WTO-verbintenissen en ervoor te zorgen dat voor de EU dezelfde voorwaarden gelden als voor concurrenten uit de regio, zoals de VS.
Bovendien biedt de overeenkomst de EU de gelegenheid Colombia en Peru een anker te bieden om hun hervormingen in de wereldeconomie te integreren, hun welvaart te verhogen en hun groei te consolideren, zodat de leefomstandigheden van hun bevolking kunnen worden verbeterd. In een toetredingsclausule worden andere leden van de Andesgemeenschap gestimuleerd aan de handelsovereenkomst deel te nemen zodra zij zich daartoe in staat achten.
De EU-lidstaten werden via het Comité handelspolitiek van de Raad mondeling en schriftelijk in kennis gesteld van de onderhandelingen met Colombia, Peru en – totdat het zijn deelname schorste – Ecuador. Ook de Commissie internationale handel van het Europees Parlement is regelmatig over de ontwikkelingen op de hoogte gehouden. Zowel de Raad als het Europees parlement kregen gedurende het gehele proces inzage in de volledige tekst van het onderhandelingsresultaat. In oktober 2009 werden de potentiële economische, sociale en milieu-effecten van de overeenkomst uitvoerig op hun duurzaamheid beoordeeld, waarna de resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd.
2. Aard en werkingssfeer van de overeenkomst
Dankzij de handelsovereenkomst tussen de EU, Colombia en Peru kunnen marktdeelnemers uit de EU ten volle profijt trekken van de mogelijkheden en van de ontluikende complementariteiten tussen onze economieën. Gedurende de tenuitvoerlegging van de overeenkomst worden EU-exporteurs van industrie- en visserijproducten naar Peru en Colombia geleidelijk van de betaling van douanerechten bevrijd. De overeenkomst voldoet aan de voorwaarden van artikel XXIV van de GATT (afschaffing van douanerechten en andere handelsbeperkende maatregelen ten aanzien van praktische de gehele handel tussen de partijen): zij bestrijkt 99% van de EU-uitvoer (binnen 10 jaar 100% van onze handel in industrieproducten; ongeveer 85% van de landbouwproducten na 17 jaar). Bovendien maakt de overeenkomst de ontmanteling van enkele problematische niet-tarifaire handelsbelemmeringen mogelijk. Peru en Colombia zullen hunnerzijds profiteren van aanzienlijke nieuwe toegangsmogelijkheden op de EU-markt, in het bijzonder voor hun belangrijkste landbouwproducten - bananen, suiker en rum -, en verder zal de EU bij de inwerkingtreding van de overeenkomst een volledige vrijstelling verlenen voor industrie- en visserijproducten van oorsprong uit Colombia en Peru.
Wat diensten, recht van vestiging en overheidsopdrachten betreft, is de overeenkomst een van de meest ambitieuze die de Commissie ooit heeft bereikt. Zij omvat omvangrijke verbintenissen ten aanzien van alle belangrijke sectoren (met name financiële diensten, telecommunicatie en vervoer), in het bijzonder wat de grensoverschrijdende dienstverlening en het recht van vestiging betreft, terwijl er een bevredigende oplossing is gekomen voor de zorgen van de EU ten aanzien van de tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken (vorm van dienstverlening 4). Wat de overheidsopdrachten betreft, heeft de EU verbintenissen met redelijk lage drempels gekregen van instellingen van de centrale overheid en van lagere overheden.
De overeenkomst bevat ook een aantal regels die verder gaan dan de in multilateraal verband overeengekomen standaarden, met name op het gebied van de intellectuele eigendom (zo worden 205 geografische aanduidingen uit de EU beschermd en worden voorwaarden inzake gegevensbescherming verduidelijkt), duurzame ontwikkeling (de overeenkomst is op het punt van arbeid en milieu ten minste gelijkwaardig aan SAP+ en bevat specifieke verbintenissen met betrekking tot duurzame visserij), mededinging (regels met betrekking tot monopolies en staatsondernemingen – transparantieverplichtingen inzake subsidies), technische handelsbelemmeringen (WTO+-elementen op het gebied van markttoezicht, transparantie bij regelgevingsprocedures en regels voor de etikettering en het gebruik van merktekens), sanitaire en fytosanitaire maatregelen (WTO+-maatregelen over dierenwelzijn, regionalisering, goedkeuring van uitvoerinrichtingen, inspecties ter plaatse en invoercontroles), enzovoort. Bovendien worden in het kader van de overeenkomst een handelscomité en een aantal subcomités opgericht, zodat overleg over specifieke handelsproblemen met betrekking tot de verschillende titels van de overeenkomst mogelijk is. Een belangrijke toegevoegde waarde van de overeenkomst is derhalve dat in aanvulling op de uit het WTO-kader voortspruitende regels een beleid van open markten en de inachtneming van internationaal overeengekomen optimale praktijken wordt vastgelegd en gestimuleerd, en dat tegelijkertijd wordt gezorgd voor een transparant, niet-discriminerend en voorspelbaar kader voor marktdeelnemers en investeerders uit de EU - in het bijzonder door de in de overeenkomst opgenomen bilaterale regeling voor geschillenbeslechting.
De overeenkomst omvat ook een titel over technische bijstand en de opbouw van handelscapaciteit; deze heeft ten doel het concurrentievermogen en de innovatie te bevorderen en de handel en de technologieoverdracht tussen de partijen te vergemakkelijken.
Alle door de handelsovereenkomst bestreken gebieden vallen onder de bevoegdheid van de EU en meer in bijzonder onder het toepassingsgebied van artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207 VWEU. Daarom moet de overeenkomst, na goedkeuring door het Europees Parlement, worden gesloten door de Europese Unie ingevolge een besluit van de Raad op basis van artikel 218, lid 6, VWEU.
3. Procedures
De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad:
– namens de Europese Gemeenschap, de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru te sluiten.
– Het Europees Parlement zal worden verzocht de sluiting van de handelsovereenkomst goed te keuren.