Toelichting bij COM(2011)602 - Verdeling vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie zoals voorzien in Partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Guinee-Bissau

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op basis van het mandaat van de Raad[1], heeft de Europese Commissie met de Republiek Guinee-Bissau onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau van 17 maart 2008. Ter afronding van deze onderhandelingen is op 15 juni 2011 een nieuw protocol geparafeerd. Het bestrijkt een periode van 1 jaar vanaf 16 juni 2011 en het huidige protocol loopt af op 15 juni 2011.

Het nieuwe protocol bij de partnerschapsovereenkomst is aan de Raad meegedeeld met het oog op de goedkeuring van de ondertekening en van de voorlopige toepassing ervan. Het protocol is met het oog op het sluiten ervan aan de Raad en het Parlement meegedeeld.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende visserijtakken:

- 4 400 brt voor vriestrawlers voor de garnaalvisserij

- 4 400 brt voor vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen

- 23 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen/vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

- 14 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel

Er dient te worden bepaald hoe deze vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld.

De Commissie stelt de Raad voor deze verordening vast te stellen.