Toelichting bij Verordening 2005/1777 - Maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van btw - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | Verordening 2005/1777 - Maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van btw. |
---|---|
bron | COM(2004)641 ![]() ![]() |
Krachtens artikel 29 bis van de Zesde Richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag1, stelt de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen de nodige maatregelen ter uitvoering van de Zesde Richtlijn vast. De Raad heeft zich het recht voorbehouden deze maatregelen vast te stellen, omdat zij aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de begroting van één of meer lidstaten. Het toepassingsgebied van deze uitvoeringsmaatregelen blijft evenwel beperkt omdat zij niet mogen afwijken van de bepalingen van de Zesde Richtlijn, hoewel zij zijn bedoeld om deze te verduidelijken.
De uitvoeringsbepalingen moeten ervoor zorgen dat het bestaande BTW-stelsel juist en op meer eenvormige wijze wordt toegepast, zodat de werking van de interne markt wordt verbeterd. Zij zijn met name nodig wanneer er gevaar bestaat dat grensoverschrijdende transacties dubbel worden belast doordat de lidstaten de bepalingen van de Zesde Richtlijn inzake de plaats van levering van goederen en diensten verschillend toepassen.
Tussen 1977 en 2003 heeft het BTW-comité als adviserend orgaan, met inachtneming van zijn procedureregels, krachtens artikel 29 van de Zesde Richtlijn, met eenparigheid van stemmen een aantal niet-bindende richtsnoeren vastgesteld, met de bedoeling te zorgen voor een juiste en meer eenvormige toepassing van het bestaande BTW-stelsel en - sinds 1993 - een betere werking van de interne markt. Deze richtsnoeren hebben betrekking op belangrijke aspecten van de toepassing van de Zesde Richtlijn, met name de definitie van belastingplichtigen, de plaats van levering van goederen en diensten, de maatstaf van heffing en de toepassing van de overgangsbepalingen. Zij dienen daarom bindende rechtskracht te krijgen in de vorm van een verordening, die in de toekomst meer rechtszekerheid zal bieden bij de toepassing van de Zesde Richtlijn.
De Commissie heeft bezien in hoeverre de eenstemmig overeengekomen richtsnoeren nog geldig en zinvol zijn en stelt nu, waar passend, wetgeving voor teneinde sommige van deze richtsnoeren rechtskracht te verlenen. In dit verband mag niet worden vergeten dat de oorspronkelijke richtsnoeren zijn opgesteld als antwoord op specifieke vragen van de lidstaten met betrekking tot de toepassing. Zij strekken ertoe consistentie te brengen in de behandeling van individuele kwesties; bijgevolg hebben zij slechts een beperkte toepassing en gelden zij niet automatisch voor andere soortgelijke gevallen.
Toelichting per artikel
Inhoudsopgave
- Artikel 1 - Onderwerp
- Artikel 2 - Belastingplichtigen
- Artikel 3 - Definitie van diensten
- Artikel 4 - Diensten die onder artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG vallen
- Artikel 5 - Diensten die onder artikel 9, lid 2, onder c), van Richtlijn 77/388/EEG vallen
- Artikelen 6 tot en met 13 - Diensten die onder artikel 9, lid 2, onder e), van Richtlijn 77/388/EEG vallen
- Artikel 20 - Bewijs voor aftrek
- Artikel 22 - Definitie van beleggingsgoud
- Artikel 23 - Bijzondere regeling voor langs elektronische weg verrichte diensten
- Artikel 24 - Onjuiste behandeling van intracommunautaire leveringen
- Artikel 25 - Belasting van nieuwe vervoermiddelen
- Artikel 26 - Gevolgen van een overschrijding van de maximumwaarden voor afstandsverkopen
- Artikel 27 - Datum van inwerkingtreding
- Bijlagen
- Voorstel voor een
- c) Afstandsbeheerssystemen
- b) Software die voorkomt dat banieradvertenties op het scherm verschijnen, ook bekend als bannerblockers
- b) Toegang tot of downloaden van fotografische afbeeldingen of screensavers
- a) Toegang tot of downloaden van muziek op computers en mobiele telefoons
- e) Downloaden van spellen op computers, mobiele telefoons en palmtops
Artikel 1 noemt alle artikelen en de bijlage bij Richtlijn 77/388/EEG waarop de verordening betrekking heeft, en definieert zodoende het toepassingsgebied ervan.
In dit artikel wordt verduidelijkt dat Europese economische samenwerkingsverbanden uit eigen hoofde als belastingplichtige belastbare handelingen kunnen verrichten, wanneer alle voorwaarden daarvoor zijn vervuld.
In artikel 3, lid 1, wordt bepaald dat de verkoop van een optie om een recht uit te oefenen, een dienst op zich is en dus geen onderdeel vormt van een dienst in het kader van of voortvloeiende uit de optie. Dit lid ziet uitsluitend op opties overeenkomstig artikel 13, B, onder d), punt 5, van Richtlijn 77/388/EEG.
In artikel 3, lid 2, wordt verduidelijkt dat de handeling slechts bestaande in de assemblage van een machine (waarvan de onderdelen door de klant werden geleverd) een dienst is.
In artikel 4, lid 1, zijn specifieke diensten opgesomd waarvoor de plaats van levering altijd wordt bepaald overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de richtlijn. Deze regel geldt niet voor diensten die worden verleend in het kader van de organisatie van een begrafenis, tenzij deze één enkele dienst vormt.
Artikel 4, lid 2, ziet op gevallen waarin de dienstverrichter zowel in de lidstaat van de klant als in een andere lidstaat een kantoor heeft. In dergelijke gevallen is de plaats van levering de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, behalve wanneer de dienst daadwerkelijk wordt verricht vanuit de vaste inrichting in de andere lidstaat. Het aandeel van iedere vestiging in de dienstverlening is een kwestie waarover de lidstaten op individuele basis besluiten.
In artikel 5 wordt de plaats van handeling vastgesteld die slechts bestaat in de assemblage van een machine. Dit artikel bepaalt dat de regel slechts geldt voor het verrichten van werkzaamheden aan lichamelijke zaken die geen onderdeel gaan vormen van onroerende goederen. Daarmee wordt bijvoorbeeld de assemblage en installatie uitgesloten van toestellen zoals een lift of airconditioning waarbij de dienst ten dele bestaat in het incorporeren van het toestel in de structuur van een gebouw.
Artikelen 6 tot en met 13 - Diensten die onder artikel 9, lid 2, onder e), van Richtlijn 77/388/EEG vallen
Artikel 6 verklaart artikel 9, lid 2, onder e), van toepassing op de vertaling van geschreven teksten.
Artikel 7 verklaart artikel 9, lid 2, onder e), eerste streepje, van toepassing op de toewijzing van televisie-uitzendrechten van voetbalwedstrijden in bepaalde omstandigheden.
Artikel 8 verklaart artikel 9, lid 2, onder e), derde streepje, van toepassing op dienstverlening in verband met teruggaaf uit hoofde van de Achtste Richtlijn.
Artikel 9 bevestigt dat de in artikel 9, lid 2, onder e), zevende streepje, bedoelde tussenpersonen zowel voor rekening van een koper als voor rekening van een verkoper mogen handelen.
Artikel 10 garandeert dat aanhangwagens en opleggers worden uitgesloten van de definitie van roerende lichamelijke zaken in artikel 9, lid 2, onder e), achtste streepje.
Artikel 11 geeft een definitie van de in artikel 9, lid 2, onder e), elfde streepje, bedoelde radio- en televisieomroepdiensten.
Artikel 12 en bijlage I helpen te bepalen welke diensten onder artikel 9, lid 2, onder e), laatste streepje, en bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG vallen. Deze definities zijn niet uitputtend.
Artikel 13 helpt te bepalen welke diensten van artikel 9, lid 2, onder e), laatste streepje, zijn uitgesloten. De lijst is niet uitputtend.
Artikel 14 – Maatstaf van heffing
Artikel 14 verduidelijkt hoe een bepaalde praktijk om de maatstaf van heffing van leveringen te verminderen, voor de BTW moet worden behandeld. Ofschoon de totale door de klant te betalen prijs dezelfde blijft ongeacht de betalingswijze, wordt, indien met een krediet- of debetkaart wordt betaald, een vergoeding voor het gebruik van de kaart aangerekend. Hierdoor wordt de maatstaf van heffing verminderd met de vrijstelling die geldt ter zake van de vergoeding voor het gebruik van de kaart.
De verordening garandeert dat wanneer de totale prijs voor een levering van goederen of diensten dezelfde is ongeacht de betalingswijze, ook de maatstaf van heffing niet wordt gewijzigd. Zij geldt derhalve niet als voor betalingen met een krediet- of debetkaart een extra vergoeding wordt aangerekend.
Artikelen 15 tot en met 19 – Vrijstellingen
De artikelen 15 en 16 helpen het toepassingsgebied van de vrijstellingen te bepalen. Artikel 15 helpt het begrip “beroepsopleiding of -herscholing” in artikel 13, A, lid 1, onder i), van de Zesde Richtlijn te omschrijven en bepaalt dat de duur van de cursus geen enkele invloed heeft op de indeling ervan. Ofschoon platina nobels wettige betaalmiddel zijn op het eiland Man, worden zij doorgaans als verzamelobjecten beschouwd; in artikel 16 worden zij derhalve van de vrijstelling voor deviezen, bankbiljetten en munten uitgesloten.
Artikel 17 verklaart artikel 15, punt 2, van de Zesde Richtlijn ook van toepassing op het gebruik van vervoermiddelen voor privédoeleinden door niet-natuurlijke personen, naast dat door natuurlijke personen.
Artikel 18 bevestigt dat de in artikel 15, punt 2, van de Zesde Richtlijn bedoelde maximumwaarde wordt berekend aan de hand van de factuurwaarde. Indien een aantal goederen door dezelfde leverancier op dezelfde factuur aan dezelfde klant is geleverd, wordt het totale gefactureerde bedrag gebruikt om na te gaan of de maximumwaarde werd overschreden.
Artikel 19 bepaalt dat luchtverkeersleidingsdiensten in luchthavenzones onder de vrijstelling van artikel 15, punt 9, van de Richtlijn vallen. De vrijstelling geldt alleen wanneer de diensten worden verricht voor de rechtstreekse behoeften van de in artikel 15, punt 6, genoemde luchtvaartuigen.
Krachtens artikel 20 mogen invoerdocumenten met het oog op de toepassing van artikel 18, lid 1, van de Zesde Richtlijn op papier of in elektronische vorm worden overgelegd, mits de staat van invoer over een elektronisch systeem beschikt en het elektronische document kan worden gecontroleerd.
Artikel 21 – Forfaitair percentage voor landbouwers
Artikel 21 legt artikel 25, lid 3, van de Zesde Richtlijn ten uitvoer. Het voorziet in een uniforme methode voor de berekening van de forfaitaire compensatiepercentages, op basis van gemiddelde percentages. Wanneer de gegevens over de drie jaar onmiddellijk voorafgaande aan het jaar waarvoor het forfaitaire percentage wordt berekend, ontbreken, mogen de gegevens van de laatste drie bekende jaren worden gebruikt.
Artikel 22 verwijst naar een bijlage voor een minimumdefinitie van de gewichten die doorgaans door de goudmarkten worden aanvaard. Deze gewichten zullen door de lidstaten als “beleggingsgoud” moeten worden aanvaard.
Met het oog op de opstelling van de in artikel 26 ter van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde lijst wordt in artikel 22 een gemeenschappelijke datum (1 april) vastgesteld voor het toetsen van gouden munten aan een van de criteria om deze als beleggingsgoud aan te merken (namelijk dat de verkoopprijs de openmarktwaarde met niet meer dan 80% mag overschrijden). Als 1 april valt op een dag waarop de markten geen prijs bepalen, is voorzien in een alternatieve datum, namelijk de eerstvolgende dag waarop de prijs wordt vastgesteld.
Artikel 23 heeft betrekking op de voorwaarden voor de toepassing van de bijzondere regeling voor langs elektronische weg verrichte diensten.
Artikel 23, lid 1, bevestigt dat een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die gebruikmaakt van de bijzondere regeling voor langs elektronische weg verrichte diensten van artikel 26 quater, B, van Richtlijn 77/388/EEG, van deze bijzondere regeling kan worden uitgesloten op enig tijdstip in het kwartaal waarin hij aan de uitsluitingsvoorwaarden voldoet. Er moet niet worden gewacht tot bijvoorbeeld het eind van een kalenderkwartaal of kalenderjaar.
Artikel 23, lid 1, tweede alinea, bepaalt dat de diensten die in het kader van de regeling werden verricht tot de datum van uitsluiting, alleen worden aangegeven op een aangifte overeenkomstig de bijzondere regeling. Krachtens artikel 26 quater, B, lid 5, moet deze aangifte worden ingediend binnen 20 dagen na het verstrijken van het kalenderkwartaal waarin de uitsluiting geschiedde. Impliciet geldt dat de leden 6 en 7 van artikel 26 quater, B, van toepassing zijn op deze aangifte; expliciet is bepaald dat de aangifte de verplichtingen van de belastingplichtige overeenkomstig de normale regels onverlet laat.
Artikel 23, lid 2, heeft betrekking op teveel betaalde bedragen bij aangiften volgens de bijzondere regeling. Wordt de vergissing ontdekt voordat de lidstaat van identificatie de bedragen heeft uitgekeerd, dan worden deze onmiddellijk aan de handelaar terugbetaald. Wordt de vergissing ontdekt nadat de belasting werd verdeeld (bijvoorbeeld nadat een onjuiste aangifte werd gecorrigeerd), dan betalen de lidstaten de handelaar rechtstreeks terug en brengen zij de lidstaat van identificatie hiervan op de hoogte.
Artikel 23, lid 3, belet dat vergissingen worden verrekend in een volgende aangifte door te eisen dat de BTW die in een bepaald kwartaal is verschuldigd, uitsluitend op die kwartaalaangifte wordt opgevoerd en dat de afdracht uitsluitend tegen die aangifte geschiedt. Door ervoor te zorgen dat de belasting die in een bepaalde periode wordt verschuldigd, slechts voor die periode wordt aangegeven en afgedragen, wordt gegarandeerd dat elke lidstaat het aandeel van de inkomsten waarop hij recht heeft, ontvangt.
Artikel 23, lid 4, bepaalt dat de bedragen in de aangiften volgens de bijzondere regeling niet mogen worden afgerond.
Artikel 24 heeft betrekking op gevallen waarin bepaalde regels inzake intracommunautaire transacties verkeerd werden toegepast. Dit artikel garandeert dat een onjuiste behandeling van de levering in de lidstaat van de verkoper niet van invloed is op de juiste toepassing van de regels in de lidstaat van verwerving. Teruggaaf van verkeerd aangerekende en afgedragen BTW in de lidstaat van de verkoper geschiedt uitsluitend door de belastingautoriteit aan de geregistreerde persoon die de belasting oorspronkelijk heeft afgedragen, overeenkomstig de nationale regels inzake teruggaaf.
Artikel 25 garandeert dat de overbrenging van een vervoermiddel naar een andere lidstaat door een particulier die ook zijn gebruikelijke verblijfplaats overbrengt, niet leidt tot het ontstaan van een belastingplicht, ook al is het vervoermiddel nog nieuw. Deze bepaling geldt niet wanneer uit bewijsstukken blijkt dat de betrokken persoon voornemens was te verhuizen ten tijde van de oorspronkelijke aankoop van het nieuwe vervoermiddel.
Artikel 26 heeft betrekking op de wijze waarop de maximumwaarden voor afstandsverkopen worden toegepast. Krachtens artikel 26, eerste alinea, laat een overschrijding van de maximumwaarde de behandeling van eerdere leveringen waarbij die waarde nog niet werd overschreden, onverlet. In de tweede alinea van artikel 26 wordt bepaald dat de overschrijding van de maximumwaarde gevolgen heeft voor de plaats van levering van: de levering waardoor het totale bedrag van de leveringen in die lidstaat de maximumwaarde overschrijdt (letter a), alle daaropvolgende leveringen in die lidstaat (letter b), en alle leveringen in het daaropvolgende kalenderjaar in die lidstaat (letter c).
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Bijlage I wordt genoemd in artikel 12 en behelst een uitbreiding van de illustratieve lijst van diensten in bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG. Deze bijlage omvat een limitatieve lijst van diensten die, wanneer zij over het internet of een elektronisch netwerk worden geleverd, als langs elektronische weg verrichte diensten worden aangemerkt.
Bijlage II heeft betrekking op artikel 22 en omvat een lijst van de door de goudmarkten aanvaarde gangbare handelsgewichten.
VERORDENING VAN DE RAAD
houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag2, en met name op artikel 29 bis,
Gezien het voorstel van de Commissie3,
Overwegende hetgeen volgt:
Met het oog op een betere werking van de interne markt is het van wezenlijk belang een grotere eenvormigheid te garanderen bij de toepassing van het bestaande BTW‑stelsel. De vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betekent in dit opzicht een grote vooruitgang. Een verordening, die bindend en rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten, garandeert dat bepaalde verschillen bij de toepassing van Richtlijn 77/388/EEG zich niet langer zullen voordoen. Deze verordening geldt slechts ten aanzien van BTW‑schuld die is ontstaan nadat zij in werking is getreden.
Voor het verwezenlijken van de basisdoelstelling van deze verordening, namelijk een grotere eenvormigheid bij de toepassing van het bestaande BTW‑stelsel, is het overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel noodzakelijk en dienstig maatregelen vast te stellen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG, met name betreffende de belastingplichtigen, de levering van goederen en diensten, en de plaats van de levering van goederen en de diensten . Overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
De uitvoeringsbepalingen omvatten specifieke voorschriften die een antwoord geven op precieze toepassingsvragen, en zij moeten zorgen voor een samenhangende aanpak in de gehele Gemeenschap uitsluitend in die specifieke omstandigheden. Zij zijn derhalve niet bindend voor andere gevallen.
De verdere integratie van de interne markt heeft geleid tot een grotere behoefte aan grensoverschrijdende samenwerking tussen marktdeelnemers die in verschillende lidstaten zijn gevestigd, en tot de ontwikkeling van Europese economische samenwerkingsverbanden, opgericht overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad4. Daarom moet worden vastgesteld dat dergelijke samenwerkingsverbanden eveneens belastingplichtigen zijn wanneer zij onder bezwarende titel goederen of diensten leveren of voornemens zijn dat te doen.
In bijzondere gevallen gaan leveringen van machines gepaard met specifieke assemblage-activiteiten. Er moet worden vastgesteld in welke gevallen de betrokken transacties diensten zijn en wat de plaats van de diensten is.
De verkoop van een optie als een financieel instrument dient te worden behandeld als een dienst los van de onderliggende transacties waarop de optie betrekking heeft.
Bij de toepassing van de regels inzake de plaats van levering ter zake van de huur van treinwagons bestaan er grote verschillen tussen de lidstaten. Daar een dergelijke huur vaak grensoverschrijdende aspecten heeft, moeten de regels inzake de plaats van levering worden verduidelijkt.
Ook wanneer verschillende diensten die in het kader van een begrafenis worden verricht, deel uitmaken van één enkele dienst, moeten de regels inzake de plaats van de diensten worden verduidelijkt.
Wanneer de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening in één lidstaat en een vaste inrichting in een andere lidstaat heeft gevestigd, dient de plaats van de zetel bij voorkeur als de plaats van de diensten te worden aangemerkt, tenzij de dienst daadwerkelijk vanuit de vaste inrichting wordt verricht.
Bij bepaalde specifieke diensten, zoals de toewijzing van televisie-uitzendrechten van voetbalwedstrijden, de vertaling van teksten, diensten in verband met de indiening van verzoeken om BTW-teruggaaf, bepaalde diensten van tussenpersonen, de huur van vervoermiddelen, radio- en televisieomroepdiensten, en bepaalde elektronische diensten, spelen grensoverschrijdende factoren en zijn er soms zelfs in derde landen gevestigde marktdeelnemers bij betrokken. Ter vergroting van de rechtszekerheid moet de plaats van deze diensten duidelijk worden vastgesteld. Er zij op gewezen dat de lijst met elektronische of andere diensten niet een definitieve of uitputtende lijst is.
In bepaalde bijzondere gevallen mag de vergoeding die in rekening wordt gebracht voor de betaling van een levering of dienst met een krediet- of debetkaart, de maatstaf van heffing van die levering of dienst niet verminderen.
Vrijgestelde beroepsopleiding of -herscholing dient zowel onderwijs te omvatten dat rechtstreeks verband houdt met een vak of een beroep, als onderwijs om kennis te verwerven of op peil te houden voor beroepsdoeleinden, ongeacht de duur van de cursus, omdat met dergelijk onderwijs de doelstelling van de vrijstelling wordt verwezenlijkt.
“Platina nobels” , dat wil zeggen munten die ten minste 1 ounce (31,1 gram) zuiver platina bevatten, worden doorgaans aangemerkt als verzamelobject of beleggingsmiddel, maar worden op het eiland Man ook als wettig betaalmiddel erkend. Zij moeten in alle gevallen van de vrijstelling voor deviezen, bankbiljetten en munten worden uitgesloten.
Publiekrechtelijke lichamen en verenigingen moeten evenals natuurlijke personen worden uitgesloten van de vrijstelling voor goederen die door de afnemer buiten de Gemeenschap worden gebracht en voor de uitrusting of bevoorrading van vervoermiddelen bestemd zijn.
De nationale administratieve praktijken voor de berekening van de minimumwaarde voor de vrijstelling bij uitvoer van goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, lopen sterk uiteen en moeten daarom worden geharmoniseerd.
Bepaalde luchtverkeersleidingsdiensten in luchthavenzones moeten van de belasting over de toegevoegde waarde worden vrijgesteld indien aan passende voorwaarden wordt voldaan.
Elektronische invoerdocumenten die aan dezelfde vereisten voldoen als papieren documenten, moeten voor de uitoefening van het recht op aftrek worden aanvaard.
De forfaitaire compensatiepercentages moeten worden berekend op een uniforme grondslag, teneinde verstoringen van de mededinging tussen landbouwers in de verschillende lidstaten te voorkomen.
De gewichten voor beleggingsgoud die in ieder geval door de goudmarkten worden aanvaard, moeten worden vermeld en er moet een gemeenschappelijke datum worden vastgesteld waarop de waarde van gouden munten wordt bepaald, teneinde de marktdeelnemers op gelijke voet te behandelen.
De bijzondere regeling voor niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen die in de Gemeenschap gevestigd of woonachtig zijn, is aan bepaalde voorwaarden onderworpen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze voorwaarden dienen te worden verduidelijkt .
Wanneer bepaalde regels voor intracommunautaire verwervingen van goederen niet juist zijn toegepast, dient het recht van de lidstaat van verwerving om de verwerving te belasten, onverlet te blijven door de BTW-behandeling van de transactie in andere lidstaten.
In bepaalde gevallen mag de overbrenging van een vervoermiddel naar een andere lidstaat door een particulier die zijn woonplaats overbrengt, niet leiden tot het ontstaan van een tweede belastingplicht, ook al is het vervoermiddel nog nieuw.
Regels dienen te worden vastgesteld die waarborgen dat leveringen van goederen op eenvormige wijze worden behandeld wanneer een leverancier de ter zake van afstandverkopen geldende maximumwaarde voor leveringen in een andere lidstaat heeft overschreden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Hoofdstuk I
Onderwerp
Artikel 1
Deze verordening stelt maatregelen vast ter uitvoering van de artikelen 4, 6, 9, 11, 13, 15, 18, 25, 26 ter, 26 quater, 28 bis en 28 ter van Richtlijn 77/388/EEG en bijlage L daarbij.
Hoofdstuk II
Belastingplichtigen en belastbare handelingen
Afdeling 1
(Artikel 4 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 2
Wanneer een Europees economisch samenwerkingsverband (EESV) dat overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2137/85 is opgericht, aan zijn leden of aan derden onder bezwarende titel goederen of diensten levert, verricht dit EESV een economische activiteit in de zin van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG.
Afdeling 2
(Artikel 6 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 3
1. De verkoop van een optie wordt wanneer deze verkoop een handeling is die valt onder artikel 13, B, onder d), punt 5, van Richtlijn 77/388/EEG, als een dienst in de zin van artikel 6, lid 1, van genoemde richtlijn aangemerkt. Deze dienst wordt geacht los te staan van de onderliggende transacties waarop de optie betrekking heeft.
2. Wanneer een leverancier slechts de verschillende onderdelen van een machine assembleert die hem door zijn klant zijn bezorgd, wordt deze handeling aangemerkt als een dienst in de zin van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG.
Hoofdstuk III
Plaats van belastbare handelingen
Afdeling 1
(Artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 4
1. De plaats van de volgende handelingen wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG:
a) de huur van treinwagons,
b) diensten die worden verricht in het kader van de organisatie van een begrafenis die één enkele dienst vormt.
2. Wanneer de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening in één lidstaat heeft gevestigd en een vaste inrichting in een andere lidstaat, is de plaats van de dienst overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, behalve wanneer de dienst daadwerkelijk vanuit diens vaste inrichting wordt verricht.
afdeling 2
(Artikel 9, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 5
Behalve wanneer de geassembleerde goederen deel gaan uitmaken van onroerende goederen, wordt de plaats van van de in artikel 3, lid 2, van deze verordening omschreven diensten vastgesteld overeenkomstig artikel 9, lid 2, onder c), of artikel 28 ter, F, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 6
De vertaling van teksten valt onder artikel 9, lid 2, onder e), van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 7
De toewijzing van televisie-uitzendrechten ten aanzien van voetbalwedstrijden doorin een derde land gevestigde lichamen aan in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen, valt onder artikel 9, lid 2, onder e), eerste streepje, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 8
Het verzoeken om of ontvangen van een teruggaaf van belasting over de toegevoegde waarde uit hoofde van Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad5 valt onder artikel 9, lid 2, onder e), derde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 9
De diensten van tussenpersonen die in naam en voor rekening van de afnemer dan wel van de leverancier handelen, vallen onder artikel 9, lid 2, onder e), zevende streepje, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 10
Voor de toepassing van artikel 9, lid 2, onder e), achtste streepje, van Richtlijn 77/388/EEG worden aanhangwagens en opleggers als vervoermiddelen beschouwd.
Artikel 11
De in artikel 9, lid 2, onder e), elfde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde radio- en televisieomroepdiensten zijn uitzendingen over de kabel, door de ether, of via een satelliet, die bedoeld zijn voor de ontvangst door het publiek, zelfs wanneer zij simultaan over het internet of een soortgelijk elektronisch netwerk worden uitgezonden.i
De in de eerste alinea bedoelde diensten omvatten noch de toewijzing van uitzend- of doorgifterechten, noch de leasing van de technische uitrusting of faciliteiten die voor een uitzending worden gebruikt.
Artikel 12
1. De in artikel 9, lid 2, onder e), twaalfde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde langs elektronische weg verrichte diensten omvatten diensten die over het internet of een elektronisch netwerk worden verleend, wegens hun aard grotendeels geautomatiseerd zijn en slechts in geringe mate menselijk ingrijpen vergen, en zonder informatietechnologie niet kunnen worden verricht.
2. Lid 1 is met name van toepassing op de volgende diensten, wanneer deze over het internet of een elektronisch netwerk worden verricht:
a) de levering van gedigitaliseerde producten in het algemeen, daaronder begrepen software en wijzigingen of het bijwerken van software;
b) diensten die een zakelijke of persoonlijke vertegenwoordiging op een elektronisch netwerk, zoals een website of een webpagina, verzorgen of ondersteunen;
c) automatisch door een computer over het internet of een elektronisch netwerk voortgebrachte diensten in antwoord op specifieke door de klant ingevoerde gegevens die;
d) online‑veilingen, waaronder begrepen online‑markten en online‑winkelportalen, op basis van geautomatiseerde databanken en door de klant ingevoerde gegevens, die weinig of geen menselijk ingrijpen vereisen;
e) Internetdienstpakketten(ISP’s) met informatie of interactieve activiteiten, waarin meer dan alleen internettoegang wordt verschaft en waarbij de telecommunicatiecomponent een ondergeschikt hulpelement is.
3. De in bijlage I opgenomen diensten worden geacht onder bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG te vallen.
Artikel 13
Met name de volgende handelingen vallen niet onder artikel 9, lid 2, onder e), twaalfde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG:
1. radio- en televisieomroepdiensten als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder e), elfde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG;
2. telecommunicatiediensten in de zin van artikel 9, lid 2, onder e), tiende streepje, bij Richtlijn 77/388/EEG;
3. het leveren of verrichten van:
a) goederen waarbij de bestelling en de verwerking van de bestelling langs elektronische weg geschieden;
b) cd-roms, floppydisks en soortgelijke materiele informatiedragers;
c) drukwerk, zoals boeken, nieuwsbrieven, dagbladen of tijdschriften;
d) cd’s en audiocassettes;
e) videocassettes en dvd’s;
f) spellen op cd-rom;
g) diensten van beroepsuitoefenaren, zoals advocaten en financiële raadgevers, die hun klanten per elektronische post raad geven;
h) interactief onderwijs waarbij een leraar de inhoud van de cursus over het internet of een elektronisch netwerk, zoals een afstandsverbinding, uiteenzet;
i) materiele- herstellingsdiensten van computerapparatuur;
j) offline-gegevensopslag;
k) reclame, zoals in dagbladen, op affiches en op de televisie;
l) telefonische hulpdiensten;
m) onderwijs uitsluitend door middel van correspondentiecursussen, zoals over de post verzonden cursussen ;
n) klassieke veilingen met rechtstreeks menselijk ingrijpen, ongeacht de wijze waarop het bieden gebeurt;
o) telefonische diensten met een videocomponent, ook bekend als videofoondiensten;
p) toegang tot het internet en het world wide web;
q) telefonische diensten die over het internet worden verricht.
Hoofdstuk IV
Maatstaf van heffing
(Artikel 11 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 14
Wanneer een leverancier van goederen of een dienstverrichter dan wel een met hem verbonden ondernemer voor het betalen met een krediet- of debetkaart een vergoeding in rekening brengt en de totale te betalen prijs ongeacht de betalingswijze dezelfde blijft, wordt de overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 77/388/EEG bepaalde maatstaf van heffing voor de levering van de goederen of diensten niet verminderd.
Hoofdstuk V
Vrijstellingen
Afdeling 1
(Artikel 13 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 15
Onder de in artikel 13, A, lid 1, onder i), van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde “beroepsopleiding of -herscholing” valt onderwijs dat rechtstreeks verband houdt met een vak of een beroep, en onderwijs om voor beroepsdoeleinden kennis te verwerven of op peil te houden. Voor de indeling van onderwijs onder beroepsopleiding of -herscholing is de duur van een cursus van geen belang.
Artikel 16
Artikel 13, B, onder d), punt 4, van Richtlijn 77/388/EEG is niet van toepassing op platina nobels.
Afdeling 2
(Artikel 15 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 17
Onder de in artikel 15, punt 2, eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde “vervoermiddelen voor privégebruik” vallen vervoermiddelen die voor niet-zakelijke doeleinden worden gebruikt door andere dan natuurlijke personen, zoals publiekrechtelijke lichamen en verenigingen in de zin van artikel 4, lid 5, van genoemde richtlijn.
Artikel 18
Om te bepalen of de in artikel 15, punt 2, tweede alinea, derde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde maximumwaarde is overschreden, moet de berekening gebeuren op basis van de factuurwaarde inclusief BTW. De samengetelde waarde van verschillende goederen mag slechts worden gebruikt indien al deze goederen op dezelfde factuur zijn vermeld.
Artikel 19
Luchtverkeersleidingsdiensten die worden verricht in de door de lidstaten vastgestelde luchthavenzones, worden aangemerkt als diensten die onder artikel 15, punt 9, van Richtlijn 77/388/EEG vallen, mits de dienst is bestemd voor de rechtstreekse behoeften van de in punt 6 van genoemd artikel bedoelde luchtvaartuigen.
Hoofdstuk VI
Aftrek
(Artikel 18 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 20
Wanneer de lidstaat van invoer een elektronisch systeem voor het vervullen van de douaneformaliteiten heeft ingevoerd, omvat het begrip “document waaruit de invoer blijkt” in artikel 18, lid 1, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG eveneens de elektronische versie van dergelijke documenten, mits de uitoefening van het recht op aftrek kan worden gecontroleerd.
Hoofdstuk VII
Bijzondere regelingen
(Artikelen 25 tot en met 26 quater van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 21
Voor de vaststelling van de forfaitaire compensatiepercentages overeenkomstig artikel 25, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EEG maken de lidstaten gebruik van gemiddelde percentages.
Deze gemiddelde percentages worden bepaald aan de hand van de macro-economische gegevens over de laatste drie jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor het forfaitaire compensatiepercentage wordt vastgesteld. Wanneer deze gegevens nog niet beschikbaar zijn, worden de gegevens van de laatste drie bekende jaren gebruikt.
Artikel 22
1. Onder de omschrijving “een door de goudmarkten aanvaard gewicht” in artikel 26 ter, A, eerste alinea, punt i), van Richtlijn 77/388/EEG vallen ten minste de in bijlage II bij de onderhavige verordening opgenomen eenheden en handelsgewichten.
2. Met het oog op de vaststelling van de in artikel 26 ter, A, punt ii), derde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde lijst verwijzen de begrippen “prijs” en “openmarktwaarde” in het vierde streepje van genoemd punt naar de prijs en de openmarktwaarde op 1 april van elk jaar. Wanneer 1 april niet op een dag valt, waarop deze waarden worden vastgesteld, worden de waarden gebruikt van de eerstvolgende dag waarop zij worden vastgesteld.
Artikel 23
1. Wanneer een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die gebruikmaakt van de bijzondere regeling van artikel 26 quater, B, van Richtlijn 77/388/EEG , in de loop van een kalenderkwartaal aan ten minste één van de in artikel 26 quater, B, lid 4, vastgestelde uitsluitingscriteria voldoet, kan hij op elk tijdstip gedurende dat kwartaal uit het identificatieregister worden verwijderd.
Ter zake van de leveringen verricht vóór de uitsluiting maar tijdens het kalenderkwartaal waarin de uitsluiting geschiedde, dient de belastingplichtige een aangifte overeenkomstig artikel 26 quater, B, lid 5, in. De verplichting tot het indienen van deze aangifte laat de eventuele verplichting tot identificatie krachtens de normale regels in een lidstaat onverlet.
2. De lidstaat van identificatie die met betrekking tot de aangifte in het kader van artikel 26 quater, B, lid 5, van Richtlijn 77/388/EEG een te hoog bedrag heeft ontvangen, betaalt het teveel betaalde bedrag rechtstreeks aan de betrokken belastingplichtige terug.
Wanneer een teveel betaald bedrag als gevolg van een onjuiste aangifte reeds aan de lidstaten van verbruik is uitgekeerd, gaan deze lidstaten over tot teruggaaf aan de belastingplichtige en stellen zij de lidstaat van identificatie van het teveel betaalde bedra in kennis.
3. De bedragen op een overeenkomstig artikel 26 quater, B, lid 5, van Richtlijn 77/388/EEG ingediende aangifte kunnen op een later tijdstip uitsluitend worden gewijzigd door middel van een wijziging van diezelfde aangifte en niet door middel van een verrekening op een volgende aangifte.
De bedragen aan BTW die overeenkomstig artikel 26 quater, B, lid 7, van Richtlijn 77/388/EEG zijn voldaan, hebben specifiek betrekking op die aangifte. Eventuele latere wijzigingen van de betaalde bedragen kunnen slechts onder verwijzing naar de desbetreffende aangifte worden verricht en kunnen niet op een andere aangifte worden opgevoerd of op een volgende aangifte worden verrekend.
4. Bedragen op BTW-aangiften in het kader van de bijzondere regeling van artikel 26 quater, B, van Richtlijn 77/388/EEG mogen niet naar boven of beneden worden afgerond op de volgende gehele monetaire eenheid. Het precieze BTW‑bedrag moet worden aangegeven en voldaan.
Hoofdstuk VIII
Overgangsmaatregelen
(Artikelen 28 bis en 28 ter van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 24
Een intracommunautaire verwerving die ten onrechte is geacht niet aan de BTW te zijn onderworpen overeenkomstig artikel 28 bis, lid 1 bis, wordt aan de BTW onderworpen in de lidstaat van verwerving ongeacht de BTW-behandeling van de handeling in andere lidstaten. De lidstaat van levering verricht een eventuele teruggaaf van de door de leverancier voldane BTW aan de betrokken leverancier overeenkomstig zijn eigen nationale regels.
Artikel 25
De overbrenging van een nieuw vervoermiddel naar een andere lidstaat door een particulier die zijn gebruikelijke verblijfplaats naar een andere lidstaat overbrengt, is geen intracommunautaire verwerving van een nieuw vervoermiddel onder bezwarende titel overeenkomstig artikel 28 bis, lid 1, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG, op voorwaarde dat er geen enkel bewijs bestaat dat het voornemen voor deze overbrenging ten tijde van de aankoop reeds bestond.
Artikel 26
Wanneer de in artikel 28 ter, B, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG vastgestelde maximumwaarden in de loop van een kalenderjaar worden overschreden, doet artikel 28 ter, B, niet af aan de plaats van levering ter zake van de leveringen die in de loop van datzelfde kalenderjaar zijn verricht voordat de door de lidstaten toegepaste maximumwaarde overeenkomstig artikel 28 ter, B, lid 2, eerste streepje, van Richtlijn 77/388/EEG is overschreden en waarvoor de leverancier geen gebruik heeft gemaakt van het in artikel 28 ter, B, lid 3, van genoemde richtlijn bepaalde keuzerecht.
Artikel 28 ter, B, is evenwel van invloed op de plaats van levering ter zake van de volgende leveringen in dezelfde lidstaat:
a) de levering waardoor de door de lidstaten toegepaste maximumwaarde overeenkomstig artikel 28 ter, B, lid 2, eerste streepje, van die richtlijn 77/388/EEG is overschreden;
b) alle daaropvolgende leveringen in hetzelfde kalenderjaar;
c) de leveringen in het kalenderjaar volgende op het kalenderjaar waarin de onder a) genoemde gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
Hoofdstuk IX
Slotbepalingen
Artikel 27
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE I
(Artikel 12 van de onderhavige verordening)
1. Punt 1 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
a) Hosting van websites en webpagina’s
b) Geautomatiseerd online-afstandsonderhoud van programma’s
d) Online-gegevensopslag waarbij specifieke gegevens elektronisch worden opgeslagen en opgevraagd
e) Online-levering van schijfruimte op verzoek
2. Punt 2 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
a) Toegang tot of downloaden van software met inbegrip van aankoop- /boekhoudprogramma’s en antivirussoftware plus bijwerkingen
b) Software die voorkomt dat banieradvertenties op het scherm verschijnen, ook bekend als bannerblockers
c) Downloaddrivers zoals software die de interface vormt tussen computers en randapparatuur, zoals printers
d) Online geautomatiseerde installatie van filters op websites
e) Online geautomatiseerde installatie van brandmuren
3. Punt 3 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
a) Toegang tot of downloaden van desktopthema’s
c) Gedigitaliseerde inhoud van boeken en andere elektronische publicaties
d) Abonnering op online-dagbladen en -tijdschriften
e) Weblogs en websitestatistieken
f) Online-nieuws, -verkeersinformatie en -weerberichten
g) Online-informatie die automatisch door de software wordt voortgebracht in antwoord op specifieke door de klant ingevoerde gegevens, zoals juridische en financiële gegevens, met inbegrip van gegevens zoals voortdurend geactualiseerde beursgegevens
h) Beschikbaarstelling van advertentieruimte met inbegrip van bannieradvertenties op een website/webpagina
i) Gebruik van zoekmachines en internetadresboeken
4. Punt 4 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
b) Toegang tot of downloaden van jingles, fragmenten, beltonen of andere klanken
c) Toegang tot of downloaden van films
d) Webgebaseerde omroepsystemen die enkel over het nternet of soortgelijke elektronische netwerken uitzenden en waarbij de programma’s niet tegelijkertijd over een traditioneel radio- of televisienet worden uitgezonden
f) Toegang tot geautomatiseerde online-spellen die afhankelijk zijn van Internet of soortgelijke elektronische netwerken en waarbij de spelers zich op een afstand van elkaar bevinden
5. Punt 5 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
a) Geautomatiseerd onderwijs dat enkel over het internet of soortgelijke elektronische netwerken kan worden verstrekt, met inbegrip van virtuele klaslokalen, behalve wanneer het internet of het soortgelijke elektronische netwerk uitsluitend als een instrument voor de communicatie tussen de leraar en de leerling wordt gebruikt
b) Werkboeken die door de leerling online worden ingevuld en automatisch worden gecorrigeerd, zonder menselijk ingrijpen
BIJLAGE II
(Artikel 22 van de onderhavige verordening)
Eenheid | Handelsgewichten |
Kg Gram Ounce (1oz = 31,1035 g) Tael (1 tael = 1,193oz.)1 Tola (10 tolas = 3,75oz.)2 | 12,5/1 500/250/100/50/20/10/5/2,5/2 100/10/5/1/1/2/1/4 10/5/1 10 |
1 PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).
2PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).
3PB C […] van […], blz. […].
4PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1.
5PB L 331 van 27.12.1979, blz. 11.
1Tael = een traditionele Chinese gewichtseenheid. De nominale zuiverheid van een staaf van één tael bedraagt in Hongkong 990, maar in Taiwan kunnen staven van 5 en 10 tael een zuiverheid van 999,9 hebben.
2Tola = een traditionele Indiase gewichtseenheid voor goud. In zijn meest gangbare verschijningsvorm heeft een staaf een gewicht van 10 tola en een zuiverheid van 999.
NL NL