Toelichting bij COM(2011)709 - Programma Gezondheid voor groei, het derde meerjarig actieprogramma van de EU op het gebied van gezondheid voor de periode 2014-2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Gezondheid is niet alleen een waarde als zodanig - het is ook een stuwende kracht voor groei. Slechts een gezonde bevolking kan haar volledig economisch potentieel benutten. De sector gezondheidszorg wordt gedreven door innovatie en hooggekwalificeerde arbeidskrachten. Onderzoek en ontwikkeling op gezondheidsgebied kunnen 0,3% van het bbp vertegenwoordigen. De gezondheidszorg is één van de grootste sectoren in de EU: de sector is goed voor ongeveer 10% van het bruto binnenlands product van de EU en verschaft werk aan één op de tien werknemers, waarvan er proportioneel meer dan gemiddeld tertiair onderwijs hebben gevolgd.

Daarom speelt gezondheid een belangrijke rol in de agenda Europa 2020. In haar mededeling van 29 juni 2011 'Een begroting voor Europa 2020'[1] heeft de Commissie benadrukt dat de bevordering van de volksgezondheid een integraal onderdeel is van de doelstellingen voor slimme en inclusieve groei van Europa 2020, dat mensen langer gezond en actief houden positieve gevolgen heeft voor de productiviteit en het concurrentievermogen, dat innovatie in de gezondheidszorg bijdraagt tot duurzaamheid in de sector in de context van de demografische ontwikkeling, en dat een vermindering van de ongelijkheden op gezondheidsgebied belangrijk is om inclusieve groei te verwezenlijken.

Het voorgestelde derde actieprogramma van de EU op het gebied van gezondheid (2014‑2020), 'Gezondheid voor groei', versterkt en benadrukt de verbanden tussen economische groei en een gezonde bevolking meer dan de vorige programma's. Het programma is gericht op acties met een duidelijke toegevoegde waarde van de EU, overeenkomstig de doelstellingen van Europa 2020 en huidige beleidsprioriteiten.

De financiële crisis heeft ook duidelijk gemaakt dat de gezondheidszorgstelsels meer kosteneffectief moeten worden. De lidstaten staan onder druk om een juiste afweging te maken tussen de verstrekking van toegang tot gezondheidszorg van hoge kwaliteit aan iedereen en de budgettaire beperkingen. In deze context is de ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten om de duurzaamheid van hun gezondheidszorgstelsels te verbeteren van cruciaal belang om te garanderen dat zij al hun burgers nu en in de toekomst gezondheidszorg van hoge kwaliteit kunnen verstrekken. Het programma Gezondheid voor groei draagt bij tot het vinden en toepassen van innoverende oplossingen om de kwaliteit, de doeltreffendheid en de duurzaamheid van de gezondheidszorgstelsels te verbeteren, en legt de nadruk op menselijk kapitaal en de uitwisseling van optimale werkwijzen.

De kerndoelstellingen die in "Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei"[2] zijn vastgesteld, steunen allemaal op meer innovatie in de gezondheidszorg, wat ook wordt weergegeven in de vlaggenschipinitiatieven zoals de 'Innovatie-Unie' en de 'Digitale agenda'. Innovatie is echter niet uitsluitend technologie en nieuwe producten. Innovatie is ook de wijze waarop de gezondheidszorg georganiseerd en gestructureerd is, hoe middelen worden aangewend, hoe stelsels worden gefinancierd.

Op zich beschikt innovatie in gezondheidszorg over het potentieel om de kosten van de gezondheidszorg te beperken en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Veel gebieden van het voorgestelde programma Gezondheid voor groei, zoals de evaluatie van gezondheidstechnologie, medische hulpmiddelen, klinische proeven en geneesmiddelen, maar ook het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden, beogen het verband tussen technologische innovatie en de toepassing en commercialisering ervan te versterken, en bevorderen tegelijkertijd de veiligheid, de kwaliteit en de doeltreffendheid van de gezondheidszorg. Andere initiatieven leggen de nadruk op de bevordering van de toepassing en de interoperabiliteit van e-gezondheidsoplossingen om bijvoorbeeld het grensoverschrijdende gebruik van patiëntenregisters te verbeteren.

Het programma zal voorts een betere prognose, planning van behoeften en opleiding van gezondheidswerkers ondersteunen, wat zowel zal bijdragen tot organisatorische innovatie als tot inclusieve groei. Dit strookt met het EU 2020-vlaggenschipinitiatief 'Nieuwe vaardigheden en banen' en de nadruk die daarin wordt gelegd op flexibiliteit en zekerheid, waarbij mensen met de goede vaardigheden voor de banen van vandaag en morgen worden uitgerust, de arbeidsomstandigheden worden verbeterd en er meer banen worden gecreëerd. Gezien de vergrijzing van de bevolking en de stijgende vraag naar gezondheidszorg, kunnen in de gezondheidssector veel nieuwe banen worden gecreëerd.

Gezondheidsproblemen behoren tot de belangrijkste oorzaken van werkverzuim en vervroegde uittreding. Mensen langer gezond en actief houden heeft positieve gevolgen voor de productiviteit en het concurrentievermogen. Het aantal gezonde levensjaren moet absoluut worden verhoogd indien Europa een arbeidsparticipatie van 75% van de 20-64-jarigen wil realiseren en vervroegde uittreding wegens ziekte wil voorkomen. 65-plussers gezond en actief houden kan bovendien positieve gevolgen hebben voor de arbeidsmarktparticipatie en mogelijk leiden tot grote besparingen op begrotingen voor gezondheidszorg.

De algemene doelstellingen van het programma Gezondheid voor groei bestaan erin met de lidstaten samen te werken om innovatie in gezondheidszorg aan te moedigen, gezondheidszorgstelsels duurzamer te maken, de gezondheid van de EU-burgers te verbeteren en hen tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Het programma legt de nadruk op vier specifieke doelstellingen met een groot potentieel voor economische groei door een betere gezondheid:

1) gemeenschappelijke instrumenten en mechanismen op EU-niveau ontwikkelen om tekorten aan zowel menselijke als financiële middelen aan te pakken, en de invoering van innovatie in de gezondheidszorg bevorderen om bij te dragen aan innoverende en duurzame gezondheidszorgstelsels;

2) toezien op een betere toegang tot medische deskundigheid en informatie voor specifieke aandoeningen, ook over de nationale grenzen heen, en komen tot gezamenlijke oplossingen en richtsnoeren om de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënten te verbeteren en aldus de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor EU-burgers te vergroten;

3) gevalideerde optimale werkwijzen voor kosteneffectieve preventiemaatregelen inventariseren, verspreiden en de toepassing ervan bevorderen door de belangrijkste risicofactoren, namelijk roken, alcoholmisbruik en obesitas, alsook hiv/aids, aan te pakken en daarbij de nadruk leggen op de grensoverschrijdende dimensie, teneinde ziekten te voorkomen en goede gezondheid te bevorderen; en

4) gemeenschappelijke benaderingen ontwikkelen en aantonen wat de waarde daarvan is om beter voorbereid te zijn op en beter te coördineren in noodsituaties op gezondheidsgebied teneinde burgers tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Dit voorstel voor een verordening bevat algemene bepalingen voor het programma Gezondheid voor groei en trekt Besluit (EG) nr. 1350/2007 in.

1.

Doel


STELLINGEN

De hierboven beschreven uitdagingen vereisen in de allereerste plaats directe actie van de lidstaten op nationaal vlak. Het in het Verdrag vermelde doel van het gezondheidsbeleid van de EU is het aanvullen en ondersteunen van het nationale beleid en het aanmoedigen van samenwerking tussen de lidstaten. Het programma biedt mogelijkheden om samenwerkingsmechanismen en coördinatieprocessen tussen de lidstaten op te zetten en te versterken met de bedoeling gemeenschappelijke instrumenten en optimale werkwijzen te vinden die synergieën en Europese toegevoegde waarde kunnen creëren en schaalvoordelen kunnen opleveren, en aldus de hervorming in moeilijke omstandigheden kunnen ondersteunen.

2.1. Gemeenschappelijke instrumenten en mechanismen op EU-niveau ontwikkelen om tekorten aan zowel menselijke als financiële middelen aan te pakken, en de invoering van innovatie in de gezondheidszorg bevorderen om bij te dragen aan innoverende en duurzame gezondheidszorgstelsels

Jarenlang zijn de lidstaten geconfronteerd met budgettaire beperkingen die een bedreiging vormen voor de duurzaamheid van de gezondheidszorg, die in bepaalde lidstaten tot 15% van de overheidsuitgaven vertegenwoordigt[3].

Dat probleem wordt nog versterkt door een vergrijzende bevolking, stijgende verwachtingen inzake diensten van hoge kwaliteit en de opkomst van nieuwe, doeltreffender maar duurdere technologieën. De uitdagingen zijn groter geworden, terwijl in de nasleep van de financiële crisis op de overheidsuitgaven wordt bespaard. Er zijn evenwel aanwijzingen[4] dat doeltreffende hervormingen van de gezondheidszorgstelsels excessieve kostenstijgingen onder controle kunnen houden en er met andere woorden voor kunnen zorgen dat de stijging van de uitgaven voor gezondheidszorg de groei van het bbp niet overtreft.

Door de inspanningen van de lidstaten ter verbetering van de doeltreffendheid en financiële duurzaamheid van de gezondheidszorg te ondersteunen, beoogt het programma in deze sector een significante verschuiving van middelen aan te moedigen naar de meest innovatieve en waardevolle producten en diensten, die tegelijkertijd het beste marktpotentieel en de grootste kostenbesparing op lange termijn opleveren. Het programma beoogt eveneens innovatie van de organisatie van de gezondheidszorg te stimuleren, bijvoorbeeld een grotere verschuiving naar gemeenschapszorg en geïntegreerde zorg. De hervorming van de gezondheidszorgstelsels moet duidelijk een combinatie zijn van onmiddellijke efficiëntiewinst en maatregelen op langere termijn die de belangrijke kostenfactoren aanpakken. Europese samenwerking inzake evaluatie van gezondheidstechnologie zal bijvoorbeeld niet alleen dubbel werk vermijden en deskundigheid bundelen, maar kan ook het potentieel voor duurzame innovatie op het gebied van gezondheidsproducten en -diensten ontsluiten.

Gezondheidsgerelateerde investeringen in het kader van de structuurfondsen kunnen zeer belangrijk zijn om de lidstaten te helpen hun gezondheidszorgstelsels op nationaal en regionaal niveau te hervormen en om de vier specifieke doelstellingen van dit programma te realiseren, uitgaande van optimale werkwijzen en van via het programma Gezondheid voor groei met pilotprojecten verworven ervaring. De samenwerking en de synergieën tussen het programma Gezondheid voor groei en de structuurfondsen zullen worden versterkt.

Aangezien de bevolking vergrijst en de gezinsstructuren veranderen, stijgt de vraag naar formele, geprofessionaliseerde zorg omdat de beschikbaarheid van informele zorg door de familie afneemt. De gezondheidszorg is ook gespecialiseerder geworden en vereist intenser werk en een langere opleiding. Tegen 2020 zullen er in de EU een miljoen gezondheidswerkers tekort zijn en zal, indien er niets wordt ondernomen, 15% van de noodzakelijke zorg niet kunnen worden verstrekt. Indien deze uitdaging echter met succes wordt aangepakt, kunnen veel banen en aanzienlijke groeikansen worden gecreëerd.

Om dit te realiseren zal het programma op het niveau van de EU gemeenschappelijke instrumenten en mechanismen ontwikkelen om de nationale gezondheidszorgstelsels te helpen met minder middelen meer zorg te verstrekken. Innovatieve oplossingen zijn vereist om het tekort aan arbeidkrachten op te vangen en de doeltreffendheid van de gezondheidszorgstelsels te maximaliseren door innovatieve producten, diensten, instrumenten en modellen te gebruiken. Om dergelijke oplossingen met succes te implementeren, zullen hinderpalen zoals openbare aanbestedingen en onvoldoende betrokkenheid van de gebruiker bij innovatie moeten worden overwonnen.

In deze context beogen acties die in het kader van deze doelstellingen worden gepland bijvoorbeeld Europese samenwerking inzake evaluatie van gezondheidstechnologie te bevorderen en het potentieel van e-gezondheid en ICT voor gezondheid af te tasten, met inbegrip van een specifiek e-gezondheidsnetwerk en samenwerking tussen elektronische patiëntenregisters, als onderdeel van de tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg[5]. Er zullen ook maatregelen komen om het tekort aan arbeidskrachten in de gezondheidszorg op te vangen en de lidstaten te helpen bij de hervorming van hun gezondheidszorgstelsels door deskundigheid inzake de technische evaluatie van beleidsmaatregelen te bundelen en te versterken.

Het programma zal ook maatregelen ondersteunen die hoge veiligheids-, kwaliteits- en doeltreffendheidsnormen vaststellen voor medische hulpmiddelen die nodig zijn voor of bijdragen tot de doelstellingen van de EU-wetgeving op dit gebied, alsook tot bepalingen betreffende e-gezondheid en evaluatie van gezondheidstechnologie van de hierboven vermelde richtlijn.

Het programma kan in het licht van zijn verschillende doelstellingen ook steun verlenen voor specifieke acties in het kader van de drie thema's van het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden: innovatie in bewustmaking, preventie en vroegtijdige diagnose; innovatie in behandeling en zorg; en innovatie in omgevingen om een actief en zelfstandig leven te leiden.

2.2. Toezien op een betere toegang tot medische deskundigheid en informatie voor specifieke aandoeningen, ook over de nationale grenzen heen, en komen tot gezamenlijke oplossingen en richtsnoeren om de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënten te verbeteren en aldus de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor EU-burgers te vergroten

De verbetering van de toegang tot gezondheidszorg voor alle burgers, ongeacht hun inkomen, sociale status, woonplaats of nationaliteit, is essentieel om de thans bestaande grote ongelijkheden op gezondheidsgebied uit te vlakken. Ongeacht de omstandigheden waarin zij zich bevinden, moeten alle EU-burgers toegang hebben tot veilige gezondheidszorg van hoge kwaliteit. In werkelijkheid zijn er echter nog grote verschillen in de toegankelijk van de gezondheidszorg in de EU. Een slechte gezondheidstoestand heeft vaak ingrijpende gevolgen voor de toegankelijkheid van effectieve gezondheidszorg en de mogelijkheden waarover burgers beschikken om hun gedrag op informatie over gezondheid af te stemmen. Mensen met een laag inkomen, sociaal uitgeslotenen en mensen die in achtergebleven of zeer kleine regio's wonen, kunnen specifieke problemen ondervinden om toegang te krijgen tot gezondheidszorg. Acties in het kader van alle doelstellingen van het programma moeten ertoe helpen bijdragen dat die ongelijkheden worden uitgevlakt door verschillende factoren aan te pakken die ongelijkheden creëren en vergroten, en moeten een aanvulling zijn op acties in het kader van andere programma's die gericht zijn op het wegwerken van sociale en regionale verschillen in de EU.

Om de toegang tot gezondheidszorg te verbeteren, met name voor specifieke aandoeningen waarvoor er weinig nationale capaciteit bestaat, biedt de bevordering van een netwerk van gespecialiseerde Europese referentiecentra, die zo voor alle burgers in de hele EU toegankelijk worden, duidelijk een toegevoegde waarde.

Om de lidstaten te helpen de kwaliteit en de veiligheid van de gezondheidszorg verder te verbeteren, zal het programma voorts optimale werkwijzen op dit gebied consolideren en blijven inventariseren, uitwisselen en verspreiden. Het programma zal de toegang tot medische deskundigheid verbeteren door het vaststellen en opzetten van een systeem van Europese referentienetwerken te ondersteunen en de criteria en voorwaarden ervoor te definiëren en door tot gezamenlijke oplossingen en richtsnoeren inzake de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënten in de hele EU te komen; daarbij zullen een aantal thema's, waaronder resistentie tegen antimicrobiële stoffen, worden behandeld.

Acties in het kader van deze doelstelling zullen ook maatregelen ondersteunen die nodig zijn voor of bijdragen tot de doelstellingen van de EU-wetgeving op deze gebieden en die hoge veiligheids-, kwaliteits- en doeltreffendheidsnormen vaststellen voor bloed, organen, weefsels en cellen, voor            farmaceutische producten en patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.

2.3. Gevalideerde optimale werkwijzen voor kosteneffectieve preventiemaatregelen inventariseren, verspreiden en de toepassing ervan bevorderen door de belangrijkste risicofactoren, namelijk roken, alcoholmisbruik en obesitas, alsook hiv/aids, aan te pakken en daarbij de nadruk leggen op de grensoverschrijdende dimensie, teneinde ziekten te voorkomen en een goede gezondheid te bevorderen

Tijdens de laatste decennia is de levensverwachting op ongeziene wijze gestegen tot 76,4 jaar voor mannen en 82,4 jaar voor vrouwen in de EU in 2008. Het gemiddelde aantal gezonde levensjaren daarentegen is veel langzamer gestegen tot 60,9 jaar voor mannen en 62 jaar voor vrouwen.

Dat betekent dat de mensen een groter deel van hun langere leven in slechte gezondheid verkeren, en dat is één van de redenen waarom de kosten van de gezondheidszorg zich in een opwaartse spiraal bevinden en de arbeidsmarktparticipatie te wensen overlaat. Een slechte gezondheid heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van menselijk kapitaal, dat op zijn beurt van cruciaal belang is voor de ontwikkeling van een kenniseconomie.

Chronische ziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak en ook de belangrijkste oorzaak voor een slechte levenskwaliteit in Europa. Elk jaar sterven in de Europese Unie meer dan 4 miljoen mensen aan chronische ziekten. Dat is 87% van de voortijdige sterfte in de EU. Chronische ziekten zijn ook een grote economische last omdat arbeidscapaciteit van mensen in de bloei van hun leven verloren gaat. Het programma omvat maatregelen ter ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten om het aantal gezonde en productieve levensjaren van hun bevolking te verhogen door chronische ziekten te voorkomen.

Veel chronische ziekten kunnen worden voorkomen. Zij worden vaak veroorzaakt door roken, schadelijk alcoholgebruik, slechte voedingsgewoonten en onvoldoende lichaamsactiviteit. Deze risicofactoren worden verergerd door onderliggende sociaaleconomische factoren en milieufactoren.

Dit is niet alleen een grote uitdaging wat de gezondheid betreft, maar ook een grote economische kans. De juiste investeringen zullen niet alleen leiden tot een betere gezondheid, maar ook tot langere en productievere levens en tot kleinere tekorten aan arbeidskrachten. Gezondere Europeanen zullen aan de economie kunnen blijven bijdragen als zij ouder worden, als werkkrachten, vrijwilligers en consumenten. Een bevolking met een laag geboortecijfer en een tekort aan geschoolde arbeidskrachten zal ook steeds meer behoefte hebben aan de deskundigheid van ouderen.

Het programma zal de uitdagingen op deze gebieden aanpakken door optimale werkwijzen te stimuleren wat de bevordering van een goede gezondheid en kosteneffectieve preventie betreft die is gericht op belangrijke gezondheidsdeterminanten zoals roken, alcoholmisbruik en obesitas, alsook hiv/aids, met bijzondere aandacht voor grensoverschrijdende aspecten. Het programma zal Europese samenwerking en netwerking ter preventie van chronische ziekten ondersteunen, alsook richtsnoeren inzake kankerscreening van hoge kwaliteit. Acties in het kader van deze doelstelling zullen ook maatregelen ondersteunen die opgelegd zijn door of bijdragen tot de EU-wetgeving op het gebied van tabaksproducten en tabaksreclame en als rechtstreeks doel hebben de volksgezondheid te beschermen.

2.4. Gemeenschappelijke benaderingen ontwikkelen en aantonen wat de waarde daarvan is om beter voorbereid te zijn op en beter te coördineren in noodsituaties op gezondheidsgebied teneinde burgers tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen

In het recente verleden is de EU geconfronteerd met verschillende grote grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, zoals de influenzapandemie of SARS. De bevoegdheid van de EU voor de coördinatie van het draaiboek in geval van ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen is vastgelegd in het Verdrag van Lissabon. Dergelijke gezondheidsbedreigingen blijven gezien hun aard niet binnen nationale grenzen en kunnen dan ook niet efficiënt worden aangepakt door de individuele lidstaten of de Unie alleen. De EU moet goed voorbereid zijn op die bedreigingen, die niet alleen een grote weerslag kunnen hebben op het leven en de gezondheid van de burgers, maar ook op de economie.

Maatregelen die in het kader van deze doelstelling worden gepland, zullen gemeenschappelijke benaderingen helpen ontwikkelen om voorbereid te zijn op eventuele noodsituaties op gezondheidsgebied, om een reactie op dergelijke noodsituaties op gezondheidsgebied op Europees niveau te coördineren en om de opbouw van nationale capaciteit om op gezondheidscrisissen voorbereid te zijn en deze te beheersen, rekening houdend met internationale initiatieven, te ondersteunen. Het doel bestaat erin de opstelling van draaiboeken te ondersteunen, onder meer voor een grieppandemie, verschillen in risicobeoordelingscapaciteiten tussen de lidstaten uit te vlakken en de opbouw van capaciteit om te reageren op gezondheidsbedreigingen in de lidstaten te ondersteunen, alsook de capaciteit te stimuleren om op wereldniveau op gezondheidsbedreigingen te reageren.

De acties zullen ook voorzien in de ondersteuning van maatregelen die bedoeld zijn om de menselijke gezondheid te verbeteren en tegen besmettelijke ziekten en grote grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid te beschermen, alsook van maatregelen inzake monitoring en vroegtijdige waarschuwing voor en bestrijding van ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen die door de EU-wetgeving op deze gebieden zijn voorgeschreven of tot de doelstellingen ervan bijdragen.

Voor alle vier hierboven vermelde doelstellingen zal het programma acties ondersteunen inzake informatie en kennis over gezondheid om bij te dragen aan wetenschappelijk onderbouwde besluitvorming, met inbegrip van het verzamelen en analyseren van gegevens over gezondheid en een brede verspreiding van de resultaten van het programma. Het programma zal ook de activiteiten ondersteunen van de overeenkomstig Besluit 2008/721/EG van de Commissie opgerichte wetenschappelijke comités.

3. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING 3.1. Raadpleging en advies van deskundigen

De raadpleging was vooral gericht op vertegenwoordigers van de lidstaten, nationale knooppunten, de Groep volksgezondheid op hoog niveau van de Raad en de informele Gezondheidsraad. Het EU-Forum gezondheidsbeleid, gezondheidswerkers en patiëntenverenigingen hebben extra deskundigenadvies verstrekt. Andere belanghebbenden bij het programma, in het bijzonder begunstigden, hebben hun standpunten kenbaar gemaakt in de recente evaluaties van het programma.

Alle deelnemers aan de verschillende raadplegingen waren grote voorstanders van het programma op het gebied van gezondheid. Sommige lidstaten waren van oordeel dat het programma gerichter moet zijn, kostenefficiënter en gebaseerd op actie met bewezen toegevoegde waarde van de EU, terwijl andere lidstaten de mening waren toegedaan dat het programma de bestaande doelstellingen en uiteenlopende acties moet blijven steunen.

Door de autoriteiten van de lidstaten aangewezen nationale knooppunten wezen erop dat het programma kan bijdragen tot de vormgeving van nationale beleidsmaatregelen door a) optimale werkwijzen aan te reiken, b) praktische ervaring, deskundigheid en kennis te delen en uit te wisselen en c) te voorzien in ondersteuning voor gezondheidsthema's op de nationale politieke agenda. Het EU-Forum gezondheidsbeleid argumenteerde dat sterk de nadruk moet worden gelegd op gezondheidsdeterminanten en het centraal stellen van de patiënt. Het forum was ook de mening toegedaan dat het programma aandacht moet besteden aan de rol van sociale determinanten.

Voorts wezen zowel de lidstaten als de belanghebbenden erop dat alle EU-lidstaten actiever aan het programma moeten meewerken; zij benadrukten ook dat het programma nauwer moet aansluiten bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bij de agenda Europa 2020 en bij de bestaande wetgeving.

Effectbeoordeling



In het effectbeoordelingsverslag zijn diverse mogelijkheden voor het programma onderzocht. In dat verslag wordt de mogelijkheid geselecteerd die vanuit kosten-batenperspectief de voorkeur geniet: een goed gestructureerd programma met specifieke, meetbare, acceptabele, realistische en tijdsgebonden (SMART) doelstellingen en prioritaire acties, dat toegevoegde waarde van de EU creëert en voorziet in een betere monitoring van de resultaten en effecten. Het programma zal zich richten op:

· het helpen bevorderen van de toepassing van innovatieve oplossingen om de kwaliteit, de doeltreffendheid en de duurzaamheid van de gezondheidszorgstelsels, alsook de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg te verbeteren;

· het bevorderen van een goede gezondheid en het voorkomen van ziekten op EU‑niveau door de lidstaten te helpen bij hun inspanningen om het aantal gezonde levensjaren van hun burgers te verhogen en die inspanningen aan te vullen;

· het ondersteunen van oplossingen voor grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen;

· het ondersteunen van acties die overeenkomstig de huidige EU-wetgeving verplicht zijn.

Deze optie vereist een begroting van ongeveer 57 miljoen euro per jaar (in prijzen van 2011), wat past in de begrotingstoewijzing voor het programma Gezondheid voor groei die in de mededeling 'Een begroting voor Europa 2020' van juni 2011 wordt voorgesteld.

3.3. Het leveren van Europese toegevoegde waarde

Zoals bepaald in artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vult het optreden van de Unie het nationale beleid aan en moedigt het de samenwerking tussen de lidstaten aan. Het programma dient bijgevolg slechts een bijdrage te leveren wanneer de lidstaten niet individueel kunnen optreden of wanner coördinatie de beste manier is om vooruitgang te boeken.

Het programma stelt acties voor op gebieden waar er op basis van de volgende criteria duidelijk bewijzen bestaan voor een Europese toegevoegde waarde: de bevordering van de uitwisseling van optimale werkwijzen tussen de lidstaten; de ondersteuning van netwerken voor kennisuitwisseling of het van elkaar leren; het aanpakken van grensoverschrijdende bedreigingen om risico's en de gevolgen ervan te beperken; het aanpakken van bepaalde aangelegenheden met betrekking tot de interne markt wanneer de EU over substantiële legitimiteit beschikt om in de lidstaten kwalitatief hoogstaande oplossingen te garanderen; het ontsluiten van het innovatiepotentieel op gezondheidsgebied; maatregelen die kunnen leiden tot een benchmarkingsysteem; het vergroten van schaalvoordelen door verspilling door dubbel werk te voorkomen en door het gebruik van financiële middelen te optimaliseren.

3.4. Het verbeteren van de prestaties van het programma

Het programma bouwt voort op de resultaten van het eerste programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) en het tweede programma op het gebied van gezondheid (2008‑2013), overeenkomstig de conclusies van en aanbevelingen in de verschillende evaluaties en audits van deze programma's.

Het is de bedoeling dat de aandacht in het nieuwe programma op minder acties wordt gericht, waarvan de toegevoegde Europese waarde bewezen is, die concrete resultaten opleveren, en voorzien in vastgestelde behoeften en lacunes. Met het programma wordt beoogd de samenwerking van de lidstaten op het gebied van gezondheid te verbeteren en een hefboomeffect te creëren voor de hervorming van het nationale gezondheidsbeleid.

De activiteiten gedurende de periode van zeven jaar en de jaarlijkse werkprogramma's moeten gebaseerd zijn op een meerjarenprogrammering van een beperkt aantal acties per jaar. Het programma bouwt voort op de lessen uit het verleden en op de verschillende evaluaties, maar voert tevens een aantal nieuwe elementen in:

· voortgangsindicatoren om de doelstellingen en het effect van het programma te meten en te monitoren;

· toegevoegde Europese waarde als belangrijke factor bij het bepalen van de prioriteiten voor de jaarlijkse werkprogramma's;

· een betere verspreiding en mededeling van de resultaten van de projecten aan de beleidsmakers;

· stimulansen om een grotere participatie in het programma aan te moedigen van lidstaten met een lager bruto nationaal inkomen (bni), onder meer door een hoger medefinancieringspercentage voor die lidstaten.

Vereenvoudiging



De herziening van het Financieel Reglement zal de deelname aan EU-programma's helpen bevorderen, bijvoorbeeld door een vereenvoudiging van de regels, een verlaging van de deelnamekosten, een versnelling van de toekenningsprocedures en de oprichting van een centraal aanspreekpunt om de toegang van begunstigden tot EU-financiering te vergemakkelijken. Het programma zal maximaal gebruik maken van de bepalingen van het herziene Financieel Reglement van de EU, met name door de rapporteringseisen verder te vereenvoudigen, onder meer door meer gebruik te maken van onlinerapportering.

De opzet van het nieuwe programma houdt in dat implementatie en beheer moeten worden vereenvoudigd:

1. De medefinanciering door de Unie voor subsidies voor acties, acties die door de bevoegde instanties van de lidstaten of derde landen worden medegefinancierd, dan wel door niet‑gouvernementele organen die door die instanties zijn gemandateerd, alsook voor exploitatiesubsidies zal worden geharmoniseerd op 60% van de subsidiabele kosten, en op 80% in gevallen van uitzonderlijk nut.

2. De programmering op lange termijn van strategische acties in het kader van het programma zal het totale aantal acties per jaar helpen beperken en repetitief werk bij de aanvraag-, evaluatie-, onderhandelings- en gunningprocedures voorkomen. Zo zal bovendien meer aandacht kunnen worden besteed aan de prioritaire gebieden en zal beter gebruik kunnen worden gemaakt van menselijke en financiële middelen. Het financieringsproces zal worden vereenvoudigd, met name door gebruik te maken van raamcontracten voor exploitatiesubsidies, en indien mogelijk zal worden overwogen of vaste bedragen kunnen worden gebruikt teneinde de administratieve last te verminderen.

3. De nieuwe monitoring- en evaluatie-indicatoren berusten op een doeltreffende verspreiding van de resultaten van het programma en zullen het gebruik ervan in de lidstaten traceren met de hulp van het netwerk van nationale knooppunten. Verwacht wordt bijgevolg dat het gebruik van de resultaten van het programma eenvoudiger zal zijn; de toepassing van de resultaten door de eindgebruikers moet de zichtbaarheid en het effect van het programma vergroten.

4. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd heeft de Commissie het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten sinds 2005 belast met implementatietaken voor het beheer van het communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid. De Commissie kan voor de uitvoering van het programma Gezondheid voor groei, op basis van een kosten-batenanalyse, gebruikmaken van een bestaand uitvoerend agentschap.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Zowel de doelstellingen in artikel 168 van het Verdrag als het subsidiariteitsbeginsel rechtvaardigen actie op EU-niveau. Maatregelen van de Unie moeten het nationale beleid en de maatregelen van de lidstaten aanvullen. De Unie kan hun optreden ook steunen.

Artikel 168, lid 2, tweede alinea, luidt: 'De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, alle dienstige initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen.'; lid 3 luidt: 'De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties.'

Tegen die achtergrond machtigt artikel 168, lid 5, VWEU het Europees Parlement en de Raad om stimuleringsmaatregelen vast te stellen die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid.

3.

Gevolgen voor de begroting



De financiële toewijzingen voor de implementatie van het programma tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 zullen 446 miljoen euro (lopende prijzen) bedragen. Dat stemt overeen met de voorgestelde begrotingstoewijzing voor het programma op het gebied van gezondheid in de mededeling 'Een begroting voor Europa 2020' van juni 2011.