Toelichting bij COM(2011)782 - Ontwikkeling van een maritieme strategie voor de Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52011DC0782

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan /* COM/2011/0782 definitief */


1.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S


Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan

(Voor de EER relevante tekst)

2.

1. Toepassingsgebied


De Atlantische Oceaan, die de westelijke grens van de EU vormt, is de op één na grootste oceaan ter wereld. Met deze mededeling wordt gevolg gegeven aan een verzoek van de Raad van de Europese Unie[1] (EU) en het Europees Parlement[2]. Er wordt een coherente en evenwichtige aanpak voorgesteld die consistent is met de EU 2020-agenda[3] en de vlaggenschipinitiatieven daarvan, waarbij territoriale cohesie wordt bevorderd en tevens rekening wordt gehouden met de internationale dimensie.

Terwijl de voorgestelde aanpak er grotendeels op gericht is gemeenschappen die aan de Atlantische kust wonen en werken, te helpen het hoofd te bieden aan nieuwe economische realiteiten, wordt tevens de medeverantwoordelijkheid van de EU voor het beheer van de wereldoceanen erkend. In grote lijnen zal de strategie betrekking hebben op de kusten, de territoriale wateren van de vijf EU-lidstaten met een Atlantische kustlijn[4] – Frankrijk, Ierland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk[5] en de onder hun jurisdictie vallende wateren, alsook op internationale wateren in westelijke richting tot Amerika, in oostelijke richting tot Afrika en de Indische Oceaan, in zuidelijke richting tot de Zuidelijke Oceaan en in noordelijke richting tot de Arctische Oceaan[6]. Bovenop de maatregelen, op zowel nationaal als plaatselijk niveau, betreffende de vijf EU-lidstaten wordt ook gestreefd naar overeenkomsten met andere EU-staten die deze ruimte gebruiken, en met internationale partners met aangrenzende wateren. Voorts dienen de gevolgen van de toetreding van IJsland tot de EU in aanmerking te worden genomen.

Alle voorgestelde maatregelen zullen worden gefinancierd uit bestaande programma's en zullen geen extra gevolgen voor de EU-begroting hebben.

3.

2. Uitdagingen en kansen


De uitdagingen en kansen voor het gebied van de Atlantische Oceaan kunnen in vijf thema's worden ondergebracht. Zij staan evenwel niet los van elkaar. Maatregelen in het kader van een bepaald thema kunnen ook bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen in het kader van een ander thema. Samen zullen zij bijdragen tot het hoofddoel, namelijk een duurzame werkgelegenheid en groei creëren.

4.

2.1. Tenuitvoerlegging van de ecosysteemaanpak


Het beheer van menselijke activiteiten in het Atlantische gebied moet voor een gezond en productief ecosysteem zorgen. Erkend wordt dat deze aanpak het best ten uitvoer wordt gelegd door alle activiteiten die gevolgen hebben voor de zee, samen te beheren. Zowel bij het gemeenschappelijk visserijbeleid als in de richtlijn mariene strategie[7] vormt de ecosysteemaanpak de basis voor het mariene beheer. Beide instrumenten bevatten verwijzingen naar een versterkte samenhang[8]. De tenuitvoerleggingsprocessen voor de totstandbrenging van een duurzame visserij en de verwezenlijking van een goede milieutoestand zijn in de praktijk echter nog grotendeels gescheiden en zullen extra inspanningen vereisen in het gebied van de Atlantische Oceaan.

De strategie voor het Atlantische gebied moet derhalve gericht zijn op de ontwikkeling van de volgende aspecten:

– Aan beide kanten van de Atlantische oceaan is de visserij een wezenlijk onderdeel van de economieën. De sector is nog steeds goed voor een derde[9] van de door de vissersvloot van de EU aangevoerde hoeveelheden. Uitgedrukt in waarde is één vierde van de EU-invoer van vis afkomstig uit Noorwegen en IJsland. In het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)[10] wordt voorgesteld deze bestanden zo te beheren dat de maximale duurzame opbrengst wordt bereikt, en de door mariene ecosystemen geleverde goederen en diensten voor de huidige en toekomstige generaties te vrijwaren. Er is al veel vooruitgang geboekt. Zo hebben zowel de regionale organisaties voor visserijbeheer voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan als de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan overeenkomstig de VN-resoluties 61/105 en 64/72 visserijgebieden gesloten voor de visserij met bodemtrawls, niet alleen om de duurzaamheid op lange termijn van de diepzeebestanden te garanderen, maar ook om kwetsbare mariene ecosystemen, inclusief sponzen en koralen, te beschermen. Deze maatregelen moeten echter nog verder worden ontwikkeld. De aanpak per soort moet plaats maken voor langetermijnplannen voor meerdere soorten waarin rekening wordt gehouden met het ruimere ecosysteem. De lidstaten rond de Atlantische Oceaan moeten de door de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid gecreëerde mogelijkheden voor regionalisering benutten om technische maatregelen voor het Atlantische gebied vast te stellen. De Commissie is voornemens een passend kader voor te stellen zodra de hervorming van het GVB is aangenomen.

– De aquacultuur kan beter aan de EU-vraag naar gezonde en duurzaam geproduceerde visserijproducten voldoen dan de visvangst Doordat de kustwateren van het Atlantische gebied worden gezuiverd door de sterke getijstromingen, kan het gebied aan deze vraag voldoen en kan het concurrerend blijven op de wereldmarkt met inachtneming van het milieu. Door plaatsgebrek aan de Atlantische kust is uitbreiding momenteel echter moeilijk. Terwijl de sector zich dankzij continu onderzoek, nieuwe technologieën en innovatieve waterbouwkundige technieken steeds verder van de kust zal kunnen verwijderen, moet bij de inleiding van elke vergunningsprocedure rekening worden gehouden met de mogelijkheid om de ruimte te delen met andere infrastructuur zoals windturbineplatforms. De strategie moet derhalve gericht zijn op de bevordering van ruimtelijke ordening als instrument voor de tenuitvoerlegging van de ecosysteemaanpak in het gebied van de Atlantische Oceaan. Een dergelijk proces moet de coherentie, de connectiviteit en het weerstandsvermogen van beschermde mariene gebieden in het Atlantische gebied versterken in overeenstemming met het EU-biodiversiteitsactieplan.

Via EU-instrumenten voor een geïntegreerd maritiem beleid en territoriale samenwerking worden reeds proefprojecten inzake ruimtelijke ordening en het beheer van kustgebieden in het Atlantische gebied ondersteund. De Europese Commissie onderzoekt momenteel mogelijkheden voor een gestructureerdere aanpak ten aanzien van deze mechanismen, die het de lidstaten rond de Atlantische Oceaan en belanghebbenden mogelijk maakt de ecosysteemaanpak ten uitvoer te leggen.

– Tot slot brengen de stromingen in de Atlantische Oceaan veranderingen teweeg in de Europese terrestrische en mariene ecosystemen. Zonder een betere kennis van het Atlantische gebied zullen we toekomstige klimaatveranderingen in Europa nooit kunnen voorspellen en zullen we ons evenmin kunnen aanpassen aan deze veranderingen. Er is behoefte aan duurzame systemen voor de observatie van essentiële mariene variabelen, vanuit de ruimte en op zee. Europese en Noord-Amerikaanse partners nemen deel aan het Argo-programma, in het kader waarvan reeds 900 drijvers zijn ingezet om de temperatuur en het zoutgehalte in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan permanent te meten. De Commissie is voornemens mogelijkheden te onderzoeken om dit systeem voor oceaanobservatie te ondersteunen en samen met partners te werken aan de uitbreiding ervan tot grotere diepten en tot biogeochemische en fysieke parameters.

5.

2.2. Vermindering van de koolstofvoetafdruk van Europa


Aangezien de vermindering van de klimaatverandering integrerend deel uitmaakt van alle EU-beleidslijnen, moet de strategie gericht zijn op de volgende elementen:

– De winden in het Atlantische gebied zijn sterker dan die boven andere zeeën die de kusten van Europa bespoelen. Dit levert niet alleen schone energie op, maar kan ook bijdragen tot een verminderde afhankelijkheid van verre bronnen van fossiele brandstoffen. Windturbines maken deel uit van het Europees strategisch plan voor energietechnologie en bevinden zich steeds meer offshore[11] om te profiteren van sterkere winden en de gevolgen voor het landschap te beperken. De uitbreiding van windmolenparken voor de Atlantische kust zal belangrijke industriële mogelijkheden bieden voor de havens die deze onderhouden. Tegen 2020 zou ongeveer 20% van de geïnstalleerde offshore-windcapaciteit van Europa zich in het Atlantische bekken kunnen bevinden.

– Ook het potentieel van de krachtige golven en de sterke getijstromingen moet worden benut. Energie uit getijstromingen kan dankzij de voorspelbaarheid ervan de fluctuerende energie uit wind aanvullen. Eilanden kunnen een groot deel van hun energie uit zee halen. Offshore hernieuwbare energie zal echter slechts met succes op grote schaal kunnen worden ingezet wanneer wordt voorzien in netwerken die de belangrijkste productiecentra verbinden met de consument. Tien Europese landen zijn in december 2010 overeengekomen een offshore-elektriciteitsnet in de aangrenzende Noordzee te ontwikkelen. In haar nieuwe richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van energie-infrastructuur in Europa zal de Commissie voorstellen dat de Ierse Zee samen met de Noordzee en de Oostzee wordt opgenomen in een 'offshore-elektriciteitsnetwerk in de noordelijke zeeën' dat als een 'prioritaire energie-infrastructuur' zal worden beschouwd. Dit zal het proces van vergunningverlening bespoedigen.

De Commissie is voornemens gevolg te geven aan het verzoek van de Raad[12] om te zoeken naar synergieën tussen het Europese energiebeleid en het geïntegreerde maritieme beleid ter bevordering van de energiewinning uit zee, met name uit golven, getijden, stromingen en de thermische gradiënt, ook in de Atlantische Oceaan.

– Veranderingen in het zeevervoer zullen eveneens bijdragen tot de vermindering van de koolstofvoetafdruk in het Atlantische gebied

Onder auspiciën van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) worden momenteel onderhandelingen gevoerd om broeikasgasemissies van het internationaal zeevervoer te verminderen. Dankzij de 'Energy Efficiency Design Index' zullen de emissies van na 2013 gebouwde vaartuigen verminderen. Emissiestreefdoelen bevorderen niet alleen vaartuigen met een efficiënter brandstofverbruik, maar kunnen ook van invloed zijn op de routeringssystemen in het Atlantische gebied. Uit de strategie voor het Atlantische gebied moet blijken hoe het zeevervoer in het Atlantische gebied zou functioneren in het geval van een toename van het volume van het zeevervoer en een vermindering van de kooldioxide-emissies.

Ook de verschuiving van het wegvervoer naar vervoer over zee zal een vermindering van de emissies tot gevolg hebben. Overeenkomstig het recente witboek van de EU over het vervoersbeleid zijn maatregelen genomen om het vervoer over het water te integreren in het Europese vervoersnetwerk. In het Atlantische gebied liggen geen Europese megahavens, wel een aantal belangrijke kleinere havens. De EU-projecten inzake 'snelwegen op zee' leveren reeds een bijdrage dankzij bestaande routes tussen Bilbao en Zeebrugge, tussen Sines en La Spezia en een nieuwe route tussen Gijón en Saint-Nazaire die binnenkort wordt aangepast om de gebruikersfrequentie te verhogen. Voorts is een route gepland tussen Nantes-Saint-Nazaire en Vigo, die in een later stadium zal worden uitgebreid tot Le Havre en Algeciras. In 2014 zou een lijn tussen Brest en Leixões operationeel worden. Regionale autoriteiten in het Atlantische gebied overwegen een verdere ontwikkeling van multimodale vervoerscorridors, als onderdeel van het Trans-Europees vervoersnet (TEN-T). Andere EU-maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van de korte vaart in het Atlantische gebied zijn de tenuitvoerlegging van de 'Europese maritieme vervoersruimte zonder grenzen'[13] en het proefproject 'blauwe gordel' ter vermindering van administratieve formaliteiten zoals douaneprocedures voor het vrachtverkeer binnen de EU. De Commissie zal tegen 2012 een evaluatie maken van de geboekte vooruitgang. Een dialoog over zeevervoer met de maritieme instanties van de Verenigde Staten heeft geresulteerd in een memorandum van samenwerking voor de korte vaart dat in 2011 is ondertekend. De resultaten van het beraad van de regionale autoriteiten, het voortgangsverslag van de Commissie en de lering die is getrokken uit de samenwerking met andere maritieme autoriteiten zullen van nut zijn bij de inspanningen van de Atlantische strategie om het volume van de korte vaart te verhogen.

6.

2.3. Duurzame exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van de Atlantische zeebodem


Met het oog op een duurzame exploitatie van de Atlantische zeebodem moet deze strategie gericht zijn op de onderstaande aspecten.

– In de recente mededeling van de Commissie 'Grondstoffen en grondstoffenmarkten: uitdagingen en oplossingen' [14] wordt gewezen op de noodzaak om investeringen in de natuurlijke rijkdommen van de EU te verhogen en te garanderen dat mineralen in veilige omstandigheden worden gewonnen met eerbied voor het milieu en de arbeidskrachten. De Internationale Zeebodemautoriteit heeft in 2010 verordeningen aangenomen inzake de prospectie en de exploratie van metaalknollen[15] en in juli 2011 een vergunning afgegeven voor de prospectie van een gebied in het noordelijke deel van de Midden-Atlantische rug. De werkzaamheden van de huidige contractanten in opdracht van de autoriteit zijn meer gericht op uit overheidsmiddelen gefinancierde geologische en ecologische langetermijnstudies dan op commercieel gericht onderzoek. Met het in het kader van het Europa 2020-kerninitiatief 'Innovatie-Unie'[16] door de Commissie geplande Europese partnerschap inzake grondstoffen zullen onderzoek en innovatie worden bevorderd met het oog op een duurzame toegang tot mariene grondstoffen.

– Instellingen voor marien onderzoek aan beide kanten van de Atlantische Oceaan zijn goed geplaatst om meer inzicht te geven in wat de rijke biodiversiteit van de oceaan te bieden heeft op het vlak van voedsel, brandstoffen en farmaceutische producten zonder gevaar voor de ecosysteemfuncties. Zij werken steeds meer samen. De vijf EU-lidstaten rond de Atlantische Oceaan, alsook andere EU-lidstaten, Noorwegen en IJsland, werken reeds samen in het kader van de coördinatie-actie SEAS-era[17] van het zevende kaderprogramma[18] en zijn bezig met de voorbereiding van het nieuwe gezamenlijke programmeringsinitiatief 'gezonde en productieve zeeën en oceanen'[19] om de werkzaamheden te verdelen over nationale programma's voor marien onderzoek. Hoewel het moeilijk was transatlantische partnerschappen tot stand te brengen omdat het tijdschema voor de financieringsmogelijkheden moest worden geharmoniseerd, zal de Commissie trachten te voorzien in regelingen op grond waarvan organisaties aan beide kanten van de Atlantische Oceaan kunnen bijdragen aan gezamenlijke projecten.

– Toegang tot gegevens van onderzoeksinstellingen en andere overheidsinstanties is niet altijd gemakkelijk geweest in het verleden. Het EU-initiatief 'Mariene kennis 2020'[20] zal ondernemingen en natuurbeschermingsinstanties ondersteunen door te voorzien in een centraal toegangspunt voor geharmoniseerde mariene gegevens over zeebekkens en zo bij te dragen tot een beperking van de kosten van het verzamelen van de gegevens die nodig zijn om kust- en offshore-infrastructuur te ontwerpen, te bouwen en te exploiteren. De beschikbaarstelling van mariene gegevens zal niet alleen de concurrentiepositie van bestaande ondernemingen versterken, maar ook innovatie stimuleren door de toegang uit te breiden tot onderzoekers en kleine ondernemingen die hier vroeger van waren uitgesloten. De bedoeling is dat de EU-inspanningen ook zullen bijdragen tot wereldwijde initiatieven voor open toegang zoals GEBCO[21] en OneGeology[22]. In het kader van de strategie moet worden nagegaan hoe het gebied van de Atlantische Oceaan hiervan kan profiteren.

7.

2.4. Reageren op dreigingen en noodsituaties


De EU moet voorbereid zijn op dreigingen en noodsituaties in de Atlantische Oceaan, ongeacht of deze zijn veroorzaakt door ongevallen, natuurrampen of criminele activiteiten. De hieronder vermelde aspecten zijn prioriteiten voor het gebied van de Atlantische Oceaan.

– Dankzij de goedkeuring van belangrijke wetgevende maatregelen inzake maritieme veiligheid (meest recentelijk het derde pakket maritieme veiligheid, in 2009)[23] is de kans op scheepsongevallen kleiner geworden. Dankzij de Verdragen van Bonn en van Lissabon[24] is de coördinatie tussen de lidstaten op het gebied van het voorbereid zijn op en het ingrijpen bij rampen op zee verbeterd. Het Memorandum van overeenstemming van Parijs heeft geleid tot meer dan 24.000 scheepsinspecties per jaar. Niettemin kunnen ongevallen niet volledig worden uitgesloten en blijft de Atlantische kust kwetsbaar voor natuurverschijnselen zoals de stormen in de Vendée in 2010. De klimaatverandering, in combinatie met andere gevolgen van menselijke activiteiten voor de zee, maakt dat het gedrag in het verleden niet als leidraad voor de toekomst mag dienen. We moeten steeds op alles voorbereid zijn.

De eerste uren van een crisis zijn cruciaal en voor gebeurtenissen met een lokale impact is hulp van buren vereist. Er moeten mechanismen operationeel zijn voor het geval dat stormen, aardbevingen, tsunami's, kernongevallen, invasies van vreemde soorten of olierampen zich voordoen. Vroegtijdige waarschuwingen vereisen een continue controle op zee, een snelle verzending van informatie, een coördinatie van interventieteams en een mobilisering van deskundigenadvies. De Commissie leidt werkzaamheden op het gebied van preventie en voorbereiding, inclusief een risicobeheersbeleid[25], waarbij dreigings- en risicoanalyse wordt gelinkt aan besluitvorming en de ontwikkeling van scenarioplanning voor grensoverschrijdende rampen. In het geval van een ernstige noodsituatie vergemakkelijkt het EU-mechanisme voor civiele bescherming de coördinatie en het vervoer van de bijstand van de lidstaten en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA). Nauwkeurige voorspellingen op basis van de mariene kerndienst van de wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid kunnen hiertoe bijdragen. Deze dienst verstrekt afzonderlijke voorspellingen voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan en voor de Iberische kustwateren en de Golf van Biskaje. Nationale en regionale autoriteiten voor de bescherming van de Atlantische kustlijn en de mensen die daar wonen, moeten projecten in overweging nemen om te testen of de preventieve maatregelen in het kader van het territoriale samenwerkingsprogramma van de EU toereikend zijn en om een actieve bijdrage te leveren aan het EU-mechanisme voor civiele bescherming.

– De Atlantische Oceaan is vitaal voor de Europese handel. De voorziening in Europa moet absoluut continu gegarandeerd zijn en er moet een einde komen aan de wapen-, mensen- en drugssmokkel. De economieën van de EU en de VS nemen ongeveer de helft van het mondiale BBP voor hun rekening en ongeveer een derde van de mondiale handelsstromen. In juni 2011 zijn beide partners overeengekomen hun normen wederzijds te erkennen om regelgevende belemmeringen voor de handel te beperken en tevens de transatlantische verbinding zeker te stellen. Voor andere kritieke zeeroutes bestaat de strategie erin de capaciteit in de kuststaten op te bouwen. Er wordt een behoeftenanalyse verricht om na te gaan welke maatregelen in het kader van het instrument voor stabiliteit piraterij, gewapende overvallen op zee en gijzelingen in de Golf van Guinee kunnen verminderen.

Het SafeSeaNet van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voorziet reeds in de integratie van verplichte scheepsmeldingen en in toegang tot de door kuststations ontvangen signalen van hun automatisch identificatiesysteem (AIS). Vissersvaartuigen worden gevolgd via het satellietvolgsysteem voor vaartuigen en met behulp van het identificatie- en volgsysteem over lange afstand kunnen alle passagiers- en vrachtschepen van meer dan 300 ton binnen duizend zeemijl vanaf de Europese kust worden gevolgd. Voorts is aangetoond dat schepen die nog verder van de kust verwijderd zijn, kunnen worden gevolgd met behulp van andere technologieën[26]. Instanties die dreigingen zoals smokkel, illegale visserij of illegale handel bestrijden, hebben echter nog geen toegang tot alle informatie omdat overeenkomsten inzake de uitwisseling van gegevens tussen de verschillende autoriteiten nog niet volledig operationeel zijn. Atlantische gebieden zullen dan ook profiteren van de lopende EU-maatregelen ter bevordering van de ontwikkeling van een gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) die systemen zoals het Europees grensbewakingssysteem (EUROSUR), voor de uitwisseling van informatie over illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit, en het SafeSeaNet-systeem met elkaar zal verbinden. Informatie-uitwisseling is geen louter interne EU-aangelegenheid. In september 2011 zijn de Verenigde Staten en de Europese Unie bijvoorbeeld overeengekomen om informatie over illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij uit te wisselen. De Atlantische strategie moet er in de eerste plaats op gericht zijn de informatie-uitwisseling optimaal te benutten.

8.

2.5. Sociaal inclusieve groei


Hoewel er aanzienlijke verschillen zijn langs de Atlantische kust, worden tal van gemeenschappen geconfronteerd met een daling van de werkgelegenheid in de visserij en de scheepsbouw, een verplaatsing van het massatoerisme naar zonniger klimaten en de tendens van ouderen om na hun pensionering aan de kust te gaan wonen. De uitdaging bestaat erin ervoor te zorgen dat in kustgebieden nieuwe banen met een hoge meerwaarde worden gecreëerd en dat diegenen die werk zoeken in de nieuwe economie, hiertoe over de juiste vaardigheden beschikken.

– Om de maritieme deskundigheid te behouden en maritieme beroepen opnieuw aantrekkelijk te maken, moet extra aandacht uitgaan naar de wederzijdse erkenning van opleidingen, inclusief van de volgende generatie van mariene wetenschappers[27], bijscholing en beroepskwalificaties. De ervaring van mensen die vroeger een maritiem beroep uitoefenden, moet beter worden benut en maritieme loopbanen moeten aantrekkelijker worden gemaakt voor jongeren. De dialoog met de sociale partners over arbeidsomstandigheden voor vissers en zeevarenden moet worden voortgezet. De Commissie heeft de aanzet gegeven tot een evaluatie van de richtlijn beroepskwalificaties van 2005. Deze evaluatie moet in 2011 in een groenboek en in 2012 in een herziening van de richtlijn uitmonden. De strategie moet erop gericht zijn de Atlantische maritieme industrieën te betrekken bij deze inspanningen.

Regionale clusters tussen maritieme industrieën en onderwijsinstellingen kunnen zorgen voor gekwalificeerde arbeidskrachten en arbeidsmobiliteit binnen sectoren. Zo profiteert de offshore-industrie van Brest van de nabijheid van instellingen voor maritiem onderwijs en onderzoek. En via het SmartOceaninitiatief van het Ierse mariene instituut worden multinationale IT-bedrijven en kleine ondernemingen betrokken bij de ontwikkeling van hoogwaardige producten voor de mariene industrie. Dankzij de opkomst van nieuwe communicatietechnologieën kan een kritische massa van industrieën en onderzoekers op geografisch gescheiden locaties virtuele clusters oprichten. De strategie moet erop gericht zijn de ontwikkeling van deze clusters aan te moedigen via territoriale samenwerkingsprojecten.

– Een kwalitatief toerisme[28] kan bijdragen tot de heropleving van een aantal gebieden aan de Atlantische kust, maar om kwaliteitsbanen te ondersteunen, moeten toeristen het hele jaar door en niet alleen in de zomerperiode worden aangetrokken. De ruwe natuurlijke schoonheid van het Atlantische gebied, de rijke biodiversiteit, de traditionele keuken op basis van producten van de zee en de Keltische cultuur zijn troeven die gemakkelijk kunnen worden uitgespeeld. Watersport is een belangrijke inkomstenbron en genereert hoogwaardige banen. Er is echter een groot gebrek aan aanlegplaatsen aan de Atlantische kust, met name voor grote recreatievaartuigen. De spectaculaire groei van de cruisesector elders heeft nog geen navolging gevonden in het Atlantische gebied. De Atlantische strategie moet voorzien in ontwikkelingsmogelijkheden op dit gebied.

9.

3. EU-instrumenten


EU-wetgevingsinstrumenten die belangrijke gevolgen hebben voor de zee en voorzien in een aanzienlijke plaatselijke autonomie, bevinden zich in een vroeg stadium van maturiteit en de financiële instrumenten voor de EU-programmeringsperiode 2014-2020 zijn momenteel in voorbereiding. Programmeringsbesluiten die nu en in de nabije toekomst worden genomen, zullen in deze hele periode effect sorteren. Daarom is het essentieel dat de belanghebbenden in het Atlantische gebied bereid zijn van deze instrumenten gebruik te maken om de vastgestelde uitdagingen aan te gaan. De belangrijkste instrumenten zijn:

– een gemeenschappelijk strategisch kader voor structuurfondsen waarbij de streefdoelen en doelstellingen van Europa 2020 zullen worden vertaald in kernactiviteiten, met bijzondere aandacht voor gebieden als energie en milieu. In het kader hiervan zullen kernactiviteiten worden vastgesteld die noodzakelijk zijn in verband met de kerndoelstellingen en de vlaggenschipinitiatieven. Het gemeenschappelijk strategisch kader zal de acties omvatten die momenteel worden bestreken door het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, en zal voorzien in verbanden, in coördinatiemechanismen met andere EU-instrumenten zoals programma's voor onderzoek, innovatie en levenslang leren, en in netwerken;

– Horizon 2020 - een gemeenschappelijk strategisch kader voor onderzoek, innovatie en technologische ontwikkeling dat nauw verbonden zal zijn met nationale onderzoeksprogramma's om expertise te bevorderen, maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en het concurrentievermogen te versterken. Onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie kunnen duurzame groeikansen creëren die de relatieve achteruitgang van de traditionele maritieme industrieën compenseren. In het kader van het lopende SEAS-ERA-project zullen specifieke prioriteiten voor het Atlantische bekken worden vastgesteld die kunnen worden overgenomen in de werkprogramma's van het nieuwe kader;

– een hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid. De Commissie heeft een agenda voorgesteld[29] met ambitieuze streefdoelen voor regionalisering en vereenvoudiging. Hoewel de belangrijkste besluiten inzake doelstellingen, streefdoelen, gemeenschappelijke minimumnormen, resultaten en omzettingstermijnen nog steeds op EU-niveau worden genomen, moeten de lidstaten over de nodige speelruimte beschikken om onder toezicht van de Commissie en in volledige overeenstemming met het EU-recht andere maatregelen voor visserijbeheer vast te stellen. De lidstaten rond de Atlantische Oceaan zijn verheugd over deze overdracht van bevoegdheden en verwachten dat dit zal leiden tot een visserijbeheer waarmee sneller en efficiënter kan worden gereageerd op veranderende ecologische of economische omstandigheden;

– de richtlijn mariene strategie[30], die voorziet in een kader om uiterlijk in 2020 een goede milieutoestand van het mariene milieu te bereiken of te behouden. De goede milieutoestand wordt bepaald op het niveau van de mariene regio[31]. Bij de vaststelling, de controle en de evaluatie ervan moet derhalve worden samengewerkt tussen de kuststaten;

– de vlaggenschipinitiatieven in het kader van het maritiem beleid die betrekking hebben op maritiem toezicht, mariene kennis en maritieme ruimtelijke ordening. Zij zullen voorzien in normen op EU-niveau, doch zullen ook specifieke maatregelen voor het Atlantische gebied omvatten. Zo omvat het proces ter verbetering van de mariene kennis afzonderlijke 'controlepunten' om tekortkomingen, overlappingen en prioriteiten vast te stellen in programma's voor maritiem toezicht voor de Golf van Biskaje, de Keltische zeeën, de Iberische kustwateren en Macaronesië;

– instrumenten van buitenlands beleid zoals het EOF (Europees Ontwikkelingsfonds) en het EU-programma inzake kritieke zeeroutes om derde landen te betrekken bij de bescherming van het Atlantische zeevervoer, maar ook de internationale (via de IMO) en de bilaterale dialoog met partners in het Atlantische gebied;

– met het oog op een zo efficiënt mogelijk maatregelenpakket voor het Atlantische gebied moet in dit kader prioriteit worden verleend aan onderzoek, proefprojecten, dialogen, partnerschappen en investeringen in voorstellen voor strategieën en programma's.

10.

4. Tenuitvoerlegging van de strategie


De Atlantische strategie zal niet functioneren met alleen maatregelen van de EU-instellingen. Zij vereist ook het engagement van de lidstaten, regio's, plaatselijke overheden en de particuliere sector, alsook van denktanks. De ontwikkeling van de strategie voor de Atlantische Oceaan is dan ook gebaseerd op de volgende methodologie:

– voortbouwen op het actieve engagement en de initiatieven van de lidstaten, regio's en andere belanghebbenden in het Atlantische gebied bij de opzet en uitvoering van maatregelen, rekening houdend met de input van plaatselijke groepen. Het betreft groepen van overheids- of particuliere partners die specifieke steun krijgen uit het Europees Visserijfonds en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling om door de EU te verrichten investeringen vast te stellen. Deze op zelfredzaamheid gerichte bottom-upbenadering heeft de plaatselijke gemeenschappen de middelen verschaft om nieuwe economische activiteiten te ontwikkelen in gebieden waar de traditionele mogelijkheden achteruitgaan, en moet worden voortgezet in het kader van de financiering van structuurmaatregelen na 2013;

– internationale samenwerking bevorderen op gebieden zoals waarneming, uitwisseling van gegevens, mariene evaluaties, onderzoek, vermindering van emissies en verontreiniging door schepen, veilige en betrouwbare navigatie, veiligheid van havens, de strijd tegen piraterij en de bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij;

– een actieplan voor de strategie vaststellen tegen eind 2013, waarbij specifieke projecten en maatregelen worden aangegeven waarvoor steun wordt aanbevolen;

– intelligent bestuur ("smart governance") om de strategie ten uitvoer te leggen op basis van de huidige structuren.

De instrumenten voor de tenuitvoerlegging van de strategie zijn:

– versterkte samenwerking – bijeenkomsten, conferenties, workshops, onlinediscussies en informatieve websites;

– gerichte maatregelen in het kader van bestaande overeenkomsten en structuren zoals het OSPAR-Verdrag, regionale visserijorganisaties en de Internationale Maritieme Organisatie;

– een strategische combinatie van de in punt 3 gedefinieerde financierings- en wetgevingsinstrumenten van de EU om de doelstellingen voor het Atlantische gebied te verwezenlijken.

Als eerste stap zal een forum voor het Atlantische gebied worden opgericht om lidstaten, het Parlement, regionale autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en vertegenwoordigers van bestaande en nieuwe industrieën de mogelijkheid te bieden hun bijdrage te leveren. Er wordt voorzien in een aantal workshops rond de hierboven geschetste uitdagingen en kansen, alsook in een denktank voor het formuleren van opties om de doelstellingen te bereiken. Het forum zou zijn werkzaamheden starten in 2012 en in 2013 worden opgeheven.

[1] Conclusies van de Raad van 14.6.2010 over geïntegreerd maritiem beleid.

[2] Resolutie over de Europese strategie voor het Atlantische gebied van 9.3.2011 (ref B7 0165/2011).

[3] COM(2010) 2020.

[4] De enigszins andere uitdagingen voor de kusten en wateren van de Noordzee worden hier niet in aanmerking genomen. Er is nog niet besloten of er een afzonderlijke strategie voor de Noordzee zal worden ontwikkeld.

[5] Met inbegrip van de ultraperifere gebieden van de Azoren, de Canarische Eilanden, Frans Guyana, Guadeloupe, Madeira, Martinique, Saint Barthélemy en Saint Martin.

[6] Er is een afzonderlijke EU-aanpak voor het arctische gebied ontwikkeld, zie COM(2008) 763.

[7] Zie met name PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19, art. 1, lid 3: In de mariene strategieën zal een ecosysteemgerichte benadering op het beheer van menselijke activiteiten worden toegepast.

[8] Zie de overwegingen 39 en 40 van de Kaderrichtlijn mariene strategie en overweging 8 en artikel 2, lid 4, van de voorgestelde verordening voor het GVB.

[9] Met uitzondering van de Noordzee.

[10] COM(2011) 417 Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

[11] COM(2008) 768 van 13.11.2008.

[12] Raad Algemene Zaken van 16 november 2009.

[13] COM(2009) 10 van januari 2009.

[14] COM(2011) 25 van februari 2011.

[15] ISBA/6/A/18, bijlage.

[16] COM(2010) 546 definitief.

[17] SEAS-era: Towards Integrated Marine Research Strategy and Programmes – www.seas-era.eu

[18] Het belangrijkste instrument van de EU voor de financiering van onderzoek en technologische ontwikkeling .

[19] www.jpi-oceans.eu

[20] Mededeling van de Commissie 'Mariene kennis 2020: mariene gegevens en observatie voor slimme en duurzame groei' (COM(2010) 461 van 8.9.2010).

[21] General bathymetric chart of the Oceans.

[22] Een in 2007 opgezet internationaal initiatief van geologische diensten over de hele wereld om bij te dragen aan het 'Internationale jaar van de planeet aarde'.

[23] Verordeningen van 23 april 2009 (PB L 131 van 28.5.2009) en latere daaraan gerelateerde richtlijnen.

[24] Het Verdrag van Lissabon voorziet in de oprichting van het 'International Action Centre for Pollution Incidents Response in the north-east Atlantic (CILPAN)'.

[25] Richtsnoeren voor het beoordelen en in kaart brengen van risico's met het oog op rampenbeheer SEC(2010)1626.

[26] Bijvoorbeeld aan de hand van satellieten die de signalen van de automatische identificatiesystemen van vaartuigen opvangen.

[27] Europese Dag van de zee 2010, workshop 'Towards a European Young Marine Scientists and Technologist Forum' (Naar een forum voor jonge mariene wetenschappers en technologen): www.eurocean.org/euymast/

[28] COM(2010) 352 van 30.6.2010.

[29] COM(2011) 417.

[30] Richtlijn 2008/56/EG van 17 juni 2008.

[31] Overeenkomstig artikel 4 wordt het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan onderverdeeld in de volgende subregio's: (i) de Noordzee in ruime zin, met inbegrip van het Kattegat en het Kanaal; (ii) de Keltische zeeën; (iii) de Golf van Biskaje en de Iberische kustwateren; (iv) in de Atlantische Oceaan, het Macaronesische biogeografische gebied, omvattende de wateren rond de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden.