Toelichting bij COM(2011)824 - Grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)824 - Grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens.
bron COM(2011)824 NLEN
datum 01-12-2011
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 1.1. Algemene achtergrond – De richtlijn van de Raad van 1996

Grondafhandelingsdiensten zijn alle luchtvaartgerelateerde activiteiten op de grond die in luchthavens worden uitgevoerd voor individuele luchtvaartmaatschappijen; deze diensten vormen een belangrijke schakel in de luchtvaartketen. Grondafhandelingsdiensten omvatten de volgende 11 categorieën diensten:

administratie en toezicht op de grond;

passagiersafhandeling;

bagageafhandeling;

vracht- en postafhandeling;

platformafhandeling;

vliegtuigservicing;

brandstof- en olielevering;

onderhoud van het luchtvaartuig;

administratie inzake vluchtuitvoering en bemanning;

vervoer op de grond;

catering.

De efficiënte verlening van grondafhandelingsdiensten is belangrijk voor luchthavens, luchtvaartmaatschappijen en passagiers, en is van cruciaal belang voor het efficiënte gebruik van de luchtvervoersinfrastructuur en de prestaties van het luchtvaartsysteem in het algemeen.

Enkele ramingen met betrekking tot de grondafhandelingsmarkt: volgens de ramingen van de Commissie en belanghebbenden leveren grondafhandelingsdiensten (alle categorieën samen) ongeveer 50 miljard euro per jaar aan inkomsten op. Naar schatting werken in Europa minstens 60 000 mensen in deze sector[1]. De kosten voor grondafhandelingsdiensten vertegenwoordigen 5 tot 12%[2] van de exploitatiekosten van luchtvaartmaatschappijen.

In 1996 heeft de Europese Gemeenschap Richtlijn 96/67/EG van de Raad betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap vastgesteld. Deze richtlijn was een eerste stap op weg naar een geleidelijke liberalisering en harmonisering van de toegang tot de grondafhandelingsmarkt.

Grondafhandelingsdiensten werden traditioneel uitgevoerd door luchthavenexploitanten of luchtvaartmaatschappijen. Tegenwoordig worden ze in Europa steeds vaker verleend door gespecialiseerde bedrijven. In de richtlijn is de toegang tot de grondafhandelingsmarkt gebaseerd op de volgende beginselen:

· het staat de luchtvaartmaatschappijen vrij om aan 'zelfafhandeling' te doen op elke commerciële luchthaven, ongeacht het verkeersvolume. Voor vier categorieën diensten (bagageafhandeling, platformafhandeling, brandstof- en olielevering, vracht- en postafhandeling) mogen de lidstaten het recht op zelfafhandeling echter voorbehouden aan ten minste twee luchthavengebruikers op luchthavens met meer dan 2 miljoen passagiers of 50 000 ton vracht per jaar;

· het recht op 'afhandeling voor derden', d.w.z. dat verleners van grondafhandelingsdiensten diensten mogen verlenen aan derde partijen op luchthavens met meer dan 2 miljoen passagiers of 50 000 ton vracht per jaar. De lidstaten mogen de toegang tot de bovenvermelde vier categorieën diensten echter niet beperken tot minder dan twee dienstverleners per categorie.

Motivering van het voorstel



Uit diverse beoordelingen van de richtlijn door de Commissie is gebleken dat de richtlijn de belangrijkste doelstellingen van de liberalisering van de grondafhandelingsmarkt op EU-luchthavens heeft verwezenlijkt: het aantal dienstverleners is toegenomen en de prijs van de grondafhandeling is over het algemeen gedaald. Volgens de luchtvaartmaatschappijen heeft de ruimere keuze aan concurrerende dienstverleners de kwaliteit van de dienstverlening bovendien doen stijgen.

Sinds de vaststelling van de richtlijn in 1996 zijn de randvoorwaarden voor grondafhandelingsdiensten dramatisch gewijzigd. In de huidige context van snel groeiend luchtverkeer en capaciteitsgebrek, is er vernieuwde en toegenomen belangstelling voor de efficiëntie en kwaliteit van de diensten die op luchthavens worden verleend, waaronder grondafhandelingsdiensten.

Het initiatief van de Europese Unie voor een gemeenschappelijk Europees luchtruim, dat tot doel heeft de architectuur van de Europese luchtverkeersleiding te hervormen teneinde tegemoet te komen aan de toekomstige behoeften inzake capaciteit en veiligheid, erkent het belang van de integratie van sleutelinfrastructuur, zoals luchthavens, in een 'systeembenadering' of 'gate-to-gate-benadering'. Uit recente statistieken blijkt dat 70 procent van alle vertragingen te wijten is aan de omlooptijd op luchthavens. Het doel van de gate-to-gate-benadering is alle fasen van een vlucht, van luchthaven tot luchthaven, inclusief de grondafhandelingsdiensten, te optimaliseren en te integreren, teneinde de prestaties te verbeteren, voor wat vertragingen, kosten, milieueffecten en veiligheid betreft.

De opeenvolgende crisissen die het luchtvervoer in het voorbije decennium zwaar hebben getroffen, tonen duidelijk aan dat actie moet worden ondernomen. De economische crisis heeft zowel de lidstaten als de sector ertoe aangezet de kosten tot een minimum te beperken. Het niveau van veiligheid en beveiliging dient te worden opgetrokken om terroristische aanslagen te voorkomen. En slotte is in slechte weersomstandigheden gebleken dat de grondactiviteiten op luchthavens beter moeten worden gecoördineerd.

Uit onze raadpleging over de huidige richtlijn en onze beoordeling ervan (zie hieronder voor nadere informatie) is gebleken dat het huidige wetgevingskader niet langer aan de behoeften voldoet. Er zijn twee problemen vastgesteld: (i) de grondafhandelingsdiensten worden niet efficiënt genoeg verleend wegens hinderpalen voor marktoegang en uitbreiding, en (ii) de algemene kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten houdt geen gelijke tred met de behoeften inzake betrouwbaarheid, veerkracht, veiligheid, beveiliging en milieu.

Doel van het voorstel



In de effectbeoordeling en de samenvatting ervan, die dit voorstel vergezellen, zijn de algemene en specifieke doelstellingen van de verordening vastgelegd. De algemene doelstelling is de efficiëntie en de algemene kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten te vergroten voor de gebruikers (luchtvaartmaatschappijen) en eindgebruikers (passagiers en expediteurs) op EU-luchthavens.

De specifieke doelstellingen zijn:

garanderen dat luchtvaartmaatschappijen een ruimere keuze aan grondafhandelingsoplossingen hebben op EU-luchthavens;

de nationale administratieve voorwaarden voor markttoegang (goedkeuringen) harmoniseren en verduidelijken;

zorgen voor een gelijk speelveld op luchthavens tussen grondafhandelingsbedrijven die onder uiteenlopende regelgeving werken;

de coördinatie tussen verleners van grondafhandelingsdiensten op de luchthaven vergroten (luchthavenexploitanten als grondcoördinatoren binnen het EU-luchtvaartnetwerk, in het kader van de gate-to-gate-benadering);

het juridisch kader voor de opleiding en overname van personeel verduidelijken.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Het voorstel heeft betrekking op de vaststelling van een verordening inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens. De nieuwe verordening vervangt de bestaande Richtlijn 96/67/EG en trekt deze in. Grondafhandelingsdiensten vallen niet rechtstreeks onder andere bepalingen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Dit initiatief is een van de acties die moeten worden genomen om een interne Europese vervoersruimte tot stand te brengen, zoals beschreven in het witboek van de Commissie: Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte – werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem. Het maakt ook deel uit van het luchthavenpakket, een strategisch initiatief van het werkprogramma van de Commissie voor 2011[3], dat tot doel heeft het groeipotentieel van de interne markt aan te boren.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING 2.1. Raadpleging van belanghebbende partijen 2.1.1. Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Nadat een schriftelijke raadpleging was gehouden, heeft de Commissie tijdens een hoorzitting op 6 april 2006 alle belanghebbenden geraadpleegd over de diverse mogelijkheden voor de herziening van de richtlijn.

Op 24 januari 2007 heeft de Commissie een verslag vastgesteld over de toepassing van de richtlijn[4], waarin zij bevestigde dat de belangrijkste doelstellingen van de richtlijn waren verwezenlijkt, maar dat er negatieve tendensen waren.

De Commissie heeft tussen november 2009 en september 2010 een raadpleging van belanghebbenden gehouden over de werking van de grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en de opties voor de herziening van de richtlijn.

Op 16 november 2009 heeft een vergadering plaatsgevonden van de werkgroep grondafhandeling van het sectoraal comité voor sociale dialoog (in de burgerluchtvaart). Na deze vergadering hebben drie van de vier belangrijkste vertegenwoordigers een gemeenschappelijke verklaring[5] opgesteld waarin zij oproepen tot verbeteringen van het huidige aanbestedingssysteem en tot een sociale bepaling inzake de overname van personeel in geval van gedeeltelijk of totaal verlies van activiteiten.

2.1.2. Samenvatting van de reacties

Een samenvatting van de raadpleging en de individuele reacties zijn beschikbaar op:

ec.europa.eu/transport/air/consultations

Tijdens de raadpleging kwam duidelijk naar voren dat de diverse types belanghebbenden verschillende belangen hebben.

De luchtvaartmaatschappijen benadrukten de behoeften aan meer concurrentie op de markt. Zij gaven aan tevreden te zijn met de algemene toename van de keuze aan verleners van grondafhandelingsdiensten na de invoering van de richtlijn, maar benadrukten dat deze tendens zich niet overal in Europa voordoet.

Aangezien de stabiliteit van de werkgelegenheid in de sector zwaar te lijden heeft gehad, benadrukten de werknemers dat sociale problemen moeten worden aangepakt (met name de overname van personeel) en drukten zij hun bezorgdheid uit over de invoering van te veel concurrentie, omdat dit gevolgen kan hebben voor de arbeidsomstandigheden.

De luchthavenexploitanten riepen op tot betere coördinatie op luchthavens en drukten de wens uit om duidelijk te worden erkend als grondcoördinatoren. Sommige luchthavenexploitanten verzetten zich tegen verdere marktliberalisering omdat zij van mening zijn dat dit ten koste zou gaan van de kwaliteit op hun luchthavens en de kosten zou doen toenemen.

De onafhankelijke grondafhandelaars benadrukten dat er behoefte is aan eerlijker concurrentie tussen de verschillende verleners van grondafhandelingsdiensten. Zij zijn met name voorstander van strengere eisen voor grondafhandelingsactiviteiten die worden uitgevoerd door luchthavenexploitanten en luchtvaartmaatschappijen.

Bijna alle belanghebbenden zijn voorstander van een verbetering van de kwaliteit van de diensten.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Het permanente toezicht van de Commissie op de toepassing van de richtlijn inzake grondafhandelingsdiensten is aangevuld door diverse externe studies, waarvan de resultaten beschikbaar zijn op de website van de Commissie. Ingevolge het verzoek van het Europees Parlement in zijn resolutie van 11 oktober 2007[6] heeft de Commissie in 2008-2009[7] een uitgebreide studie uitgevoerd over de toepassing en de gevolgen van de richtlijn, waarbij met name werd gekeken naar werkgelegenheid, veiligheid en beveiliging. In 2010 heeft de Commissie de opdracht gegeven voor een studie over de eventuele herziening van de richtlijn[8].

Effectbeoordeling



In de effectbeoordeling wordt een overzicht gegeven van de verschillende opties die in overweging zijn genomen. Er zijn vier beleidspakketten (naast het behoud van het bestaande kader) in overweging genomen om na te gaan hoe Richtlijn 96/67/EG kan worden herzien.

Beleidspakket 1 verbetert het systeem aan de hand van minimale wijzigingen van de richtlijn en door, waar mogelijk, richtsnoeren te verstrekken. Dit beleidspakket omvat: volledige openstelling van de markt voor zelfafhandeling, richtsnoeren inzake goedkeuringseisen, verduidelijking van de definities en meer gedetailleerde eisen voor de scheiding van rekeningen, gecentraliseerde infrastructuur, onderaanbesteding, en het Comité van luchthavengebruikers[9]. Wat de coördinatie op luchthavenniveau betreft, bevat het pakket richtsnoeren inzake onderaanbesteding en geharmoniseerde aanbestedingscriteria. Het pakket voorziet ook in een minimumopleiding en in de raadpleging van personeelsvertegenwoordigers over aanbestedingen.

Beleidspakket 2 streeft ernaar het huidige systeem te verbeteren aan de hand van ambitieuzere maatregelen. Het voorziet in de volledige openstelling van de zelfafhandelingsmarkt en de verhoging van het aantal afhandelaars voor derde partijen op grote luchthavens tot drie. Verdere maatregelen zijn de wederzijdse erkenning van goedkeuringen en geharmoniseerde aanbestedingscriteria, beter beheer van gecentraliseerde infrastructuur, wettelijke scheiding van luchthavenexploitanten en langere duur van aanbestedingen. Het pakket bevat nieuwe eisen inzake onderaanbesteding, een definitie van de rol van luchthavenexploitanten in de algemene activiteiten (en eventueel minimumeisen), en verplichtingen inzake de rapportering van prestaties. Het voorziet ook in minimumopleiding en toestemming voor de lidstaten om personeel over te nemen tegen dezelfde voorwaarden voor diensten waartoe de toegang beperkt is.

Beleidspakket 2' is vergelijkbaar met beleidspakket 2 maar bevat verschillende maatregelen met betrekking tot minder betwiste probleemgebieden. Het verschil ligt in het feit dat de goedkeuring op EU-niveau wordt geregeld en dat de minimumkwaliteitseisen op EU-niveau worden vastgesteld.

Beleidspakket 3 streeft ernaar het huidige systeem te verbeteren met zeer intensieve beleidsmaatregelen die zorgen voor volledige harmonisering van het wetgevingskader voor de grondafhandelingsmarkt: volledige openstelling van de grondafhandelingsmarkt en uniforme markttoegang via beter beheer van gecentraliseerde infrastructuur, de invoering van een EU-goedkeuring, de afschaffing van het recht van luchthavenexploitanten om grondafhandelingsdiensten te verlenen op hun luchthaven. Wat de operationele coördinatie van de luchthaven betreft, bevat het pakket onderaanbestedingseisen, een definitie van de rol van luchthavenexploitanten in de algemene activiteiten (en eventueel minimumeisen) en verplichtingen inzake de rapportering van prestaties. Dit pakket voorziet in de volledige overname van personeel bij aanbestedingsprocedures en de verlening van vergunningen voor sleutelpersoneel.

De aanbevelingen van de effectbeoordelingsraad zijn in acht genomen, met als belangrijkste wijzigingen: de behoefte aan een duidelijker probleemomschrijving, verduidelijking van de bepalingen inzake sociale bescherming bij de overname van personeel, de verruiming van het gamma haalbare beleidsopties en een betere vergelijking van de beleidsopties.

In de effectbeoordeling wordt aangetoond dat alleen beleidspakket 2 volledig tegemoetkomt aan de vastgestelde doelstellingen. Er moet worden gezorgd voor een passend evenwicht tussen sociale en economisch effecten. Dit beleidspakket vormt de basis voor dit voorstel.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL 3.1. Samenvatting van het voorstel

Volledige openstelling van de zelfafhandelingsmarkt en verhoging van het minimumaantal dienstverleners op grote luchthavens tot drie.

Richtlijn 96/67/EG verleent de lidstaten toestemming om, voor vier categorieën diensten, de zelfafhandeling of afhandeling voor derde partijen te beperken tot twee dienstverleners. Als gevolg daarvan hebben luchtvaartmaatschappijen op sommige luchthavens een beperkte keuze tussen twee verleners voor deze diensten, en mogen ze niet altijd aan zelfafhandeling doen.

Elke luchthavengebruiker moet toestemming krijgen om aan zelfafhandeling te doen. Bovendien mag het aantal afhandelaars voor derde partijen niet minder dan drie bedragen op grote luchthavens met minstens 5 miljoen passagiers of 100 000 ton vracht per jaar.

Wederzijdse erkenning van goedkeuringen op basis van geharmoniseerde eisen

Driekwart van de lidstaten beschikken over een goedkeuringssysteem met tal van verschillende administratieve eisen waaraan de verleners van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelaars moeten voldoen in de EU. De wederzijdse erkenning van nationale goedkeuringen op basis van geharmoniseerde eisen zal de administratieve kosten voor de dienstverleners doen dalen en een aantal hinderpalen voor markttoegang uit de weg ruimen.

Beter beheer van gecentraliseerde infrastructuur[10]

Gecentraliseerde infrastructuur is van essentieel belang voor de prestaties van grondafhandelingsdiensten. Bij gebrek aan een duidelijk wetgevingskader kunnen concurrentieverstoringen ontstaan op de grondafhandelingsmarkt. Het voorstel voorziet in een duidelijk wetgevingskader voor de definitie van gecentraliseerde infrastructuur en voor de vergoedingen die aan leveranciers van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchtvaartmaatschappijen worden gevraagd voor het gebruik van de gecentraliseerde infrastructuur.

Wettelijke scheiding tussen luchthavens en hun grondafhandelingsactiviteiten

Als een luchthaven zelf grondafhandelingsdiensten verleent, moet erop worden toegezien dat de door die luchthaven verleende grondafhandelingsdiensten niet onrechtmatig profijt trekken van de beheersactiviteiten van de luchthaven.

Het huidige systeem van gescheiden rekeningen voor luchthavens die aan grondafhandeling doen, valt zeer moeilijk te controleren en wordt als ontoereikend ervaren om eerlijke concurrentie te waarborgen. In het voorstel worden luchthavens ertoe opgeroepen hun grondafhandelingsactiviteiten onder te brengen in een aparte juridische entiteit, die gescheiden is van de activiteiten op het gebied van luchthavenbeheer.

Verbeterde aanbestedingsprocedure

Momenteel kunnen verleners van grondafhandelingsdiensten worden geselecteerd voor een maximumperiode van 7 jaar, maar dit wordt als ontoereikend ervaren om de kosten van de grondapparatuur af te schrijven. Het voorstel voorziet in een verhoging van de maximumduur tot tien jaar.

Het voorstel bevat verdere specificaties betreffende de details van de selectieprocedure voor verleners van beperkte diensten, teneinde een harmonieuze toepassing te garanderen en ervoor te zorgen dat de geselecteerde bedrijven inderdaad het best geschikt zijn om de grondafhandelingsdiensten te verlenen.

Bij de selectie van de verleners van beperkte grondafhandelingsdiensten moet het comité van luchthavengebruikers worden geconsulteerd. Het voorstel bevat bepalingen voor procedureregels voor het comité van luchthavengebruikers, teneinde belangenconflicten te vermijden in het geval van luchtvaartmaatschappijen die ook grondafhandelingsdiensten verlenen.

Verduidelijking van de regels voor onderaanbesteding

Onderaanbesteding vergroot de soms noodzakelijke flexibiliteit voor verleners van grondafhandelingsdiensten, maar onderaanbesteding en meervoudige onderaanbesteding kunnen ook leiden tot capaciteitsbeperkingen en een negatief effect hebben op de veiligheid.

Het voorstel bevat dan ook duidelijke regels voor onderaanbesteding, waarbij verleners van grondafhandelingsdiensten toestemming krijgen om diensten uit te besteden, maar onderaanbesteding door luchthavens en zelfafhandelende luchtvaartmaatschappijen alleen is toegestaan in gevallen van overmacht. Meervoudige onderaanbesteding wordt verboden.

Rol van het beheersorgaan van de luchthaven in de coördinatie van de gronddiensten

De crisis waardoor het luchtvervoer vorig jaar werd getroffen naar aanleiding van slechte weersomstandigheden, toonde aan dat er behoefte is aan betere coördinatie van de grondactiviteiten op luchthavens. Sommige luchthavens bleken slecht bestand tegen de crisis, ook wat het verlenen van grondafhandelingsdiensten betreft. Het is des te belangrijker de veerkracht in crisissituaties te verbeteren omdat problemen op één luchthaven een krachtig domino-effect in het hele netwerk veroorzaken.

Het beheersorgaan van de luchthaven moet verantwoordelijk zijn voor de goede coördinatie van de grondafhandelingsactiviteiten op de luchthaven in kwestie. Op grote luchthavens, die bijzonder belangrijk zijn voor het Europese luchtvervoersnetwerk, moet het beheersorgaan er bovendien voor zorgen dat deze activiteiten worden gecoördineerd via gezamenlijke besluitvorming op de luchthaven (Cooperative Decision Making, CDM) en een echt rampenplan.

De verantwoordelijkheid van luchthavenexploitanten voor minimumkwaliteitseisen voor grondafhandelingsactiviteiten moet worden gedefinieerd in een gedelegeerde handeling

Als de kwaliteit van een verlener van grondafhandelingsdiensten ondermaats is, kan dit het luchthavensysteem dusdanig verstoren dat alle belanghebbenden in de luchtvervoerssector er gevolgen van ondervinden. De belanghebbenden hebben overigens aangegeven dat het gebrek aan gemeenschappelijke minimumkwaliteitseisen voor alle verleners van grondafhandelingsdiensten op een luchthaven een van de zwakke punten was van de huidige richtlijn.

Het voorstel voorziet in de vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan alle verleners van grondafhandelingsdiensten en alle zelfafhandelende luchthavengebruikers moeten voldoen.

De verplichting tot rapportering van de prestaties van grondafhandelingsdiensten moet worden vastgesteld in een gedelegeerde handeling

Voldoende, onafhankelijke en gecentraliseerde gegevens over de prestaties van grondafhandelingsdiensten zullen helpen bij de identificatie van passende toekomstige beleidsmaatregelen. Verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers moeten worden verplicht om verslag uit te brengen over de prestaties van hun grondafhandelingsdiensten.

Verplichte minimumopleiding voor personeel

In een arbeidsintensieve sector als grondafhandeling hebben permanente ontwikkeling en opleiding van het personeel een sterke impact op de kwaliteit van de diensten. Omgekeerd vergroot slecht opgeleid personeel het risico op ondermaatse kwaliteit, hetgeen met name de veiligheid en beveiliging van grondafhandelingsdiensten in het gedrang kan brengen. Het voorstel voorziet in de invoering van minimumopleidingseisen voor alle verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchtvaartmaatschappijen, teneinde de veiligheid en beveiliging van de activiteiten te garanderen en een gelijk speelveld tot stand te brengen voor alle exploitanten.

De mogelijkheid voor lidstaten om een verplichting in te voeren om in het geval van een aanbestedingsprocedure personeel over te nemen onder dezelfde voorwaarden

Volgens de jurisprudentie van het Hof van justitie van de Europese Unie[11] heerst er momenteel ambiguïteit met betrekking tot de maatregelen die lidstaten mogen nemen bij een wijziging van verlener van grondafhandelingsdiensten waartoe de toegang beperkt is.

Het personeelsverloop in de grondafhandelingssector is hoog en lijkt gedeeltelijk te worden veroorzaakt door de richtlijn. Dienstverleners die in het kader van een aanbestedingsprocedure worden geselecteerd om diensten te verlenen waartoe de toegang beperkt is, mogen deze diensten slechts gedurende een beperkte maximumperiode verlenen. Het aanbestedingssysteem lijkt dus het personeelsverloop aan te moedigen. Aangezien dit personeelsverloop een negatief effect kan hebben op de kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten, moet verduidelijking worden gegeven bij de regels inzake de overname van personeel die verder gaat dan hetgeen reeds bepaald is in Richtlijn 2001/23/EG inzake de overdracht van ondernemingen, en moeten de lidstaten in staat worden gesteld om voor passende werkgelegenheid en werkomstandigheden te zorgen.

Rechtsgrondslag



Het voorstel is gebaseerd op artikel 100 VWEU.

Subsidiariteitsbeginsel



Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen onvoldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt omdat luchtvaartmaatschappijen actief zijn op een eengemaakte luchtvaartmarkt en verleners van grondafhandelingsdiensten ook hun diensten verlenen op een Europese of internationale markt. Het kader voor grondafhandelingsdiensten kan niet worden vastgesteld op een lager regelgevingsniveau. Individuele acties van lidstaten kunnen de werking van de interne markt in het gedrang brengen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen beter worden verwezenlijkt door optreden van de EU. De Europese regels inzake grondafhandeling zijn een essentieel onderdeel van de randvoorwaarden voor de Europese wetgeving inzake de interne luchtvaartmarkt, aangezien een eerlijk, transparant en niet-discriminerend systeem voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten van essentieel belang is voor de totstandbrenging van efficiënte en kwaliteitsvolle grondafhandelingsdiensten, welke een sleutelfunctie vervullen in de luchtvaartketen.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De extra last voor marktdeelnemers en nationale autoriteiten blijft beperkt tot hetgeen nodig is om de efficiëntie en de algehele kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten te verbeteren. Het voorstel brengt aanzienlijke kosten met zich mee, met name voor de verbetering van het beheer van gecentraliseerde infrastructuur, de juridische scheiding van luchthavens en de rapporteringsverplichtingen, maar deze zullen naar verwachting worden gecompenseerd door de grote economische en kwaliteitsvoordelen.

Keuze van instrumenten



Het voorgestelde instrument is een verordening. Andere instrumenten zouden niet geschikt zijn. Aangezien geharmoniseerde minimumkwaliteitseisen op luchthavens nodig zijn om de gate-to-gate-benadering ten uitvoer te legen en aangezien de voorwaarden voor markttoegang verder moeten worden geharmoniseerd om eerlijker concurrentie op de grondafhandelingsmarkt te garanderen, biedt het in 1996 gekozen wetgevingsinstrument, namelijk een richtlijn, niet meer genoeg flexibiliteit.

Het wetgevingsinstrument moet algemeen toepasselijk zijn.

Een verordening komt tegemoet aan de behoefte aan harmonisering van de grondafhandelingsmarkt op EU-niveau, een kwestie die als problematisch werd ervaren. De meest problemen met het huidige wetgevingskader houden verband met de uiteenlopende tenuitvoerlegging door de lidstaten.

Het meest geschikte wetgevingsinstrument is dan ook een verordening, aangezien de andere opties onvoldoende in staat zijn de doelstellingen te verwezenlijken.

1.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5. OPTIONELE ELEMENTEN 5.1. Intrekking van bestaande wetgeving

De vaststelling van het voorstel zal leiden tot de intrekking van de bestaande Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap.

Europese Economische Ruimte



De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.