Toelichting bij COM(2011)822 - Strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT): de bijdrage van het EIT aan een meer innoverend Europa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) is bij Verordening (EG) nr. 294/2008 opgericht met het doel bij te dragen aan duurzame economische groei en concurrentievermogen door de innovatiecapaciteit van de EU en haar lidstaten uit te bouwen door middel van de volledige integratie van de kennisdriehoek. Overeenkomstig de verordening moet de strategische innovatieagenda van het EIT, die voor een periode van zeven jaar de voor het EIT prioritaire gebieden op lange termijn vaststelt en een overzicht geeft van geplande activiteiten op het vlak van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie, door het Europees Parlement en de Raad worden aangenomen op basis van een Commissievoorstel dat vóór eind 2011 wordt opgesteld aan de hand van een ontwerpvoorstel van het EIT.

Het EIT heeft vóór 30 juni 2011 een eerste ontwerp van zijn strategische innovatieagenda aan de Commissie voorgelegd.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Bij het opstellen van het voorstel werd rekening gehouden met de antwoorden op de openbare raadpleging aangaande het EIT en met de resultaten van de openbare raadpleging aangaande het gemeenschappelijk strategisch kader voor financiering van onderzoek en innovatie. De lidstaten en een groot aantal belanghebbenden uit het bedrijfsleven, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld gaven hun mening. Daaruit bleek dat de bestaansreden van het EIT – zorgen voor meer en betere samenwerking tussen het hoger onderwijs, ondernemerschap, onderzoek en innovatie – op grote steun kon rekenen. Volgens de respondenten zou het EIT een bijzondere rol moeten spelen in 'Horizon 2020', het toekomstige EU-programma voor onderzoek en innovatie, en nauwere banden moeten smeden met andere Europese en nationale inspanningen. Een meerderheid van de respondenten prees de manier waarop het EIT de deelname van bedrijven aan zijn werkzaamheden verzekert en drong er bij het EIT op aan om nog meer activiteiten te ontplooien ter verruiming van zijn bereik. De respondenten beschouwden de deelname van het bedrijfsleven bovendien als bijzonder relevant voor het succes van het EIT in de toekomst. Flexibiliteit, duidelijke regels en een behoorlijk rendement op investeringen zijn daarom essentieel om deelnemers uit de particuliere sector aan te trekken.

Het voorstel houdt ook rekening met het externe evaluatieverslag waarin het concept van integratie van de kennisdriehoek en de onderwerpen waarop de structuur van het EIT is gebaseerd, als bijzonder relevant wordt beschouwd. Het door het EIT ontwikkelde model op basis van sterk geïntegreerde langetermijnnetwerken van colocatiecentra, kan op veel steun rekenen. De respondenten waren ook overtuigd en consequent van mening dat de verdienste van de KIG's in hun rol lag als katalysator voor het verlenen van een meerwaarde aan de activiteiten die individuele leden al op meer gefragmenteerde basis ondernemen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel is gebaseerd op artikel 173, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het bouwt voort op de verordening tot oprichting van het EIT en vormt een aanvulling op de voorstellen in het kader van het Horizon 2020-pakket.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het bij het voorstel tot wijziging van de verordening tot oprichting van het EIT gevoegde wetgevend financieel memorandum behandelt de gevolgen voor de begroting en de benodigde personele en administratieve middelen.