Toelichting bij COM(2012)107 - Tenuitvoerlegging, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0107

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) /* COM/2012/0107 final */


2.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT


over de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)

Inhoudsopgave

1.

Achtergrond


3.

politieke inzet in een periode van crisis 1.1. Inleiding


In 2008 hebben de Raad en het Europees Parlement opnieuw bevestigd dat de EU en haar lidstaten uitzonderlijk belang hechtten aan de bestrijding van armoede en uitsluiting en zijn zij overeengekomen om 2010 uit te roepen tot het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting ("EJ2010")[1].

Het EJ2010 viel in een periode van economische en sociale uitdagingen, die een krachtenbundeling stimuleerden en ertoe bijdroegen dat armoede en sociale uitsluiting een centrale plaats kregen op de Europa 2020-agenda. Het Jaar onderstreepte het cruciale belang van de inzet en bewustwording van de burgers en bood mogelijkheden tot positieve participatie van mannen en vrouwen die onder armoede gebukt gaan. Ook maakte het duidelijk dat Europa nieuwe bestuursmodellen kan aanmoedigen en vestigde het de aandacht op de noodzaak om meer bruggen te slaan tussen belangrijke actoren. Niettemin heeft de crisis mensen die met armoede en sociale uitsluiting te maken hebben en hen die dagelijks met hen werken hard getroffen, waardoor het moeilijk werd om met het initiatief optimaal effect te sorteren.

In overeenstemming met de beschikking tot instelling van het EJ2010 biedt dit verslag op basis van de conclusies van een externe evaluatie[2] een overzicht van de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algemene positieve ervaringen van het Europese Jaar.

4.

1.2. EU-coördinatie op het gebied van de sociale inclusie


Toen in maart 2000 het initiatief tot de Lissabonstrategie werd genomen, verzocht de Europese Raad de lidstaten en de Commissie om zodanige stappen te ondernemen dat de armoede in 2010 definitief zou zijn uitgeroeid; sindsdien heeft de Europese Raad deze doelstelling steeds opnieuw bevestigd. De open coördinatiemethode inzake sociale bescherming en sociale integratie ("de sociale OCM") werd ontwikkeld met het oog op de beleidscoördinatie tussen de lidstaten. Dit heeft ertoe bijgedragen dat gemeenschappelijke problemen in kaart konden worden gebracht, de gezamenlijke kennisbasis kon worden uitgebreid en goed bestuur ondersteund. Er moet echter nog het nodige worden gedaan aan de intensivering van de politieke inzet en zichtbaarheid, de interactie met andere beleidsgebieden en de participatie van alle betrokken actoren.

5.

1.3. Het Europese Jaar 2010 en de doelstellingen ervan


Toen het eerste decennium van EU-samenwerking op het gebied van armoede en sociale uitsluiting ten einde liep, werd het EJ2010 ingesteld om als katalysator te dienen voor bewustmaking, de totstandbrenging van nieuwe samenwerkingsverbanden en het creëren van een nieuwe dynamiek. Hierbij stonden vier hoofddoelstellingen centraal:

Erkenning van rechten — de erkenning van het recht van mensen die gebukt gaan onder armoede en sociale uitsluiting, op een waardig leven en een volwaardige rol in de samenleving.

Gedeelde verantwoordelijkheid en participatie — een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid en acties op het gebied van de sociale inclusie, waarbij het accent lag op zowel de collectieve als de individuele verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.

Cohesie — bevordering van een door grotere cohesie gekenmerkte samenleving via een betere publieke voorlichting over de voordelen die voor iedereen verbonden zijn aan een samenleving waarin geen armoede meer bestaat, een eerlijke verdeling wordt nagestreefd en niemand buitengesloten wordt.

Inzet en concrete maatregelen — bevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimulering van deze inzet en van maatregelen op alle niveaus.

6.

2. Europees Jaar 2010: tenuitvoerlegging en kernactiviteiten 2.1. Beheer en financiële uitvoering


Voor de activiteiten in de 29 deelnemende landen (EU27 plus IJsland en Noorwegen) en op Europees niveau werd een budget van 17,25 miljoen EUR bestemd.

7.

Programmering en financieel beheer in de lidstaten


De nationale uitvoeringsorganen ("nuo's") coördineerden het EJ2010 en beheerden de EU-financiering op landelijk niveau, in overeenstemming met een in overleg met de voornaamste belanghebbende partijen opgezet nationaal programma.

In totaal werd aan de 29 nuo's (27 lidstaten, Noorwegen en IJsland) volgens de indirect gecentraliseerde beheersprocedure 9,27 miljoen EUR toegekend uit het EU-budget. In ieder land moest het bedrag aan nationale medefinanciering ten minste even groot zijn als de van de EU ontvangen subsidie. Sommige landen stelden meer ter beschikking dan het verzochte bedrag. Daarnaast werden er via oproepen tot het indienen van voorstellen particuliere middelen met een variabel cofinancieringspercentage geworven.

8.

Programmering en financieel beheer op EU-niveau


Er werd een budget van 8 miljoen EUR gereserveerd voor initiatieven op Europees niveau, waarvan het merendeel bestond uit essentiële Europese activiteiten. Deze werden overwegend volledig gefinancierd, terwijl andere activiteiten (openings- en slotconferenties) voor 80% werden medegefinancierd. De pan-Europese initiatieven werden gecoördineerd op Europees niveau, de overige werden op gedecentraliseerde wijze uitgevoerd in de deelnemende landen, waarbij de nationale correspondenten van de voor de communicatie verantwoordelijke contractant nauw samenwerkten met de nuo's. Een adviescomité van vertegenwoordigers van de deelnemende landen kwam geregeld bijeen om de Commissie bij de planning en uitvoering van de activiteiten in het kader van het EJ2010 van advies te dienen en te ondersteunen. Een EU-deskundigengroep van belanghebbenden, die bestond uit ongeveer 70 Europese ngo's en organisaties (netwerken of regionale/lokale overheden, de sociale partners, stichtingen, denktanks en Europese/internationale instanties) fungeerde als informatie- en overlegkanaal en kwam tussen maart 2009 en maart 2011 vijfmaal bijeen.

9.

Het EJ2010 in cijfers


– 29 deelnemende landen (27 lidstaten, Noorwegen en IJsland).

– Ongeveer 900 medegefinancierde activiteiten, georganiseerd door de nuo's of belanghebbende partijen; ten minste nog eens 1800 nationale en lokale activiteiten waarbij werd gebruikgemaakt van het logo.

– Omstreeks 40 EU-evenementen (georganiseerd door EU-instanties of in partnerschap met grote evenementen).

– 164 ambassadeurs (160 op nationaal niveau en 4 op Europees niveau).

– 49 miljoen kijkers en luisteraars van tv- en radioprogramma's.

– Meer dan 400 000 bezoekers van de website.

– Meer dan 10 000 gedrukte/online-artikelen.

– 1200 deelnemers aan de wedstrijd voor journalisten en 60 winnaars.

– Meer dan 60 op EU-niveau geproduceerde video's.

– 200 foto's uit 18 Europese landen in het kader van het Kunstpartnersproject.

– Totaal budget 17,25 miljoen EUR (EU-budget) + 9 miljoen EUR (nationale budgets, d.w.z. in totaal 26,25 miljoen EUR.

10.

2.2. Tenuitvoerlegging in de deelnemende landen


Activiteiten in het veld

Tal van activiteiten op nationaal, regionaal en lokaal niveau werden georganiseerd door belanghebbende partijen, met name ngo's, die leiding gaven aan 664 medegefinancierde projecten. De nationale uitvoeringsorganen ondersteunden 220 activiteiten rechtstreeks. Daarbij ging het onder meer om:

– bewustmakingsactiviteiten (debatten, didactisch materiaal, media-activiteiten, kunstwedstrijden, solidariteitsketens, open universiteiten, sociale netwerken, enz.);

– rechtstreekse ondersteuning van de betrokkenen (voorlichting omtrent rechten, gemeenschapsondersteuning, stimulering van zelfredzaamheid door middel van kunst, informeel onderwijs, enz.);

– beleidsontwikkeling (conferenties, seminars, participatieve bijeenkomsten, invoering van nieuwe beleidsregelingen en actieplannen, enz.);

– activiteiten voor deskundigen (onderzoek, studies, publicaties, enz.).

Uit het feit dat het aantal onderwijs- en mediagerelateerde activiteiten dat van studies en enquêtes overtrof, blijkt de rol van het Jaar als voorlichtingscampagne. Er verschenen ongeveer 10 000 gedrukte/online-artikelen.

De door belanghebbende partijen georganiseerde medegefinancierde projecten varieerden aanzienlijk qua aantal en omvang: van 1 in Finland en 2 in Litouwen tot 71 in Frankrijk en 92 in Ierland. In de meeste landen lag het gemiddelde medefinancieringsbedrag onder 20 000 EUR, waardoor het mogelijk was om organisaties met een beperkt absorptievermogen te ondersteunen. Verder werd 'morele steun' verleend aan meer dan 1800 nationale en lokale activiteiten die gebruikmaakten van het logo, zonder financiering in het kader van het EJ2010 te ontvangen.

De rol van de nationale 'ambassadeurs'

In totaal hebben 22 landen 160 nationale ambassadeurs van het EJ2010 benoemd om een breder publiek te kunnen bereiken. Het ging om mensen met uiteenlopende achtergrond: acteurs, zangers, activisten van ngo's, academici, sporters, zakenlieden, mensen die direct ervaring hadden met armoede en sociale uitsluiting, mensen uit bijzonder kwetsbare groepen (mensen met een handicap, Roma, alleenstaande moeders, enz.). Het aantal ambassadeurs liep uiteen van één (in Frankrijk en Roemenië) tot 26 in Oostenrijk.

11.

2.3. Activiteiten op EU-niveau


Hoewel veel activiteiten werden gecoördineerd en uitgevoerd door de Europese Commissie, namen het Spaanse en Belgische voorzitterschap, belanghebbende partijen en andere EU-instellingen en –instanties ook een aanzienlijk aantal voor hun rekening.

12.

Informatie-, communicatie- en promotiecampagne


De voornaamste activiteit op Europees niveau betrof een gemeenschappelijke, door de Europese Commissie gecoördineerde campagne, voor het merendeel in 23 talen en in de deelnemende landen uitgevoerd in samenwerking met de voor de communicatie verantwoordelijke contractant en de nuo's:

– totstandbrenging van een netwerk voor relaties met de media en geregelde contacten met media (gedrukt/online/audiovisueel) over de belangrijkste evenementen (bijvoorbeeld persontbijten);

– onlinetools – waaronder een campagnewebsite (www.2010againstpoverty.eu) in 23 talen, gebruik van de Facebookgroep 'Sociaal Europa', een Flickrpagina voor foto's en posts op Youtube, EUtube en Wikipedia;

– publicaties – een Eurobarometerbrochure, een nieuwsbrief (6 nummers), een compendium van goede praktijkbenaderingen ("Getting out of Poverty"), een tijdschrift voor na 2010 ("Springboard into the Future") en een overzicht van de voornaamste statistische gegevens;

– vervaardiging van audiovisueel materiaal (een promotieclip in 23 talen, 29 korte landenvideo's en nieuwe clips van de belangrijkste evenementen);

– samenwerkingsverband met 26 Europese evenementen (muziek, filmfestivals, evenementen van ngo's, enz.);

– promotiemateriaal (posters, bladwijzers, pennen, T-shirts, lanyards);

– vier ambassadeurs voor de campagne op EU-niveau (dr. Vaira Vīķe-Freiberga, dr. Lesley-Anne Knight, de heer Michał Piróg en mevrouw Tasha de Vasconcelos), die de belangstelling van de kant van de media stimuleerden en door hun actieve betrokkenheid bij en ondersteuning van de boodschappen van het EJ2010 aan het Jaar meer bekendheid gaven.

13.

Openings- en slotevenementen van het EJ2010


De door het Spaanse voorzitterschap georganiseerde openingsconferentie vond op 21 januari plaats in Madrid en werd door 400 deelnemers bijgewoond. Tijdens de slotconferentie op 17 december in Brussel in het kader van het Belgische voorzitterschap werden de voornaamste resultaten geanalyseerd en werd een aantal nationale projecten belicht. Bij deze gelegenheid werd de door de Raad van Ministers goedgekeurde slotverklaring voor het Europese Jaar (zie hieronder) formeel ondertekend. De brede politieke bereidheid om de doelstellingen van het EJ2010 te verwezenlijken bleek uit de deelname aan beide evenementen: naast een breed scala aan besluitvormers en belanghebbende partijen woonden hooggeplaatste vertegenwoordigers, onder wie de voorzitters van de Europese Raad en de Commissie, de Spaanse en Belgische regeringsleiders en talrijke ministers van lidstaten deze bijeenkomsten bij.

14.

Twee focusweken


In juni en oktober werden er twee focusweken georganiseerd om de nodige dynamiek te geven aan het Jaar door in een korte periode een aantal EU- en nationale activiteiten en evenementen te concentreren; hierbij lag sterk de nadruk op partnerschap en participatie.

Twee het gehele Jaar durende initiatieven – het project Kunstpartners en de pan-Europese wedstrijd voor journalisten

Het project Kunstpartners (ON)ZICHTBAAR (april 2010 – november 2010) moedigde kunststudenten in de gehele EU aan om armoede door middel van fotografie zichtbaar te maken. Alle foto's werden op de website voor het EJ2010 geplaatst en eind 2010 in Brussel tentoongesteld. De wedstrijd voor journalisten (april – december 2010) beoogde journalisten te ondersteunen die met hun werk hadden bijgedragen tot een grotere bewustmaking en een breder begrip van armoede en sociale uitsluiting. Er werden bijna 1 200 artikelen of audiovisuele reportages ingediend, en er werden zowel nationale als Europese winnaars bekroond.

15.

Eurobarometer-enquêtes en -studies


In het kader van een in oktober 2009 gepubliceerde enquête[3] werd de publieke opinie gepeild omtrent beleid ter voorkoming en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Ook werden er vier enquêterondes van Flash Eurobarometer over de publieke opinie omtrent de sociale gevolgen van de crisis uitgevoerd en gepubliceerd.

16.

Door de partners georganiseerde activiteiten op EU-niveau


Er werden tal van Europese activiteiten georganiseerd naast de door DG EMPL van de Commissie gecoördineerde initiatieven.

– Meer dan 40 organisaties[4] sloten zich aaneen in een speciaal samenwerkingsverband van ngo's en ontplooiden gezamenlijke activiteiten (een menselijke keten rondom het Europees Parlement, een eigen website www.endpoverty.eu en uitwisseling van informatie.)

– Een groot aantal Europese belanghebbenden organiseerden activiteiten voor het Jaar, zoals conferenties, bewustmakingsevenementen en specifieke activiteiten op het gebied van belangenbehartiging.

– Het Europees Parlement bracht diverse hiermee verband houdende verslagen uit, organiseerde in juni de Ontmoeting van mensen die in armoede leven en in januari 2011 een burgeragora over dit vraagstuk.

– Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft een conferentie op hoog niveau over armoede en sociale uitsluiting georganiseerd (mei 2010) en een permanente groep voor het EJ2010 opgericht alsook verscheidene specifieke initiatieven op touw gezet (volksuniversiteit, hoorzitting).

– Het Comité van de Regio's organiseerde in juni een forum, en een van zijn politieke groepen hield een filmwedstrijd ("Poverty in Europe: Can you picture a way out?").

– De vertegenwoordigingen van de Europese Commissie in de deelnemende landen leverden een aanzienlijke bijdrage door vele communicatieactiviteiten te organiseren (zoals bijvoorbeeld een fotowedstrijd, voorlichting aan groepen in achterstandsituaties, openluchtconcerten, informatiestands) en deel te nemen aan diverse discussies, debatten en conferenties over de thema's. In een groot aantal landen speelden de Europe Direct-informatiecentra ook een actieve rol.

– Binnen de Europese Commissie zelf hebben, afgezien van DG EMPL tal van andere DG's specifieke projecten en initiatieven ontwikkeld (onder meer op het gebied van gezondheid, informatiemaatschappij, onderzoek, cultuur, toerisme, enz.).

– In de aanloop tot het EJ2010 werd in het kader van de EU-wedstrijd voor journalisten 'Samen tegen discriminatie' van de Europese Commissie (2009) een speciale prijs bestemd voor aan armoede en discriminatie gewijde artikelen.

17.

3. Wat heeft het Europese Jaar opgeleverd? 3.1. Een krachtige politieke inzet, ondanks een moeilijke economische situatie


Het Europese Jaar vond plaats in een hachelijke sociale context en tegen de achtergrond van discussies over de toekomst van belangrijk EU-beleid. Mede dankzij de impuls die de start van het EJ2010 in de hele EU teweegbracht, gaf het Jaar de aanzet tot een nieuwe dynamiek, waarbij de noodzaak tot een politieke inzet op het hoogste niveau onderstreept werd.

Tegen deze achtergrond werd de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting erkend als een van de sleutelprioriteiten van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Voor de eerste maal werd deze inzet vertaald in een gekwantificeerde doelstelling, namelijk om tot 2020 ten minste 20 miljoen mensen een uitweg uit het risico op armoede en sociale uitsluiting te bieden. In de slotverklaring van het Europees Jaar[5] werd nog eens de bereidheid uitgesproken om dit streven voort te zetten en te verdiepen.

Europa-2020 erkent de noodzaak van een intensieve betrokkenheid op nationaal niveau. De lidstaten werden daarom verzocht in hun nationale hervormingsprogramma's een specifiek nationaal doel vast te stellen om armoede en sociale uitsluiting terug te dringen. Het EJ2010 droeg ook bij aan binnenlandse beleidsontwikkelingen die buiten Europa-2020 lagen, aangezien een aantal landen de gelegenheid te baat nam om nieuwe beleidsinitiatieven te formuleren of uit te voeren en een nauwere samenwerking na te streven met andere beleidsterreinen (zoals gezondheid, justitie, bestrijding van discriminatie en financiën).

Deze ontwikkelingen dragen bij tot een krachtigere inzet van de EU en de lidstaten, maar moeten toch worden gezien in het licht van de situatie van de meest kwetsbare groepen, die in 2010 in veel gevallen is verslechterd.

18.

3.2. Ontwikkeling van nieuwe samenwerkingsverbanden en allianties


Het Europees Jaar bood een sterke stimulans om samenwerkingsverbanden te versterken en nieuwe actoren - van lokaal tot Europees niveau - in te schakelen. Deze allianties werden in de eerste plaats opgebouwd door actoren (met name ngo's en stichtingen), maar ook institutionele actoren op verscheidene niveaus (lokale overheden, academici, culturele organisaties, scholen, enz.) waren erbij betrokken.

Voorts bood het EJ2010 een prikkel om traditionele grenzen te overschrijden door actoren in te schakelen die, zij het minder direct betrokken bij de aanpak van armoede en sociale uitsluiting, toch een belangrijk effect hebben (bijvoorbeeld het bedrijfsleven, de media, andere overheidsinstanties dan alleen de voor sociale inclusie verantwoordelijke diensten, enz.). In een aantal landen speelde de participatie van de 'ambassadeurs' voor het EJ2010 een belangrijke rol in dit opzicht. Op Europees niveau is de samenwerking versterkt met een aantal sleutelorganisaties en nieuwe belanghebbende partijen alsook tussen diensten binnen de Europese Commissie. De kansen om de banden met de sociale partners en de particuliere sector nauwer aan te halen werden echter – met uitzondering van enkele positieve voorbeelden - niet ten volle benut.

19.

3.3. Inspelen op de noodzaak tot betere communicatie


Vooral het streven om een breed publiek te bereiken en de percepties van armoede te beïnvloeden vormden moeilijk te verwezenlijken doelstellingen van het EJ2010. Uit door de voor communicatie verantwoordelijke contractant verzamelde gegevens blijkt dat informatie over het Jaar een tiende van de Europeanen via radio en televisie bereikte, wat heeft bijgedragen tot de bewustmaking van de verschillende vormen van armoede in Europa en de rol van de EU. Het EJ2010 kreeg ook op grote schaal aandacht in de gedrukte en elektronische pers, met name bij grote evenementen en in belangrijke fases. Om een breder publiek te bereiken werden ook socialemediakanalen ontwikkeld.

In hoeverre het initiatief effect had op het afbreken van stereotypen, is moeilijker te beoordelen. Niettemin boden een aantal belangrijke activiteiten, zoals de EU-conferentie "Armoede: realiteit en perceptie – de communicatie-uitdaging" in oktober 2009 en nationale, regionale en lokale initiatieven, mensen die in armoede leven de kans om aan het woord te komen. Hierdoor kwam ook een noodzakelijke discussie op gang over de beste wijze om verslag uit te brengen over een gecompliceerd vraagstuk, waarbij de belangen van de slachtoffers van armoede en de beperkingen van een steeds veeleisender journalistiek gecombineerd worden.

Ten slotte werd door het EJ2010 onder de aandacht gebracht dat overheidsinstellingen beter en anders moeten communiceren over kwesties op het gebied van sociale inclusie, nauwer met de media moeten samenwerken en zowel de risicogroepen als het brede publiek beter moeten bereiken. Met het oog hierop werden nieuwe benaderingen beproefd en verder ontwikkeld (zoals een samenwerkingsverband met grote evenementen of de media).

20.

3.4. Naar een grotere participatie van de slachtoffers van armoede


De participatie van slachtoffers van armoede werd als een belangrijke doelstelling van het EJ2010 erkend, zowel ter stimulering van individuele zelfredzaamheid als van een meer directe vorm van participatie van de burgers. Het Europees Jaar voldeed ten dele aan de verwachtingen door rechtstreeks getroffen mannen en vrouwen voor het voetlicht te halen, hun stem te laten horen tijdens belangrijke evenementen (opening- en slotconferentie, evenementen aan de basis, volksuniversiteiten) en in de media (video, conferentie over percepties van armoede) en door hun aanwezigheid als deelnemers aan dergelijke evenementen te bevorderen. Ook ondersteunde het via een breed aanbod van in de deelnemende landen ontwikkelde projecten de totstandkoming van gestructureerde vormen van participatie.

Voorts heeft het Jaar ertoe bijgedragen dat de relatie tussen sociale uitsluiting, armoede en discriminatie werd verkend. De uitgevoerde initiatieven hadden tot op zekere hoogte een positief effect op alle groepen die het gevaar lopen gediscrimineerd te worden (zoals migranten, etnische minderheden, mensen met een handicap, ouderen).

21.

3.5. Aanvulling op bestaande EU-initiatieven


Het Jaar vormde een aanvulling op bestaande EU-initiatieven en -programma's op het gebied van sociale inclusie en ter vermindering van ongelijkheid, zoals het Progress-programma[6] en de sociale OCM. Het bood financieringsmogelijkheden voor projecten die niet in aanmerking kwamen voor middelen uit andere EU-programma's en droeg er zo toe bij dat een breder scala aan actoren kon worden bereikt. Mogelijkheden om andere door de EU gefinancierde initiatieven aan te vullen werden echter niet volledig benut; deze zullen verder worden uitgewerkt in de context van het volgende meerjarige financiële kader.

22.

3.6. De ontwikkeling van innovatieve benaderingen


In de loop van het Jaar werden een aantal innovatieve benaderingen uitgetest: gebruik van de sociale media voor communicatie; samenwerking met journalisten; geavanceerde participatieve benaderingen van beleidsplanning; empirisch onderbouwd sociaal beleid en maatschappelijk ondernemerschap. Sommige initiatieven haakten aan bij andere beleidsterreinen, met name gezondheid, justitie en financiën. Deze innovaties kunnen een belangrijk effect kunnen hebben en verder worden ontwikkeld. Het huidige streven naar begrotingsconsolidatie zal echter een aanzienlijk struikelblok opleveren voor iedere verdere ontwikkeling.

23.

3.7. Gendermainstreaming


Er werden maatregelen genomen om de genderdimensie bij bijvoorbeeld de governance van het Jaar in aanmerking te nemen en indirect bewijsmateriaal lijkt erop te duiden dat genderspecifieke kwesties, zoals alleenstaand ouderschap en thuisloosheid, op evenwichtige wijze werden benaderd. Niettemin werd door de voornaamste actoren in 2010 aan de genderdimensie geen prominente rol toegekend en er werden niet systematisch naar sekse uitgesplitste gegevens geproduceerd.

24.

4. De toekomst: een blijvend effect verwezenlijken


De gevolgen van de economische crisis blijven speurbaar. De werkloosheid blijft hardnekkig hoog en in de EU leeft nog steeds een onaanvaardbaar aantal mensen onder de armoedegrens of in de marge van de samenleving. De samenhang van de Europese samenlevingen staat op het spel[7].

Hoewel de lidstaten in eerste instantie voor het essentiële beleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting verantwoordelijk zijn, komt de EU hierbij een belangrijke rol toe en moet zij voldoen aan de in haar gestelde verwachtingen. Zij beschikt over duidelijke bevoegdheden en nieuwe instrumenten om de lidstaten de ondersteunen en verandering te brengen in het bestaan van de meest kwetsbare groepen. Hiertoe behoren Europa-2020 alsook het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting[8], die beide de sociale inclusie hoog op de EU-agenda hebben geplaatst.

25.

4.1. Europa 2020: van woord tot daad


De crisis heeft duidelijk gemaakt in welke mate de economische en sociale ontwikkelingen in de lidstaten van de EU met elkaar vervlochten zijn. Daarom heeft de EU een nieuwe werkmethode ingevoerd, het Europees semester, om de EU-coördinatie van de voornaamste beleidsprioriteiten te kunnen garanderen voordat besluiten worden genomen op nationaal niveau. In 2011 heeft hierbij sterk de nadruk gelegen op duurzame overheidsfinanciën en het scheppen van banen en groei. De aanpak van de werkloosheid en de maatschappelijke gevolgen van de crisis is een van de vijf prioriteiten van de Jaarlijkse groeianalyse 2012[9], waarbij de lidstaten de kwetsbare groepen moeten beschermen door de effectiviteit van de stelsels van sociale bescherming verder te verbeteren, actieve inclusiestrategieën uit te voeren en diensten toegankelijk te maken die de integratie in het arbeidsproces en in de samenleving ondersteunen.

Er moet nog meer werk worden verzet zodat de historische verplichting om armoede en sociale uitsluiting tegen 2020 te verminderen tot concrete veranderingen leidt. In totaal hebben 26 lidstaten thans nationale doelen voor armoedebestrijding voorgesteld en hun specifieke strategie om deze te verwezenlijken belicht in door hen in april 2011 ingediende nationale hervormingsprogramma's. Tot dusver is het echter nog niet gelukt om de in juni 2010 gezamenlijk overeengekomen streefdoelen te behalen.

26.

4.2. Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting: een actiekader


Als een van de vlaggenschipinitiatieven van Europa-2020 vestigt het Platform de aandacht op het doel van de Commissie om meer te doen voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; het bouwt daarbij direct voort op de lering die uit het EJ2010 kan worden getrokken.

27.

Bevordering van een partnerschapsbenadering en verbreding van de participatie


Een van de sleuteldoelstellingen van het Platform is een bredere en sterkere betrokkenheid van de belanghebbende partijen. Hiertoe is de Groep van belanghebbenden, die voor het EJ2010 werd opgezet, gehandhaafd en uitgebreid. De Commissie heeft ook in samenwerking met de voorzitterschappen van de Raad de Jaarlijkse rondetafelconferntie over armoede en sociale uitsluiting omgezet in een breder opgezet Jaarlijks Congres dat zal inventariseren in hoeverre vooruitgang is geboekt bij het verwezenlijken van het kerndoel en de implementatie van de activiteiten van het Platform zal evalueren. Het eerste Jaarlijkse Congres vond plaats op 17 en 18 oktober 2011. Mettertijd zal het Congres de mogelijkheid bieden om de samenwerking met andere EU-instellingen en -organen te versterken en verdiepen en nauwer aan te sluiten bij andere beleidstereinen en belangrijke belanghebbende partijen.

28.

Maatregelen in het gehele beleidsspectrum


In de mededeling over het Platform werd een reeks maatregelen op belangrijke beleidsterreinen voorgesteld, die meer omvatten dan de sociale inclusie in de strikte zin van het woord. Daarbij ging het onder meer om financiële diensten (Aanbeveling van de Commissie betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening[10]), energie, onderwijs (bijvoorbeeld de mededeling van de Commissie en de aanbeveling van de Raad betreffende beleid ter vermindering van voortijdig schoolverlaten[11]) gezondheid (oprichting van het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden in 2011, uitvoering van de mededeling 'Solidariteit in de gezondheidszorg: verkleining van de ongelijkheid op gezondheidsgebied in de EU'[12], migratie en integratie. Met name moet de integratie van de Roma in de samenlevingen van de EU verder worden bevorderd en de integratie van minderheden in de buurlanden worden ondersteund, zoals uiteengezet in een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020[13]. De bescherming en integratie van minderheden, waaronder de Roma, zijn met name van belang als essentieel onderdeel van het visumliberaliseringsproces met de landen van het Oostelijk Partnerschap en van de monitoring na de visumliberalisering ten aanzien van de visumvrije landen van de westelijke Balkan.

29.

Een efficiënter gebruik van de EU-middelen en van het ESF


In overeenstemming met de begrotingsevaluatie wordt in de mededeling over het Platform beklemtoond dat het Europees Sociaal Fonds de inspanningen van de lidstaten ter verwezenlijking van de doelstellingen van Europa-2020 – met inbegrip van het doel voor armoedebestrijding – moet ondersteunen. Daarom ligt in het door de Commissie op 5 oktober goedgekeurde wetgevingspakket voor het cohesiebeleid voor 2014-2020 een aanzienlijk sterkere nadruk op sociale inclusie. De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting wordt als een van de vier thematische doelstellingen van het Europees Sociaal Fonds erkend. Volgens het voorstel van de Commissie[14] zou ten minste 20% van de middelen uit het ESF moeten worden bestemd voor maatregelen op het gebied van sociale inclusie, onder meer voor de volgende prioriteiten: inclusie, de integratie van kansarme groepen, toegang tot diensten, sociale economie en door de plaatselijke gemeenschappen geleide lokale ontwikkelingsstrategieën. De deelname van de sociale partners en maatschappelijke organisaties en de vereenvoudiging van het uitvoeringssysteem zullen verder worden gestimuleerd.

30.

Ontwikkeling van een empirisch onderbouwde benadering van sociale innovaties en hervormingen


Door de steeds grotere vraag naar sociale interventies is men er zich beter van bewust geworden dat nieuwe benaderingen moeten worden verkend om het hoofd te bieden aan de huidige en toekomstige maatschappelijke uitdagingen, om de kosteneffectiviteit van het sociaal beleid te verbeteren en evaluatie beter te benutten ten behoeve van de beleidsvorming. Het Platform heeft daarom een veelomvattend initiatief aangekondigd dat het volgende omvat: de bevordering van empirisch onderbouwde sociale innovatie door middel van bewustmakingsactiviteiten; beleid en financiële ondersteuning van projecten; capaciteitsopbouw voor de voornaamste actoren en verdere ontwikkeling van methodologische benaderingen.

31.

Intensivering van de beleidscoördinatie tussen de lidstaten


In lijn met het advies van het Comité voor sociale bescherming over de versterking van de sociale OCM in verband met de Europa 2020-strategie, waaraan de Raad op 17 juni 2011 zijn goedkeuring heeft gehecht, moeten de zichtbaarheid en het effect van de sociale OCM worden verbeterd. De sociale dimensie van de Europa 2020-strategie biedt de mogelijkheid om de sociale OCM te versterken. Het streven zal gericht zijn op een verbetering van het wederzijds leren en de analysecapaciteit, een versterking van de rol van de belanghebbenden en de ontwikkeling van synergieën met het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting.

32.

5. Conclusies


Het EJ2010 heeft een nieuwe impuls gegeven aan de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in Europa. Tijdens een in economisch en maatschappelijk opzicht bijzonder kritieke periode heeft het Jaar de ogen van velen geopend voor de realiteit van armoede en sociale uitsluiting in Europa en de behoefte aan innovatieve, doeltreffendere programma's gestimuleerd. Het heeft de huidige en potentiële bijdragen van belanghebbenden en beleidsmakers onder de aandacht gebracht, de aanzienlijke multiplicatorfunctie van de media belicht en verduidelijkt hoe belangrijk het is om te luisteren naar mannen en vrouwen die onder armoede gebukt gaan. Ook heeft het duidelijk gemaakt dat politieke inzet op het hoogste niveau nodig is en dat ook mensen moeten worden ingeschakeld die normaal gesproken niet betrokken zijn bij het beleid op het gebied van de sociale inclusie. De volgende Europese Jaren (Vrijwilligerswerk (2011), Actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) en het Europees Jaar van de burger (2013)) houden nauw verband met de in 2010 aan de orde gekomen thema's, en de lering die is getrokken uit het EJ2010, zou bij de voorbereiding en uitvoering van deze Jaren kunnen worden benut.

Nu gaat het erom de dynamiek die het Jaar teweeggebracht heeft, vast te houden. Met het oog hierop zal de Europese Commissie in samenwerking met de Raad, het Europees Parlement en alle belangrijke betrokken partijen van de door de Europa 2020-strategie en het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting ter beschikking gestelde instrumenten gebruikmaken.

33.

BIJLAGE


Voorbeelden van initiatieven van de deelnemende landen, de nationale uitvoeringsorganen of de vertegenwoordigingen van de Europese Commissie

– Een Belgisch project om sociaal buitengesloten mensen te helpen om door middel van advies op maat en netwerken vaste voet op de arbeidsmarkt te krijgen.

– Een rondreis per bus door Portugal met jonge kunstenaars om armoede en sociale uitsluiting onder de aandacht van het publiek te brengen.

– Een project in Nederland om lokale samenwerkingsverbanden in 60 verschillende gemeenschappen te bundelen en in hun eigen omgeving geïntegreerde strategieën voor de bestrijding van sociale uitsluiting van de grond te krijgen.

– Een Iers samenwerkingsverband om via het grootste radiostation van het land de verhalen van mensen die in armoede leven uit te zenden.

– Een Oostenrijks programma om adviseurs op te leiden om mensen met schulden en andere financiële problemen te begeleiden.

– Een Duits project om kansarme mensen met een migrantenachtergrond te ondersteunen bij hun integratie in de samenleving door hun de kans te bieden om vrijwilligerswerk te verrichten in hun lokale gemeenschap.

– Een reeks regionale seminars in Frankrijk om de verantwoordelijkheden van de regionale autoriteiten bij de aanpak van armoede te belichten, rekening houdend met de verschillen tussen steden en regio's.

– Een programma in Denemarken, bedoeld om mensen met een geestelijke handicap te helpen werk te vinden door personeel van arbeidsbureaus te scholen in de aanpak van hun specifieke behoeften.

– Een campagne in Luxemburg ter bevordering van woningvoorziening waardoor mensen worden geholpen betaalbare huisvesting in de particuliere sector te vinden, waarbij de betaling van de huur aan de eigenaars gegarandeerd wordt.

– Een Italiaanse supermarkt die de allerarmsten gratis basisvoedingsmiddelen aanbiedt.

– Een opstelwedstrijd over het EJ2010 en Lente in Europa werd georganiseerd door de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Bulgarije. De beste opstellen werden gepubliceerd in een brochure.

– Workshops voor leerlingen (14 – 19 jaar) over het thema 'De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting', georganiseerd door de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Wales. In totaal namen hieraan 480 leerlingen deel.

– Voorlichting aan lokale partners over sociale programma's van de EU, die een betere sociale inclusie van de Roma en andere risicogroepen beogen, georganiseerd door het Europe Direct-informatiecentrum in Komotini (Griekenland).

34.

Aanbevelingen voor toekomstige Europese Jaren


De Europese Commissie onderschrijft de volgende, voornamelijk op de externe evaluatie gebaseerde aanbevelingen voor het beheer, de planning en uitvoering van toekomstige Europese Jaren.

35.

Voorafgaande planning en follow-up


– Ontwikkel regelingen voor gedetailleerde programmaplanning, zodat ten minste één jaar tevoren met de planning van activiteiten op EU-niveau begonnen wordt; organiseer een soortgelijke voorafgaande planning in de deelnemende landen.

– Zorg voor een follow-up van de aangegane verplichtingen, hetzij door een kleiner team voor de follow-up van het Jaar te handhaven, hetzij door een bepaalde eenheid binnen de Europese Commissie hiermee formeel te belasten.

– Sluit – op nationaal niveau – de Jaren die in thematisch opzicht met elkaar verbonden zijn beter op elkaar aan, door het afsluitende evenement van het ene Jaar te laten samenvallen met het openingsevenement van het volgende Jaar.

– Breng mogelijke partnerevenementen al in een vroeg stadium in kaart en breng ten minste zes maanden voor het begin van het Jaar samenwerkingsverbanden tot stand.

– Intensiveer vóór het begin van het EJ de planning en coördinatie tussen alle communicatiediensten van de Europese Commissie.

36.

Administratieve procedures


– Evalueer de regelingen voor het administratieve, contractuele en financiële beheer van de nationale financiering om de beheerskosten en administratieve lasten van de uitvoeringsorganen op zowel EU- als nationaal niveau te verminderen.

– Stel een handleiding voor initiatiefnemers van projecten op over door de nuo's aan te passen en te hanteren procedures voor het beheer van subsidies.

37.

Communicatie-instrumenten


– Zet de ontwikkeling voort van innovatieve communicatiekanalen voor Europese Jaren verder, in het bijzonder sociale netwerkinstrumenten.

– Zie eventueel af van ambassadeurs op EU-niveau. Mochten zij toch nodig worden geacht, dan moet er over een voldoende aantal personen (10-15) met diverse achtergronden kunnen worden beschikt, zodat het nodige effect kan worden bereikt.

– Verduidelijk van meet af aan de rollen van de voor de communicatie verantwoordelijke contractant en de nuo's bij de uitvoering van de communicatiecampagne op nationaal niveau.

– Geregelde contacten met de pers en journalisten zijn van cruciaal belang.

– Bewaar enige speelruimte bij de uitvoering van de communicatiecampagne op nationaal niveau zodat deze kan worden afgestemd op lokale behoeften en situaties.

– Zet toegewijde nationale ambassadeurs in, die daadwerkelijk beschikbaar zijn, alsook hooggeplaatste ambtenaren om in de diverse landen media-aandacht te krijgen; breng strategische samenwerkingsverbanden met belangrijke vertegenwoordigers van de media tot stand.

– Definieer beter de rollen van de vertegenwoordigingen van de Europese Commissie en de media/informatiediensten in de lidstaten (die beheerd worden door de nationale overheden of andere organisaties), zoals Europe Direct-informatiecentra, zodat hun inbreng in de communicatieactiviteiten verder vergroot kan worden.

38.

Betrokkenheid van belanghebbenden


– Garandeer dat de bestuurlijke regelingen voor een inzet van de belanghebbende partijen toereikend zijn om op doeltreffende wijze aan de verwachtingen te voldoen; houd het administratieve en het politieke gedeelte van elkaar gescheiden.

– Maak het de belanghebbenden mogelijk om een groter deel van de activiteiten op EU-niveau op zich te nemen door hen te laten bijdragen aan de opzet van de communicatiecampagne; wederzijds vertrouwen en betrouwbaarheid zijn essentiële factoren in dit verband.

– Betrek vanaf het eerste begin nationale belanghebbenden bij de opzet van de nationale programma's om van hun volledige ondersteuning verzekerd te zijn. Geef ze de kans om tijdens de campagne feedback te geven.

– Voorkom dubbel werk wanneer belanghebbenden hun eigen websites, logo's en slogans willen ontwikkelen.

[1] Beschikking nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008.

[2] De Europese Commissie verzocht een externe contractant om een evaluatie achteraf uit te voeren (periode van 16 december 2009 tot en met 16 april 2011). Het verslag is in juni 2011 afgerond.

[3] Speciale Eurobarometer nr. 321 op ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs

[4] endpoverty.eu.

[5] Verklaring van de Raad over het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting: samenwerken voor armoedebestrijding in 2010 en daarna. 3053ste bijeenkomst van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken, Brussel, 6 december 2010, PB C 333 van 10.12.2010, blz. 8.

[6] Zoals bleek uit een oproep tot het indienen van voorstellen van projecten tot vermindering van ongelijkheid op het gebied van de gezondheid (2010).

[7] Comité voor sociale bescherming, Verslag over de sociale dimensie van de Europa 2020-strategie, 2011.

[8] Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale samenhang, COM/2010/0758 definitief.

[9] COM(2011) 815 definitief, Jaarlijkse groeianalyse 2012.

[10] C(2011) 4977/4.

[11] COM(2011)18, PB C 191 (2011).

[12] COM(2009) 567 definitief.

[13] Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2011, (COM) 2011 173 definitief.

[14] COM(2011) 607 definitief. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006.