Toelichting bij COM(2012)158 - EU-standpunt betreft de bepalingen over coördinatie van de socialezekerheidsstelsels bij de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst met Albanië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Overeenkomstig artikel 48 van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds[1] (hierna 'de overeenkomst'), worden bij besluit van de Stabilisatie- en Associatieraad de nodige bepalingen vastgesteld om de in dat artikel aangegeven beginselen van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te verwezenlijken.

Algemene context



Artikel 48 van de overeenkomst met Albanië bevat bepalingen betreffende een beperkte coördinatie tussen de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en Albanië. Om de in artikel 48 vervatte beginselen ten uitvoer te leggen, is een besluit van de bij de overeenkomst opgerichte Stabilisatie- en Associatieraad nodig.

Een aantal andere overeenkomsten met derde landen bevat soortgelijke bepalingen betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Dit voorstel maakt deel uit van een pakket soortgelijke voorstellen betreffende de overeenkomsten met Montenegro, San Marino en Turkije. Een eerste pakket met vergelijkbare voorstellen met betrekking tot Algerije, Marokko, Tunesië, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en Israël is in oktober 2010 aangenomen door de Raad[2].

Om het namens de Unie in de Stabilisatie- en Associatieraad in te nemen standpunt vast te stellen, is een besluit van de Raad nodig.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



De socialezekerheidsstelsels van de lidstaten worden op het niveau van de Europese Unie gecoördineerd door Verordening (EG) nr. 883/2004[3] en toepassingsverordening (EG) nr. 987/2009[4].

Verordening (EU) nr. 1231/2010[5] van de Raad breidt de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 uit tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen. Het in artikel 48, lid 1, eerste streepje, van de overeenkomst met Albanië vervatte beginsel dat tijdvakken van verzekering die Albanese werknemers in de verschillende lidstaten hebben vervuld, worden samengeteld met betrekking tot het recht op bepaalde prestaties, is reeds in deze verordening vervat.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



Een van de doelstellingen van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Albanië is het ondersteunen van de inspanningen van Albanië om de economische en internationale samenwerking te ontwikkelen. De overeenkomst is een stap op weg naar de voorbereiding van Albanië op toetreding tot de EU. De tenuitvoerlegging van de bepalingen inzake coördinatie van sociale zekerheid in artikel 48 van de overeenkomst tussen de EU en Albanië zal de bijzondere betrekkingen met Albanië, zoals bedoeld in artikel 8 VEU, verbeteren.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Het voorstel voor beperkte coördinatie tussen de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en Albanië volgt hetzelfde model als het pakket van zes ontwerpbesluiten van associatieraden en stabilisatie- en associatieraden met betrekking tot Algerije, Marokko, Tunesië, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en Israël; het standpunt van de Europese Unie terzake is door de Raad vastgelegd in oktober 2010. Binnen de Raad is in 2010 in detail onderhandeld over de inhoud van deze besluiten. Voorafgaande aan deze onderhandelingen heeft een intensieve discussie met alle lidstaten plaatsgevonden in de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Artikel 48 van de overeenkomst met Albanië bevat de beginselen voor een beperkte coördinatie tussen de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en Albanië. Een aantal andere overeenkomsten met derde landen bevat soortgelijke bepalingen betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Krachtens al deze overeenkomsten is een besluit van de uit hoofde van deze overeenkomsten opgerichte lichamen nodig om de coördinatiebeginselen in praktijk te brengen.

De artikelen betreffende sociale zekerheid in deze overeenkomsten beogen werknemers uit het geassocieerde land in kwestie recht te geven op bepaalde socialezekerheidsprestaties op grond van de wetgeving van de lidstaat of lidstaten die op hen van toepassing is of is geweest. Op basis van wederkerigheid geldt dit ook voor EU-onderdanen die in het geassocieerde land werken.

Het feit dat de bepalingen in het huidige pakket voorstellen met betrekking tot de vier geassocieerde landen (Albanië, Montenegro, San Marino en Turkije) vrijwel identiek zijn – en ook vrijwel identiek aan het eerste pakket van zes besluiten met betrekking tot Algerije, Marokko, Tunesië, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en Israël die de Raad in oktober 2010 heeft aangenomen – zal de toepassing van deze bepalingen door de nationale socialezekerheidsorganen vergemakkelijken. De toepassing van deze voorstellen kan enige financiële gevolgen hebben voor de nationale socialezekerheidsorganen. Zo moeten zij bijvoorbeeld de in artikel 48 van de overeenkomst met Albanië vermelde prestaties verstrekken. Dit artikel betreft echter alleen personen die overeenkomstig de nationale wetgeving aan het nationale socialezekerheidsstelsel van het land in kwestie bijdragen of hebben bijgedragen. Het is in ieder geval moeilijk om het effect van deze voorstellen op de nationale socialezekerheidsstelsels precies in te schatten.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



Dit voorstel omvat een besluit van de Raad betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in de stabilisatie- en associatieraad die is opgericht bij de overeenkomst met Albanië en, in bijlage, een ontwerpbesluit van de stabilisatie- en associatieraad op het gebied van de sociale zekerheid.

Met het voorgestelde besluit van de stabilisatie- en associatieraad wordt voldaan aan artikel 48 van de overeenkomst met Albanië, dat bepaalt dat een dergelijk besluit nodig is om de in dat artikel vervatte beginselen inzake sociale zekerheid toe te passen. Daartoe bevat het besluit uitvoeringsbepalingen voor de bepalingen van artikel 48 van de overeenkomst met Albanië die niet reeds onder Verordening (EU) nr. 1231/2010 vallen.

Bovendien zorgt het voorgestelde besluit van de stabilisatie- en associatieraad er ook voor dat de bepalingen betreffende de export van uitkeringen en de toekenning van gezinsbijslagen op basis van wederkerigheid ook van toepassing zijn op EU-werknemers die legaal in Albanië werken en op hun gezinsleden die legaal in Albanië wonen.

Rechtsgrondslag



Artikel 218, lid 9, in samenhang met artikel 79, lid 2, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit betekent dat Denemarken niet zal deelnemen aan de vaststelling van dit besluit. Ierland en het Verenigd Koninkrijk zullen evenmin deelnemen aan de vaststelling van dit besluit, tenzij zij te kennen geven deel te willen nemen aan de vaststelling en toepassing ervan. Het feit dat deze landen niet deelnemen aan het besluit van de Raad sluit echter hun deelname aan het besluit van de stabilisatie- en associatieraad niet uit.

Subsidiariteitsbeginsel



De overeenkomst met Albanië voorziet in beginselen inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels die door alle lidstaten gelijkelijk moeten worden toegepast. De tenuitvoerlegging van deze beginselen dient daarom onderworpen te zijn aan uniforme voorwaarden, die beter op het niveau van de Unie geregeld kunnen worden.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De lidstaten blijven als enige bevoegd voor de vaststelling, de organisatie en de financiering van hun nationale socialezekerheidsregelingen.

Het voorstel beoogt alleen de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en Albanië tot op zekere hoogte te organiseren, wat de burgers van deze landen ten goede komt. Bovendien doet dit besluit geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit bilaterale overeenkomsten inzake sociale zekerheid tussen de lidstaten en Albanië indien deze overeenkomsten in een gunstigere behandeling van de betrokkenen voorzien.

Het voorstel beperkt de financiële en administratieve lasten tot een minimum, aangezien het deel uitmaakt van een pakket soortgelijke voorstellen die voor een uniforme toepassing van de bepalingen betreffende sociale zekerheid in de associatieovereenkomsten met derde landen zorgen.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): Besluit van de Raad (met in bijlage een ontwerpbesluit van de stabilisatie- en associatieraad).

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn.

Er is geen alternatief voor de voorgestelde maatregel. Artikel 48 van de overeenkomst vereist een besluit van de desbetreffende stabilisatie- en associatieraad. Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in een besluit van de Raad voor het bepalen van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een lichaam dat is opgericht uit hoofde van een overeenkomst, wanneer dat lichaam besluiten dient te nemen met rechtsgevolgen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

4.

Optionele elementen



Vereenvoudiging



Het voorstel zal leiden tot vereenvoudiging van de administratieve procedures voor nationale overheidsinstanties en private partijen.

De bepalingen van het voorstel betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels wat Albanese onderdanen betreft, zijn vrijwel identiek met die betreffende onderdanen van de andere geassocieerde landen. Dit zorgt voor eenvoudigere procedures en minder administratieve lasten voor de nationale socialezekerheidsorganen.

Personen waarop het voorstel van toepassing is, worden niet geconfronteerd met uiteenlopende nationale bepalingen betreffende de in artikel 48 van de overeenkomst met Albanië vervatte beginselen inzake sociale zekerheid en kunnen zich in de Unie verlaten op uniforme bepalingen.

Nadere uitleg van het voorstel



A. Besluit van de Raad betreffende het standpunt met betrekking tot de bepalingen voor de coördinatie van socialezekerheidsstelsels dat de Europese Unie zal innemen in de stabilisatie- en associatieraad die is opgericht bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Albanië.

Artikel 1

Dit artikel betreft de goedkeuring van het standpunt van de EU in de stabilisatie- en associatieraad EU-Albanië.

B. Bijgaand ontwerpbesluit van de stabilisatie- en associatieraad betreffende de in de overeenkomst vervatte bepalingen voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Deel I: Algemene bepalingen

Artikel 1

Ten behoeve van de toepassing van de wetgeving van de lidstaten en Albanië worden in dit artikel de termen 'overeenkomst', 'verordening', 'toepassingsverordening', 'lidstaat', 'werknemer', 'gezinslid', 'wetgeving', 'prestaties' en 'exporteerbare uitkeringen' gedefinieerd. Voor de betekenis van de overige termen in het bijgaande besluit wordt naar de verordening en de toepassingsverordening verwezen.

Artikel 2

In dit artikel wordt de personele werkingssfeer van het bijgaande besluit omschreven, in overeenstemming met de formulering van artikel 48 van de overeenkomst met Albanië.

Artikel 3

Dit artikel voorziet in niet-discriminerende behandeling van alle onder de overeenkomst vallende personen, wat de daaronder vallende socialezekerheidsprestaties betreft.

Deel II

Betrekkingen tussen de lidstaten en Albanië

Dit deel van het bijgaande ontwerpbesluit betreft de in artikel 48, lid 1, tweede streepje, van de overeenkomst met Albanië vervatte beginselen en het in artikel 48, lid 2, vervatte wederkerigheidsbeginsel met betrekking tot EU-onderdanen en hun gezinsleden.

Artikel 4

Dit artikel betreft het in artikel 48, lid 1, tweede streepje, van de overeenkomst met Albanië vervatte beginsel van export van uitkeringen en verduidelijkt dat dit beginsel beperkt blijft tot de prestaties in artikel 1, lid 1, onder i), van het bijgaande besluit, waarin de in dat lid bedoelde prestaties worden opgesomd.

Deel III

Diverse bepalingen

Artikel 5

Dit artikel bevat algemene bepalingen betreffende de samenwerking tussen de lidstaten en hun organen enerzijds en Albanië en de Albanese organen anderzijds, en tussen de betrokken begunstigden en organen. Deze bepalingen zijn vergelijkbaar met die van artikel 76, lid 3, lid 4, eerste en derde alinea, en lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Artikel 6

Dit artikel bevat soortgelijke procedures voor administratieve en medische controles als artikel 87 van Verordening (EG) nr. 987/2009. Bovendien voorziet het in de mogelijkheid om ter zake andere uitvoeringsbepalingen vast te stellen.

Artikel 7

Dit artikel verwijst naar de mogelijkheid gebruik te maken van de in de overeenkomst vastgelegde procedure voor de beslechting van geschillen.

Artikel 8

Dit artikel verwijst naar bijlage II bij het bijgaande besluit. Deze bijlage II is een soortgelijke bijlage als bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004, en is nodig om de nodige bijzondere bepalingen vast te stellen voor de toepassing van de Albanese wetgeving op het bijgaande besluit.

Artikel 9

Dit artikel maakt het mogelijk dat administratieve procedures uit hoofde van bestaande overeenkomsten tussen een lidstaat en Albanië onder bepaalde voorwaarden van toepassing blijven.

Artikel 10

Dit artikel voorziet in de mogelijkheid om aanvullende administratieve overeenkomsten te sluiten.

Artikel 11

De overgangsbepalingen waarin dit artikel voorziet, zijn vergelijkbaar met de overgangsbepalingen in artikel 87, leden 1, 3, 4, 6 en 7, van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Artikel 12

Dit artikel verduidelijkt de juridische status van de bijlagen bij het bijgaande besluit en de procedures voor wijziging ervan.

Artikel 13

Dit artikel verduidelijkt de datum van inwerkingtreding van het bijgaande besluit.