Toelichting bij COM(2012)81 - Migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Algemene context



Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek, betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (de “Schengenuitvoeringsovereenkomst”), vormt samen met de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

De ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) is toevertrouwd aan de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad[1] en Besluit 2001/886/JBZ[2] van de Raad betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). SIS II komt in de plaats van SIS 1+. Bij de ontwikkeling van SIS II wordt rekening gehouden met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en kunnen extra functies worden ingevoerd.

De instelling, de werking en het gebruik van SIS II zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006[3] en Besluit 2007/533/JBZ[4] van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Daarin wordt bepaald dat deze rechtshandelingen voor de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten van toepassing zijn vanaf een datum die de Raad vaststelt met eenparigheid van de stemmen van de leden die de regeringen van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten vertegenwoordigen. Vanaf dat moment komen die rechtshandelingen in de plaats van de bepalingen van het Schengenacquis betreffende SIS 1+, in het bijzonder de desbetreffende bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Voordat dit kan gebeuren, moeten de gebruikers van SIS 1+ migreren naar de SIS II-omgeving. Voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II werd daarom een rechtskader ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad[5] en Besluit 2008/839/JBZ[6] van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (de “migratie-instrumenten”).

Motivering en doel van het voorstel



Met dit voorstel wordt beoogd om Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ te herschikken tot één instrument. Het voorstel voorziet in een herziene wettelijke regeling voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II, waardoor de lidstaten vanaf de overschakeling naar SIS II het nieuwe systeem met zijn volledige functionaliteit kunnen gebruiken.

Door de verplichting om verslag uit te brengen, wordt voor het Europees Parlement de transparantie van het ontwikkelingsproces van SIS II gewaarborgd.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 74 van het Verdrag betreffende de werking van het Europees Parlement, omdat het maatregelen betreft voor samenwerking tussen de bevoegde overheidsdiensten van de lidstaten en tussen die diensten en de Commissie inzake beleid dat een hoog niveau van veiligheid binnen de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht moet waarborgen.

Subsidiariteitsbeginsel



Dit voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, omdat het belangrijkste doel van de voorgenomen maatregel, de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt en beter op EU-niveau kan worden geregeld.

Evenredigheidsbeginsel



Dit voorstel gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen te verwezenlijken. Het is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, aangezien het faciliteren van de migratie naar SIS II het voornaamste effect is.

Keuze van instrumenten



Een verordening van de Raad is het meest geschikte instrument voor de herschikking van Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ, aangezien één van de bij de herschikking betrokken rechtshandelingen een verordening is. Bovendien zijn uniforme voorschriften en processen nodig voor het beheer van de ontwikkeling van SIS II en de migratie naar SIS II. De bepalingen van dit voorstel voor een verordening zijn nauwkeurig, onvoorwaardelijk en rechtstreeks toepasselijk. Door hun aard hoeven ze niet door de lidstaten te worden omgezet in nationaal recht.

• Comitéprocedure

Door de intrekking van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[7] per 1 maart 2011 moet in de bepaling over de comitéprocedure verwezen worden naar de nieuwe Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[8]. De vroeger toegepaste regelgevingsprocedure wordt in dit voorstel vervangen door de onderzoeksprocedure.

Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ, waarbij het comité is ingesteld, bevatten voorschriften inzake de vroegere regelgevingsprocedure. In het kader van de overgangsmaatregelen van Verordening (EU) nr. 182/2011 moeten bestaande comités echter vanaf 1 maart 2011 volgens de nieuwe voorschriften te werk gaan, dat wil in dit geval zeggen volgens de onderzoeksprocedure. Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ hoeven niet formeel te worden gewijzigd.

4. Nadere toelichting

Dit voorstel bevat geheel of gedeeltelijk nieuwe bepalingen over:

a)

Herschikking



Gezien de beginselen van betere regelgeving is de wetgevingstechniek van herschikking het meest geschikte middel, aangezien:

a) in de migratie-instrumenten een aantal ingrijpende wijzigingen moet worden aangebracht;

b) de pijlerstructuur, die tot gevolg had dat er twee rechtsinstrumenten bestonden met vrijwel identieke inhoud, door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet langer relevant is.

Volgens punt 2 van het Interinstitutioneel akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[9] kunnen bij materiële wijzigingen van een vorig besluit door middel van herschikking de gewenste wijzigingen en de ongewijzigde bepalingen van dat besluit in één enkele tekst worden samengebracht en het oude besluit ingetrokken. In de gemeenschappelijke verklaring bij punt 2 verklaarden de drie instellingen dat de herschikking “verticaal” kan zijn (het nieuwe besluit vervangt één enkel vorig besluit met de latere wijzigingen), dan wel “horizontaal” (het nieuwe besluit vervangt verscheidene parallelle vorige besluiten die over eenzelfde onderwerp gaan).

Het is niet mogelijk om op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een voormalig derdepijlerinstrument te wijzigen. De enige juiste wetstechnische keuze is dus om Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ in één rechtshandeling met dezelfde rechtsgrondslag samen te brengen. De herschikking van de migratie-instrumenten heeft derhalve kenmerken van zowel een verticale als een horizontale herschikking.

In het voorstel worden nieuwe en aangepaste bepalingen duidelijk als zodanig aangegeven. Het voorstel bevat ook een intrekkingsclausule en een concordantietabel.

b) Wettelijke regelingen voor de migratie

Wat de twee fasen van de migratie van SIS 1+ naar SIS II betreft, kiest het voorstel voor een gedifferentieerde wettelijke benadering. De migratie vindt dus plaats in twee stappen:

1) opladen van de gegevens naar N.SIS II

Voor de fase van het opladen van de gegevens naar N.SIS II blijft de Schengenuitvoeringsovereenkomst van kracht.

2) overschakelen van N.SIS naar N.SIS II

Door deze gedifferentieerde benadering kunnen de lidstaten SIS II en alle functies daarvan gebruiken zodra zij zijn overgeschakeld van SIS 1+ naar SIS II, namelijk door de toepassing van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ.

Volgens artikel 12 van de migratie-instrumenten in de huidige formulering dient de migratie van SIS 1+ naar SIS II te gebeuren overeenkomstig titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. Die bepaling verhindert echter dat de lidstaten SIS II en alle functies daarvan gebruiken zodra zij zijn overgeschakeld van SIS 1+ naar SIS II. De lidstaten zouden daardoor alle functies van SIS II die niet in SIS 1+ aanwezig zijn, moeten uitschakelen, totdat de Raad een besluit neemt over de datum waarop Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van toepassing worden.

Op 23 februari 2011 verzochten de lidstaten de Commissie in het SISVIS-comité om onverwijld te beginnen met de aanpassing van het rechtskader voor de migratie aan de technische aanpak voor de migratie zoals die in het migratieplan is opgenomen. Volgens het migratieplan zullen alle lidstaten binnen één korte periode na elkaar met hun nationale toepassing overschakelen van SIS 1+ naar SIS II. Het is wenselijk dat een lidstaat die is overgeschakeld, vanaf dat moment volledig gebruik kan maken van SIS II, en niet hoeft te wachten tot andere lidstaten ook zijn overgeschakeld. Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ moeten daarom worden toegepast vanaf het moment dat de eerste lidstaat met de overschakeling begint. De migratieperiode dient zo kort mogelijk te zijn. De toepassing van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ betekent niet dat lidstaten die nog niet zijn overgeschakeld, of die van een fallbackmogelijkheid gebruik maken, tijdens de periode van intensieve monitoring geen gebruik zouden kunnen maken van SIS II met een functionaliteit die tot SIS 1+ wordt beperkt.

Het voorstel stelt niet alleen de lidstaten in staat om alle voordelen te benutten van de geavanceerde toepassingen die met SIS II beschikbaar zullen zijn, maar betekent voor de lidstaten ook een aanzienlijke besparing.

c) Tijdelijke migratiearchitectuur

Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ zullen worden toegepast in plaats van artikel 64 en de artikelen 92 tot en met 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (met uitzondering van artikel 102 bis), zoals bepaald in respectievelijk artikel 52, lid 1, en artikel 68, lid 1, van genoemde rechtshandelingen. Omdat in artikel 92 bis nadere voorschriften betreffende de tijdelijke migratiearchitectuur zijn opgenomen, verdient het aanbeveling dat dit artikel tijdens het hele migratieproces van kracht blijft.

De tijdelijke migratiearchitectuur voor de werking van SIS 1+ maakt het mogelijk dat SIS 1+ en bepaalde technische onderdelen van de architectuur van SIS II, die voor een gefaseerde migratie van het ene systeem naar het andere noodzakelijk zijn, gedurende een beperkte overgangsperiode parallel functioneren.

De relevante bepalingen van artikel 92 bis van de Schengenuitvoeringsovereenkomst moeten daarom in het rechtskader voor de migratie worden opgenomen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



– Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek, betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen[10] (de Schengenuitvoeringsovereenkomst);

– Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[11];

– Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[12];

– Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

– Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

– Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen[13];

– Beschikking 2007/170/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem II (eerste pijler) en Besluit 2007/171/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem II (derde pijler)[14];

– Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad van 18 februari 2008 betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[15];

– Besluit 2008/173/JBZ van de Raad van 18 februari 2008 inzake de tests betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[16];

– Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[17];

– Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[18];

– Besluit 2009/724/JBZ van de Commissie van 17 september 2009 tot vaststelling van de datum voor de voltooiing van de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[19].

2.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Deskundigen van de lidstaten zijn nauw bij de verdere ontwikkeling van SIS II betrokken, met name in het kader van het SISVIS-comité en de Raad beheer totaalprogramma. Bovendien worden de ontwikkelingen inzake SIS II voortdurend besproken in de voorbereidende instanties van de Raad.

Ook de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is bij het overleg betrokken, aangezien bij de migratie ook persoonsgegevens zullen worden geüpload.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden



In het voorstel is rekening gehouden met de resultaten van de uitvoerige besprekingen met de lidstaten, met name in het kader van de groepen SIS-Tech en SIS-Sirene van de Raad, en met de standpunten van de leden van de Raad beheer totaalprogramma. Het voorstel komt ook tegemoet aan het verzoek van de lidstaten aan de Commissie om het rechtskader voor de migratie aan te passen aan het door hun deskundigen gekozen technische scenario.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Bij het uitwerken van dit voorstel is geen beroep gedaan op externe deskundigen.

Effectbeoordeling



Er is geen effectbeoordeling nodig voor dit voorstel, omdat het een voortzetting is van een technisch project zonder aanwijsbaar economisch, sociaal of milieueffect.

3.

Gevolgen voor de begroting



In Verordening (EG) nr. 2424/2001 en Besluit 2001/886/JBZ werd bepaald dat uitgaven die verband houden met de ontwikkeling van SIS II ten laste komen van de begroting van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 5 van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad komen de kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie en komen de kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van elk N.SIS II ten laste van de betrokken lidstaat.

In Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad is dezelfde kostenverdeling aangehouden. Er werd echter een nieuwe kostenpost geïdentificeerd, namelijk de kosten voor de migratie van SIS 1 naar SIS II. Volgens artikel 15 van deze rechtshandelingen komen de kosten voor de migratie op centraal niveau en die voor het testen, het onderhoud en de ontwikkeling (centraal SIS II en communicatie-infrastructuur) ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie en blijven de met het nationale N.SIS II verbonden kosten ten laste van de lidstaten komen.

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006, Besluit 2007/533/JBZ en Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen[20] zijn de nationale ontwikkelingen voor SIS II subsidiabele acties die in aanmerking komen voor medefinanciering in het kader van het Buitengrenzenfonds. Bij Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft[21] wordt SIS II bovendien aangewezen als een van de vijf strategische prioriteiten van het Buitengrenzenfonds, waarmee het belang van de samenhangende en tijdige ontwikkeling van de nationale projecten naast het centrale SIS II wordt onderkend.

Sinds de vaststelling van bovengenoemde rechtshandelingen heeft het SIS II-project in 2010 een ingrijpende koersverandering ondergaan nadat een belangrijke groep tests, de zogeheten eerste mijlpaal, werd afgesloten. Door de ontwikkeling van het gebruik van SIS door de lidstaten moesten de technische vereisten inzake prestaties en opslagcapaciteit aanzienlijk worden opgevoerd na de toetreding van negen nieuwe lidstaten en Zwitserland. De geactualiseerde mogelijkheden kwamen tot uiting in de nieuwe versie 3.0 van het Interface Control Document (ICD). Al deze wijzigingen waren ook van invloed op de kosten van het project op centraal en nationaal niveau.

Wat het migratieproces betreft, moesten door de verandering van de vereisten en door de vooruitgang die ten aanzien van de voltooiing van het project is geboekt, de migratiearchitectuur, het tijdschema voor de migratie en de testvereisten grondig worden gewijzigd. In een groot deel van de activiteiten die de lidstaten nu voor de migratie naar SIS II moeten uitvoeren, was niet voorzien toen Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ werden vastgesteld of toen het financiële pakket en de meerjarenprogramma’s van het Buitengrenzenfonds werden opgezet.

De beginselen voor de kostenverdeling moeten daarom ten dele worden aangepast wat de migratie van SIS 1 naar SIS II betreft. Sommige nationale activiteiten met betrekking tot de migratie, met name de deelname van de lidstaten aan de testactiviteiten op dat gebied, zouden kunnen worden gefinancierd uit het begrotingsonderdeel voor SIS II van de algemene begroting van de Unie. Deze mogelijkheid betreft specifieke, welbepaalde activiteiten, die verder gaan dan en niet samenvallen met andere SIS II-maatregelen, waarvoor de ondersteuning via het Buitengrenzenfonds blijft lopen. De financiële bijstand waarin dit voorstel voorziet, vormt dus een aanvulling op die in het kader van het Buitengrenzenfonds.

Aangezien het opzetten van de nationale systemen allereerst de taak is van de lidstaten, blijft de bijdrage van de Unie facultatief. Het is niet de bedoeling dat het voorstel verplichtingen schept voor de Unie. Het is tevens noodzakelijk te bepalen wat het maximum is van de bijdrage van de Unie ten aanzien van elke lidstaat. Voor het voorstel zijn geen extra kredieten vereist, aangezien met de voor 2011 nog beschikbare kredieten het verschil zal worden gedekt tussen de totale kosten in 2012 en de kredieten die voor 2012 binnen het begrotingsonderdeel voor SIS II beschikbaar zijn.

De Commissie zal de medefinanciering beoordelen, vaststellen en beheren in overeenstemming met de begrotingsprocedure en andere procedures, met name die van het Financieel Reglement. De lidstaten moeten voldoen aan de beginselen van gezond financieel beheer, met name wat betreft prijs-kwaliteitverhouding en kosteneffectiviteit. De Commissie kan alle nodige controles en inspecties verrichten om een goed beheer van de EU-middelen te waarborgen en de financiële belangen van de Unie te beschermen tegen fraude of onregelmatigheden. De Rekenkamer van de Europese Unie kan alle controles verrichten die overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vereist zijn.

Het blijft zo dat de kosten van de activiteiten op het niveau van SIS 1+, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, worden verdeeld overeenkomstig artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. In het artikel wordt bepaald dat de kosten verbonden aan de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie van SIS 1+, zoals bedoeld in artikel 92, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie, door de lidstaten gemeenschappelijk worden gedragen, terwijl de kosten van de installatie en de werking van het nationale deel van het Schengeninformatiesysteem door de lidstaten afzonderlijk worden gedragen.

De Commissie heeft een financieel memorandum aan dit voorstel gehecht.

4.

Aanvullende informatie



Wijziging van bestaande wetgeving



Met dit voorstel worden Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ herschikt tot één verordening.

• Schrapping van de verstrijkingsdatum

Gezien de complexiteit van het migratieproces en de aanzienlijke technische risico’s die het met zich meebrengt, ondanks de grondige voorbereidingen die door alle betrokkenen zijn verricht, voorziet dit voorstel in de nodige flexibiliteit ten aanzien van de respons op onvoorziene problemen die zich tijdens de migratie zouden kunnen voordoen in het centrale systeem of een of meer van de nationale systemen. In het voorstel is daarom geen verstrijkingsdatum meer opgenomen.

Overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 71 van Besluit 2007/533/JBZ bepaalt de Raad op welke datum die rechtshandelingen van toepassing worden en de migratie plaatsvindt. In de technische documentatie is voorzien in een fallbackperiode van één maand na de migratie. De toepassingsdatum van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ dient derhalve ten minste één maand voor de datum te liggen waarop de migratie-instrumenten verstrijken.

• Tijdschema

Om de voorbereidingen te kunnen voortzetten en de migratie tijdig te kunnen uitvoeren, zou dit voorstel uiterlijk in het tweede kwartaal van 2012 moeten worden goedgekeurd.