Toelichting bij COM(2012)190 - Jaarlijks voortgangsverslag over de activiteiten van de gemeenschappelijke ondernemingen voor de uitvoering van de gezamenlijke technologie-initiatieven in 2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0190

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Jaarlijks voortgangsverslag over de activiteiten van de gemeenschappelijke ondernemingen voor de uitvoering van de gezamenlijke technologie-initiatieven in 2010 /* COM/2012/0190 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


Jaarlijks voortgangsverslag over de activiteiten van de gemeenschappelijke ondernemingen voor de uitvoering van de gezamenlijke technologie-initiatieven in 2010

Inleiding



De gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI's) zijn een nieuwe manier om op Europees niveau publiek-private partnerschappen voor industrieel onderzoek op te zetten. De GTI's werden in de 2007-2008 opgezet als proefprojecten in het kader van het zevende kaderprogramma[1] en bestrijken vijf strategische gebieden: luchtvaart en luchtvervoer (Clean Sky), volksgezondheid (innovatieve geneesmiddelen), brandstofcel- en waterstoftechnologieën (het initiatief voor brandstofcellen en waterstof), ingebedde computersystemen (ARTEMIS) en nano-elektronica (ENIAC[2]). Als middel om de krachten van het bedrijfsleven, de onderzoeksgemeenschap en de EU te bundelen rond gemeenschappelijke onderzoeksagenda's en te investeren in grootschalige multinationale onderzoeksactiviteiten bieden de GTI's, met name in een periode van wereldwijde economische recessie, Europa een interessante kans om zijn concurrentiepositie te versterken op basis van de beginselen van wetenschappelijke uitmuntendheid, openheid en innovatie.

Het Jaarlijks voortgangsverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen voor de uitvoering van de gezamenlijke technologie-initiatieven (hierna: "GO GTI's") is opgesteld overeenkomstig artikel 11, lid 1, van elk van de verordeningen van de Raad betreffende de oprichting van de GTI's, dat als volgt luidt: "De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een jaarlijks verslag in over de voortgang die de gemeenschappelijke onderneming [naam van de GTI] heeft gemaakt. Dit verslag bevat nadere gegevens over de uitvoering, waaronder het aantal ingediende voorstellen, het aantal voor financiering geselecteerde voorstellen, het type deelnemers, met inbegrip van het mkb, en landenstatistieken."

In de rechtsgrond is bepaald dat, in voorkomend geval, ook de beoordelingsresultaten moeten worden vermeld van de 'Technology Evaluator', die zal worden gebruikt om de milieueffecten van alle activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky[3] te bepalen. Aangezien de eerste beoordeling eind 2011 werd verwacht, geeft dit verslag een overzicht van de voorbereidende stappen voor de invoering en ontwikkeling van het Technology-Evaluator-systeem in 2010.

Dit verslag is het tweede specifieke verslag voor het Europees Parlement en de Raad over de voortgang die de gemeenschappelijke ondernemingen sinds hun oprichting hebben geboekt. Voor het jaar 2008 werden de activiteiten van de gemeenschappelijke ondernemingen toegelicht in het 'Jaarverslag over de activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2008'[4] en met name in het bij dat verslag gevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie[5]. Daarna werd ervoor geopteerd een specifiek verslag op te stellen over de activiteiten de GO GTI's en deze niet langer op te nemen in het algemeen verslag over de activiteiten van de Commissie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.

Het eerste specifieke verslag over de activiteiten van de GO GTI's in 2009[6] is aangenomen in september 2011. De diensten van de Commissie hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om de resultaten van de GO GTI's in 2010, waarop dit verslag betrekking heeft, tijdig voor te stellen aan het Europees Parlement en de Raad.

Dit Jaarlijks voortgangsverslag over de activiteiten van de gemeenschappelijke ondernemingen voor de uitvoering van de gezamenlijke technologie-initiatieven in 2010 komt na de eerste tussentijdse evaluaties van de gemeenschappelijke ondernemingen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de respectieve verordeningen. Daarbij is rekening gehouden met de aanbevelingen van de deskundigen in de tussentijdse evaluaties, het antwoord van de Commissie[7] en met de specifieke acties die de GTI’s op basis van die aanbevelingen in het vooruitzicht hebben gesteld. Ook is rekening gehouden met het door de Europese Rekenkamer in de verslagen over de jaarrekening van het GO GTI’s uitgebrachte advies over het begrotingsjaar dat is geëindigd op 31 december 2010[8].

Het verslag begint met een korte introductie van gemeenschappelijke ondernemingen, geeft een opsomming van de voornaamste resultaten in 2010 en schetst de verbeterpunten voor de toekomst. Overeenkomstig artikel 11, lid 1, van de verschillende verordeningen van de Raad gaat het vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie met vooral statistische gegevens over de onderzoeksactiviteiten van de gemeenschappelijke onderneming in de loop van het jaar.

2.

2. De gemeenschappelijke ondernemingen in een oogopslag


De gezamenlijke technologie-initiatieven zijn opgezet als gemeenschappelijke ondernemingen op grond van artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (ex artikel 171 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) waarin bepaald is dat "De Unie […] gemeenschappelijke ondernemingen of andere structuren in het leven [kan] roepen die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling en demonstratie in de Unie". Zij zijn opgericht als 'communautaire organen' in de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement van de Unie[9]. Op gebieden waar de traditionele instrumenten van het kaderprogramma tekortschieten[10], werden in het kader van KP7 nieuwe gemeenschappelijke ondernemingen voor gemeenschappelijke technologie-initiatieven in het leven geroepen ter ondersteuning van onderzoek en technologische ontwikkeling, die een bijdrage kunnen leveren tot het Europese concurrentievermogen en de levenskwaliteit.

Overeenkomstig het specifiek KP7-programma 'Samenwerking' zijn in de periode 2007-2008 vijf GO GTI’s opgericht voor een beperkte periode tot en met 31 december 2017:

Luchtvaart en luchtvervoer (Clean Sky): ter versterking van het concurrentievermogen van de Europese luchtvaartindustrie en ter beperking van emissies en geluidshinder, opgericht bij Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007;

Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI): ter bevordering van de ontwikkeling van betere en veiligere geneesmiddelen voor patiënten, opgericht bij Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007;

Brandstofcellen en waterstof (FCH): ter bespoediging van de ontwikkeling en invoering van brandstofceltechnologieën en waterstofbevoorrading, opgericht bij Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008;

Ingebedde computersystemen (ARTEMIS): om de Europese industrie te helpen zich te consolideren en zijn wereldleiderschap te versterken op het gebied van ingebedde computersystemen, opgericht bij Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007;

Nano-elektronica 2020 (ENIAC): gericht op de verregaande miniaturisatie die nodig is voor de volgende generatie nano-elektronische componenten, opgericht bij Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007.

Om hun doelstellingen te verwezenlijken, selecteren de gemeenschappelijke ondernemingen projecten via jaarlijkse open en vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen met een indienings- en evaluatieprocedure in één of twee stappen. Zij verstrekken middelen voor collaboratieve projecten en coördinatie- en ondersteuningsacties. De draagwijdte, looptijd en te leveren resultaten bij de oproepen die door de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky worden uitgeschreven, zijn specifiek en vergen een hoger niveau van technologische paraatheid. Clean Sky publiceert verschillende oproepen per jaar.

Tot de GO GTI's autonoom werden, was de Europese Commissie als medeoprichter verantwoordelijk voor de oprichting en de initiële werking van de gemeenschappelijke ondernemingen. Zodra de gemeenschappelijke ondernemingen over het vereiste juridische en financiële kader beschikten om hun eigen begroting te beheren, werden ze autonoom ten opzichte van de Commissie. Clean Sky, IMI en ARTEMIS werden officieel autonoom in oktober/november 2009, gevolgd door ENIAC in mei en FCH in november 2010. Bijgevolg is 2010 het eerste volledige jaar waarin de meeste gemeenschappelijke ondernemingen volledig autonoom hebben gewerkt.

3.

3. Belangrijkste resultaten in 2010


Na een relatief trage operationele start, die tot op zekere hoogte toe te schrijven is aan de beperkingen van het huidige juridisch en regelgevend kader van een 'communautair orgaan'[11], hebben de vijf gemeenschappelijke ondernemingen in 2010 bewezen dat het nieuwe bedrijfsmodel tussen de publieke en de private sector kansrijk is. In de eerste tussentijdse evaluaties van de gemeenschappelijke ondernemingen in 2010 (april 2011 voor de GO FCH) luidde de conclusie dat de GTI-activiteiten, zowel de nieuwe als de reeds lopende projecten, in het algemeen efficiënt en van goede kwaliteit zijn.

4.

3.1. Operationele activiteiten


In 2010 hebben de vijf GO GTI's zich toegelegd op het beheer van hun oproepen tot het indienen van voorstellen: enerzijds de afronding van onderhandelingen, de ondertekening van subsidieovereenkomsten en de start van de op basis van de oproepen van 2008 en 2009 geselecteerde projecten en anderzijds de publicatie van de oproep van 2010 en de daaruit voortvloeiende evaluatie en selectie van de winnende voorstellen en, voor sommige GTI's, de start van het onderhandelingsproces. De gemeenschappelijke ondernemingen hebben ook gewerkt aan de voorbereiding van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor 2011. Op basis van de lessen die uit de voorgaande oproepen en raadplegingen van de partijen zijn getrokken, hebben zijn de thema's van de volgende oproepen gedefinieerd.

Alle GO GTI's zijn erin geslaagd een grote verscheidenheid aan deelnemers aan te trekken uit Europa en met KP7 geassocieerde landen. In het algemeen dienen talrijke ondernemingen uit het mkb voorstellen in. De GTI's dienden evenwel een aantal belemmeringen weg te werken om het mkb meer bij hun onderzoeksactiviteiten te betrekken.

Voor de lopende projecten spitsen zij zich, in het licht van de eerste opmerkingen, toe op in de in de onderzoeksagenda voor de GO GTI's bepaalde prioriteiten en zijn ze aanvullend op de andere KP7-activiteiten op dezelfde gebieden. Doublures worden echter vermeden. Dit wordt gewaarborgd door regelmatige controles. Tegelijkertijd is bij de lopende projecten een bevredigende technische vooruitgang geboekt overeenkomstig de verschillende industriële implementatiestrategieën.

Gedetailleerde informatie over de onderzoeksactiviteiten van de GO GTI's in 2010, het type indieners, de deelname van het mkb, statistieken per land en de via de oproepen verleende financiering is opgenomen in het werkdocument van de diensten van de Commissie, dat bij dit verslag is gevoegd.

In 2010 zijn de meeste gemeenschappelijke ondernemingen gestart met de herziening van hun strategische documenten en de actualisering van hun onderzoeksprioriteiten. Als grondslag voor de thema's van de oproepen moeten die een weergave blijven van de wetenschappelijke vooruitgang en van de ontwikkeling van de behoefte in de verschillende sectoren. Clean Sky heeft een beoordeling gemaakt van de ecologische doelstellingen in zijn oorspronkelijk technisch voorstel[12]. De relevantie van de oorspronkelijke doelstellingen van Clean Sky werd door deze nieuwe beoordeling herbevestigd. Het ITD-werkprogramma en de daaraan gerelateerde thema's van de oproepen werden eveneens herzien op basis van deze geactualiseerde informatie. IMI heeft werk gemaakt van de aanbeveling van de belanghebbenden uit de sector, die ook in het eerste tussentijds verslag was opgenomen en ook door de Europese Commissie wordt onderschreven om een aantal grote projecten op te starten en het bij de formulering van thema's 'groot te zien'. FCH heeft specifieke acties ondernomen om een oplossing te vinden voor de beperkingen van het overeenstemmingsbeginsel en het subsidiepercentage, dat als een belangrijk risico voor de operationele activiteiten wordt beschouwd. ARTEMIS en ENIAC werken aan een nieuwe versie van hun onderzoeksagenda's om gelijke tred te houden met nieuwe trends en de snelle ontwikkelingen in hun sector.

5.

3.2. Clean Sky: Technology Evaluator


De Technology Evaluator is de hoeksteen van Clean Sky en is bedoeld om de milieuprestaties te meten van de met de steun van Clean Sky ontwikkelde technologieën. De Technology Evaluator heeft de vertragingen van 2009 ingelopen en alle werkpakketten waren in 2010 gestart. Een eerste Technology-Evaluatorbeoordeling zal worden uitgevoerd via modellering van het luchtvervoersysteem door vergelijking van beide scenario's – met en zonder deelname van Clean Sky. Die beoordeling moest diende eind 2011 klaar te zijn. De resultaten van de beoordeling zullen worden opgenomen in de volgende verslagen van de Commissie.

6.

3.3. Administratieve activiteiten


Na de moeilijke maar succesvolle oprichting en start van de vijf gemeenschappelijke ondernemingen hebben ARTEMIS, IMI en Clean Sky geleidelijk hun juridische en financiële kader ontwikkeld en werden zij eind 2009 verzelfstandigd. 2010 was dus het eerste autonome werkingsjaar van deze entiteiten.

Volgens hetzelfde stramien hebben ENIAC en FCH zich in 2010 toegelegd op de vaststelling van hun governance- en interne-controlesystemen en hebben zij risicobeheerprocessen ingesteld. Nadat ook deze gemeenschappelijke ondernemingen aan de autonomiecriteria voldeden, heeft de Commissie ook aan hen administratieve en operationele autonomie verleend.

Een van de belangrijkste taken van de gemeenschappelijke ondernemingen was in 2010 de ontwikkeling van hun interne systemen en processen, die de uitvoering van hun onderzoeksactiviteiten moeten ondersteunen. De processen van Clean Sky werden geanalyseerd en in kaart gebracht. Op basis daarvan is een kwaliteitshandboek en een handboek voor financiële procedures opgesteld. De organisatiestructuur van IMI werd herzien om beter tegemoet te komen aan de verwachtingen van de belanghebbenden. In de andere gemeenschappelijke ondernemingen werden vergelijkbare herzieningen en verbeteracties uitgevoerd.

Een belangrijke kwestie is in dit verband de ontwikkeling van essentiële prestatie-indicatoren. Van de vijf gemeenschappelijke ondernemingen hadden eind 2010 alleen FCH en ENIAC kwantitatieve indicatoren vastgesteld. Clean Sky, IMI en ARTEMIS hebben indicatoren ontwikkeld, maar die zouden pas het volgende jaar klaar zijn. Voorts moesten de gemeenschappelijke ondernemingen als autonome instanties interne auditprocessen vaststellen. Clean Sky, IMI en FCH hebben een eigen interne audit opgezet en interne controleurs aangesteld. ARTEMIS en ENIAC doen voor deze activiteit een beroep op de dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie.

In de meeste GTI's was het voornaamste personeel reeds voor 2010 aangeworven en waren de nog openstaande posten bijna ingevuld. In 2010 hebben zij personeel aangeworven overeenkomstig hun formatieplannen. Belangrijk is dat de gemeenschappelijke ondernemingen op het eind van het jaar in nauwe samenwerking met de Europese Commissie een gezamenlijke aanbestedingsprocedure voor nieuwe kantoren hebben afgesloten. In januari 2011 zijn zij verhuisd naar hun nieuwe kantoren in het White-Atriumgebouw in Brussel.

Voor hun communicatie hebben Clean Sky en ENIAC een communicatie- en verspreidingsstrategie aangenomen. Bij de andere gemeenschappelijke ondernemingen is dit een prioriteit in hun werkprogramma 2011. In de loop van het jaar hebben de gemeenschappelijke ondernemingen zich toegespitst op de bekendmaking van hun activiteiten bij belanghebbenden en diverse evenementen – informatiedagen, conferenties, workshops en vergaderingen – georganiseerd om de betrekkingen met hun stakeholders te onderhouden. Ook aan de betrekkingen met de media is aandacht besteed. Over de voornaamste onderzoekthema's werden een aantal persberichten gepubliceerd. De GTI's hebben tevens gewerkt aan een betere visuele identiteit en het vernieuwen van hun websites, die worden gebruikt voor de publicatie van oproepen tot het indienen van voorstellen en de uitwisseling en verspreiding van informatie over nieuwe ontwikkelingen in de betrokken sectoren.

De samenwerking met derde partijen was van groot belang voor de erkenning van de GO GTI's op het wereldtoneel. FCH bijvoorbeeld heeft een nauwe internationale samenwerking opgezet met de Verenigde Staten, Japan en Korea. Clean Sky onderhield nauwe banden met de gemeenschappelijke onderneming SESAR, dat in het kader van het initiatief van de Europese Commissie om één Europees luchtruim te creëren, onderzoek voert naar technologieën voor luchtverkeersbeheer. ARTEMIS heeft zijn samenwerking versterkt met de ARTEMIS-IA-werkgroep en het EUREKA clusterprogramma ITEA-2.

7.

4. Vooruitzichten en uitdagingen voor de toekomst


Zoals gepland, werd een eerste tussentijdse evaluaties van de gemeenschappelijke ondernemingen gemaakt tegen eind 2010 (in april 2011 voor de GO FCH) met aandacht voor de kwaliteit en efficiency van hun werkzaamheden en de voortgang bij de verwezenlijking van hun doelstellingen. De beoordeling is in het algemeen positief en alles wijst erop dat de gemeenschappelijke ondernemingen hun doelstellingen zullen halen.

Aangezien de gemeenschappelijke ondernemingen pas nu volledig autonoom zijn, moet rekening worden gehouden met een consolidatieperiode van enkele jaren vooraleer de echte baten kunnen worden beoordeeld. Niettemin is sectoroverschrijdende samenwerking op belangrijke strategische gebieden extreem belangrijk. De industriële partners van de gemeenschappelijke onderneming FCH, dat met zeer specifieke belemmeringen voor de toegang tot de markt wordt geconfronteerd, zijn erin geslaagd een objectieve beoordeling te maken van het marktpotentieel ten opzichte van andere concurrerende technologieën. Zekerheid over de beschikbare middelen heeft het bedrijfsleven – met name het mkb – over de streep getrokken op een moment waarop de KP-middelen gemakkelijk in concurrerende technologieën konden worden geïnvesteerd.

In 2011 verzekerden de vijf gemeenschappelijke ondernemingen de follow-up van de uitvoering van de lopende activiteiten en de start van een nieuwe golf van projecten, terwijl tegelijk de lancering publicatie van nieuwe oproepen werd voorbereid. De GO's dienden hun oproepthema's te definiëren op basis van de herziene onderzoeksagenda's, rekening houdend met de markdynamiek en de snelle technologische ontwikkelingen in hun sector.

Zoals aanbevolen door de Europese Rekenkamer en de deskundigen in de eerste tussentijdse evaluatieverslagen, dienden de ondernemingen, zoals Clean Sky, waarvan de eerste activiteiten vertraging hadden opgelopen, snel te reageren om hun doelstellingen binnen de vastgestelde termijn te realiseren. Hierdoor had men de betalingen aan de begunstigden kunnen bespoedigen en de uitvoering van de begroting kunnen optimaliseren, een algemeen punt van zorg bij de GO GTI's in 2010.

De gemeenschappelijke ondernemingen dienden partners uit het bedrijfsleven en de academische wereld verder aan te moedigen om deel te nemen aan hun onderzoeksactiviteiten. Eventuele belemmeringen voor het mkb moesten worden weggewerkt. IMI werkte aan de ontwikkeling van een methode voor de berekening van bijdragen in natura en de berekening van indirecte kosten, terwijl FCH reeds gestart was met de procedure om de subsidiepercentages, die aanzienlijk lager liggen dan bij KP7-projecten, op te trekken. Clean Sky, ARTEMIS en ENIAC werden aangespoord om het mkb warm te maken voor hun oproepen tot het indienen van voorstellen.

Na de eerste start en voorbereidende fase op weg naar autonomie was er bij de gemeenschappelijke ondernemingen behoefte aan een consolidering om hun duurzaamheid en kans op slagen te waarborgen. Hoewel de oprichting van de vijf publiek-private partnerschappen reeds een opmerkelijke verwezenlijking is, dienden de gemeenschappelijke ondernemingen hun intern controlekader verder te ontwikkelen en desgevallend aanvullende controlemechanismen in te stellen. Dit was eveneens de conclusie van de verslagen van de Europese Rekenkamer, die erop heeft gewezen dat de systemen voor interne controle en financiële informatie eind 2010 in geen enkele van de gemeenschappelijke ondernemingen volledig waren ingevoerd en/of dat de GO’s de onderliggende bedrijfsprocessen nog niet hadden gevalideerd overeenkomstig de financiële regels voor gemeenschappelijke ondernemingen.

De invoering van essentiële prestatie-indicatoren door alle GO GTI's in 2011 moest de versnippering voorkomen en een doelgerichte werking waarborgen. Zij worden niet alleen gebruikt voor de periodieke beoordeling van de kwaliteit om ervoor te zorgen dat de verschillende onderzoeksprogramma's een maximaal effect sorteren, maar ook dat ze worden ondersteund door een degelijk monitoring- en evaluatiesysteem. Een belangrijke stap die in 2011 moest worden genomen om die doelstelling te bereiken – tenzij die reeds was gebeurd – was de vaststelling van omvattende interne auditplannen en de uitvoering van regelmatige ex-antecontroles en ex-post audits. Zoals gesteld door de Europese Rekenkamer, dienden de gemeenschappelijke ondernemingen de rol van de dienst Interne Audit van de Commissie duidelijk af te bakenen in hun financiële reglementen.

Op het gebied van IT en logistiek moesten alle gemeenschappelijke ondernemingen werk maken van een formeel IT-beleid en procedures om de goede werking van de IT-planning en monitoringcyclus te waarborgen en te voorzien in betrouwbare risicobeheersinstrumenten. Ook moest een gastheerschapsovereenkomst worden gesloten met de Belgische autoriteiten betreffende de kantooraccommodatie, voorrechten en immuniteiten en de door de staat geleverde ondersteuning. De gemeenschappelijke ondernemingen hebben beide opmerkingen ter harte genomen en werken reeds aan de nodige maatregelen.

Een van de doelstellingen waar de gemeenschappelijke ondernemingen in 2011 dienden naar te streven was de verhoging van de communicatieactiviteiten op basis van een proactieve en doelgerichte aanpak, met name om het mkb en de onderzoeksgemeenschap aan te sporen meer aan hun onderzoeksprojecten deel te nemen. Overeenkomstig de aanbevelingen van de tussentijdse evaluatieverslagen moeten de gemeenschappelijke ondernemingen duidelijke communicatie- en verspreidingsplannen opstellen, een eigen identiteit ontwikkelen en streven naar synergieën met nationale programma's en naar samenwerking met EU-partners.

Rekening houdend met het feit dat dit verslag betrekking heeft op het eerste autonome werkjaar van de gemeenschappelijke ondernemingen en terugblikt op een moment waarop zij nog geen enkel project hadden voltooid, blijven de toekomstperspectieven onzeker. De resultaten die de vijf gemeenschappelijke ondernemingen tot dusver hebben geboekt, geven blijk van ambitie en kunnen ervoor zorgen dat zij doorgroeien tot een gevestigd model voor publiek-private partnerschappen.

[1] Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013), PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

[2] De gemeenschappelijke onderneming SESAR (Single European Sky Air Traffic Management Research), een publiek-privaat partnerschap gefinancierd met middelen uit het zevende kaderprogramma en de trans-Europese vervoersnetwerken met een specifieke bestuur en meldingsmechanismen, komt in dit verslag niet aan bod.

[3] Als bedoeld in artikel 8, lid 1, van de statuten van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky; Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1.

[4] Jaarlijks verslag op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2008, COM(2009) 558 definitief, Brussel, 22.10.2009.

[5] Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het jaarlijks verslag over de activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2008, SEC(2009) 1380 definitief, Brussel, 22.10.2009.

[6] Jaarlijks voortgangsverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen voor de uitvoering van de gezamenlijke technologie-initiatieven in 2009, COM(2011) 557 definitief, Brussel, 14.9.2011.

[7] Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: eerste tussentijdse evaluatie van de gezamenlijke technologische initiatieven ARTEMIS en ENIAC, COM(2010) 752 definitief, Brussel, 16.12.2010.

Werkdocument van de diensten van de Commissie "Verslag over de eerste tussentijdse evaluatie van de [GO IMI, Clean Sky en FCH GO’s]" bij de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's 'partnerschappen op het gebied van onderzoek en innovatie', SEC(2011) 1072 definitief, Brussel, 21.9.2011.

[8] Verslagen over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming [naam van het GTI] voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke ondernemingen, PB C 368 van 16.12.2011.

[9] Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 248 van 16.9.2002., blz. 1.

[10] Werkdocument van de diensten van de Commissie 'Joint Technology Initiatives: Background, State-of-Play and Main Features', SEC(2007) 692, Brussels, 15.5.2007.

[11] Designing together the 'ideal house' for public-private partnerships in European Research, GTI Sherpas' Group, eindrapport, januari 2010.

[12] De milieuprognoses werden verfijnd overeenkomstig het in de eerste Technology Evaluator van 2010 tot 2011 gespecificeerde 'modelvliegtuig'. De exercitie werd gekoppeld aan de herziene selectie van toepasbare technologieën en de definitie van de demonstratieprojecten, die gedurende de eerste twee jaar van het programma zijn uitgevoerd.