Toelichting bij COM(2012)246 - Verdeling vangstmogelijkheden tussen de EG, Denemarken en Groenland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op basis van het desbetreffende mandaat van de Raad[1] heeft de Commissie namens de Europese Unie met de regering van Denemarken en de regering van Groenland onderhandeld over de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de regering van Denemarken en de regering van Groenland. Na deze onderhandelingen is op 3 februari 2012 een nieuw protocol geparafeerd voor een periode van drie jaar die ingaat op 1 januari 2013.

Deze procedure voor de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van dit protocol loopt parallel met de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad, met de instemming van het Europees Parlement, betreffende de sluiting van het nieuwe protocol en het besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van voornoemd protocol.

Het nieuwe protocol is in overeenstemming met de doelstellingen van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij die erop gericht is de samenwerking tussen de Europese Unie en Groenland te versterken en, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader te bevorderen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de EEZ van Groenland.

Overeenkomstig het Verdrag moet worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten worden verdeeld.

Verder zij erop gewezen dat de vangstmogelijkheden die in bepaalde niet-EU-wateren beschikbaar zijn voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden, jaarlijks nader worden vastgesteld middels de verordening van de Raad waarbij voor het desbetreffende jaar de vangstmogelijkheden worden vastgesteld. Gezien het bijzondere karakter van de visserij op lodde, die sterk afwijkt van die op andere bestanden, loopt het visseizoen voor dit bestand van 20 juni tot en met 30 april van het jaar daarop. In dit verband is het nodig dat de Raad de Commissie uitvoeringsbevoegdheden verleent.

Op basis daarvan stelt de Commissie voor dat de Raad deze verordening goedkeurt.