Toelichting bij COM(2012)248 - Ondertekening en voorlopige toepassing van vastgestelde vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie volgens visserijovereenkomst tussen de EG, Denemarken en Groenland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op basis van het desbetreffende mandaat van de Raad[1] heeft de Commissie namens de Europese Unie met de regering van Denemarken en de regering van Groenland onderhandeld over de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de regering van Denemarken en de regering van Groenland. Na deze onderhandelingen is op 3 februari 2012 een nieuw protocol geparafeerd voor een periode van drie jaar die ingaat op 1 januari 2013.

Deze procedure voor de ondertekening namens de EU en de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol loopt parallel met de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad, met de instemming van het Europees Parlement, betreffende de sluiting van het nieuwe protocol en de verordening van de Raad betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten in het kader van dat protocol.

Bij de bepaling van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder andere gebaseerd op de resultaten van een in september 2011 door externe deskundigen uitgevoerde evaluatie achteraf van het vorige protocol.

Het nieuwe protocol is in overeenstemming met de doelstellingen van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij die erop gericht is de samenwerking tussen de Europese Unie en Groenland te versterken en, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader te bevorderen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de EEZ van Groenland.

Beide partijen zijn overeengekomen samen te werken aan de tenuitvoerlegging van het sectoraal visserijbeleid van Groenland en zetten daartoe de beleidsdialoog over de desbetreffende programmering voort.

Het nieuwe protocol voorziet voor de hele periode in een totale financiële tegenprestatie van 17 847 244 EUR per jaar. Dit bedrag stemt overeen met: a) 15 104 203 EUR per jaar voor de toegang tot de Groenlandse EEZ, en b) 2 743 041 EUR per jaar, wat overeenkomt met het extra door de EU betaalde bedrag ter ondersteuning van het visserijbeleid van Groenland.

Op basis daarvan stelt de Commissie voor dat de Raad dit besluit goedkeurt.