Toelichting bij COM(2012)301 - Aanbeveling betreft de implementatie van de voorstellen voor het economisch beleid van lidstaten die de euro als munt hebben - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2012)301 - Aanbeveling betreft de implementatie van de voorstellen voor het economisch beleid van lidstaten die de euro als munt hebben. |
---|---|
bron | COM(2012)301 |
datum | 30-05-2012 |
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD inzake de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben /* COM/2012/0301 final - 2012/ () */
Inhoudsopgave
AANBEVELING VAN DE RAAD
inzake de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 136 juncto artikel 121, lid 2,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie[1],
Gezien het advies van het Europees Parlement[2],
Gezien de conclusies van de Europese Raad,
Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
De Eurogroep vervult sinds de oprichting ervan een sleutelrol bij de economische governance van de eurozone. De economische crisis heeft de nauwe onderlinge relaties in de eurozone duidelijk blootgelegd en de noodzaak onderstreept van een coherent, alomvattend beleidsstandpunt ter weerspiegeling van de sterke overloopeffecten tussen landen die de euro als munt hebben, evenals de noodzaak van werkzame regelingen inzake beleidscoördinatie om snel te reageren op veranderingen in de economische omgeving.
De Raad heeft landspecifieke aanbevelingen gericht tot alle lidstaten die de euro als munt hebben. Deze aanbevelingen betreffen het aanpakken van economische uitdagingen op nationaal niveau en zijn tevens richtinggevend voor de stabiliteit en de groei in de eurozone als geheel. De lidstaten met de euro als munt hebben zich bij het Euro Plus-pact tevens verbonden tot het doorvoeren van een aantal ingrijpende aanvullende beleidshervormingen om het concurrentievermogen te verbeteren, de werkgelegenheid te stimuleren, de overheidsfinanciën houdbaarder te maken en de financiële stabiliteit te versterken. Op 2 maart 2012 hebben de lidstaten die de euro als munt hebben en acht andere lidstaten het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie ondertekend waarbij zij ermee instemden alle belangrijke economische beleidshervormingen die zij voornemens zijn door te voeren, vooraf met elkaar te bespreken en, waar zulks passend wordt geacht, onderling af te stemmen. Voorafgaande coördinatie in het kader van de eurozone, zowel via het indienen van ontwerpbegrotingsplannen als het bespreken van belangrijke voorgenomen economische beleidshervormingen, zal helpen rekening te houden met de overloopeffecten van nationale maatregelen op de eurozone als geheel.
De aanwezigheid van goed opgezette begrotingskaders ter versterking van de binnenlandse begrotingsgovernance is cruciaal voor een goed beheer van de overheidsfinanciën en draagt bij tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de eurozone als geheel. De staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone hebben in juli en oktober 2011 toegezegd om nationale begrotingskaders in de zin van de richtlijn inzake de nationale begrotingskaders reeds tegen eind 2012 in te voeren, wat vroeger is dan het bij de richtlijn vastgestelde tijdschema, en verder te gaan dan wat in de richtlijn wordt voorgeschreven. Tevens hebben de eurolanden plus acht andere lidstaten zich er door het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie te ondertekenen, toe verbonden hun nationale begrotingsgovernance verder te versterken, met name door voor de begrotingspositie van de overheid bindende regels in te voeren om de middellangetermijndoelstelling te bereiken.
Begrotingsconsolidatie is een kernonderdeel van de strategie om uit de crisis in de eurozone te geraken. Het begrotingskader van de EU staat toe dat het tempo waarin de lidstaten consolideren, wordt gedifferentieerd al naargelang de begrotingsruimte die zij hebben en de macro-economische omstandigheden. Het Stabiliteits- en groeipact en het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie focussen op de structurele saldi en staan bijgevolg toe de effecten van de conjunctuur en van eenmalige maatregelen op de nominale begrotingssaldo in aanmerking te nemen. De maatregelen die effectief zijn genomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Raad inzake het corrigeren van buitensporige tekorten worden op hun structurele merites beoordeeld. Om het vertrouwen in het blijvende karakter van de consolidatie in de eurozone te versterken en de negatieve gevolgen voor de groei op korte termijn te beperken, is een adequate samenstelling van de consolidatie van essentieel belang. Groeivriendelijke uitgaven, in het bijzonder investeringen, moeten voorrang krijgen; het is mogelijk in verschillende eurolanden projecten voor productieve investeringen te identificeren waarvan de particuliere en maatschappelijk baten groter zijn dan de lasten bij de huidige lage rente. Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren, zijn hervormingen van langdurige uitkeringen, met name in de gezondheidssector, dringend noodzakelijk. Passende fiscale maatregelen, zoals het verlagen van de belastingdruk op arbeid, het verruimen van de belastinggrondslagen en het doeltreffender bestrijden van belastingontduiking, kunnen bijdragen aan de consolidatie en terzelfdertijd het concurrentievermogen vergroten en betere groeivoorwaarden scheppen.
Stabiliteit en een goed functionerend financieel systeem zijn absolute vereisten om het scenario af te wenden van 'een verloren decennium' van zwakke groei in de eurozone en om het vertrouwen van de beleggers te vergroten. Een verdere opschoning van de balansen van banken is nodig en het is zaak te waarborgen dat dit op een ordelijke manier verloopt en zonder dat de kredietverlening aan de reële economie daardoor in het gedrang komt. Om de trend van toenemende fragmentatie in het financiewezen te keren, is verdere vooruitgang op het vlak van integratie van de toezichtstructuren en praktijken en grensoverschrijdend crisisbeheer noodzakelijk.
Een ordelijke afbouw van macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone is essentieel voor duurzame groei en stabiliteit in de eurozone. Het proces om de onevenwichtigheden te verminderen is op gang gekomen, maar dient standvastig te worden voortgezet. Maatregelen om de onevenwichtigheden te corrigeren, zijn urgenter in deficitlanden, waar hervormingen noodzakelijk zijn om het concurrentievermogen te vergroten en een herverdeling van middelen naar de verhandelbare sector te bevorderen. Surpluslanden kunnen terzelfdertijd aan het evenwichtsherstel bijdragen door onnodige regelgevende en andere restricties voor de binnenlandse vraag, niet-verhandelbare activiteiten en investeringen op te heffen.
Het erkennen van de onderlinge afhankelijkheid van de economieën van de lidstaten die de euro als munt hebben en van de voordelen die stabiliteit binnen de monetaire unie haar deelnemers en de ruimere EU kan opleveren, is een eerste vereiste voor de verdere ontwikkeling van de economische unie. Met het oog op de toekomst zullen de lidstaten die de euro als munt hebben, hun integratie moeten verdiepen om tot een volwaardige economische en monetaire unie te komen[3].
BEVEELT AAN dat de lidstaten die de euro als munt hebben, in de periode 2012-2013 actie ondernemen, elk afzonderlijk en collectief, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Raad om het economisch beleid van de lidstaten te coördineren, maar in het bijzonder binnen het kader van de economische beleidscoördinatie in de Eurogroep, om:
1. De werkmethoden van de Eurogroep te versterken, opdat de groep de verantwoordelijkheid op zich zou kunnen nemen voor het algemene beleidsstandpunt van de eurozone om snel te reageren op veranderingen in de economische omgeving, en de leiding van de coördinatie van het economisch beleid in het kader van het versterkt toezichtkader dat van toepassing is op de lidstaten die de euro als munt hebben.
2. In de Eurogroep aan echte samenwerking op beleidsgebied te doen door informatie uit te wisselen en ontwerpbegrotingen en belangrijke hervormingsplannen met mogelijke overloopeffecten binnen de eurozone vooraf te bespreken. Erop toe te zien dat de hervormingen worden doorgevoerd die noodzakelijk zijn voor een stabiele en sterke eurozone, onder andere dat gevolg wordt gegeven aan de aanbevelingen die de Raad heeft gericht tot afzonderlijke lidstaten die de euro als munt hebben en die niet alleen uitdagingen op nationaal niveau aanbelangen, maar ook een weerslag hebben op de eurozone als geheel.
3. De begrotingsdiscipline te verscherpen en de begrotingsinstellingen te versterken op nationaal en subnationaal niveau, om het vertrouwen van de markten in de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de eurozone op middellange en lange termijn te bevorderen. Zoals door de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone in juli en oktober 2011 en op 2 maart 2012 is overeengekomen, de omzetting van de richtlijn inzake nationale begrotingskaders te vervroegen naar eind 2012 en de begrotingsgovernance verder te versterken, met name door in de nationale wetgeving van alle eurolanden de regels voor een begroting die structureel in evenwicht is en de automatische correctiemechanismen op te nemen.
4. Te zorgen voor een coherent, algemeen begrotingsstandpunt in de eurozone, gericht op begrotingsconsolidatie overeenkomstig de aanbevelingen en besluiten van de Raad en de voorschriften van het Stabiliteits- en groeipact, waarbij met de landspecifieke macrofinanciële situatie rekening wordt gehouden. De lidstaten die zich geconfronteerd zien met een aanzienlijke en mogelijkerwijs stijgende risicopremie, dienen afwijkingen van de doelstellingen voor het nominale saldo te beperken, zelfs bij slechter dan verwachte macro-economische omstandigheden. De andere lidstaten dienen de automatische stabilisatoren hun rol te laten spelen en het structurele aanpassingstraject te volgen, en gereed te zijn om het consolidatietempo te herzien mochten de macro-economische omstandigheden verder verslechteren. In de samenstelling van overheidsuitgaven en –ontvangsten moet het effect dat bestedingen en ontvangstenbronnen op de groei hebben, tot uiting komen. In het bijzonder moeten alle beschikbare begrotingsmarges worden benut om overheidsinvesteringen in de eurozone te bevorderen, waarbij onder andere met verschillen in financieringskosten tussen de landen rekening kan worden gehouden.
5. Actie te ondernemen om de werking en de stabiliteit van het financieel systeem in de eurozone te verbeteren. De stappen in de richting van een sterker geïntegreerde financiële architectuur, die het bankentoezicht en de grensoverschrijdende crisisafwikkeling omvat, versneld te zetten.
6. Structurele hervormingen door te voeren om – in combinatie met de gedifferentieerde begrotingskoers ‑ een ordelijke afbouw van de macro-economische onevenwichtigheden in de hand te werken, en onder andere maatregelen op nationaal niveau te nemen die in overeenstemming zijn met de specifieke nationale situatie en met de aanbevelingen die de Raad aan de afzonderlijke eurolanden heeft gegeven.
Gedaan te Brussel,
De voorzitter
[1] COM(2012) 301
[2] P7_TA(2012)0048 en P7_TA(2012)0047
[3] Zie punt 2.1 van COM(2012) 299.