Toelichting bij COM(2012)380 - Periodieke controles op rijwaardigheid van motorvoertuigen en aanhangers - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2012)380 - Periodieke controles op rijwaardigheid van motorvoertuigen en aanhangers. |
---|---|
bron | COM(2012)380 |
datum | 13-07-2012 |
·
Motivering en doelstellingen van het voorstel
Het voorstel heeft tot doel bijgewerkte geharmoniseerde voorschriften inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens vast te stellen teneinde de verkeersveiligheid en de bescherming van het milieu te verbeteren.
Het voorstel beoogt bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstelling om het aantal dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2020 met de helft terug te dringen, als neergelegd in de beleidsoriëntaties inzake de verkeersveiligheid voor de periode 2011-2020[1]. Ook zal dit voorstel bijdragen tot de vermindering van de emissies in het wegvervoer die het gevolg zijn van slecht onderhoud van voertuigen.
·
Algemene context
Voordat een voertuig in de handel mag worden gebracht, moet het voldoen aan alle relevante voorschriften voor type- of individuele goedkeuring die een optimaal niveau van veiligheid en milieubescherming waarborgen. Elke lidstaat heeft de verplichting om een voertuig dat op basis van een door de fabrikant van het voertuig afgegeven 'conformiteitsverklaring' de Europese typegoedkeuring heeft verkregen voor het eerst in te schrijven. Deze inschrijving is de officiële vergunning voor het gebruik op openbare wegen en dwingt de verschillende invoeringsdata van verschillende voorschriften voor voertuigen af.
Na deze goedkeuring moeten voertuigen worden onderworpen aan periodieke technische controles. Het doel van deze controles is ervoor te zorgen dat voertuigen die zich in het verkeer begeven verkeersgeschikt en veilig blijven en geen gevaar voor de bestuurder en andere weggebruikers vormen. Daarom wordt gecontroleerd of voertuigen voldoen aan bepaalde voorschriften, zoals veiligheids-, milieu- of retrofitvoorschriften. Vanwege hun regelmatige en intensieve gebruik voor voornamelijk commerciële doeleinden kunnen voertuigen die worden gebruikt voor commercieel vervoer van goederen met een massa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton of voor commercieel passagiersvervoer van meer dan acht personen daarnaast worden onderworpen aan technische ad-hoccontroles langs de weg, waarbij op elk moment en overal in de EU de naleving van technische en milieunormen kan worden gecontroleerd.
Het is mogelijk dat een voertuig tijdens de levensduur opnieuw wordt ingeschreven, bijvoorbeeld vanwege de overdracht van de eigendom of verplaatsing naar een andere lidstaat voor permanent gebruik. Tegelijkertijd moeten bepalingen inzake een voertuiginschrijvingsprocedure worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat voertuigen die een onmiddellijk risico voor de verkeersveiligheid vormen niet in het verkeer worden gebruikt. De technische controles hebben tot doel de functionaliteit van veiligheidsonderdelen, de milieuprestaties en de conformiteit met de goedkeuringsvoorschriften van een voertuig te controleren.
·
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Het 'pakket inzake technische controles' zal de voorschriften van het bestaande wettelijk kader, dat technische controles[2], controles langs de weg[3] en voorschriften inzake de inschrijving van voertuigen[4] omvat, overnemen.
Vergeleken met de bestaande wetgeving inzake technische controles breidt het voorstel het toepassingsgebied van de bestaande wetgeving uit tot nieuwe categorieën voertuigen, waaronder motorfietsen, en breidt het de frequentie van de controles van oudere voertuigen uit tot voertuigen die een groot aantal kilometers hebben afgelegd. Ook omvat het voorstel nieuwe voorschriften op een aantal gebieden die verband houden met de normen voor en de kwaliteit van de controles, te weten controleapparatuur, de vaardigheden en opleiding van controlepersoneel, en toezicht op het controlesysteem.
·
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU
Het voorstel is consistent met de in het Witboek over een interne Europese vervoersruimte[5] neergelegde EU-doelstelling om de wegen veiliger te maken en beoogt de uitvoering van de in de beleidsoriëntaties inzake de verkeersveiligheid voor de periode 2011-2020 beschreven specifieke strategie voor veiligere voertuigen.
Wat de milieuaspecten van het voorstel betreft, dragen de voorziene voorschriften voorts bij tot een lagere uitstoot van CO2 en andere verontreinigende stoffen door motorvoertuigen in het kader van de Europese strategie voor schone en energiezuinige voertuigen[6] en het geïntegreerde energie- en klimaatbeleid[7], de zogeheten '20-20-20-strategie', en tot de verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van luchtkwaliteit vastgesteld in Richtlijn 2008/50/EG.[8]
Tot slot is het voorstel consistent met de in het verslag-Monti van mei 2010[9] verstrekte aanbevelingen voor een nieuwe strategie voor de interne markt op het gebied van het verminderen van de administratieve belemmeringen voor grensoverschrijdend verkeer van tweedehandsvoertuigen.
Inhoudsopgave
·
Raadpleging van betrokken partijen
Raadplegingsmethoden
Tijdens de ontwikkeling van het voorstel voor het pakket inzake technische controles heeft de Commissie op een aantal manieren belanghebbende partijen geraadpleegd:
– er heeft een algemene raadpleging via internet plaatsgevonden, waarin alle aspecten van het voorstel aan bod zijn gekomen;
– deskundigen en belanghebbende partijen zijn geraadpleegd tijdens workshops;
– er is een studie uitgevoerd naar toekomstige opties voor de handhaving van technische normen in de Europese Unie met het oog op het vaststellen van mogelijke maatregelen en het opzetten van een instrument voor het uitvoeren van kosten-batenanalyses van technische controles.
Samenvatting van antwoorden en hoe ermee rekening is gehouden
Tijdens de internetraadpleging werden door de belanghebbende partijen diverse vraagstukken aan de orde gesteld. In de effectbeoordeling bij dit voorstel worden de inhoudelijke kwesties uitputtend behandeld en wordt besproken hoe deze in aanmerking zijn genomen.
Van 29 juli 2010 tot en met 24 september 2010 heeft een open raadpleging via internet plaatsgevonden. De Commissie ontving 9 653 reacties van burgers, autoriteiten van lidstaten, leveranciers van apparatuur, controlecentra, verenigingen van garages en fabrikanten van motorvoertuigen.
De resultaten zijn beschikbaar op ec.europa.eu/transport/road_safety/take-part
·
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden
Voor het voorstel moesten verschillende beleidsopties en de daaraan gerelateerde economische, maatschappelijke en milieueffecten worden beoordeeld.
Gebruikte methode
Een externe consultant (Europe Economics) heeft een studie naar de effecten van verschillende beleidsopties uitgevoerd, waarbij gebruik is gemaakt van verschillende wetenschappelijke verslagen en evaluatierapporten, met name als bron van modellen en gegevens voor het in geld uitdrukken van de kosten en baten van de verschillende beleidsopties. De studies waaruit het meest is geput zijn:
– het Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de toepassing door de lidstaten van Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de gemeenschap deelnemen aan het verkeer – Rapportageperiodes 2005-2006 en 2007-2008[10];
– AUTOFORE (2007);
– 'MOT Scheme Evidence-base', ministerie van Vervoer (VK, 2008);
– het verkeersveiligheidsrapport 2008 van DEKRA over strategieën voor het voorkomen van ongevallen op de wegen van Europa;
– het verkeersveiligheidsrapport 2009 van DEKRA over vrachtwagens;
– het verkeersveiligheidsrapport 2010 van DEKRA over de verkeersveiligheid van motorfietsen;
– de TÜV-rapporten van 2009 en 2010.
Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek
Alle voltooide en goedgekeurde onderzoeksrapporten zijn beschikbaar of zullen beschikbaar worden gesteld op de website van het DG Mobiliteit en Vervoer.
·
Effectbeoordeling
Voor de belangrijkste aspecten van het voorstel werden de volgende opties in aanmerking genomen:
(a) De optie 'ongewijzigd beleid' is de referentieoptie waarmee de effecten van de andere beleidsopties worden vergeleken. In deze optie wordt het huidige wettelijk kader van de EU gehandhaafd. Ook wordt in deze optie de technische bijlage van Richtlijn 2009/40/EG niet op korte termijn aangepast, aangezien de bijlage recentelijk is gewijzigd in de comitéprocedure (bij Richtlijn 2010/48/EU)[11]. Het toepassingsgebied en de frequentie van de technische controles zullen derhalve niet veranderen, en er worden geen nieuwe maatregelen voor de uitwisseling van informatie aangenomen. In deze optie zal er dus nog steeds geen wettelijk kader voor de uitwisseling van gegevens bestaan.
(b) De optie 'zachte wetgeving' bestaat in een betere tenuitvoerlegging alsmede een betere monitoring van de toepassing van de bestaande wetgeving. In deze optie wordt er geen nieuwe wetgeving ingevoerd, maar ontplooit de Commissie nieuwe en intensievere activiteiten om de naleving van de technische normen te verbeteren en de uitwisseling van gegevens te versterken.
(c) De 'wetgevingsoptie' bestaat uit twee componenten.
– De eerste component van de verwezenlijking van de specifieke doelstelling om de veiligheid van voertuigen in het verkeer te verbeteren is de opwaartse herziening van de EU-minimumnormen voor periodieke technische controles en onaangekondigde technische controles langs de weg en de vaststelling van verplichte normen. Dit is essentieel om te voorkomen dat hiaten in het systeem de effectiviteit van de handhaving van technische normen als geheel verminderen.
– Met het oog op de verwezenlijking van de specifieke doelstelling om de noodzakelijke gegevens voor en van technische controles beschikbaar te stellen, omvat een tweede component van de totale regeling dat in een tweede fase mogelijk een op het niveau van de EU geharmoniseerd systeem voor de uitwisseling van gegevens wordt opgezet, waarin de bestaande gegevensbanken aan elkaar worden gekoppeld en wordt gezorgd voor:
de toegang van alle centra die periodieke technische controles uitvoeren tot gegevens op het niveau van de conformiteitsverklaring en de gegevens over elektronische beveiligingssystemen (zoals ABS[12], ESC[13], airbags enz.);
de uitwisseling van controleresultaten tussen de lidstaten, waarbij de belangrijkste handhavingsautoriteiten toegang tot het systeem hebben;
verslaglegging van de controleresultaten – en met name de stand van de kilometerteller – door centra voor periodieke technische controles aan nationale en Europese autoriteiten voor handhavings- en statistische doeleinden.
In verschillende lidstaten voert een groot aantal erkende particuliere controlecentra de technische controles uit. Om voor een samenhangende aanpak te zorgen, moeten bepaalde gemeenschappelijke procedures, zoals minimumtermijnen en de aard van de mee te delen informatie, in de wetgeving worden gespecificeerd.
Uit de effectbeoordeling is echter gebleken dat een combinatie van zachte wetgeving en wetgeving voordelen met zich meebrengt. Daarom zijn de zachte-wetgevingsmaatregelen waarin de effectbeoordeling voorziet geïntegreerd in de wetteksten.
·
Samenvatting van de voorgestelde maatregel
Controlecentra hebben toegang tot de technische informatie die nodig is om de controles uit te voeren, waaronder gegevens van elektronische veiligheidsgerelateerde onderdelen als ABS en ESC. Fabrikanten bieden toegang tot deze informatie, die reeds beschikbaar is ten behoeve van de reparatie en het onderhoud van voertuigen.
Het toepassingsgebied van de controles wordt uitgebreid naar gemotoriseerde twee- en driewielers, lichte aanhangwagens tot 3,5 ton en trekkers met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 40 km/h. Gelet op de leeftijd van het voertuig en het jaarlijks afgelegde aantal kilometers wordt de frequentie van de controles van oudere voertuigen verhoogd en worden voertuigen met een hoge kilometerstand onderworpen aan jaarlijkse controles, zoals die nu reeds voor taxi's en ambulances gelden. Een termijn van vier maanden waarbinnen de technische controles moeten worden uitgevoerd, zal burgers en marktdeelnemers voldoende flexibiliteit bieden.
De apparatuur die wordt gebruikt voor het uitvoeren van de controles dient te voldoen aan een aantal minimumeisen die een efficiënte uitvoering van de beschreven controlemethoden mogelijk maken. Ontdekte gebreken zullen aan de hand van geharmoniseerde voorschriften worden beoordeeld in verband met het risico voor de verkeersveiligheid.
Controleurs die technische controles uitvoeren, moeten een bepaald kennis- en vaardigheidsniveau hebben en voldoende zijn opgeleid. De controleurs mogen geen belangenconflicten en in het bijzonder geen economische, persoonlijke of familiebanden met de houder van het kentekenbewijs hebben. Op de technische-controleactiviteiten door gemachtigde particuliere lichamen wordt toezicht gehouden.
De resultaten van de technische controles, waaronder de stand van de kilometerteller, worden bewaard in nationale registers, waardoor fraude met de kilometerstand gemakkelijker kan worden opgespoord. Fraude met de kilometerstand moet ook systematischer als een strafbaar feit worden beschouwd.
In verschillende lidstaten voert een groot aantal erkende particuliere controlecentra de technische controles uit. Om voor een efficiënte uitwisseling van informatie tussen de lidstaten te zorgen, moeten nationale contactpunten worden aangewezen en bepaalde gemeenschappelijke procedures, zoals minimumtermijnen en de aard van de mee te delen informatie, worden vastgesteld.
De Commissie wordt gemachtigd om door middel van gedelegeerde handelingen de verordening te wijzigen teneinde rekening te houden, indien van toepassing, met de ontwikkeling van de wetgeving inzake de EU-typegoedkeuring ten aanzien van voertuigcategorieën en om de bijlagen bij te werken in het licht van de technische vooruitgang, met inbegrip van, onder meer, alternatieve controleprocedures op basis van moderne nabehandelingssystemen van uitlaatgassen voor het controleren van de conformiteit van de emissies bij belaste motor van NOx en zwevende deeltjes, welke procedures nog in ontwikkeling zijn.
·
Rechtsgrondslag
De wettelijke basis voor het wetgevingsvoorstel is artikel 91 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
·
Subsidiariteitsbeginsel
Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing in zoverre dit voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt.
De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: de technische voorschriften voor technische controles zijn op het niveau van de Unie op minimumniveaus vastgesteld en de tenuitvoerlegging ervan door de lidstaten heeft geleid tot een grote diversiteit aan voorschriften die in de Unie worden gehanteerd, met negatieve gevolgen voor zowel de verkeersveiligheid als de interne markt.
Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.
·
Evenredigheidsbeginsel
Zoals blijkt uit de effectbeoordeling, voldoet het voorstel aan het evenredigheidsbeginsel omdat het niet verder gaat dan nodig is voor de verwezenlijking van de doelstellingen betreffende verbetering van de verkeersveiligheid en de milieubescherming door de kwaliteit van de technische controles te verbeteren, deze te versterken en het passende kader voor een doeltreffende informatiestroom op te zetten. Dit omvat onder meer de vaststelling van minimumnormen voor de kennis en opleiding van controleurs, aangezien voertuigen vandaag de dag zeer geavanceerde producten vol complexe technologie zijn. Dit is ook van toepassing op de minimumeisen die worden gesteld aan de controleapparatuur die tijdens de technische controles wordt gebruikt. Al deze maatregelen zijn noodzakelijke voorwaarden voor de verbetering van de kwaliteit van de controles.
·
Keuze van het rechtsinstrument
Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.
De keuze voor een verordening wordt passend geacht omdat dit instrument de nodige waarborgen biedt voor de naleving van de voorschriften, maar door de lidstaten niet in nationale wetgeving hoeft te worden omgezet.
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
5. OPTIONELE ELEMENTEN [indien nodig]
·
Intrekking van bestaande wetgeving
De vaststelling van het voorstel heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg.
·
Europese Economische Ruimte
De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet bijgevolg worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.