Toelichting bij COM(2012)450 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2011/021 NL/Zalco, Nederland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 28 december 2011 heeft Nederland aanvraag EGF/2011/021 NL/Zalco ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Zalco Zeeland Aluminium Company NV en twee van zijn leveranciers (ECL Services Netherlands bv en Start) in Nederland.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2011/021

Lidstaat| Nederland

Artikel onder a)

Primaire onderneming| Zalco Zeeland Aluminium Company NV

Leveranciers en downstreamproducenten| 2

Referentieperiode| 1.12.2011 – 27.12.2011

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 2.1.2012

Datum van de aanvraag| 28.12.2011

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 616

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 0

Totaal aantal ontslagen werknemers dat voor steun in aanmerking komt| 616

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 616

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 2 185 145

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 113 329

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 4,93

Totaal budget (EUR)| 2 298 474

EFG-bijdrage (65 %) (EUR)| 1 494 008

1. De aanvraag werd op 28 december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 18 juni 2012 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis voert Nederland aan dat de Europese aluminiumsector te lijden had onder een plotse daling van de consumentenvraag (een daling met 25,7 % van het gemiddelde aluminiumverbruik in de EU tussen 2008 en 2009)[4].

4. Nederland licht toe dat de productie van Zalco Zeeland Aluminium Company NV afhing van de bouw- en de vervoersector (die in 2010 63 % van de belangrijkste eindgebruikersmarkt voor aluminiumproducten in Europa vertegenwoordigde)[5]. Zalco Zeeland Aluminium Company NV produceerde hoofdzakelijk voor walserijen en extrusiebedrijven. Bijna de hele productie van extrusieknuppels werd gebruikt in de bouw- en de vervoersector, met name in de automobielsector.

5. Nederland argumenteert dat Zalco Zeeland Aluminium Company NV te lijden had onder de dalende vraag in deze twee sectoren, die te wijten was aan de wereldwijde financiële en economische crisis. Na vruchteloze pogingen om de problemen te boven te komen, ging het bedrijf eind 2011 failliet.

6. De Commissie erkende in haar economisch herstelplan[6] dat in de EU de vraag in de bouw als gevolg van de crisis ingestort was. De beschikbare gegevens[7] bevestigen de drastische neergang in de bouwsector, die in de EU‑27 in acht opeenvolgende kwartalen is gekrompen (Q1/2009 tot en met Q4/2010) in vergelijking met dezelfde periode van de voorafgaande jaren, voornamelijk als gevolg van de afname van de particuliere investeringen in de woonsector.

7. De Commissie heeft reeds erkend dat de financiële crisis die de economische neergang heeft veroorzaakt, de automobielsector bijzonder hard heeft getroffen, aangezien – afhankelijk van de lidstaat – 60 tot 80 % van de nieuwe auto's in Europa op krediet wordt gekocht. Volgens de Europese Federatie van Autoproducenten (ACEA)[8] is de vraag naar nieuwe motorvoertuigen in de Europese Unie in 2009 met 5,8 % gedaald in vergelijking met 2008 en met 13,4 % in vergelijking met 2007, het jaar vóór de crisis[9]. De EU volgde dus deze wereldwijde neerwaartse trend: de vraag naar nieuwe motorvoertuigen daalde met 5,6 % in 2009 in vergelijking met 2008[10]. In reactie op deze daling van de vraag hebben de producenten van motorvoertuigen hun productie zelfs nog drastischer ingekrompen. In 2009 daalde de productie van motorvoertuigen in de EU met 17 % in vergelijking met 2008 en met 23 % in vergelijking met 2007[11]. Deze neergaande trend zette zich in 2010 door. De productie van motorvoertuigen in the EU tijdens de eerste drie kwartalen van 2010 lag 14,6 % onder die tijdens dezelfde periode in 2008[12].

8. De argumenten die werden aangevoerd in eerdere aanvragen[13] voor de automobielsector, waar de ontslagen een rechtstreeks gevolg van de crisis waren, blijven gelden.

9. Nederland onderstreept ook het negatieve effect van de sterke daling van de aluminiumproductie (een daling van de gemiddelde aluminiumproductie in de EU met 21 % tussen 2008 en 2009)4 op de inkomsten van Zalco Zeeland Aluminium Company NV.

10. In deze context vermelden de Nederlandse autoriteiten tot slot dat de rechtbank in Middelburg Zalco Zeeland Aluminium Company NV op 13 december 2011 failliet heeft verklaard.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en naleving van de criteria van artikel 2, onder a)

11. De aanvraag werd door Nederland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4 maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

12. In de aanvraag wordt melding gemaakt van in totaal 616 gedwongen ontslagen (478 bij Zalco Zeeland Aluminium Company NV, 18 bij zijn leverancier ECL Services Netherlands bv en 120 bij Start) tijdens de korte referentieperiode van 1 tot en met 27 december 2011. Deze ontslagen werden als volgt berekend: voor Zalco Zeeland Aluminium Company NV in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, voor ECL Services Netherlands bv in overeenstemming met het eerste streepje en voor Start in overeenstemming met het tweede streepje.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



13. De Nederlandse autoriteiten argumenteren dat de internationale context niet gunstig was voor Zalco Zeeland Aluminium Company NV en onverwachte gevolgen had voor zijn inkomsten.

14. Zalco Zeeland Aluminium Company NV had reeds vruchteloze pogingen ondernomen om de gevolgen van de wereldwijde financiële en economische crisis te beperken door zijn productieproces de laatste drie jaar aan te passen (in 2009 legde het bedrijf 256 van zijn 592 industriële ovens stil; in het eerste kwartaal van 2011 startte het er 192 weer op).

15. Zalco Zeeland Aluminium Company NV leed onder de stijgende energiekosten (met name tussen april 2010 en oktober 2011). De sluiting van kerncentrales in Duitsland na de kernramp in Japan droeg er eveneens toe bij dat de productiekosten van Zalco Zeeland Aluminium Company NV (waarvan 42 % energiekosten zijn) verder bleven stijgen.

Energieprijs Zalco Zeeland Aluminium Company NV (EUR / Mwh)

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



16. De aanvraag betreft 616 ontslagen: 478 bij Zalco Zeeland Aluminium Company NV, 18 bij zijn leverancier ECL Services Netherlands bv en 120 bij zijn leverancier Start. Verwacht wordt dat alle werknemers aan de maatregelen zullen deelnemen.

17. Uitsplitsing van de werknemers:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 96,27

Vrouwen| 3,73

EU-burgers| 100,00

Niet-EU-burgers| 0,00

15-24 jaar| 4,06

25-54 jaar| 62,82

55-64 jaar| 18,67

Ouder dan 64 jaar| 14,45

18. Van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd hebben er 27 langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.

19. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Leidinggevende functies| 2,11

Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen| 5,19

Technici| 44,32

Administratief personeel| 1,30

Dienstverlenende en commerciële functies| 0,81

Bedieningspersoneel van installaties en machines, assembleurs| 42,53

Lagere beroepen| 3,73

20. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Nederland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



21. De ontslagen zijn gevallen in de NUTS II-regio Zeeland, een provincie in het zuidwesten van Nederland. Zeeland grenst aan de Nederlandse provincies Zuid‑Holland en Noord-Brabant en de Belgische provincies West-Vlaanderen, Oost‑Vlaanderen en Antwerpen. Zeeland telt 381 730 inwoners (30 september 2011). Zeeland kan als een kleine arbeidsmarkt worden beschouwd: de perifere ligging binnen Nederland, de situatie als grensregio met grote gebieden onder water, en de relatieve uitgestrektheid van Zeeland met zijn eilandstructuur, resulteren in een vrij beperkte toegankelijkheid en mobiliteit.

22. De belangrijkste belanghebbenden zijn UWV Werkbedrijf, de kennisinstellingen ROC Zeeland en Hogeschool Zeeland, de werkgeversorganisatie voor grote ondernemingen Brabants Zeeuwse Werkgevers (BZW), de werkgeversorganisatie voor kleine en middelgrote ondernemingen MKB Zeeland, de vakbonden FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten, de opleidingsfondsen, en de provincie Zeeland.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



23. De ontslagen werknemers leven in relatief kleine steden (tot ongeveer 50 000 inwoners). De ontslagen zullen dan ook een merkbare lokale impact hebben.

24. De werkloosheid op de regionale arbeidsmarkt zal aanzienlijk stijgen omdat het aantal vacatures reeds beperkt is en naar verwachting zal blijven dalen. Er zijn veel werkzoekenden in de regio in vergelijking met het aantal vacatures (in november 2011 waren er in Zeeland in totaal 7 342 werklozen en slechts 585 vacatures).

25. De sociale partners verwachten dat andere werknemers bij leveranciers of afnemers mogelijk worden ontslagen als rechtstreeks gevolg van het faillissement van Zalco Zeeland Aluminium Company NV.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



26. De volgende maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de herintreding van de werknemers op de arbeidsmarkt.

– Individuele trajectbegeleiding (Personal Intake). Deze activiteit ging van start met een algemene vergadering over het faillissement, die werd gevolgd door 14 workshops van algemene aard in januari 2012, die toegankelijk waren voor alle ontslagen werknemers en tot doel hadden een persoonlijk opleidings- en vaardigheidsprofiel van de werknemers op te stellen en hun vaardigheden te certificeren. Advies over onderwijs- of opleidingsmaatregelen maakt deel uit van de individuele trajectbegeleiding om de werkzoekende ertoe aan te moedigen competenter te worden op de arbeidsmarkt. De beschikbaarheid en het potentiële gebruik van de andere instrumenten in de diensten van het Mobiliteitscentrum Zalco worden in het kader van deze maatregel eveneens besproken. Er vinden bijvoorbeeld workshops plaats die gewijd zijn aan sollicitatietraining, zelfstandig ondernemen, advies over het verwerven van vaardigheden om werk te vinden enz. De begeleiding wordt genoteerd in een intakeformulier en een digitaal verslag wanneer de maatregel afloopt. Deze zullen zowel de werkzoekende als het begeleidend personeel nuttige inzichten verschaffen.

– Loopbaanbegeleiding/evaluatie. Deze maatregel zal de kennis en de vaardigheden van de ontslagen werknemers door middel van het ervaringscertificaat (ECV)[14] in kaart brengen en tegen de behoeften van de arbeidsmarkt afwegen. Een ECV-procedure leidt tot een 'ervaringscertificaat', waarin staat wat iemand weet en kan. Deze kennis en ervaring worden vergeleken met een nationale norm die ook wordt gebruikt voor het middelbaar beroepsonderwijs, het hoger beroepsonderwijs of door de industrie. Deze maatregel zal werknemers helpen met de verworven certificaten een passende nieuwe baan te vinden.

– Scholing en herscholing. Na de begeleiding en evaluatie stellen de diensten een onderwijsadvies op met het oog op verdere maatregelen. Dat advies is cruciaal voor het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor elke werknemer. Tijdens de opleiding in het kader van het persoonlijke ontwikkelingsplan kan worden aanbevolen dat de werkloze zich richt op een nieuwe baan waarvoor opleiding of herscholing nodig kunnen zijn. De meeste opleidingscursussen zullen opleidingen zijn tot bediener van een bepaalde machine of tot ploegbaas, op kwalificatieniveau 3 van het middelbaar beroepsonderijs (dat is de hoogste opleidingscursus die in de industriesector beschikbaar is). De herscholingsactiviteiten zullen hoofdzakelijk in de vorm van cursussen worden aangeboden en een week tot zes maanden duren. Elke deelnemer ontvangt een certificaat wanneer hij de scholing beëindigt.

– Outplacement. Deze diensten kunnen zowel aan individuele werknemers als aan groepen worden aangeboden. Outplacement omvat profilering en hulp bij het zoeken van een baan en zal worden afgestemd op de behoeften van de individuele deelnemers, rekening houdend met hun competenties en vaardigheden en de huidige behoeften van de arbeidsmarkt.

– Bevordering van ondernemerschap. Met deze maatregel wordt in essentie beoogd een ondersteuningsprogramma te creëren om de ontslagen werknemers te helpen ondernemer te worden. Nederland is van oordeel dat daartoe een nieuwe visie op ondernemerschap nodig is en dat aspecten moeten worden geïntegreerd zoals de huidige economische crisis, de klimaatverandering, de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, sociale diversiteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het eigenlijke programma is een gestructureerde reeks bedrijfsactiviteiten met een aantal ondersteunende mensen en instrumenten en heeft tot doel met succes een nieuwe onderneming op te zetten. De cursus omvat kleine wekelijkse opdrachten en twee uur lezingen of coaching per week. Een coach of adviseur kan iemand zijn uit het bedrijfsleven (of een medewerker van de Kamer van Koophandel) die als mentor van de werknemer optreedt, dan wel als deskundige waarop een beroep kan worden gedaan.

– Stimuleringsmaatregelen voor oudere werknemers. Deze maatregelen zullen de werknemers helpen hun zelfrespect en hun gevoel van eigenwaarde en nut voor de arbeidsmarkt te verbeteren. Tijdens de workshops en de opleiding wordt met praktische voorbeelden van particuliere, lokale, regionale en nationale initiatieven en leermogelijkheden aangeknoopt bij de specifieke behoeften en het specifieke profiel van oudere werknemers. Deze voorbeelden zullen praktisch inzicht verschaffen en kunnen de deelnemers helpen begrijpen wat hun sterke kanten zijn en waarin tegenwoordig de uitdagingen van de arbeidsmarkt bestaan. De werknemers zullen moeten leren hoe zij op grond van hun ervaring met nieuwe opdrachten kunnen omgaan, bijvoorbeeld als opleider of mentor, en daarnaar kunnen handelen. Mogelijk wordt een extra programma opgezet waarbij een opleider of coach individuele begeleiding en coaching met het oog op een nieuwe werkomgeving implementeert.

27. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

28. De door de Nederlandse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten op 2 298 474 EUR, de kosten voor de individuele dienstverlening op 2 185 145 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 113 329 EUR (4,93 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 494 008 EUR (65 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

Personal intake| 139[15]| 85 800

Loopbaanbegeleiding/evaluatie| 2 322 950

Scholing en herscholing| 4 1 027 000

Outplacement| 4 316 275

Bevordering van ondernemerschap| 1 55 320

Stimuleringsmaatregelen voor oudere werknemers| 3 377 800

Subtotaal individuele dienstverlening|| 2 185 145

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereidende activiteiten|| 0

Beheer|| 28 332

Voorlichting en publiciteit|| 28 332

Controle|| 56 665

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 113 329

Totale geraamde kosten|| 2 298 474

EFG-bijdrage (65 % van de totale kosten)|| 1 494 008

29. Nederland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat iedere vorm van dubbele financiering zal worden vermeden.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



30. Op 2 januari 2012 heeft Nederland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



31. De voorgestelde aanvraag is op 15 december 2011 met de in punt 22 vermelde sociale partners besproken.

32. De sociale partners zullen ook participeren in het Mobiliteitscentrum Zalco (MCZ), een gemeenschappelijk initiatief van de partijen die bij de arbeidsmarkt in Zeeland betrokken zijn: werknemersorganisaties (FNV, CNV, Union), werkgeversorganisaties (Brabants Zeeuwse Werkgevers en MKB Zeeland), de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (vertegenwoordigd door één gemeente per regio), opleidingsinstellingen (ROC Zeeland en Hogeschool Zeeland), het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen (UWV) Werkbedrijf en de provincie Zeeland. De provincie Zeeland staat op management- en officieel niveau in contact met de sociale partners wat de organisatie van het Mobiliteitscentrum Zalco (MCZ) betreft.

33. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

34. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



35. Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren. Nederland heeft op 15 juli 2009 een regeling gepubliceerd waarin de belangrijkste voorwaarden van de EFG-verordening zijn opgenomen. Voor de Zalco-aanvraag zal een overeenkomst worden gesloten tussen de provincie Zeeland en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op grond daarvan zal de provincie Zeeland verplicht zijn duidelijk georganiseerde en controleerbare administratieve dossiers bij te houden. Deze zullen door het Agentschap van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Agentschap SZW) worden geaudit.

Financiering



36. Op grond van de aanvraag van Nederland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 1 494 008 EUR (65 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Nederland.

37. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

38. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

39. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

40. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2012 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



41. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 1 494 008 EUR.