Toelichting bij COM(2012)493 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2012/002 DE/ manroland, Duitsland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 4 mei 2012 heeft Duitsland aanvraag EGF/2012/002 DE/manroland ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij manroland AG en twee van haar dochterondernemingen (hierna 'manroland' genoemd), alsook bij een toeleverancier in Duitsland.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2012/002

Lidstaat| Duitsland

Artikel onder a)

Primaire onderneming| manroland AG

Dochterondernemingen en toeleveranciers| 3

Referentieperiode| 1.1.2012 – 30.4.2012

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 1.8.2012

Datum van de aanvraag| 4.5.2012

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 2 239

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 45

Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen| 2 284

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 2 103

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 10 305 889

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 400 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 3,74

Totaal budget (EUR)| 10 705 889

EFG-bijdrage (50 %) (EUR)| 5 352 944

1. De aanvraag werd op 4 mei 2012 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 10 juli 2012 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG, als vastgesteld in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en belangrijke structurele veranderingen in de mondiale handelspatronen als gevolg van de globalisering

3. Om het verband vast te stellen tussen de ontslagen en belangrijke structurele veranderingen in de mondiale handelspatronen als gevolg van de globalisering voert Duitsland aan dat manroland een producent van drukmachines is en vellenoffsetpersen alsook rollenoffsetpersen produceert. De onderneming manroland was lang internationaal bekend om haar hoge technische normen en om haar productie van hoogwaardige producten.

4. De markt voor drukapparatuur is sterk geïnternationaliseerd. manroland met haar Duitse en andere Europese concurrenten is reeds wereldwijd werkzaam. De laatste jaren hebben opkomende markten zoals China, India en Zuid-Amerikaanse landen, bv. Brazilië, hun vraag naar drukmachines uitgebreid en zijn daarom belangrijke klanten van Duitse en andere Europese producenten van drukmachines geworden. Zij zijn zelf echter in steeds sterkere mate ook belangrijke spelers aan de aanbodzijde van een steeds globalere markt geworden. De producenten China, India, Zuid-Amerika, alsook een groeiend aantal concurrenten uit Oost-Europa, de VS en Japan hebben het laatste decennium alle hun marktaandeel vergroot. Als gevolg daarvan moeten Duitse producenten van hoogwaardige producten nu het hoofd bieden aan een sterke internationale concurrentie van meestal lagere kwaliteit en tegen lagere prijzen.

5. De trend naar internationaal meer geïntegreerde markten gaat vergezeld van permanente structurele veranderingen in het gebruik van de druktechnieken en een hogere mate van specialisatie van leveranciers in sommige subsectoren. Met een groter aantal internationale leveranciers enerzijds en veranderende druktechnieken anderzijds, bedient de gemiddelde producent van drukmachines een kleiner aandeel van de markt. De verkoop zakt in, de winsten dalen en de werkgevers moeten denken aan ontslagen. De laatste jaren heeft manroland dit patroon in haar reactie op de globalisering gevolgd.

6. De Duitse autoriteiten maken ook melding van voorbeelden van protectionisme op de markt voor drukmachines. Zij voeren aan dat India een invoerrecht van 23 % op machines heft en dat China, dat de snelst groeiende markt voor productieapparatuur is, gebruik maakt van subsidies, de namaak van producten toestaat, weinig of geen veiligheidsnormen op het werk hanteert en weinig milieubescherming, weinig sociale normen en geen universele sociale bescherming heeft. Een en ander draagt bij tot lagere productiekosten en ongelijke voorwaarden voor buitenlandse concurrenten[4]. Het huidige Chinese vijfjarenplan (2011 - 2015) maakt melding van de machinebouw- en uitrustingssector als een van de zeven sleutelindustrieën waarop de Chinese overheidsfinanciering is gericht. Dergelijke praktijken hebben de Chinese producenten van drukapparatuur geholpen om de door de Europese landen vastgestelde hoge technologische normen te benaderen, maar tegen arbeidskosten die gemiddeld 11 procent lager liggen dan de gemiddelde Europese arbeidskosten in de machinebouwsector. Bijgevolg is China een van de sterkste internationale concurrenten in de sector van de drukmachines geworden[5].

7. Externe concurrenten van China trachten de barrière van invoerrechten te vermijden door de productie naar andere Aziatische landen te verplaatsen. Bijgevolg hebben de Europese leveranciers van drukmachines (waaronder manroland) sinds het midden van het eerste decennium van de jaren 2000 een significant internationaal marktaandeel verloren. Tussen 2000 en 2004 bedroeg het mondiale marktaandeel van de Europese producenten gemiddeld 67 % maar dat viel terug tot gemiddeld 53 % in de periode 2005 - 2011. De invoer van niet-Europese leveranciers op de EU-markt voor drukmachines steeg van 18 % (gemiddelde van de jaren 2000 - 2005) tot 24 % (gemiddelde van de jaren 2006 – 2010)[6].

8. manroland verloor in de periode 2005 - 2011 10 % van haar marktaandeel voor rollenoffsetpersen. Bovendien kende de onderneming tussen 2000 en 2010 perioden waarin de verkoop scherp is gedaald. Deze ontwikkeling heeft bijgedragen tot dalende en negatieve winsten en uiteindelijk tot de ontslagen die aanleiding gaven tot deze aanvraag.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en naleving van de criteria van artikel 2, onder a)

9. De aanvraag werd door Duitsland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4 maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

10. De aanvraag maakt melding van 2 177 ontslagen bij manroland AG en 62 bij twee van haar dochterondernemingen, alsook van 45 bij een toeleverancier (Gefinal Systema), wat neerkomt op in totaal 2 284 ontslagen, waarvan 2 239 plaatsvonden tijdens de referentieperiode van vier maanden van 1 januari 2012 tot en met 30 april 2012. De ontslagen bij manroland AG en haar dochterondernemingen werden berekend overeenkomstig artikel 2, lid 2, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, terwijl die bij Gefinal Systema werden berekend overeenkomstig artikel 2, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



11. De Duitse autoriteiten voeren aan dat manroland een wereldleider in rollenoffsetpersen was en in het verleden veel ups en downs in de bedrijfscyclus had doorstaan, waardoor zij kon bogen op waardevolle ervaringen bij het beheer van een bedrijf in tijden waarin het minder goed ging. Zij was met haar werknemers reeds een loonsverlaging en een geleidelijke afbouw van haar personeel in 2011 en 2012 overeengekomen. Vorige verliezen waren door haar eigenaren Allianz Capital Partners en MAN gecompenseerd. In het najaar van 2011 weigerden de eigenaren verdere betalingen te doen, wat direct heeft geleid tot de insolventie van manroland en het ontslag van een derde van haar arbeidskrachten.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



12. De aanvraag betreft 2 284 ontslagen waarvan 2 177 plaatsvonden bij manroland AG, 62 bij twee van haar dochterondernemingen (manroland Vertrieb und Service GmbH en manroland Vertrieb und Service Deutschland GmbH) en 45 bij de toeleverancier Gefinal Systema (een metaalverwerkende onderneming). Van deze ontslagen komen 2 103 in aanmerking voor EFG-maatregelen.

13. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 1 87,30

Vrouwen| 12,70

EU-burgers| 1 96,96

Niet-EU-burgers| 3,04

15-24 jaar| 2,14

25-54 jaar| 1 71,99

55-64 jaar| 25,82

Ouder dan 64 jaar| 0,05

14. Voor de 62 werknemers van de dochterondernemingen is geen uitsplitsing naar nationaliteit beschikbaar en daarom zijn de percentages in de relevante categorieën gebaseerd op een totaal van 2 041.

15. Van de voor steun in aanmerking komende werknemers hebben 142 een langdurig gezondheidsprobleem of een handicap.

16. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Beleidvoerende en hogere leidinggevende functies| 0,73

Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen| 4,56

Technici en lagere functies| 13,38

Administratieve functies| 8,18

Ambachtsberoepen en verwante beroepen| 4,56

Bedieningspersoneel van installaties en machines en assembleurs| 1 64,72

Lagere beroepen| 3,87

17. Voor de 62 werknemers van de dochterondernemingen is geen uitsplitsing naar beroepscategorie beschikbaar en daarom zijn de percentages in deze tabel gebaseerd op een totaal van 2 041.

18. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Duitsland verklaard dat in de verschillende stadia van de tenuitvoerlegging van het EFG, en met name bij de toegang ertoe, een beleid inzake gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



19. Deze ontslagen betreffen drie vrij verschillende regio's van Duitsland. De eerste is Augsburg (Beieren), de tweede Offenbach (Hessen) en de derde Plauen (Saksen). Andere aangrenzende grote steden worden ook door de sluiting en de ontslagen getroffen, waaronder Aschaffenburg, Wiesbaden, Darmstadt en Frankfurt/Main.

20. De zwakste regio is Plauen, gelegen in het oostelijke deel van Duitsland, met een kleine bevolking maar een hoge afhankelijkheid van sociale uitkeringen. Door de insolventie van manroland verdwijnt nu de op twee na grootste werkgever van het gebied (700 werknemers vóór de sluiting) en een van slechts drie werkgevers die groot genoeg zijn om met hun werknemers collectieve loonovereenkomsten te sluiten.

Verwachte gevolgen van de ontslagen op de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



21. manroland had vóór haar insolventie 6 500 werknemers in dienst. Zij was een moderne producent van machines met moderne knowhow en aantrekkelijke lonen. De ontmanteling van deze onderneming (met een verlies van een derde van haar arbeidskrachten) zal een verlies van vaardigheden met zich brengen, wat nadelige gevolgen kan hebben voor andere werkgevers en de betrokken regio's. Werknemers die een nieuwe baan vinden, zullen lagere lonen moeten accepteren, die op hun beurt hun koopkracht en de kasstroom in de plaatselijke economie zullen verminderen. De drie regio's zullen bovendien een van de invloedrijkste werkgevers verliezen en er bestaat geen onmiddellijk vooruitzicht op een gelijkwaardige opvolger in de nabije toekomst.

22. Veel werknemers waren gedurende lange perioden bij manroland in dienst en hadden als gevolg van hun anciënniteit hoge loonniveaus bereikt. Wegens hun leeftijd zullen zij het moeilijk hebben om snel een nieuwe baan te vinden en het is bijna onmogelijk dat zij dezelfde loonniveaus opnieuw zullen bereiken.

23. De onderstaande tabel laat de werkloosheidspercentages in de getroffen gebieden en de procentuele verandering in vergelijking met dezelfde maand van het jaar daarvoor zien.

Regio| Werkloosheidspercentage februari Verandering in werkloosheid februari 2012/februari 2011

Duitsland| 7,|

Augsburg| 5,| +4,5 %

Offenbach| 8,| +6,7 %

Plauen| 11,| +2,9 %

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



24. De bij manroland betrokken sociale partners keurden in januari 2012 een sociaal plan goed, dat de oprichting van re-integratiebedrijven voor de ontslagen werknemers omvat. Voor Augsburg en Plauen is de coöordinator PTG (Projekt- und Trainingsgesellschaft) en het re-integratiebedrijf zal functioneren van 1 februari 2012 tot en met 31 januari 2013. Voor Offenbach is het re-integratiebedrijf de PRM Personalentwicklungs-gesellschaft, die zal functioneren van 1 februari 2012 tot en met 31 juli 2012, met mogelijkheid tot verlenging van de duur daarvan.

25. De volgende maatregelen worden voorgesteld:

– Uitkering voor korte duur ('Transferkurzarbeitergeld'): dit is een bestaansuitkering die door de openbare diensten voor arbeidsvoorziening wordt betaald op grond van het nettoloon dat de werknemer vroeger verdiende. De hoogte daarvan bedraagt 60 % van het vorige nettoloon en stijgt tot 67 % als in het huishouden van de ontvanger ten minste een kind verblijft. manroland heeft zich ertoe verbonden om het verschil tussen dit bedrag en 80 % van het vorige loon te betalen. Duitsland schat dat deze uitkering gemiddeld gedurende zes à acht maanden aan elke werknemer zal worden betaald. In het budget voor deze maatregel is voorzien in een korting voor de uitkeringen die worden gebruikt voor de medefinanciering van uit het ESF gefinancierde opleidingen in de aanvangsfase, en verdere kortingen worden gebudgetteerd voor perioden waarin de werknemers niet deelnemen aan maatregelen in het kader van een actief arbeidsmarktbeleid. De uitkering zal worden betaald aan de 2 001 werknemers die besloten hebben om met het re-integratiebedrijf samen te werken. De 102 werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen maar niet met het re-integratiebedrijf zullen samenwerken, zullen een werkloosheidsuitkering ontvangen (niet opgenomen in het EFG-pakket).

– Opleidingscursussen die worden afgesloten met kwalificaties: deze cursussen zijn hoofdzakelijk bestemd voor de voormalige werknemers van de dochtermaatschappijen en de toeleverancier, aangezien de voormalige werknemers van manroland AG reeds goed gekwalificeerd zijn. Er zullen meer gespecialiseerde cursussen worden aangeboden om voort te bouwen op hun bestaande kwalificaties. De betrokkenen zal de mogelijkheid worden geboden om de voor hen meest geschikte cursussen te volgen, op basis van het initiële interview en hun profiel. Er zullen cursussen voor zowel zachte als harde vaardigheden worden aangeboden en de door de werkervaring opgedane vaardigheden zullen worden gecertificeerd. De duur van de cursussen varieert tussen 3 en 100 dagen.

– Workshops en peer groups: deze zullen worden gecreëerd in verschillende constellaties, bv. voor oudere werknemers, voor werknemers met een handicap, volgens het type opleiding, zoals vereist. Elke groep zal haar eigen mentor hebben.

– Bijkomende maatregelen en zoeken naar werk op international vlak: het progamma zal aan de ontslagen werknemers de mogelijkheid bieden om een aantal tests te ondergaan, waaronder psychologische tests, medische checkups of competentietests. De werknemers zullen worden geholpen bij het verkrijgen van arbeidsreferenties en door toekomstige werkgevers vereiste bewijzen inzake preventieve gezondheidsmaatregelen (bv. vaccinaties). Activiteiten zoals deelname aan banenbeurzen, talencursussen, vertaling van vorige kwalificaties, interculturele opleiding, enz. zullen naar behoefte worden aangeboden.

– Uitgebreid advies voor bedrijfsstarters: ontslagen werknemers die een eigen bedrijf willen starten, kunnen steun krijgen voor de planning, realisatie en financiering van hun bedrijf. Bovendien zullen basiscompetenties op het gebied van bedrijfsbeheer, marketing en verkoop worden aangeleerd. Individuele advisering en coaching is mogelijk, evenals contacten met netwerken en diverse specifieke deskundigen (juristen, belastingadviseurs, marketingdeskundigen, bankdeskundigen, enz.)

– Zoeken naar werk: de re-integratiebedrijven gebruiken hun contacten met werkgevers in hun regio om informatie te verkrijgen over toekomstige vacatures die nog niet zijn gepubliceerd. Zij zoeken dan de meest geschikte kandidaten uit de pool van EFG-werknemers en brengen hen in contact met de potentiële werkgevers. Als de werknemers niet over de vereiste vaardigheden beschikken, zal de nodige opleiding worden verstrekt.

– Activeringstoeslag: die is bedoeld om ontslagen werknemers te helpen bij het nemen van een beslissing om een lager betaalde baan aan te nemen (ten minste 10% lager dan hun vorige brutoloon). Dit is een eenmalige premie van 4 000 EUR aan het begin van de EFG-maatregelen, die wordt verminderd tot 1 000 EUR als hij wordt uitgekeerd aan het einde van de uitvoeringsfase.

– Coaching en advisering in een nieuwe baan en bij werkloosheid: zodra een ontslagen werknemer een nieuwe baan heeft aangenomen en nog steun nodig heeft, kan een coach uit het re-integratiebedrijf advies blijven verstrekken om ervoor te zorgen dat de werknemer zich onder optimale omstandigheden kan inwerken. De werknemers die nog geen nieuwe baan hebben gevonden op het ogenblik dat het re-integratiebedrijf stopt met zijn activiteiten, blijven mentoringsteun van het relevante personeel ontvangen, dat hen ook zal helpen bij de opstelling van hun personeelsdossiers die als toekomstige referenties kunnen dienen.

26. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit. Dit omvat regelmatige vergaderingen met de sociale partners en andere belanghebbenden, met wie zowel de noodzaak van een EFG-aanvraag als de inhoud daarvan reeds is besproken voordat de aanvraag wordt ingediend. De informatieactiviteiten omvatten een website die de positieve effecten van het EFG belicht.

27. De door de Duitse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Duitse autoriteiten schatten de totale kosten op 10 705 889 EUR, waarvan 10 305 889 EUR voor de uitgaven voor de individuele dienstverlening en 400 000 EUR voor de uitgaven voor de implementatie van het EFG (3,74 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 5 352 944 EUR (50 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Uitkering voor korte duur (Transferkurzarbeitergeld):| 2 2 727,| 5 458 067,67

Opleidingscursussen die worden afgesloten met kwalificaties (Qualifizierungsmassnahmen)| 2 293,| 1 765 617,70

Workshops en peer groups| 1 327,| 475 973,74

Bijkomende maatregelen en zoeken naar werk op international vlak (Flankierende und internationale Unterstuetzung)| 1 186,| 211 121,35

Uitgebreid advies voor bedrijfsstarters (Existenzgruenderberatung)| 621,| 37 315,80

Zoeken naar werk (Stellenresearch)| 1 275,| 288 949,50

Activeringstoeslag (Aktivierungszuschuss)| 2 709,| 1 165 265,60

Coaching en advisering in een nieuwe baan en bij werkloosheid (Nachbetreuung)| 1 860,| 903 577,50

Subtotaal individuele dienstverlening|| 10 305 889

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereidende activiteiten|| 20 000

Beheer|| 340 000

Voorlichting en publiciteit|| 20 000

Controle|| 20 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 400 000

Totale geschatte kosten|| 10 705 889

EFG-bijdrage (50 % van de totale kosten)|| 5 352 944

28. Duitsland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. De vroege maatregelen die ter ondersteuning van deze groep van werknemers zijn genomen (vanaf 1 februari 2012), worden door het Europees Sociaal Fonds uit het operationele programma ESF-BA medegefinancierd. Er zal een duidelijke afbakening zijn tussen deze maatregelen en de door het EFG medegefinancierde maatregelen. De Duitse autoriteiten hebben bevestigd dat de nodige bepalingen zijn vastgesteld om dubbele financiering door financiële instrumenten van de EU te voorkomen.

29. Duitsland stelt in zijn aanvraag verder dat het EFG-pakket zorgt voor een significante meerwaarde ten aanzien van wat mogelijk zou zijn geweest met nationale en ESF-middelen. Dit omvat duurdere opleidingen, langere cursussen die tot betere kwalificaties leiden en een langere periode voor de ondersteuning van de werknemers dan mogelijk zou zijn geweest voor een re-integratiebedrijf zonder EFG-financiering.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



30. Op 1 augustus 2012 maakte Duitsland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



31. De sociale partners en andere belanghebbenden zijn vanaf het begin betrokken bij de planning en implementatie van deze aanvraag. Op 16 april 2012 is een rondetafelvergadering georganiseerd met alle belanghebbenden, inclusief de werknemersvertegenwoordigers, tijdens welke de sleutelgegevens van de EFG-aanvraag werden gepresenteerd en alle partijen hun steun toezegden. Bovendien hebben de verschillende belanghebbenden besloten om nauw samen te werken bij de implementatie van de maatregelen.

32. De Duitse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

33. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Duitse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



34. Duitsland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door dezelfde instanties die ook de vorige EFG-bijdragen aan Duitsland hebben beheerd – in het Bondsministerie van Arbeid en Sociale Zaken (Bundesministerium für Arbeit und Soziales) zal de "Gruppe Europaïsche Fonds für Beschäftigung – Referat EF 3" optreden als beheersautoriteit en de 'Organisationseinheit Prüfbehörde' als controleautoriteit voor deze zaak.

Financiering



35. Op grond van de aanvraag van Duitsland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 5 352 944 EUR (50 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Duitsland.

36. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

37. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

38. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

39. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2012 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



40. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 5 352 944 EUR.