Toelichting bij COM(2012)720 - Vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

·

Motivering en doel van het voorstel



Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet het gemeenschappelijk visserijbeleid zorgen voor een vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen. Een belangrijk instrument in dit verband is de jaarlijkse vaststelling van de vangstmogelijkheden in de vorm van totaal toegestane vangsten (total allowable catches, TAC’s), quota en beperkingen van de visserijinspanning.

Het doel van dit voorstel is het vaststellen van de voor 2013 geldende vangstmogelijkheden van de lidstaten wat betreft de in commercieel opzicht belangrijkste visbestanden in de Zwarte Zee.

·

Algemene context



In de mededeling van de Commissie betreffende een raadpleging over de vangstmogelijkheden voor 2013 (COM(2012) 278 definitief) wordt de achtergrond van het voorstel geschetst.

In november 2012 zal het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) wetenschappelijk advies inzake de vangstmogelijkheden in de Zwarte Zee voor 2013 uitbrengen.

Het voorstel bevat een deel dat van belang is voor het beheer van de visserij in de Zwarte Zee in 2013 en waarin de TAC's en quota worden vastgesteld.

·

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



De vangstmogelijkheden en de verdeling daarvan over de lidstaten worden jaarlijks vastgesteld. Het meest recent is dit gebeurd bij Verordening (EU) nr. 5/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn.

·

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



De voorgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met de doelstellingen en voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met het beleid van de Unie inzake duurzame ontwikkeling.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



·

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen



De geraadpleegde wetenschappelijke organisatie is het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV).

De Unie verzoekt het WTECV elk jaar om wetenschappelijk advies over de toestand van belangrijke visbestanden. Het advies zou alle bestanden in de Zwarte Zee moeten bestrijken waarvoor TAC's worden voorgesteld.

·

Raadpleging van belanghebbende partijen



De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd via de mededeling van de Commissie betreffende de raadpleging over de vangstmogelijkheden voor 2013. De wetenschappelijke basis voor het voorstel is aangeleverd door het WTECV.

·

Effectbeoordeling



De voorgestelde, op het wetenschappelijk advies gebaseerde maatregelen zullen resulteren in een wijziging van de vangstmogelijkheden wat betreft de vangsthoeveelheden voor EU-vaartuigen in de Zwarte Zee.

Het voorstel is niet alleen gericht op de korte termijn, maar past ook in de langeretermijnaanpak om de visserij geleidelijk op een duurzaam niveau te brengen.

De voorgestelde benadering zal op korte termijn resulteren in een verlaging van de vangstmogelijkheden voor tarbot in de Zwarte Zee. Verwacht wordt evenwel dat deze aanpak op lange termijn zal resulteren in stabiele of zelfs stijgende quota. Op lange termijn zal deze aanpak wellicht minder gevolgen hebben voor het milieu omdat de visserijinspanning wordt aangepast, terwijl de aanvoer onveranderd zal blijven of zelfs zal stijgen. De duurzaamheid van de visserijactiviteiten zal op lange termijn toenemen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



·

Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



Om de met het gemeenschappelijk visserijbeleid beoogde totstandbrenging van een biologisch, economisch en sociaal duurzame visserij te verwezenlijken, wordt in dit voorstel vastgesteld welke vangst- en inspanningsbeperkingen gelden voor de EU-visserij en voor internationale visserijactiviteiten waaraan EU-vaartuigen deelnemen.

·

Rechtsgrondslag



Artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

·

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EU, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

·

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het gemeenschappelijk visserijbeleid is een gemeenschappelijk beleid. Krachtens artikel 43, lid 3, VWEU dient de Raad maatregelen tot vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden vast te stellen.

In de betrokken verordening van de Raad wordt bepaald hoe de vangstmogelijkheden aan de lidstaten worden toegewezen. Met inachtneming van artikel 20, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 mogen de lidstaten deze mogelijkheden naar eigen goeddunken over de regio's en de marktdeelnemers verdelen. De lidstaten kunnen dus met een ruime mate aan vrijheid en conform het sociaaleconomische model van hun keuze beslissen hoe zij de aan hen toegewezen vangstmogelijkheden benutten.

Het voorstel heeft geen nieuwe financiële gevolgen voor de lidstaten. De Raad stelt elk jaar een verordening als de onderhavige vast, en de openbare en particuliere middelen voor de tenuitvoerlegging van de onderhavige verordening zijn dan ook reeds beschikbaar.

·

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Dit is een voorstel voor visserijbeheer op basis van artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

4.

Aanvullende informatie



·

Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van de administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal), met name wat betreft de voorschriften op het gebied van inspanningsbeheer.

·

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Dit voorstel betreft een jaarlijkse verordening voor het jaar 2013 en bevat derhalve geen herzieningsclausule.

·

5.

Gedetailleerde toelichting



Dit voorstel behelst de vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden voor de lidstaten die in de Zwarte Zee actief zijn.

De voorgestelde hoeveelheden zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies en het kader voor de vaststelling van de TAC's en quota dat is uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende de raadpleging over de vangstmogelijkheden voor 2013.

Gezien het voornemen van de Commissie om overeenkomstig het beleid van de Unie en haar internationale verbintenissen een duurzaam gebruik van de visserijrijkdommen te garanderen en tegelijkertijd de vangstmogelijkheden stabiel te houden, worden de TAC's van jaar tot jaar zo min mogelijk gewijzigd voor zover dat mogelijk is in het licht van de toestand van de verschillende bestanden.

De aan de lidstaten toegewezen TAC’s en quota worden vermeld in de bijlage.