Toelichting bij COM(2013)4 - Sluiting van de overeenkomst met Rusland inzake drugsprecursoren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 23 maart 2009 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Russische Federatie over een overeenkomst inzake drugsprecursoren. Sinds het begin van de onderhandelingen in september 2009 hebben er vier onderhandelingsronden plaatsgevonden. In september 2012 hebben de partijen uiteindelijk overeenstemming bereikt over de tekst van de overeenkomst.

Deze overeenkomst heeft tot doel de samenwerking tussen de Europese Unie en de Russische Federatie te intensiveren om misbruik van drugsprecursoren die aan de legale handel worden onttrokken, te voorkomen en daarmee de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen tegen te gaan.

Omdat deze overeenkomst occasioneel de uitwisseling van persoonsgegevens met zich mee kan brengen, zijn er specifieke bepalingen over gegevensbescherming opgenomen om burgers bij het gebruik van hun gegevens voldoende bescherming te bieden.

De Commissie acht de tekst in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren.

De Commissie wordt daarom verzocht bijgaand voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van deze overeenkomst goed te keuren.

Tezamen met dit voorstel wordt een apart voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van deze overeenkomst voorgelegd.

2. RESULTATEN VAN HET OVERLEG MET BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De lidstaten zijn in de Werkgroep/het Comité drugsprecursoren en in de Werkgroep douane-unie van de Raad regelmatig in kennis gesteld van de voortgang met het ontwerp van de overeenkomst.

Een effectbeoordeling was niet noodzakelijk.

1.

Juridische elementen van het voorstel



De Raad wordt verzocht een besluit vast te stellen waarbij machtiging wordt verleend tot sluiting van de ontwerpovereenkomst op grond van artikel 207, lid 4, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Het voorstel valt onder het gemeenschappelijke handelsbeleid, een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

2.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

3.

Aanvullende informatie



De ontwerpovereenkomst is in overeenstemming met het beleid inzake drugs dat is vastgesteld in de EU-drugsstrategie 2005-2012 die voorziet in maatregelen om het aanbod van precursoren te verminderen en zo de drugsproductie te beperken.

Tezamen met dit voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de ontwerpovereenkomst wordt ook een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de overeenkomst van de ontwerpovereenkomst voorgelegd.