Toelichting bij COM(2013)137 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 44/2012, (EU) nr. 39/2013 en (EU) nr. 40/2013 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 39/2013 en (EU) nr. 40/2013 van de Raad zijn, respectievelijk voor 2012 en 2013, de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden vastgesteld welke in de EU‑wateren en, voor EU‑vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, van toepassing zijn. Hierbij gaat het vooral om bestanden die voorkomen in de Atlantische Oceaan en de Noordzee. Het is gebruikelijk dat deze vangstmogelijkheden herhaaldelijk worden gewijzigd tijdens de periode waarin zij van kracht zijn.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

Niet van toepassing.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de drie genoemde verordeningen te wijzigen als hieronder aangegeven.

a) Verordening (EU) nr. 44/2012

Eind 2012 heeft Litouwen afgesproken vangstmogelijkheden met een ander land uit te wisselen in het kader van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO: Northwest Atlantic Fisheries Organisation). De Commissie heeft deze afspraak goedgekeurd en op 9 januari 2013 aan het NAFO‑secretariaat gemeld. Omwille van de transparantie en de samenhang met andere uitwisselingen van vangstmogelijkheden die in 2012 ten uitvoer zijn gelegd, moet Verordening (EU) nr. 44/2012 overeenkomstig worden gewijzigd. Deze wijziging heeft geen enkel gevolg voor de relatieve stabiliteit. Voor toekomstige uitwisselingen van vangstmogelijkheden met derde landen zal de nieuwe, bij Verordening (EU) nr. 40/2013 ingestelde procedure worden gevolgd.

b) Verordening (EU) nr. 39/2013

In de weergave van de coördinaten voor het onder de TAC voor haring vallende gebied in de Firth of Clyde, in ICES‑deelgebied VI, moet een vergissing worden rechtgezet.

c) Verordening (EU) nr. 40/2013

In 2012 heeft de Unie volgens de procedure die is vastgesteld in de overeenkomsten of protocollen inzake de visserijrelaties met Noorwegen, Groenland, de Faeröer en IJsland, met die partners overleg over de visserijrechten gepleegd. Het overleg met de Faeröer en IJsland werd niet afgerond. Aangezien het overleg met Noorwegen is uitgesteld tot januari 2013, zijn in Verordening (EU) nr. 40/2013 voor de bestanden waarvoor een overeenkomst met Noorwegen geldt, voorlopige vangstmogelijkheden opgenomen die overeenstemmen met een deel van de desbetreffende vangstmogelijkheden voor 2012. Op 18 januari 2013 zijn de onderhandelingen met Noorwegen afgerond. Als gevolg daarvan moeten de definitieve vangstmogelijkheden voor de betrokken bestanden worden vastgesteld in de bijlagen IA en IB bij Verordening (EU) nr. 40/2013.

Tijdens de van 2 tot 9 december 2012 in Manilla gehouden negende jaarlijkse vergadering van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC: Western and Central Pacific Fisheries Commission) zijn op het gebied van visserijinspanningsbeperkingen nieuwe instandhoudings‑ en beheersmaatregelen vastgesteld voor grootoogtonijn, geelvintonijn en gestreepte tonijn, net als maatregelen betreffende het gesloten gebied voor de visserij met visconcentratievoorzieningen (FAD's – fish aggregating devices). De WCPFC heeft ook een akkoord bereikt over beheersmaatregelen voor het gebied waar de bevoegdheid van de WCPFC en die van de Interamerikaanse Commissie voor Tropische Tonijn (IATTC: Inter-American Tropical Tuna Commission) elkaar overlappen. Als gevolg daarvan zullen de in het register van beide organisaties ingeschreven EU‑vaartuigen die in dit overlappende gebied vissen, zich tijdens het uitvoeren van die visserijactiviteiten moeten houden aan de instandhoudings‑ en beheersmaatregelen van de IATTC die in de EU‑verordeningen inzake vangstmogelijkheden zijn opgenomen. Die door de WCPFC vastgestelde maatregelen moeten in EU‑recht worden omgezet.

Krachtens de aanbevelingen 2011‑02 en 2012‑01 van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijn (ICCAT: International Commission for the Conservation of Atlantic Tuna) wordt aan de Unie de mogelijkheid tot flexibiliteit verleend voor maximaal 200 ton aan vangsten die in het noordelijke, respectievelijk het zuidelijke beheersgebied worden bovengehaald. Bijlage ID moet worden gewijzigd teneinde de lidstaten de kans te geven deze ICCAT‑bepalingen toe te passen.

Na de van 28 januari tot 1 februari 2013 gehouden eerste jaarlijkse vergadering van de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO: South Pacific Regional Fisheries Management Organisation) zijn nieuwe en gewijzigde vangstmogelijkheden vastgesteld. De in bijlage IJ bij Verordening (EU) nr. 40/2013 opgenomen voorlopige quota voor Chileense horsmakreel, de desbetreffende rapportagebepalingen en andere bepalingen inzake inspanningsbeperkingen moeten bijgevolg overeenkomstig ten uitvoer worden gelegd.