Toelichting bij COM(2013)119 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2011/010 AT/Austria Tabak, Oostenrijk

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 20 december 2011 heeft Oostenrijk aanvraag EGF/2011/010 AT/Austria Tabak ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij Austria Tabak GmbH en bij 14 leveranciers en downstreamproducenten in Oostenrijk.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2011/010

Lidstaat| Oostenrijk

Artikel  onder c) – uitzonderlijke omstandigheden

Primaire onderneming| Austria Tabak GmbH

Leveranciers en downstreamproducenten| 14

Referentieperiode| 20.8.2011 – 19.12.2011

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 15.11.2011

Datum van de aanvraag| 20.12.2011

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 320

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 0

Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen| 320

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 270

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 5 864 615

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 200 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 3,3

Totaal budget (EUR)| 6 064 615

EFG-bijdrage (65%) (EUR)| 3 941 999

1. De aanvraag werd op 20 december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 9 oktober 2012 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereld­handelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis

3. De ontslagen werden veroorzaakt door de sluiting van de laatste productielocatie van Austria Tabak, in Hainburg (Neder-Oostenrijk/Niederösterreich). Ingevolge een besluit van hun eigenaars, Japan Tobacco International (JTI)[4] is deze sigarettenfabriek gefaseerd afgebouwd vanaf de tweede helft van 2011 tot midden 2012.

4. Om het verband vast te stellen tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering, voert Oostenrijk aan dat de sector vervaardiging van sigaretten en tabaksproducten in de EU, die is opgenomen in NACE Rev. 2 afdeling 12[5], ernstig is getroffen door de veranderingen in de wereldhandelspatronen, met name een aanzienlijke vermindering van het marktaandeel van de EU en productieverplaatsing naar derde landen.

Deze veranderingen in de handelspatronen zijn het gevolg van de daling van de sigarettenconsumptie in de geïndustrialiseerde Europese landen alsmede in de VS en Japan in de afgelopen tien jaar (hoofdzakelijk door maatregelen ter bestrijding van het tabaksgebruik en belastingverhogingen). Oostenrijk onderbouwt deze argumentatie door gegevens aan te halen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)[6] en de 'tabaksatlas' van de World Lung Foundation/American Cancer Society[7]. Deze gegevens tonen aan dat de vraag naar tabaksproducten sterk stijgt en nog verder zal stijgen in de opkomende Aziatische landen en Rusland[8]. De rokers in China, Rusland en Indonesië maken samen een derde uit van alle rokers ter wereld.

fig.: dalende tendens van het aantal rokers bij volwassen mannen (geïndustrialiseerde landen): 1960-2010

Bron: www.tobaccoatlas.org

5. In reactie op deze ontwikkelingen heeft Japan Tobacco International (JTI) zoals de andere grote tabaksondernemingen haar productielocaties beperkt en de productie verplaatst naar de opkomende markten. De onderneming heeft de globalisering van haar activiteiten sterk gestimuleerd en haar bedrijfsbasis gestaag versterkt, zodat zij nu over 28 productielocaties in heel de wereld beschikt[9]. JTI heeft het aantal verhandelde sigarettenmerken teruggebracht tot de meest veelbelovende en heeft het productieproces aan de nieuwe geglobaliseerde structuur aangepast, waardoor de onderneming productievolumes flexibel kan toewijzen aan de fabrieken die over vrije capaciteit beschikken.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



6. De Oostenrijkse autoriteiten hebben toegelicht dat de aankondiging in mei 2011 door JTI om de vestiging in Hainburg te sluiten en alle werknemers te ontslaan als een verrassing kwam, aangezien de vestiging enkele jaren tevoren nog was gemoderniseerd, nadat JTI in 2007 Austria Tabak van de Britse Gallaher Group had overgenomen. JTI was toen van plan om er een middelgrote onderneming van te maken, die niet alleen Oostenrijkse sigarettenmerken zou produceren, maar ook de zogenaamde GFB (global flagship brands, wereldwijde topmerken), die deze multinationale onderneming op de markt brengt.[10] Toen en in de daaropvolgende jaren tot 2010 werd dit als een langetermijnstrategie beschouwd.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de sluiting van vier vestigingen van Austria Tabak sinds 2005 en de 827 veroorzaakte ontslagen en verduidelijkt de reorganisaties door de respectieve eigenaars, de Gallaher Group uit het Verenigd Koninkrijk (tot 2007) en JTI[11].

Austria Tabak vestigingen (4 + hoofdkantoor)| Sluitings­datum van de vestiging| Aantal ontslagen| Opmerking

Schwaz (Tirol)| eind De aanvraag heeft geen betrekking op deze vestigingen.

Fürstenfeld (Steiermark)| eind 48

2006: Gallaher Group (Verenigd Koninkrijk) moderniseert de overblijvende vestigingen van Austria Tabak in Linz (Opper-Oostenrijk) en Hainburg (Neder-Oostenrijk) met het oog op grotere hoeveelheden sigaretten.

2007: Japan Tobacco International (JTI) verwerft Austria Tabak en voert een herstructurering door.

Linz (Opper-Oostenrijk)| eind De aanvraag heeft geen betrekking op deze vestiging.

2010: de tot dan toe in Linz geproduceerde volumes worden verschoven naar Hainburg, dat voortaan 40 % van de sigaretten vervaardigt die de Oostenrijkse markt voor haar rekening neemt. 2010/2011: het marktaandeel van Philip Morris in Oostenrijk groeit ten nadele van de Oostenrijkse merken.

Hainburg         (Neder-Oostenrijk)| eind De EFG-aanvraag betreft deze vestiging.

Wenen, hoofdkantoor| 2011/| De aanvraag heeft geen betrekking op deze vestiging.

De Oostenrijkse sigarettenmerken en de wereldwijde topmerken worden nu vervaardigd binnen de wereldwijde productieketen van JTI (28 productielocaties in heel de wereld).

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder c)



7. Oostenrijk heeft de aanvraag ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Deze bepaling staat de aanvragers toe af te wijken van de voorschriften van artikel 2, onder a) en b), op kleine arbeidsmarkten of in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de lokale economie. In dit geval moet de aanvrager vermelden aan welke van de voornaamste subsidiabiliteitsvereisten zijn aanvraag niet voldoet, en waarvan hij derhalve verzoekt te mogen afwijken. Oostenrijk heeft aangegeven dat het in de aanvraag wenst af te wijken van artikel 2, onder a), waarin als criterium voor steunverlening een drempel van ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een periode van vier maanden geldt.

8. In de aanvraag wordt melding gemaakt van in totaal 320 gedwongen ontslagen tijdens de referentieperiode van vier maanden van 20 augustus 2011 tot en met 19 december 2011 bij Austria Tabak GmbH, een kantoor voor uitzendarbeid (Posavac) en 13 andere leveranciers en downstreamproducenten. 210 van deze ontslagen werden overeenkomstig artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend, en 110 in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

9. 22 andere ex-werknemers van Austria Tabak hebben de arbeidsmarkt verlaten, omdat zij hebben gekozen voor vervroegde uittreding (deze EFG‑aanvraag heeft geen betrekking op deze werknemers). Nog eens 80 werknemers zouden naar verwachting hun baan op het hoofdkantoor van Austria Tabak in Wenen verliezen, maar aangezien een deel van deze ontslagen buiten de referentieperiode zou plaatsvinden, zijn deze 80 werknemers ook niet opgenomen in deze EFG-aanvraag.

10. Ter rechtvaardiging van het verzoek om EFG-steun en van de toepassing van het criterium van uitzonderlijke omstandigheden wijst Oostenrijk op de specifieke situatie van het grensoverschrijdende gebied waarin de ontslagen plaatsvonden en op de ernstige gevolgen van deze ontslagen voor de lokale en regionale economie en arbeidsmarkt. Hainburg is een van de meest oostelijke stadsgemeenten van Oostenrijk aan de grens met Slowakije en is gelegen in het minder ontwikkelde district Bruck an der Leitha[12]. Veel werknemers uit Slowakije (en ook uit Hongarije) gaan over de grens werken in Oostenrijk, omdat het loonniveau daar hoger is dan in hun eigen land. Voor de ex-werknemers van Austria Tabak is de concurrentie met andere werkzoekenden dan ook groot. Nadere gegevens over de verwachte gevolgen van de ontslagen worden hierna vermeld.

11. De diensten van de Commissie zijn van oordeel dat door de specifieke situatie van het door de ontslagen getroffen gebied (district in Oostenrijk aan de grens met Slowakije) in combinatie met de ernstige gevolgen voor de lokale en regionale economie en arbeidsmarkt, zoals beschreven door de Oostenrijkse autoriteiten, aan het criterium van uitzonderlijke omstandigheden van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 wordt voldaan. Aangezien Austria Tabak de op een na grootste werkgever van het gebied was en veel kleine ondernemingen ermee waren verbonden, waren de gevolgen van de sluiting van het bedrijf bijzonder ernstig op lokaal niveau (het district Bruck an der Leitha).

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



12. De aanvraag heeft betrekking op 320 gedwongen ontslagen in de volgende 15 bedrijven, waarbij voor 270 werknemers (84,4 %) steun wordt aangevraagd:

Bedrijven en aantal ontslagen

Austria Tabak GmbH| Eybel| 1

Posavac ÖWD Simacek Nitschinger Rehberger Alimanovic Mabeko| 83 4 7 2 1 1 Windisch Bau GmbH Kubena Bauschutz Nagelreiter Stuhl Otto| 2 1 1 4 1 1

Totaal aantal ondernemingen: Totaal aantal ontslagen: 320

13. Uitsplitsing van de 270 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 83,3

Vrouwen| 16,7

EU-burgers| 93,7

Niet-EU-burgers| 6,3

15-24 jaar| 17,4

25-54 jaar| 73,7

55-64 jaar| 8,9

Ouder dan 64 jaar| 0,0

14. Geen van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd heeft langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.

15. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| ISCO-| Aantal| Percentage

Administratief personeel| 2,6

Dienstverlenend personeel en verkopers| 2,6

Ambachtslieden| 7,8

Bedieningspersoneel van machines en installaties, assembleurs| 19,6

Elementaire beroepen| 67,4

16. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Oostenrijk bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



17. Op NUTS II-niveau zijn de ontslagen gevallen in de deelstaat Neder-Oostenrijk (Niederösterreich, AT12), een van de negen deelstaten van Oostenrijk, en op NUTS III-niveau in de regio Wiener Umland/Südteil (AT127) en meer specifiek in het district Bruck an der Leitha en de stadsgemeente Hainburg.

18. De belangrijkste belanghebbenden zijn de deelstaatregering van Neder-Oostenrijk (niederösterreichische Landesregierung), de publieke regionale en lokale diensten voor arbeidsbemiddeling (Landesgeschäftsstelle Niederösterreich; Bezirksstelle Bruck/Leitha des Arbeitsmarktservice AMS), de stadgemeente Hainburg en voor de sociale partners langs werknemerszijde de Kamer van Arbeid van Neder-Oostenrijk (Arbeiterkammer Niederösterreich), langs werkgeverszijde de Oostenrijkse Kamer van Koophandel en Industrie (Wirtschaftskammer Österreich) en de vakbond van werknemers in de particuliere sector, drukkerijen, journalistiek, en papier (GPA-djp, Gewerkschaft der Privatangestellten, Druck, Journalismus, Papier) en Produktionsgewerkschaft PRO-GE, die beide worden overkoepeld door de Oostenrijkse federatie van vakbonden (Österreichische Gewerkschaftsbund /ÖGB)[13].

Verwachte gevolgen van de ontslagen op de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



19. Oostenrijk stelt dat de sluiting van de vestiging van Austria Tabak in Hainburg ernstige gevolgen heeft gehad voor de lokale en regionale arbeidsmarkt. Aangezien Austria Tabak de op een na grootste werkgever van het gebied was en veel kleine ondernemingen ermee waren verbonden, heeft de sluiting het district Bruck an der Leitha in een bijzonder moeilijke situatie gebracht. In september 2011 was het aantal vacatures bijna gehalveerd (‑ 47 %) in vergelijking met dezelfde maand van het jaar daarvoor, terwijl deze daling veel kleiner was in Neder-Oostenrijk (NUTS II-niveau) en op nationaal vlak (respectievelijk ‑ 4 % en ‑ 7 %).

20. Volgens de Oostenrijkse autoriteiten is de arbeidsmarkt ook op NUTS III-niveau ("Wiener Umland – Südteil") gespannen. Uit de statistieken blijkt dat deze regio van 2006 tot 2010 al het hoogste percentage werklozen van de zeven NUTS III-regio's van Neder-Oostenrijk had[14]. Voor de ontslagen werknemers is het dan ook geen evidente keuze om naar andere gebieden te verhuizen; dat velen van hen voor een relatief laag loon werkten, maakt een nieuwe start nog moeilijker.

21. Op NUTS II-niveau werd de deelstaat Neder-Oostenrijk ook getroffen door andere massaontslagen waarvoor aanvragen om steun uit het EFG bij de Commissie zijn ingediend: 704 ontslagen in de metaalsector in 2009[15] en 1 274 ontslagen die verband houden met de sector wegvervoer in 2010[16].

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



22. Hieronder volgen de soorten maatregelen die worden voorgesteld. Samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie in het arbeidsproces van de 270 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. Deze maatregelen zullen aan de 210 voormalige werknemers van Austria Tabak worden aangeboden via een outplacementstichting van het bedrijfstype (Unternehmensstiftung Austria Tabak), zoals gedefinieerd in federale richtlijn AMF/23-2011[17], die op 1.12.2011 is opgericht als onderdeel van het sociaal plan dat enkele maanden tevoren werd afgesloten. De maatregelen voor de 60 voormalige werknemers van de leveranciers en downstreamproducenten zullen buiten de outplacementstichting om worden georganiseerd.

23. Waff Arbeitsintegrations GmbH, Wenen, zal de maatregelen van de outplacementstichting uitvoeren en zal zorgen voor de coördinatie met de publieke regionale dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS, Arbeitsmarktservice), terwijl FAB, Wenen (www.fab.at) de maatregelen voor de voormalige werknemers van de leveranciers en downstreamproducenten zal uitvoeren. Beide organisaties zijn gespecialiseerd in ondersteuning bij de re-integratie op de arbeidsmarkt en de verwerving van duurzame kwalificaties.

In samenwerking met de lokale diensten voor arbeidsbemiddeling beoordelen deze twee implementatieorganen het nut voor de arbeidsmarkt van elke maatregel en zien zij toe op hoe elke individuele werknemer zich ontplooit, om te garanderen dat de plannen die in de initiële fasen van het programma zijn vastgesteld, worden uitgevoerd. Waff en FAB controleren ook de overeenstemming van de maatregelen met de regels van de stichting (Stiftungsordnung) en andere toepasselijke wetgeving. Overeenkomstig § 18 van de wet inzake de werkloosheidsverzekering (Arbeitslosenversicherungsgesetz - ALVG) en afhankelijk van het vroegere werktijdenpatroon van de individuele werknemers moeten de werknemers voltijds beschikbaar zijn, leertijd inbegrepen. Dit wordt gedocumenteerd door periodieke verslagen en certificaten om de deelname van de werknemers aan de maatregelen te bevestigen.

– Informatie over en aansluiting bij de outplacementstichting: algemene informatie voor de 210 voormalige werknemers van Austria Tabak GmbH, die hun aansluiting bij de outplacementstichting kunnen aanvragen.

– Beroepsoriëntatie: dit is de eerste activiteit na de aansluiting van een werknemer bij de outplacementstichting of de door FAB georganiseerde steunregeling. Alle 270 werknemers kunnen van deze maatregel profiteren; de looptijd bedraagt normaal gezien zes weken, maar kan in specifieke gevallen met enkele weken worden verlengd. Deze maatregel bestaat uit een analyse van de beroepsmatige en persoonlijke mogelijkheden van iedere werknemer en de opstelling van een realistisch beroepstraject, dat de basis vormt voor de daaropvolgende activiteiten van de deelnemer. In de loop hiervan kunnen werknemers ook korte bedrijfsstages (smaakmakers van ten hoogste vijf dagen) volgen. Werknemers die hun eigen zaak kunnen oprichten, worden doorverwezen naar het programma voor de oprichting van een bedrijf van de AMS, dat buiten het EFG om wordt gefinancierd.

– Individuele opleiding: 225 werknemers kunnen profiteren van deze maatregel, die alle opleidingen kan omvatten die de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling in zijn catalogus van maatregelen heeft goedgekeurd en die noodzakelijk of nuttig zijn om de kansen op re-integratie van de individuele deelnemer te vergroten. Andere opleidingen kunnen door de AMS op individuele basis worden goedgekeurd indien zij in het beroepstraject van de werknemer passen.

Neder-Oostenrijk is van plan zo veel mogelijk werknemers bij of om te scholen voordat zij beginnen uit te kijken naar een nieuwe baan, om hen voor te bereiden op de toekomstige eisen van de arbeidsmarkt in de regio (bv. inspelen op vergrijzing, groenere en kennisgebaseerde economie, enz.). Afhankelijk van hun opleidings- en vaardigheidsniveau staan diverse mogelijkheden ter beschikking van de werknemers. Bijvoorbeeld kunnen laaggeschoolden een werkstage versneld doorlopen (in ongeveer 50 % van de normaal vereiste periode) en daarnaast lessen volgen. Wie een hogere technische achtergrond of scholing heeft, kan zich inschrijven in instellingen voor voortgezet technisch en beroepsonderwijs (berufsbildende höhere Schulen) in het kader van de Oostenrijkse regeling voor beroepsonderwijs en ‑opleiding voor volwassenen (zweiter Bildungsweg für Erwachsene). De omscholing zal gericht zijn op heel uiteenlopende gebieden zoals groene werkgelegenheid, gezondheidszorg en zorgverstrekking, informatietechnologie, wetenschap, toerisme en andere diensten.

Voor een deel van de studies en beroepsopleidingen is er geen medefinanciering uit het EFG nodig omdat zij binnen het Oostenrijkse onderwijsstelsel worden gefinancierd (met gemengde financiering uit nationale, regionale en lokale financieringsbronnen)[18]. In gevallen waar een goedgekeurd opleidingsprogramma langer loopt dan de EFG-implementatieperiode, zal Oostenrijk de verdere financiering verstrekken.

– Advies en steun tijdens de opleiding: tijdens de periode waarin een werknemer opleiding volgt en aan kwalificatiemaatregelen deelneemt, wordt hij opgevolgd door de consulenten voor loopbaanontwikkeling van waff Arbeitsintegrations GmbH en FAB, die indien nodig steun verlenen. Deze samenwerking tussen consulent en werknemer waarborgt de succesvolle voltooiing van het overeengekomen traject. 225 mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

– Bedrijfsstages tijdens de opleiding: een belangrijk aspect van het steunpakket is de combinatie van leren in theorie en in de praktijk. Drie verschillende soorten stages komen in aanmerking, van verschillende duur en met welomschreven rechten en verplichtingen; deze stages moeten door de AMS worden goedgekeurd. 85 mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

– Actief zoeken naar werk: deze maatregel verschaft de werknemers individuele begeleiding om hen een nieuwe baan te helpen vinden, met inbegrip van technieken om zich voor te bereiden op sollicitatiegesprekken/selectieproeven enz. Afhankelijk van het profiel en de situatie van de individuele werknemer kan de actieve zoektocht naar werk ofwel onmiddellijk na de beroepsoriëntatie, ofwel na afronding van het individuele opleidingstraject starten. De publieke diensten voor arbeidsbemiddeling worden geïnformeerd wanneer de werknemer begint te zoeken naar werk. De werkzoekenden kunnen gedurende een week een toekomstige nieuwe baan uittesten. De normale looptijd van deze module is beperkt tot 14 weken en kan met 8 weken worden verlengd voor vijftigplussers of met 14 weken voor mensen met een beperkte arbeidscapaciteit. 40 mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

– Inplacement: in uitzonderlijke en welomschreven gevallen kan een theoretische kwalificatie – in combinatie met een praktijkopleiding op de werkplek – rechtstreeks bij een werkgever worden verworven. De rechten en verplichtingen voor de onderneming en de werknemer zijn in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd, die door de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS) moet worden goedgekeurd. In deze maatregel is bepaald dat de werknemer in de onderneming werk op contractbasis krijgt aangeboden hetzij onmiddellijk na de voltooiing van de kwalificatiemaatregelen, hetzij op een overeengekomen datum. 60 mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

– Intensieve steun voor vijftigplussers: er bestaat een uitgebreide reeks maatregelen om te voldoen aan de specifieke behoeften en omstandigheden van oudere werknemers, teneinde hun re-integratie op de arbeidsmarkt en hun recht op arbeid tot de pensioengerechtigde leeftijd te erkennen. Zes mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

– Opleidingstoelage (ausbildungsbedingte Zuschussleistung/Stipendien)[19]: alle 210 voormalige werknemers van Austria Tabak GmbH ontvangen deze vergoeding zolang zij deelnemen aan de opleidingsmaatregelen van de outplacementstichting. Het tarief bedraagt 200 EUR per persoon per maand. Deze maatregel moet de reiskosten en kosten van leermateriaal van de werknemer dekken. Deze vergoeding mag samen met de dagvergoeding niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze opleidingsvergoedingen worden betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet.

– Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het actief zoeken naar werk (Schulungsarbeitslosengeld)[20]: alle 210 voormalige werknemers van Austria Tabak GmbH kunnen van deze vergoeding profiteren zolang zij deelnemen aan de opleidings- en re-integratiemaatregelen van de outplacementstichting. Dankzij deze vergoeding kan elke ontslagen werknemer werkelijk voltijds aan de maatregelen deelnemen. Het tarief bedraagt ongeveer 1 000 EUR per persoon per maand. In de begroting is voor de berekening uitgegaan van 13 maanden (gemiddelde cijfers, aangezien de werkelijke bedragen afhankelijk zijn van het loon vóór ontslag van iedere werknemer en van hoelang iedere werknemer aan de actieve maatregelen deelneemt). Deze vergoeding mag samen met de opleidingstoelage niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze dagvergoedingen worden betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet.

– Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het actief zoeken naar werk, en opleidingspremie (Beihilfe zur Deckung des Lebensunterhaltes (DLU) und Qualifizierungsbonus)[21]: 60 voormalige werknemers van de leveranciers/downstreamproducenten kunnen van deze vergoeding/premie profiteren uitsluitend zolang zij deelnemen aan de opleidings- en re‑integratiemaatregelen van het EFG-project (met ondersteuning door FAB). Dankzij deze vergoeding kan elke ontslagen werknemer werkelijk voltijds aan de maatregelen deelnemen.

Werknemers die deelnemen aan langere opleidingsmaatregelen (meer dan drie maanden met 25 of meer uren per week) zullen een aanvullende opleidingspremie (minder dan 10 EUR per dag) ontvangen.

Het tarief voor de dagvergoeding bedraagt ongeveer 1 000 EUR per persoon per maand. In de begroting is voor de berekening uitgegaan van iets minder dan 13 maanden (gemiddelde cijfers, aangezien de werkelijke bedragen afhankelijk zijn van het loon vóór ontslag van iedere werknemer en van hoelang iedere werknemer aan de actieve maatregelen deelneemt). Deze vergoeding mag niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze dagvergoedingen worden betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet.

– Nazorg in een nieuwe baan: zodra een werknemer een nieuwe baan heeft gevonden en de outplacementstichting heeft verlaten, is deze activiteit op individueel verzoek beschikbaar; de looptijd ervan kan tot 26 weken bedragen. Deze maatregel draagt bij tot de duurzaamheid van de nieuwe relatie werknemer-werkgever en helpt banenverlies voorkomen. 37 mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

24. De overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, voorlichting en publiciteit, alsook de controle en het beheer van de outplacementstichting. De beheerskosten van de outplacementstichting worden berekend als een vast bedrag (75 000 EUR voor de implementatieperiode van het EFG). Alle bij de maatregelen betrokken partijen verplichten zich ertoe de verstrekte EFG-steun te vermelden.

25. De door de Oostenrijkse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Oostenrijkse autoriteiten ramen de totale kosten op 6 064 615 EUR, te weten de uitgaven voor individuele dienstverlening op 5 864 615 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 200 000 EUR (3,3 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 3 941 999 EUR (65 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Informatie over en aansluiting bij de outplacementstichting| 21 000

Beroepsoriëntatie (Berufsorientierung)| 1 294 300

Individuele opleiding (Individuelle Qualifizierung)| 4 1 026 000

Advies en steun tijdens de opleiding (Bildungsbegleitung)| 172 575

Bedrijfsstages tijdens de opleiding (Praktika während der Qualifizierung)| 17 000

Actief zoeken naar werk (Aktive Arbeitssuche)| 12 000

Inplacement (praktijkopleiding bij een nieuwe werkgever in combinatie met opleiding in de klas)| 39 000

Intensieve steun voor vijftigplussers| 1 200

Opleidingstoelage (ausbildungsbedingte Zuschussleistung/Stipendien)| 3 756 000

Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het actief zoeken naar werk (Schulungsarbeitslosengeld)| 13 2 730 000

Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het actief zoeken naar werk, en opleidingspremie (Beihilfe zur Deckung des Lebensunterhaltes (DLU) und Qualifizierungsbonus)| 13 780 000

Nazorg in een nieuwe baan (Nachbetreuung)| 15 540

Subtotaal individuele dienstverlening|| 5 864 615

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereidende activiteiten|| 25 000

Beheer van de outplacementstichting|| 75 000

Voorlichting en publiciteit|| 35 000

Controle|| 65 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 200 000

Totale geraamde kosten|| 6 064 615

EFG-bijdrage (65 % van de totale kosten)|| 3 941 999

26. Volgens Oostenrijk zijn de hierboven beschreven maatregelen complementair met door de structuurfondsen gefinancierde acties. Het huidige Oostenrijkse operationele programma van het ESF in het kader van doelstelling 2 is hoofdzakelijk op langdurige werkloosheid toegespitst (en in mindere mate op oudere werknemers en vrouwen die na een lange loopbaanonderbreking willen terugkeren naar de arbeidsmarkt), terwijl het EFG tot doel heeft werknemers onmiddellijk na hun ontslag te helpen. Beide fondsen overlappen elkaar niet, aangezien Oostenrijk de certificatie van kostenprocedures heeft ingevoerd om het risico van dubbele financiering uit te sluiten.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



27. Op 15 november 2011 heeft Oostenrijk ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



28. Op 11 augustus 2011 zijn vertegenwoordigers van het personeel van Austria Tabak GmbH, langs werkgeverszijde Wirtschaftskammer Österreich en langs werknemerszijde Arbeiterkammer Niederösterreich en de vakbonden Produktionsgewerkschaft PRO-GE en GPA-djp tot een akkoord gekomen over een sociaal plan voor de ontslagen werknemers, waarin het plan werd opgenomen om een outplacementstichting op te richten, teneinde de werknemers gerichte steun te bieden bij het zoeken van een nieuwe baan. Het akkoord van de sociale partners was een voorwaarde voor de erkenning van de outplacementstichting van Austria Tabak door de Oostenrijkse diensten voor arbeidsbemiddeling (AMS).

29. De Oostenrijkse federatie van vakbonden is een vrijwillige regeling, hoofdzakelijk van informele aard, en is niet bij wet vastgesteld[22]. Ondernemingen zijn pas aan de toepasselijke regels van de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS) gebonden wanneer zij aan specifieke arbeidsmarktbeleidsmaatregelen willen deelnemen.

30. De Oostenrijkse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

31. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Oostenrijkse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



32. Oostenrijk heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat Japan Tobacco International (JTI) en de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling van Neder-Oostenrijk (AMS) 35 % van de nationale medefinanciering zullen verstrekken en dat zij de maatregelen voorfinancieren. Zij nemen respectievelijk (bij benadering) 28 % en 72 % van de nationale medefinanciering op zich.

33. Oostenrijk heeft bevestigd dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door hetzelfde orgaan dat het ESF beheert: eenheid VI/INT/9 van het federale ministerie van Arbeid, Sociale Zaken en Consumentenbescherming (BMASK - Bundesministerium für Arbeit, Soziales und Konsumentenschutz), dat zal optreden als beheersautoriteit en als betalingsdienst. De financiële-controleautoriteit voor het EFG is niet dezelfde als die voor het ESF: eenheid VI/S/5a van het BMASK zal deze functie voor het EFG waarnemen.

34. Het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening wordt uitgevoerd door Unternehmensstiftung Austria Tabak, beheerd door waff Arbeitsintegrations GmbH, Wenen, in samenwerking met FAB, Wenen, en het toezicht erop ligt bij de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS). Het BMASK wordt voorts bijgestaan door een aanbieder van technische ondersteuning, die eveneens de controles op het eerste niveau zal uitvoeren. Alle belangrijke regelingen en verplichtingen zijn in schriftelijke overeenkomsten vastgelegd.

Financiering



35. Op grond van de aanvraag van Oostenrijk bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 3 941 999 EUR (65 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Oostenrijk.

36. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financieel kader, beschikbaar te stellen.

37. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

38. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

39. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2013 specifieke vastleggingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



40. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 3 941 999 EUR.