Toelichting bij COM(2013)185 - Intrekking van Verordening 827/2004 houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) uit Bolivia, Cambodja, Equatoriaal-Guinea, Georgië en Sierra Leone

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Unie is sinds 14 november 1997, naar aanleiding van de vaststelling van Besluit 86/238/EEG van de Raad[1], partij bij het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (hierna het ICCAT‑verdrag).

Het ICCAT-Verdrag voorziet in een kader voor regionale samenwerking met het oog op de instandhouding en het beheer van tonijnen en tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan en de aangrenzende wateren door middel van een Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (hierna de ICCAT) die voor de verdragsluitende partijen bindende maatregelen inzake de instandhouding en het beheer van deze vissoorten vaststelt.

De ICCAT heeft in 1998 resolutie 98-18 aangenomen betreffende ongemelde en ongereglementeerde vangsten van tonijn door grote beugvaartuigen in de Verdragszone. Bij deze resolutie zijn procedures vastgesteld voor de identificatie van landen waarvan vaartuigen tonijnen en tonijnachtigen bevisten op een wijze die de doeltreffendheid van de ICCAT‑maatregelen inzake de instandhouding en het beheer van deze vissoorten ondermijnde. In deze resolutie werd ook vermeld welke – indien nodig zelfs niet‑discriminerende handelsbeperkende – maatregelen moesten worden genomen om de voortzetting van de gewraakte visserijpraktijken tegen te gaan.

Sedert de goedkeuring van resolutie 98-18 heeft de ICCAT Bolivia, Cambodja, Equatoriaal‑Guinea, Georgië en Sierra Leone geïdentificeerd als landen waarvan vaartuigen Atlantische grootoogtonijn (Thunnus obesus) bevissen op een wijze die de doeltreffendheid van de ICCAT‑maatregelen inzake de instandhouding en het beheer van deze vissoort ondermijnt, en de ICCAT heeft deze bevindingen met gegevens over vangsten, handel en de activiteiten van de vaartuigen gestaafd. Naar aanleiding hiervan heeft de ICCAT de verdragsluitende partijen aanbevolen passende maatregelen overeenkomstig de resolutie van 1998 te nemen om de invoer van Atlantische grootoogtonijn en daarvan afgeleide producten uit de reeds vermelde landen te verbieden.

Als gevolg hiervan is de invoer van Atlantische grootoogtonijn van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Equatoriaal‑Guinea, Georgië en Sierra Leone in de Europese Unie verboden bij Verordening (EG) nr. 827/2004[2].

In 2004 heeft de ICCAT op haar 14e bijzondere bijeenkomst de inspanningen van Cambodja, Equatoriaal‑Guinea en Sierra Leone om de door haar vermelde problemen op te lossen erkend en heeft de ICCAT aanbevelingen vastgesteld om de handelsbeperkende maatregelen tegen deze drie landen in te trekken.

Als gevolg daarvan is Verordening (EG) nr. 827/2004 gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 919/2005[3], in de zin dat de invoer van de hierboven vermelde producten uit Bolivia en Georgië verboden blijft en de invoer uit Cambodja, Equatoriaal‑Guinea en Sierra Leone weer wordt toegestaan.

Op haar 22e gewone jaarlijkse vergadering heeft de ICCAT bovendien de inspanningen en maatregelen van Bolivia en Georgië erkend en heeft de ICCAT aanbeveling 11‑19 vastgesteld om het verbod op de invoer van Atlantische grootoogtonijn en daarvan afgeleide producten uit die twee landen in te trekken.

Verordening (EG) nr. 827/2004 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 919/2005, moet bijgevolg worden ingetrokken.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Niet van toepassing

2.

Juridische elementen van het voorstel



De ICCAT, een internationale instantie waarbij de Europese Unie verdragsluitende partij is, heeft besloten het aan Bolivia en Georgië opgelegde verbod op de invoer van Atlantische grootoogtonijn en daarvan afgeleide producten in te trekken. Om haar internationale verbintenissen na te komen, moet de Europese Unie dit besluit ten uitvoer leggen en bijgevolg Verordening (EG) nr. 827/2004 intrekken. Aangezien dit voorstel het gemeenschappelijke handelsbeleid betreft, dient artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als rechtsgrondslag dienst te doen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Niet van toepassing

4.

Aanvullende informatie



Niet van toepassing