Toelichting bij COM(2013)188 - Sluiting van het protocol bij de visserijovereenkomst met Ivoorkust tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op basis van het mandaat van de Raad[1] heeft de Europese Commissie met de Republiek Ivoorkust onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 9 januari 2013 een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vijf jaar met ingang van de in artikel 13 vastgestelde datum van voorlopige toepassing – die is vastgesteld op 1 juli 2013.

Het voornaamste doel van het protocol bij de overeenkomst is om de vaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden in de wateren van de Republiek Ivoorkust te bieden binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich gebaseerd op, onder meer, de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex‑postevaluatie.

Het algemene doel bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust te verstevigen met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoordelijke exploitatie van de visbestanden in de Ivoriaanse visserijzone.

Meer in het bijzonder voorziet het protocol in vangstmogelijkheden voor de volgende visserijen:

– de tonijnvisserij met de zegen: 28 vriesschepen;

– de visserij met de drijvende beug: 10 vaartuigen.

De Commissie stelt op grond hiervan voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, bij besluit dit nieuwe protocol goedkeurt.

1.

Resultaten van de raadpleging van de belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2007‑2013. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is gebleken dat een protocol bij de visserijovereenkomst met de Republiek Ivoorkust behouden moet blijven.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol zelf, alsmede de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de EU-lidstaten.

3.

Gevolgen voor de begroting



De jaarlijkse financiële tegenprestatie van 680 000 euro is gebaseerd op: a) een met een referentietonnage van 6 500 ton overeenstemmend jaarlijks bedrag van 422 500 euro voor de toegang tot de Ivoriaanse visserijzone, en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid in de Republiek Ivoorkust ten bedrage van 257 500 euro. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald met de behoeften van de Republiek Ivoorkust op het gebied van de bestrijding van illegale visserij.