Toelichting bij COM(2013)195 - Wijziging richtlijn aangaande de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en in internationaal verkeer maximaal toegestane gewichten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2013)195 - Wijziging richtlijn aangaande de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en in ... |
---|---|
bron | COM(2013)195 ![]() ![]() |
datum | 15-04-2013 |
Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten[1] draagt sinds jaren op bevredigende wijze bij tot de goede werking van de interne markt voor het wegvervoer door de vaststelling van maximumafmetingen en -gewichten voor voertuigen voor binnenlands en internationaal vervoer van passagiers en goederen. In de richtlijn is tevens bepaald onder welke voorwaarden afwijkingen kunnen worden toegestaan voor voertuigen die de maximumafmetingen overschrijden.
In het licht van de ontwikkeling van de markt en de beschikbare technologieën moet de vraag worden gesteld of de in 1996 bij de vaststelling van de richtlijn gemaakte keuzes nog steeds valabel zijn. De noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen en het verbruik van olieproducten terug te dringen, is tegenwoordig van doorslaggevend belang voor de vervoerssector en met name het wegvervoer, dat 82 % van het energieverbruik door de vervoerssector voor zijn rekening neemt. Door de aanhoudende stijging van de brandstofprijzen blijft de Europese energiefactuur oplopen en worden we gedwongen oplossingen te zoeken om het brandstofverbruik van voertuigen te verlagen. In het Witboek vervoer van 2011[2] is de doelstelling opgenomen om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 60 % te verminderen ten opzichte van de uitstoot in 1990.
In het Witboek werd aangekondigd dat de richtlijn inzake de maximaal toegestane afmetingen en gewichten van wegvoertuigen zou worden herzien om het mogelijk te maken meer aerodynamische en energie-efficiëntere voertuigen op de markt te brengen. Binnen de door de huidige richtlijn toegestane maximumafmetingen en ‑gewichten is het niet haalbaar om de aerodynamica van voertuigen te verbeteren of voertuigen uit te rusten met alternatieve hybride of elektrische aandrijfsystemen zonder hun vervoerscapaciteit aan te tasten. Hybride motoren of batterijen zorgen voor een aanzienlijke toename van het gewicht. Vrachtwagencabines met een kleinere luchtweerstand zijn langer. Ook door de installatie van vrachtwagenvleugels achteraan wordt het voertuig langer. De afname van de vervoerscapaciteit ontmoedigt de vervoerders, de verladers en de constructeurs om voertuigen met een betere energie-efficiëntie te ontwikkelen en te gebruiken.
De herziening van de richtlijn biedt tevens de gelegenheid om de verkeersveiligheid te verhogen door de vormgeving van de cabine te optimaliseren en de dode hoeken in het gezichtsveld van de bestuurder te verkleinen, botsenergieabsorberende structuren toe te voegen en de veiligheid en het comfort van de bestuurder te verbeteren. Hierdoor kunnen de levens worden gered van talrijke kwetsbare weggebruikers, zoals voetgangers en fietsers, die bij manoeuvres met de huidige cabines niet altijd zichtbaar zijn voor de bestuurder.
Richtlijn 96/53/EG moet derhalve worden gewijzigd om de aerodynamica en de energie-efficiëntie van voertuigen te verbeteren en tegelijk de verkeersveiligheid te verhogen, rekening houdend met de beperkingen van de huidige wegeninfrastructuur.
Zo kan volgens sommige studies[3] het verbruik op de snelweg bij een gemiddelde snelheid van 80 tot 90 km/u met 5 tot 10 % worden verminderd door achteraan op het voertuig vleugels te monteren met een lengte van 1 tot 2 m.
Voorts is het gemiddeld gewicht van autobuspassagiers sinds de vaststelling van Richtlijn 96/53/EG toegenomen. Bovendien moeten bussen op grond van de EU-wetgeving worden uitgerust met een aantal veiligheidsvoorzieningen, waarvan het gewicht ten koste gaat van het laadvermogen en bijgevolg de passagierscapaciteit. Deze ontwikkeling ondermijnt de doelstelling om het brandstofverbruik per vervoerde passagier te verminderen en om een verschuiving tot stand te brengen van privé- naar collectief vervoer, dat veel milieuvriendelijker is.
Brandstofbesparing en de uitstoot van verontreinigende stoffen terugdringen zijn niet de enige beweegredenen om een herziening van Richtlijn 96/53/EG voor te stellen.
Richtlijn 96/53/EG houdt geen rekening met de recente toename van het vervoer per container en de ontwikkelingen in het intermodaal vervoer. Sommige containers die per spoor, over de binnenwateren en/of via de internationale scheepvaart en maritieme cabotage worden vervoerd, mogen op dit moment alleen met een speciale vergunning verder via de weg worden vervoerd. Dit verhoogt de administratieve last voor de vervoerders en overheden. Voor het vervoer van de meest gangbare containers, met een lengte van 45 voet (13,72 m), moet de toegestane lengte van vrachtwagens om zonder speciale vergunning te mogen rijden slechts met 15 cm worden verhoogd. Dat levert geen enkel probleem op voor de verkeersveiligheid, noch voor de bestaande wegeninfrastructuur.
Ten slotte zijn in de huidige richtlijn geen regels opgenomen inzake controles van voertuigen en sancties bij inbreuken, waardoor talrijke inbreuken onbestraft blijven en de in de richtlijn vastgestelde eisen dode letter blijven. Het overladen van voertuigen is de meest voorkomende inbreuk. Gemiddeld is één op drie gecontroleerde voertuigen overladen. Het maximumgewicht wordt vaak met 10 % tot zelfs 20 % overschreden. Dit veroorzaakt vroegtijdige slijtage aan het wegdek en verhoogt het risico op ongevallen. Overladen vrachtwagens creëren ook concurrentieverstoring tussen vervoersondernemingen aangezien fraudeurs een illegaal concurrentievoordeel genieten. Tegenwoordig bestaan er technische oplossingen om voertuigen te screenen en meer, snellere en efficiëntere controles uit te voeren zonder dat alle voertuigen die men wenst te controleren tot stilstand moeten worden gebracht. Er bestaan ook ingebouwde weegsystemen, die de bestuurder zelf in staat stellen toe te zien op de naleving van de geldende normen. Derhalve moeten in Richtlijn 96/53/EG bepalingen worden opgenomen inzake controles en sancties om ervoor te zorgen dat de concurrentieregels tussen vervoersondernemingen opnieuw worden nageleefd en om een hoog verkeersveiligheidsniveau en de duurzaamheid van de wegeninfrastructuur te waarborgen.
Bepaalde partijen hebben vraagtekens geplaatst bij de interpretatie van artikel 4 van Richtlijn 96/53/EG. In het licht van die onduidelijkheid heeft vicevoorzitter Kallas op 13 juni 2012 een brief gestuurd naar de voorzitter van de commissie vervoer van het Europees Parlement. In die brief worden een aantal richtsnoeren geformuleerd en wordt het standpunt ingenomen dat grensoverschrijdend verkeer met langere voertuigen is toegestaan wanneer slechts één grens wordt overschreden tussen twee lidstaten die het verkeer van dergelijke voertuigen reeds toestaan en indien de voorwaarden voor afwijkingen van artikel 4, lid 3, lid 4 of lid 5, van Richtlijn 96/53/EG zijn vervuld. Het gebruik van dergelijke voertuigen mag geen significante invloed hebben op de internationale concurrentie. In het licht van de in deze brief geformuleerde richtsnoeren wordt artikel 4, lid 4, van de richtlijn eveneens herzien.
In 2011 en 2012 werden in opdracht van de Commissie openbare en sectorale raadplegingen georganiseerd.
De openbare raadpleging, die tussen december 2011 en februari 2012 heeft plaatsgevonden, heeft meer dan duizend reacties opgeleverd van burgers, lidstaten en verschillende brancheorganisaties en ngo's. Op basis van die resultaten werden de volgende opties naar voren geschoven:
i) Alle partijen beschouwen een verbetering van de aerodynamica van vrachtwagens als een stap voorwaarts en de meerderheid van de respondenten acht een wijziging van Richtlijn 96/53/EG noodzakelijk om die verbetering mogelijk te maken.
ii) Het idee om de invoering van hybride of elektrische aandrijfsystemen te stimuleren en de ontwikkeling van het vervoer per container en intermodaliteit te ondersteunen door een aanpassing van Richtlijn 96/53/EG kan op brede steun rekenen.
iii) De sector staat positief tegenover de invoering van controlemaatregelen tegen overladen voertuigen omdat die de eerlijke concurrentie tussen vervoersondernemingen herstellen. Voorts is het essentieel dat de lidstaten over middelen beschikken om controles uit te voeren zonder extra kosten en zonder het verkeer op te houden of te verstoren.
Op basis van de resultaten van deze publieke raadpleging heeft de Commissie seminars georganiseerd met vertegenwoordigers van de voertuigconstructeurs, vervoerders, verladers, het gecombineerd vervoer, instanties die wegcontroles uitvoeren en de verkeersveiligheidsinstanties. Tijdens deze raadplegingen is een consensus gegroeid over de doelstellingen om de verontreiniging en het brandstofverbruik terug te dringen, de verkeersveiligheid te verbeteren en nieuwe vormen van intermodaal vervoer mogelijk te maken. Ook over de noodzaak om de controles te versterken, met name op overladen voertuigen, is er consensus. Om de aerodynamica te verbeteren moeten beter gestroomlijnde cabines worden ontworpen en moeten achteraan op het voertuig voorzieningen worden geïnstalleerd om de luchtweerstandseffecten te verminderen. Een aanpassing van de maximumafmetingen en ‑gewichten, beperkt door en aangevuld met passende omtrekmarkeringen, lijkt geen problemen op te leveren voor de verkeersveiligheid.
De in deze herziening voorgestelde maatregelen zijn het resultaat van de gevoerde raadplegingen.
Van de maatregelen is een effectbeoordeling uitgevoerd om de beste optie te bepalen in termen van zowel het economisch als ecologisch rendement. Het gekozen scenario wordt hierna in hoofdstuk 4 toegelicht en bouwt voort op de in de groep van deskundigen uitgevoerde technische standaardiseringswerkzaamheden ter voorbereiding van gedelegeerde handelingen en een beperkte regelgevende aanpak, die moet waarborgen dat geen buitensporige of onuitvoerbare verplichtingen worden opgelegd aan met name het midden- en kleinbedrijf.
De raadpleging had ook betrekking op artikel 4 van Richtlijn 96/53/EG, betreffende de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een afwijking te krijgen op de in de richtlijn vastgestelde afmetingen. In specifieke gevallen worden die voorwaarden door de lidstaten bepaald. Er is geen eensgezindheid over het internationaal verkeer met voertuigen die de in de richtlijn vastgestelde afmetingen overschrijden. De Commissie heeft er derhalve voor geopteerd haar eigen richtsnoeren betreffende de huidige richtlijn (brief van 13 juni 2012 aan de voorzitter van de Commissie vervoer van het Europees Parlement) te publiceren. De richtsnoeren inzake artikel 4, lid 4, zijn opgenomen in artikel 1, lid 2, van dit voorstel.
Inhoudsopgave
De rechtsgrond voor het voorstel tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG is artikel 91 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Efficiënter en milieuvriendelijker wegvervoer is een cruciale doelstelling van het gemeenschappelijk vervoersbeleid. De sector blijft overigens voortdurend ijveren voor een Europese standaardisering van de regels.
Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel. Gelet op het belang van het vervoer voor de werking van de interne markt, de toenemende grensoverschrijdende dimensie daarvan en de stijging van de brandstofkosten en de toename van de uitstoot van broeikasgassen, moeten maatregelen worden genomen om het wegvervoer energie-efficiënter en milieuvriendelijker te maken en ervoor te zorgen dat de regelgeving wordt nageleefd.
Het voorstel biedt de lidstaten de mogelijkheid voor binnenlands vervoer afwijkingen toe te staan op de nieuwe regels. Er wordt een comité opgericht dat de Commissie bijstand moet verlenen bij het bepalen van de eisen op het gebied van aerodynamica, het opstellen van richtsnoeren voor de controleprocedures en het vaststellen van passende sancties voor vastgestelde inbreuken. Het voorstel gaat dus niet verder dan wat nodig is om de vastgestelde doelstellingen te bereiken.
Het voorgestelde instrument wijzigt een bestaande richtlijn en is derhalve een richtlijn. Het betreft een maatregel die van belang is voor de Europese economische ruimte en die dus tot die ruimte moet worden uitgebreid.
Ten slotte heeft het voorstel geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
Het voorstel van de Commissie voorziet in de eerste plaats in afwijkingen op de maximumafmetingen om aerodynamische voorzieningen achteraan op het voertuig te installeren of om de vorm van vrachtwagencabines aan te passen. Die afwijkingen openen nieuwe perspectieven voor constructeurs van trekkers, vrachtwagens en opleggers maar moeten aan bepaalde eisen voldoen. De vervoerscapaciteit van het voertuig mag bijvoorbeeld niet toenemen. De precieze eisen worden later vastgesteld door de Commissie, die daarin wordt bijgestaan door een comité. Op die manier wordt de naleving gewaarborgd van de verkeersveiligheidsregels en de randvoorwaarden op het gebied van infrastructuur en verkeersdoorstroming. De stroomlijning van de vormgeving van de cabines moet niet alleen zorgen voor een daling van het brandstofverbruik en van de uitstoot van broeikasgassen, maar ook het gezichtsveld van de bestuurder verbeteren en op de Europese wegen jaarlijks ongeveer 400 mensenlevens redden. Ook het comfort en de veiligheid van de bestuurders zullen erop vooruit gaan.
De Commissie zal Verordening (EU) nr. 1230/2012 van 12 december 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de typegoedkeuring van motorvoertuigen betreft, wijzigen teneinde die verordening in overeenstemming te brengen met dit voorstel voor een richtlijn.
Het voorstel van richtlijn voorziet in een hoger toegestaan maximumgewicht voor voertuigen met een elektrische of hybride aandrijving om rekening te houden met het gewicht van de elektrische batterijen of de dubbele aandrijving, en tegelijk het laadvermogen te handhaven. Voorts wordt het toegestane maximumgewicht van autobussen met één ton verhoogd om rekening te houdend met diverse ontwikkelingen zoals de toename van het gemiddelde gewicht van de passagiers en van hun bagage, nieuwe verplichte verkeersveiligheidsvoorzieningen of de nieuwe Euro VI-specificaties.
De wijziging van Richtlijn 96/53/EG zal de ontwikkeling van het intermodaal vervoer faciliteren dankzij een afwijking van 15 cm op de toegestane lengte voor vrachtwagens die containers van 45 voet vervoeren, een type dat in Europa steeds meer wordt gebruikt voor intercontinentaal vervoer.
In het voorstel wordt tevens bevestigd dat grensoverschrijdend verkeer van langere voertuigen is toegestaan wanneer slechts één grens wordt overschreden tussen twee lidstaten die het verkeer van dergelijke voertuigen reeds toestaan en indien voldaan is aan de voorwaarden voor afwijkingen van artikel 4, lid 3, lid 4 of lid 5, van de richtlijn. Met betrekking tot artikel 4, lid 4, heeft dergelijk vervoer geen significante invloed op de internationale concurrentie indien het grensoverschrijdend gebruik beperkt blijft tot twee lidstaten waar de bestaande infrastructuur en de verkeersveiligheidscontext dat reeds toelaten. Artikel 4, lid 4, wordt in die zin aangepast.
Richtlijn 96/53/EG wordt aangevuld met nieuwe bepalingen om de controle-instanties in staat te stellen inbreuken beter op te sporen en de toepasselijke administratieve sancties te harmoniseren. De Commissie zal richtsnoeren inzake de controleprocedure publiceren om de controlemethoden in alle lidstaten te harmoniseren. De lidstaten zullen een minimaal aantal voertuigen aan een meting moeten onderwerpen. Die maatregelen moeten worden uitgevoerd via in het wegdek geïntegreerde weegsystemen, hetzij door middel van sensoren aan boord van het voertuig die van op afstand communiceren met controleurs langs de weg. Dankzij die metingen kunnen de controle-instanties de voertuigen screenen zodat alleen voertuigen waarbij er een sterk vermoeden van inbreuken bestaat, voor een manuele controle aan de kant worden gezet. De Commissie zal de technische normen vaststellen voor de ingebouwde weegvoorzieningen die met de controle-instanties kunnen communiceren, met name de normen voor de elektromagnetische communicatie-interface. Op die manier wordt de brede invoering van dergelijke uitrusting aangemoedigd. Dankzij deze apparatuur zullen bestuurders bovendien zelf het gewicht van hun voertuig kunnen controleren.
De inbreuken op Richtlijn 96/53/EG worden op basis van hun ernst ingedeeld in categorieën met het oog op de Europese harmonisering van de administratieve sancties.
Om de invoering van voertuigen met een kleinere luchtweerstand en hybride aandrijving te versnellen zal de Commissie om het industrieel onderzoek en de aanpassing van het wagenpark te ondersteunen een beroep doen op de beschikbare Europese budgetten, met name die voor de trans-Europese netwerken en de Europese programma's voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie.