Toelichting bij COM(2013)259 - Gebruik van het Europese solidariteitsfonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2013)259 - Gebruik van het Europese solidariteitsfonds.
bron COM(2013)259 NLEN
datum 02-05-2013
Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006[1] maakt het mogelijk binnen het jaarlijkse maximum van 1 miljard EUR middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financiële kader. In Verordening (EG) nr. 2012/2002[2] van de Raad is bepaald onder welke voorwaarden middelen uit het fonds kunnen worden vrijgemaakt.

Op grond van de verzoeken om steun uit het fonds die Slovenië, Kroatië en Oostenrijk hebben ingediend naar aanleiding van een overstroming in het najaar 2012, wordt de steun uit het Solidariteitsfonds, die op een raming van de totale schade is gebaseerd, als volgt berekend:

|||||| (in EUR)|

|| Ramp| In aanmerking genomen directe schade| Drempel  (in miljoen)| Bedrag op basis van 2,5%| Bedrag op basis van 6%| Voorgesteld totaal steunbedrag

|| Overstroming Slovenië| 359 534 214,| 5 350 8 730 14 081 355

|| Overstroming Kroatië| 11 463 259,| 286 ~| 286 587

|| Overstroming Oostenrijk| 9 600 1 798,| 240 ~| 240 000

|| TOTAAL|| 14 607 942

In het licht van het onderzoek van deze verzoeken[3] en rekening houdend met het maximumbedrag dat uit het fonds mag worden uitgekeerd alsmede met de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten in de rubriek die aanvullende uitgaven vergt, stelt de Commissie voor een totaalbedrag van 14 607 942 EUR uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het kader van rubriek 3b van de financiële vooruitzichten.

Met dit voorstel om middelen uit het fonds beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, overeenkomstig punt 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van beide takken van de begrotingsautoriteit de instemming te krijgen over de noodzaak van gebruikmaking van het fonds en over het vereiste bedrag. De Commissie vraagt elk van beide takken van de begrotingsautoriteit om de andere tak en de Commissie van zijn voornemen in kennis te stellen.

Indien met een van beide takken van de begrotingsautoriteit geen overeenstemming wordt bereikt, zal een formele trialoog worden gehouden.

De Commissie zal een ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) indienen om in de begroting 2013 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, overeenkomstig punt 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.