Toelichting bij COM(2013)533 - Verbeteren van het bestuur van OLAF en het versterken van waarborgen bij onderzoeken: een stapsgewijze aanpak in samenhang met het instellen van een Europees OM

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0533

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De governance van OLAF en de procedurele waarborgen bij onderzoeken versterken: stapsgewijze benadering ter flankering van de instelling van een Europees Openbaar Ministerie /* COM/2013/0533 final */


Inhoudsopgave

1.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S


De governance van OLAF en de procedurele waarborgen bij onderzoeken versterken: stapsgewijze benadering ter flankering van de instelling van een Europees Openbaar Ministerie

Inleiding



Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) is opgericht bij besluit van de Commissie van 28 april 1999 om de strijd tegen fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de belangen van de Gemeenschap worden geschaad, doeltreffender aan te pakken. Bij Verordening (EG) nr. 1073/1999 van de Raad, Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 en het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 is vastgesteld op welke wijze OLAF onderzoeken verricht.

Het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie legt juridisch bindend vast dat onder gelijkwaardige omstandigheden interne onderzoeken kunnen worden verricht in de drie instellingen en in alle andere organen en instanties van de Unie.

De bevoegdheden van OLAF om externe onderzoeken te verrichten, zijn in hoofdzaak die welke aan de Commissie zijn verleend bij Verordeningen (EG, Euratom) nrs. 2988/95 (bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen) en 2185/96 (controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden). Daarnaast treedt OLAF ook op op basis van Verordening (EG) nr. 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten.

De bescherming van de financiële belangen van de Unie is sinds de oprichting van OLAF verder uitgebouwd. De ervaring leerde dat het nodig was de governance van OLAF te versterken. De Commissie diende daarop twee wetgevingsvoorstellen in: het eerste in 2004, het tweede in 2006. Beide hadden tot doel de procedurele waarborgen bij OLAF-onderzoeken steviger te verankeren, want in het rechtskader van 1999 was dit aspect nagenoeg niet aan bod gekomen.

2.

2. De herziene OLAF-verordening


Op basis van het voorstel van de Commissie van maart 2011 werd na intensief onderhandelen een compromis over de herziene OLAF-verordening bereikt dat op 25 februari 2013 (unaniem) door de Raad[1] en op 3 juli 2013 door het Europees Parlement[2] werd goedgekeurd.

Met de herziene verordening worden een krachtigere governance van OLAF, een sterkere verankering van de procedurerechten bij interne en externe onderzoeken en een betere uitwisseling van informatie tussen enerzijds OLAF en anderzijds de instellingen en de nationale autoriteiten beoogd.

3.

3. Voorgenomen maatregelen om het rechtskader verder te versterken


De instelling van een Europees Openbaar Ministerie (EOM) zal de manier waarop in de Unie onderzoeken worden uitgevoerd naar fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, grondig veranderen.

Als er in de toekomst vermoedens rijzen dat er strafbare handelingen zijn gepleegd waarvoor het Europees Openbaar Ministerie bevoegd is, dan zal dit laatste als gerechtelijk orgaan het betrokken onderzoek verrichten en niet – zoals thans het geval is – OLAF, dat administratieve onderzoeken verricht. Deze verandering zal beduidend meer procedurele waarborgen bieden aan de in onderzoeken betrokken personen.

Overeenkomstig het voorstel voor een verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie zullen bij elk onderzoek dat door het EOM wordt geopend alle harde procedurele waarborgen gelden die kenmerkend zijn voor een gerechtelijk onderzoek. Wanneer het EOM bijvoorbeeld een onderzoek wil verrichten met betrekking tot een personeelslid van een EU-instelling, zal het aan de betrokken instelling moeten vragen om de immuniteit van de te onderzoeken perso(o)n(en) op te heffen overeenkomstig Protocol nr. 7 bij de Verdragen (zie ook artikel 19 van het voorstel voor een verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie). De relevante bepalingen gelden eveneens voor leden van de instellingen, ook ten aanzien van de immuniteit van de leden van het Europees Parlement en van de Commissie.

Het Europees Openbaar Ministerie zal onderzoeksmaatregelen nemen in overeenstemming met artikel 26 van het voorstel tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie en de uitvoeringsbepalingen van het nationaal strafrecht van toepassing op de betrokken handeling. Voor een aantal van de meest ingrijpende van de in artikel 26 voorgestelde opsporingsmaatregelen (zoals doorzoekingen en inbeslagnemingen, aftapping van telecommunicatieverkeer, heimelijke onderzoeken) zal voor het Europees Openbaar Ministerie een op EU-niveau geharmoniseerd vereiste gelden om de voorafgaande toestemming van de rechter te verkrijgen. De onderzoeksmaatregelen die het Europees Openbaar Ministerie neemt, kunnen aan gerechtelijke toetsing worden onderworpen door de bevoegde nationale rechter overeenkomstig de nationale strafprocedureregels (zie artikel 36 van het voorstel voor een verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie). De wetgeving van de lidstaten kan voorzien in directe gerechtelijke bescherming tegen een onderzoekshandeling, waardoor de wettigheid ervan snel kan worden beoordeeld tijdens de onderzoeksfase voordat een zaak voor het gerecht wordt gebracht.

De instelling van een Europees Openbaar Ministerie zal ertoe leiden dat de rol van OLAF bij mogelijk strafbare handelingen ten nadele van de financiële belangen van de EU in interne aangelegenheden (d.w.z. binnen de instellingen, organen en instanties van de EU) wordt ingeperkt. Zodra er een Europees Openbaar Ministerie is, zal OLAF in dergelijke gevallen nog slechts een eerste evaluatie verrichten van de onder zijn aandacht gebrachte aantijgingen. Het Bureau zal niet langer onderzoeken uitvoeren, maar het Europees Openbaar Ministerie op verzoek bijstand verlenen (zoals het nu reeds doet voor de nationale aanklagers). Deze verandering zal het onderzoeksproces bespoedigen en ertoe bijdragen dat dubbel werk (een administratief en een strafrechtelijk onderzoek van dezelfde feiten) wordt voorkomen. Op die manier zullen de kansen op een doeltreffende vervolging worden verhoogd.

Deze fundamenteel andere benadering – gerechtelijk in plaats van administratief onderzoek – zal onvermijdelijk ook een aantal veranderingen in de OLAF-verordening met zich meebrengen. Die zullen gelijktijdig met de verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie in werking treden. De Commissie zal daartoe te zijner tijd wetgevingsvoorstellen indienen. Zij vindt het tevens passend om intussen andere systemische verbeteringen van de OLAF-verordening, bovenop die welke in het kader van de huidige hervorming tot stand worden gebracht, in overweging te nemen. De inspiratie daarvoor is afkomstig van de procedurele waarborgen die in de verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie worden voorgesteld en die mutatis mutandis kunnen worden toegepast op de administratieve onderzoeken van OLAF. Meer in het bijzonder dienen twee essentiële punten te worden overwogen, namelijk:

· invoering van het ambt van 'toezichthouder op de procedurele waarborgen', om de wettigheid van onderzoeksmaatregelen te toetsen, en

· versterking van de procedurele waarborgen in gevallen waarin OLAF voornemens is om met huiszoekingen en inbeslagnemingen verwante handelingen bij EU-instellingen, -organen en -instanties te verrichten.

Het ambt van 'toezichthouder op de procedurele waarborgen' zou administratief bij de Commissie worden ondergebracht. De herziene OLAF-verordening zou de volledige onafhankelijkheid van het toezichthouderschap ten aanzien van OLAF, de Commissie en de andere EU-instellingen uitdrukkelijk waarborgen. De toezichthouder op de procedurele waarborgen zou door de Commissie voor een termijn van vijf jaar moeten worden aangesteld volgens een procedure waarbij het Comité van toezicht wordt betrokken. Hij/zij moet een juridische achtergrond hebben en beschikken over een ruime ervaring op het gebied van de grondrechten en het strafrecht. Het takenpakket moet exclusief bestaan uit het toezicht houden op de eerbiediging van de procedurele waarborgen in het kader van OLAF-onderzoeken en op een vlotte afhandeling van de onderzoeken om te vermijden dat er vertragingen ontstaan. De toezichthouder moet op eigen initiatief of na een klacht van een in een onderzoek betrokken persoon kunnen optreden. Hij/zij moet de betrokkene op korte termijn horen in een procedure op tegenspraak. De conclusies zouden formeel niet verbindend zijn voor de directeur-generaal van OLAF, dat besluiten om deze niet te volgen echter in elk geval zou moeten motiveren in een bijlage bij het eindverslag aan de bevoegde gerechtelijke autoriteiten. De directeur-generaal van OLAF zou te allen tijde de toezichthouder op de procedurele waarborgen kunnen raadplegen over alle aangelegenheden in verband met de eerbiediging van de procedurele waarborgen, en in het bijzonder in gevallen waarin een betrokkene niet moet worden geïnformeerd. De toezichthouder op de procedurele waarborgen dient voldoende medewerkers te hebben om zich vlot van zijn/haar taak te kunnen kwijten.

Deze nieuwe functie zou niet in de plaats komen van het huidige systeem van gerechtelijk toezicht op de onderzoeken van OLAF, maar een nuttige aanvulling erop zijn. In OLAF-onderzoeken betrokken personen zouden aldus beschikken over een nieuw verhaalsrecht, waardoor vermeende procedurele onregelmatigheden van OLAF minder vaak door de nationale rechter, wanneer het tot een rechtszaak komt, of door het Gerecht, in het kader van een schadeclaim, zouden moeten worden onderzocht. De toezichthouder zou de eerbiediging van de waarborgen nagaan in alle door OLAF onafhankelijk verrichte onderzoeken, ongeacht de aard ervan (intern/extern, gevolgen voor de financiële belangen van de Unie of niet).

Het ambt van toezichthouder op de procedurele waarborgen zou duidelijk gescheiden zijn van die van het Comité van toezicht van OLAF, dat zijn taken zoals omschreven in de momenteel herziene OLAF-verordening zou blijven uitoefenen. Deze omvatten het toezicht houden op de manier waarop sommige criteria (bijvoorbeeld procedurerechten en redelijke termijnen voor het afhandelen van zaken) systematisch worden gerespecteerd, zonder zich te mengen in lopende onderzoeken. Daartoe dient de toezichthouder op de procedurele waarborgen op gezette tijden een overzicht van zijn/haar werkzaamheden te verstrekken aan het Comité van toezicht.

Tevens zouden nieuwe, versterkte procedurele waarborgen worden ingevoerd voor de meest ingrijpende onderzoeksmaatregelen die OLAF kan nemen bij interne onderzoeken, nl. het doorzoeken van kantoren, het kopiëren van documenten of de inhoud van eender welke gegevensdrager en het meenemen van dergelijke documenten of gegevens – een bevoegdheid die verwant is met het recht om huiszoekingen en inbeslagnemingen te verrichten. Dit is de enige bestaande bevoegdheid van OLAF die functioneel vergelijkbaar is met de ingrijpende gerechtelijke onderzoeksmaatregelen waarin artikel 26 van de verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie voorziet. Afgezien daarvan, heeft OLAF geen van de andere ingrijpende bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie. Zo is het Bureau bijvoorbeeld niet bevoegd om telecommunicatieverkeer te onderscheppen.

In de verordening zou door middel van de aanscherping van de procedurevereisten het onderscheid worden weerspiegeld dat objectief gezien moet worden gemaakt tussen EU-ambtenaren en de leden van de instellingen, d.w.z. de leden van het Europees Parlement, de voorzitter van de Europese Raad, de leden van de Commissie, de rechters en advocaten-generaal van de EU-gerechtshoven, de leden van de Europese Rekenkamer en van de beslissingsorganen van de Europese Investeringsbank en de Europese Centrale Bank. Dit is terecht vanwege de uit de Verdragen voortvloeiende bijzondere verantwoordelijkheden van die leden en de bijzondere wijze van verkiezing of benoeming, waardoor zij anders zijn dan de ambtenaren, wier rechten en verplichtingen uit het Ambtenarenstatuut voortvloeien.

Wanneer OLAF voornemens is de bevoegdheid uit te oefenen om de kantoren van ambtenaren te doorzoeken en documenten of de inhoud van gegevensdragers te kopiëren, zou het eerst het advies van de toezichthouder op de procedurele waarborgen moeten inwinnen. Als de proportionaliteit van de maatregel niet vaststaat voor de toezichthouder, zou OLAF deze alleen kunnen nemen na omstandige motivering ervan in een bijlage bij zijn eindverslag.

Wanneer OLAF voornemens is de bevoegdheid uit te oefenen om de kantoren van een lid van een EU-instelling te doorzoeken en documenten of de inhoud van gegevensdragers te kopiëren, zou het eerst om een toestemming van dezelfde strekking als een rechterlijk bevel moeten vragen. De bevoegdheid om op verzoek van zijn directeur-generaal dergelijke toestemmingen aan OLAF af te geven, zou moeten berusten bij iemand die geschikt is om het ambt van rechter uit te oefenen, idealiter een oud-rechter bij een van de gerechten van de Europese Unie. De betrokkene zou via een speciale interinstitutionele procedure moeten worden benoemd voor een termijn die in de verordening is vastgesteld en zijn/haar taak deeltijds verrichten. Hij/zij zou assistentie moeten krijgen van de toezichthouder op de procedurele waarborgen en zijn/haar medewerkers.

4.

4. Conclusie


Een stapsgewijze benadering is volgens de Commissie de beste manier om de OLAF-governancestructuur en de procedurele waarborgen in het kader van zijn onderzoeken te versterken.

Zij verheugt zich over de inwerkingtreding bij wijze van eerste stap van de herziene OLAF-verordening.

Een tweede wenselijke stap is naar haar oordeel het overwegen van verdere systemische verbeteringen aan de OLAF-verordening, geïnspireerd op de procedurele waarborgen in het voorstel van de Commissie tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie die kunnen worden getransponeerd naar de administratieve onderzoeken van OLAF en in de wetgeving opgenomen nog voordat het Europees Openbaar Ministerie is opgericht. Twee van die essentiële verbeteringen zijn het versterken van de wettigheidstoetsing van onderzoeksmaatregelen via het nieuwe ambt van onafhankelijke toezichthouder op de procedurele waarborgen en het versterken van de procedurele waarborgen bij met huiszoekingen en inbeslagnemingen verwante handelingen van OLAF in de instellingen. De Commissie zal tevens voorstellen doen om de OLAF-verordening aan te passen waar zulks nodig is als gevolg van de instelling van een Europees Openbaar Ministerie. Die zouden gelijktijdig met de verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie in werking moeten treden. Een en ander betekent een fundamentele verandering van het regime, van administratieve naar gerechtelijke onderzoeken, en van de manier waarop het onderzoek naar fraude en andere criminele activiteiten ten nadele van de financiële belangen van de EU plaatsvindt. Het resultaat zal een substantiële versterking van de gehanteerde procedurele waarborgen zijn.

5.

FINANCIEEL MEMORANDUM


KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Benaming van het voorstel/initiatief

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's:

"De governance van OLAF en de procedurele waarborgen bij onderzoeken versterken.

6.

Stapsgewijze benadering ter flankering van de instelling van het Europees Openbaar Ministerie"


Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[3]

7.

Beleidsterrein: 24.01. Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein fraudebestrijding


Aard van het voorstel/initiatief

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[4]

8.

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie


¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

9.

Doelstelling(en)


De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Fraudebestrijding – artikel 325 VWEU

10.

Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten


Specifieke doelstelling nr. 7.1.a

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

11.

24.01. Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein fraudebestrijding


Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

De aanstelling van een 'toezichthouder op de procedurele waarborgen' moet leiden tot:

- een betere bescherming van de procedurerechten van personen die in OLAF-onderzoeken betrokken zijn;

- transparantere interne en externe onderzoeken;

- een beter toezicht op de naleving van de procedureregels bij onderzoeken;

- de mogelijkheid voor in een OLAF-onderzoek betrokken personen om klacht in te dienen bij de toezichthouder op de procedurele waarborgen.

12.

Resultaat- en effectindicatoren


Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

- prompte afhandeling van klachten binnen een redelijke termijn;

- prompte organisatie van een procedure van hoor en wederhoor, onafhankelijk van OLAF.

13.

Motivering van het voorstel/initiatief


Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

De aanstelling van een 'toezichthouder op de procedurele waarborgen' moet een betere eerbiediging van de procedurerechten van personen die in interne en externe OLAF-onderzoeken betrokken zijn bevorderen en OLAF ertoe nopen meer rekenschap af te leggen.

14.

Toegevoegde waarde van de deelname van de EU


De meerwaarde van een 'toezichthouder op de procedurele waarborgen' bestaat in de controle op de naleving van de procedurerechten waarin de OLAF-verordening voorziet en de prompte afhandeling van klachten van betrokkenen binnen een redelijke termijn. De toezichthouder staat er borg voor dat de procedurerechten van de betrokkenen volledig worden gerespecteerd door OLAF.

15.

Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan


De herziene OLAF-verordening die in oktober 2013 in werking moet treden, voorziet in een aantal procedurerechten voor personen die in interne en externe onderzoeken van OLAF betrokken zijn, alsook voor getuigen.

De Commissie heeft eerder naar aanleiding van haar voorstel tot wijziging van Verordening 1073/1999 betreffende onderzoeken door OLAF (COM(2006)244 def) de functie van 'adviseur-revisor' voorgesteld en in het gewijzigd voorstel van 2011 – COM(2011)135 – het concept van een 'toetsingsprocedure'. Beide voorstellen waren erop gericht een snelle toetsing van de naleving van de procedurerechten van in OLAF-onderzoeken betrokken personen mogelijk te maken.

De wetgever vond dit echter onaanvaardbaar omdat een hoge mate van onafhankelijkheid van OLAF moeilijk te verenigen was met eisen van kostenefficiëntie en begrotingsneutraliteit.

De Commissie stelt nu voor om het ambt van 'toezichthouder op de procedurele waarborgen' administratief bij haar onder te brengen. De herziene OLAF-verordening zou de volledige onafhankelijkheid van het toezichthouderschap ten aanzien van OLAF, de Commissie en de andere EU-instellingen uitdrukkelijk waarborgen. De toezichthouder op de procedurele waarborgen zou door de Commissie voor een termijn van vijf jaar moeten worden aangesteld volgens een procedure waarbij het Comité van toezicht wordt betrokken. Hij/zij moet een juridische achtergrond hebben en beschikken over een ruime ervaring op het gebied van de grondrechten en het strafrecht. Het takenpakket moet exclusief bestaan uit het toezicht houden op de eerbiediging van de procedurele waarborgen in het kader van OLAF-onderzoeken en op een vlotte afhandeling van de onderzoeken om te vermijden dat er vertragingen ontstaan. De toezichthouder moet op eigen initiatief of na een klacht van een in een onderzoek betrokken persoon kunnen optreden.

Het ambt dient te worden gescheiden van de rol van het Comité van toezicht van OLAF, dat zal blijven toezien op eventuele systemische tekortkomingen en de onafhankelijkheid van OLAF zal bewaken.

16.

Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten


De herziene OLAF-verordening: op basis van het voorstel van de Commissie van maart 2011 werd na intensief onderhandelen een compromis over de herziene OLAF-verordening bereikt dat op 25 februari 2013 (unaniem) door de Raad en op 3 juli 2013 door het Europees Parlement werd goedgekeurd.

Met de herziene verordening worden een krachtigere governance van OLAF, een sterkere verankering van de procedurerechten bij interne en externe onderzoeken en een betere uitwisseling van informatie tussen OLAF en de instellingen en de nationale autoriteiten beoogd.

Het ambt van toezichthouder vervolledigt de herziening met een procedure om klachten met betrekking tot de rechten waarin de herziene verordening voorziet onafhankelijk af te handelen.

De verordening tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie: de instelling van een Europees Openbaar Ministerie (EOM) zal de manier waarop in de Unie onderzoeken worden ingesteld naar fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, grondig veranderen.

Als er in de toekomst vermoedens rijzen dat er strafbare handelingen zijn gepleegd waarvoor het Europees Openbaar Ministerie bevoegd is, dan zal dit als gerechtelijk orgaan het betrokken onderzoek verrichten en niet – zoals thans het geval is – OLAF, dat administratieve onderzoeken verricht. Deze verandering zal gevoelig meer procedurele waarborgen meebrengen voor de in onderzoeken betrokken personen.

De versterking van de procedurele waarborgen voor de in OLAF-onderzoeken betrokken personen door de aanstelling van een toezichthouder op de procedurele waarborgen is een voorbereidende stap in de richting van de instelling van een EOM.

17.

Duur en financiële gevolgen


¨ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

¨ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

18.

X Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur


Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2015 tot en met 2016,

gevolgd door een volledige uitvoering.

Beheersvorm(en)[5]

19.

X Direct beheer door de Commissie


¨ Gedeeld beheer met lidstaten

¨ Indirect beheer door het toevertrouwen van begrotingsuitvoeringstaken aan:

¨ internationale organisaties en hun agentschappen (te specificeren);

¨de EIB en het Europees Investeringsfonds;

¨ de in de artikelen 208 en 209 bedoelde organen;

¨ publiekrechtelijke organen;

¨ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

¨ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

20.

Opmerkingen


[…]

[…]

21.

BEHEERSMAATREGELEN


Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De 'toezichthouder op de procedurele waarborgen' dient op gezette tijden een overzicht van zijn/haar werkzaamheden aan het Comité van toezicht van OLAF te geven.

22.

Beheers- en controlesysteem


Mogelijke risico's

Verwerking van persoonsgegevens naar aanleiding van klachten van in OLAF-onderzoeken betrokken personen.

23.

Controlemiddel(en)


Controles achteraf door de Europese Rekenkamer

Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

24.

Regels voor personeelsleden ter voorkoming/afhandeling van belangenconflicten


GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader| Begrotingsonderdeel| Soort uitgave| Bijdrage

Aantal Rubriek 5 – administratieve uitgaven| GK/ NGK ([6])| van EVA-landen[7]| van kandidaat-lidstaten[8]| van derde landen| in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

|| XX.YY Europese Commissie| GK| NEE| NEE| NEE| NEE

25.

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen


In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader| Begrotingsonderdeel| Soort uitgave| Bijdrage

Aantal [Rubriek….…...….]| GK/ NGK| van EVA-landen| van kandidaat-lidstaten| van derde landen| in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

|| [XX.YY.YY.YY]|| JA/NEE| JA/NEE| JA/NEE| JA/NEE

26.

Geraamde gevolgen voor de uitgaven


Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

mln euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

Rubriek van het meerjarig financieel kader| Aantal| [Rubriek….…...….]

[Orgaan]: <…….>||| Jaar N[9]| Jaar N+| Jaar N+| Jaar N+| invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)| TOTAAL

Titel 1:| Vastleggingen| 1.||||||||

Betalingen| 2.||||||||

Titel 2:| Vastleggingen| 1 a.||||||||

Betalingen| 2 a.||||||||

Titel 3:| Vastleggingen| 3 a.||||||||

|| Betalingen| 3 b.||||||||

TOTAAL kredieten voor [orgaan] <…….>| Vastleggingen| =1+1 a +||||||||

Betalingen| =2+2 a +3 +3 b.||||||||

Rubriek van het meerjarig financieel kader| 'Administratieve uitgaven'

27.

mln euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)


||||| TOTAAL

28.

Toezichthouder op de procedurele waarborgen|


Ÿ Personele middelen| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 2,882

Ÿ Overige administratieve uitgaven| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 0,137

TOTAAL| Kredieten| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 3,019

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader| (Totaal vastleggingen = totaal betalingen)| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 3,019

29.

mln euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)


||||| TOTAAL

TOTAAL kredieten onder RUBRIEKEN 1 tot 5 van het meerjarig financieel kader| Vastleggingen| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 3,019

Betalingen| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 3,019

Geraamde gevolgen voor de kredieten van [de instantie]

¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

¨ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

30.

Vastleggingskredieten (miljoen EUR, tot op 3 decimalen)


Vermeld doelstellingen en outputs ò||||| TOTAAL

31.

OUTPUTS


Aard[10]| Gem. kosten| Aantal| Kos-ten| Aantal| Kos-ten| Aantal| Kos-ten| Aantal| Kos-ten| Aantal| Kos-ten| Aantal| Kos-ten| Aantal| Kos-ten| Totaal aantal| Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 1[11] ...||||||||||||||||

- Output||||||||||||||||||

- Output||||||||||||||||||

- Output||||||||||||||||||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr.|||||||||||||||

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr.|||||||||||||||

- Output||||||||||||||||||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr.|||||||||||||||

TOTALE KOSTEN||||||||||||||||

Geraamde gevolgen voor het personeel van [de instantie]

Samenvatting



¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

þ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

32.

mln euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)


|| 2015[12]|| TOTAAL

Ambtenaren (AD-rangen)| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 2,161

Ambtenaren (AST-rangen)| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 0,721

Arbeidscontractant||||||||

Tijdelijk personeel||||||||

Gedetacheerde nationale deskundigen||||||||

TOTAAL| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,|| 2,882

Personele middelen Toezichthouder op de procedurele waarborgen| 2020

Posten personeelsformatie (in aantal personen)| 4

- waarvan AD| 1,| 3

- waarvan AST| 0,| 1

Totaal personeelsbestand| 4

33.

Geraamde behoefte aan personele middelen voor het verantwoordelijke DG


¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

þ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

||| 2020

||| Ÿ Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)|

|| XX YY personeel EC| 4

||||||||

|| XX 01 01 02 (delegaties)||||||

|| XX 01 05 01 (onderzoek door derden)||||||

|| 10 01 05 01 (eigen onderzoek)||||||

||||||||

|||| Ÿ Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)

|| XX 01 02 01 (CA, SNE, INT van de 'totale financiële middelen')||||||

|| XX 01 02 02 (CA, LA, SNE, INT en JED in de delegaties)||||||

|| XX 01 04 yy| - zetel||||||

|| - delegaties||||||

|| XX 01 05 02 (CA, SNE, INT – indirect onderzoek)||||||

|| 10 01 05 02 (CA, SNE, INT – eigen onderzoek)||||||

|| Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)||||||

|| TOTAAL| 4

34.

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel


De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Taakomschrijving:

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen| Toezicht houden op de eerbiediging van de procedurele waarborgen in het kader van OLAF-onderzoeken en op een prompte afhandeling van de onderzoeken om te vermijden dat er vertragingen ontstaan. Prompte behandeling van klachten via een procedure van hoor en wederhoor.

De bijlage (deel 3) moet een beschrijving bevatten van de berekening van de kosten van VTE.

35.

Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader


þ Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader

¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

o Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader[13].

36.

Bijdrage van derden aan de financiering


þ Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

37.

Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)


|| Jaar N| Jaar N+| Jaar N+| Jaar N+| invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)| Totaal

Medefinancieringsbron||||||||

TOTAAL medegefinancierde kredieten||||||||

38.

Geraamde gevolgen voor de ontvangsten


þ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

¨ voor de eigen middelen

¨ voor de diverse ontvangsten

39.

mln euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)


Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:| Voor het huidige begrotingsjaar beschikbare kredieten| Gevolgen van het voorstel/initiatief[14]

Jaar N| Jaar N+| Jaar N+| Jaar N+| invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ........||||||||

Voor de diverse ontvangsten die worden 'toegewezen', vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

[1] Standpunt (EU) nr. 2/2013 van de Raad in eerste lezing, aangenomen op 25 februari 2013, PB C 89E van 27.3.2013.

[2] P7_TA(2013)0308.

[3] ABM: Activity-Based Management (activiteitsgestuurd beheer) – ABB: Activity Based Budgeting.

[4] In de zin van artikel 54 , lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

[5] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en

[6] GK = GK / NGK = Niet-gesplitste kredieten.

[7] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[8] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[9] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[10] Outputs zijn te leveren goederen en diensten (bv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde weg, enz.).

[11] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en) …".

[12] Bezetting zal geleidelijk toenemen tijdens het eerste jaar van de opstartfase; in 2016 zal 50% nodig zijn.

[13] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord voor 2007-2013.

[14] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.