Toelichting bij COM(2013)617 - Ontkoppelingsproces (landbouwbeleid)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2013)617 - Ontkoppelingsproces (landbouwbeleid).
bron COM(2013)617 NLEN
datum 09-09-2013
52013DC0617

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE HET ONTKOPPELINGSPROCES /* COM/2013/0617 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


INZAKE HET ONTKOPPELINGSPROCES

Inleiding



Sinds de hervorming van 2003 zijn de rechtstreekse betalingen geleidelijk losser komen te staan van de beslissingen die de landbouwer over zijn bedrijfsvoering neemt – met een verbetering van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van de landbouw in de EU tot gevolg. Tegelijkertijd is een aantal beperkte mogelijkheden voor de verlening van gekoppelde steun om ecologische en sociale redenen aangehouden om het aanpassingsproces te vergemakkelijken en om de rol van de landbouw als leverancier van openbare goederen een plaats te geven en daardoor de duurzame landbouw in de EU voort te zetten[1].

In de bij de gezondheidscontrole ("check-up") gevoegde effectbeoordeling wordt de impact van de hervorming van 2003 geanalyseerd en worden drie scenario's voor het concurrerender maken van de landbouw onderzocht: a) de status-quo, b) volledige ontkoppeling en c) gerichte selectieve ontkoppeling. Uit de analyse blijkt dat voortzetting van de weg naar meer marktgerichtheid voordelen met zich brengt, maar ook risico's op bepaalde gebieden, zoals in de sectoren extensieve fokkerij van zoogkoeien en schapenvlees, waar het gerechtvaardigd kan zijn om met name om ecologische redenen gedeeltelijk gekoppelde steun te handhaven[2]. Deze benadering is terug te vinden in de verordening van de Raad[3] die uit de gezondheidscontrole is voortgevloeid.

In het definitieve compromis over de voorstellen inzake de gezondheidscontrole[4] is de volgende verklaring opgenomen: 'De Commissie zal uiterlijk 31 december 2012 voor de Raad een verslag opstellen over de stand van de uitvoering van de check-up, met het accent op de vooruitgang bij de ontkoppeling.'

Met dit document wordt gevolg gegeven aan die verbintenis. Het bevat een overzicht van de meest recente stappen op het gebied van ontkoppeling en van het aandeel van elk van deze stappen in de rechtstreekse betalingen.

2.

2. aanvraagjaar 2009: Stand van zaken op het gebied van ontkoppeling


In het aanvraagjaar 2009 is als resultaat van de hervorming van 2003 reeds een belangrijke stap richting ontkoppeling gezet. In dat jaar was in de EU‑27 86 % van het totale brutobedrag (i.e. vóór modulatie) van de rechtstreekse betalingen[5] beschikbaar voor de toekenning van ontkoppelde rechtstreekse betalingen. In sommige lidstaten liep dit op tot bijna 100 % terwijl andere lidstaten slechts 69 % haalden.

In overweging 2 van de Raadsverordening die naar aanleiding van de gezondheidscontrole is vastgesteld (i.e. Verordening (EG) nr. 73/2009) staat dat "[b]epaalde elementen van het steunmechanisme moeten worden aangepast, zo blijkt in het bijzonder uit de ervaring die is opgedaan bij de tenuitvoerlegging van [de hervorming van 2003] (…)". "Met name moeten meer vormen van rechtstreekse steun worden ontkoppeld […]", gaat het nog verder. De stappen op het gebied van ontkoppeling die toen zijn afgesproken, en de impact ervan op de ontkoppelingspercentages worden hieronder samengevat.

3.

3. Stappen op het gebied van ontkoppeling waartoe reeds vóór de gezondheidscontrole was besloten


Reeds vóór de gezondheidscontrole was besloten dat de steunverlening voor tabak op grond van hoofdstuk 10 quater van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad uiterlijk tot en met aanvraagjaar 2009 zou worden voortgezet. Het totale brutobedrag dat beschikbaar was voor de verlening van gekoppelde steun voor de tabakproductie in aanvraagjaar 2009 bedroeg EUR 321 miljoen. Met ingang van het volgende jaar werd in het kader van plattelandsontwikkelingsprogramma's 50 % van het totale bedrag van de tabakscomponent in de enveloppe voor zowel ontkoppelde als gekoppelde rechtstreekse betalingen ter beschikking gesteld als communautaire steun voor maatregelen in tabak producerende gebieden. Het andere deel werd geïntegreerd in de bedrijfstoeslagregeling (BTR) (i.e. ontkoppeld).

4.

4. Gezondheidscontrole: integratie van gekoppelde regelingen in de bedrijfstoeslagregeling/regeling inzake een enkele areaalbetaling (BTR/REAB)


5.

4.1. Afgesproken integratie van gekoppelde steun in de BTR/REAB naar aanleiding van de gezondheidscontrole


Naar aanleiding van de gezondheidscontrole is in bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad een lijst met gekoppelde regelingen opgenomen die de lidstaten uiterlijk voor aanvraagjaar 2012 moesten integreren in de bedrijfstoeslagregeling of in de regeling inzake een enkele areaalbetaling.

Tijdschema| Gekoppelde regeling| Rechtsgrondslag (voor de gekoppelde steun)| Betrokken lidstaten| Voor de lidstaten in 2009 beschikbaar brutobedrag (in miljoen EUR)

Specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe| Titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 1782/| EL, ES, FR, IT, AT, PT| 127,600

Areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen, incl. toeslag voor durumtarwe in traditionele productiegebieden| Titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/| ES, FR| 1.583,561

Steun voor olijfgaarden| Titel IV, hoofdstuk 10 ter, van Verordening (EG) nr. 1782/| ES| 103,140

Areaalsteun voor hop| Titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van Verordening (EG) nr. 1782/| FR, AT, SI (DE[6])| 0,274

Uiterlijk Premie voor eiwithoudende gewassen| Titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EG) nr. 73/| Alle EU-| 77,796

Uiterlijk Gewasspecifieke betaling voor rijst| Titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 73/| EL, ES, FR[7], IT, PT| 179,910

Uiterlijk Areaalbetaling voor noten| Titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 73/| BE, DE, EL, ES, FR, IT, LU, NL, AT, PT, SI, UK| 96,622

Uiterlijk Productiesteun voor zetmeelaardappeltelers| Titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 73/| DK, DE, ES, FR, NL, AT, FI, SE| 116,867

Uiterlijk Steun voor zaaizaad| Titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 73/| BE, EL, ES, FR, IT, NL, PT, FI| 30,923

Uiterlijk Rundvleesbetalingen, excl. zoogkoeienpremie| Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 73/| BE, DK, ES, FR, NL, AT, PT, FI, SE, SI| 471,883

Overgangsbetaling voor zacht fruit| Titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 73/| BG, HU, LV, LT, PL| 12,213

TOTAAL| 2.800,789

Bovendien is als gevolg van de gezondheidscontrole besloten om de gekoppelde steun voor energiegewassen met ingang van aanvraagjaar 2010 te schrappen. De totale brutobedrag dat beschikbaar was voor de toekenning van die betaling in 2009 was 90 miljoen EUR.

Tot slot dient te worden vermeld dat bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad ook voorzag in de integratie, met ingang van 2012, van 187 miljoen EUR in de BTR/REAB naar aanleiding van de afschaffing van drie marktmaatregelen, meer bepaald de steun voor de verwerking van gedroogde voedergewassen[8], de steun voor de verwerking van vezelvlas en ‑hennep[9] en de premie voor aardappelzetmeel[10].

6.

4.2. Facultatieve integratie van gekoppelde steun in de BTR/REAB naar aanleiding van de gezondheidscontrole


Krachtens artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 kunnen lidstaten die krachtens artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 besloten hebben betalingen in de sector schapenvlees en geitenvlees en/of in de vorm van zoogkoeienpremies toe te kennen, deze betalingen verder toekennen. Zij kunnen ook besluiten het aandeel van hun nationale maxima dat moet worden gebruikt voor de toekenning van deze betalingen vast te stellen op een lager niveau dan dat waartoe is besloten overeenkomstig artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003. Op deze basis hebben de betrokken lidstaten het volgende besloten.

Tijdschema| Gekoppelde regeling| Rechtsgrondslag (voor de gekoppelde steun)| Betrokken lidstaten| Besluit| Voor de lidstaten in 2009 beschikbaar brutobedrag voor de toekenning van de gekoppelde steun (in miljoen EUR)

Betalingen voor schapenvlees en geitenvlees| Artikel 52 van Verordening (EG) nr. 73/| ES| Volledige ontkoppeling| 239,294

Betalingen voor schapenvlees| Artikel 52 van Verordening (EG) nr. 73/| FR| Volledige ontkoppeling| 86,027

Zoogkoeienpremie| Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 73/| FR| 25 % ontkoppeling + verlaging van 25,19 miljoen EUR voor de financiering van de specifieke steun krachtens artikel 68[11]| 208,794

Betalingen voor schapenvlees en geitenvlees| Artikel 52 van Verordening (EG) nr. 73/| SI| Volledige ontkoppeling| 0,697

Betalingen voor schapenvlees en geitenvlees| Artikel 52 van Verordening (EG) nr. 73/| DK| Volledige ontkoppeling| 0,855

TOTAAL| 535,667

Krachtens hetzelfde artikel kunnen lidstaten die op grond van artikel 68 ter van Verordening (EG) nr. 1782/2003 de betalingen voor groenten en fruit volledig of gedeeltelijk van de bedrijfstoeslagregeling hebben uitgesloten, besluiten:

hetzij de betalingen tot het verstrijken ervan[12] verder toe te kennen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad,

hetzij deze betalingen uiterlijk op 1 augustus 2009 in de BTR te integreren,

hetzij deze betalingen uiterlijk op 1 augustus 2009 toe te kennen op een lager niveau dan dat waartoe is besloten overeenkomstig artikel 68 ter van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Krachtens artikel 128 van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad stonden vergelijkbare mogelijkheden ter beschikking van lidstaten die de REAB toepasten.

Als gevolg van het bestaande ontkoppelingsplan waartoe reeds is besloten in het kader van de hervorming van de sector groenten en fruit, en van de naar aanleiding van de gezondheidscontrole genomen besluiten zijn de volgende bedragen, die nog beschikbaar waren voor de toekenning van gekoppelde steun in 2009, geïntegreerd in de BTR/REAB.

Tijdschema| Gekoppelde regeling| Rechtsgrondslag (voor de gekoppelde steun)| Betrokken lidstaten| Voor de lidstaten in 2009 beschikbaar ontkoppeld brutobedrag (in miljoen EUR)

Steun voor de productie van tomaten| Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 73/| EL, ES, IT| 130,821

Steun voor de productie van tomaten| Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 73/| FR, PT| 20,684

Steun voor de productie van tomaten| Artikel 128 van Verordening (EG) nr. 73/| SK| 0,174

Steun voor de productie van tomaten| Artikel 128 van Verordening (EG) nr. 73/| SK, RO| 1,204

Steun voor de productie van andere groenten en fruit| Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 73/| EL, ES| 111,653

Steun voor de productie van andere groenten en fruit| Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 73/| FR, IT| 18,977

Steun voor de productie van andere groenten en fruit| Artikel 128 van Verordening (EG) nr. 73/| CY| 1,119

TOTAAL| 284,632

7.

5. Resterende mogelijkheden voor koppeling


Zoals hierboven is vermeld, konden lidstaten die na de hervorming van 2003 besloten hadden betalingen in de sector schapenvlees en geitenvlees en/of in de vorm van zoogkoeienpremies toe te kennen en/of de betalingen voor groenten en fruit volledig of gedeeltelijk van de BTR of de REAB hadden uitgesloten, deze betalingen verder toekennen op hetzelfde of een lager niveau. Als gevolg daarvan waren de volgende bedragen in 2012 nog beschikbaar voor de toekenning van rechtstreekse betalingen in de genoemde sectoren.

Gekoppelde regeling| Rechtsgrondslag (voor de gekoppelde steun)| Betrokken lidstaten| Voor de lidstaten in 2012 beschikbaar brutobedrag voor de toekenning van de gekoppelde steun (in miljoen EUR)

Betalingen voor schapenvlees en geitenvlees| Artikel 52 van Verordening (EG) nr. 73/| PT, FI| 29,876

Zoogkoeienpremie| Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 73/| BE, ES, FR, AT, PT| 1,068 563

Steun voor de productie van andere groenten en fruit| Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 73/| FR, IT| 33,875

Steun voor de productie van andere groenten en fruit| Artikel 128 van Verordening (EG) nr. 73/| CY| 3,359

TOTAAL| 1,135 673

Een ander belangrijk resultaat van de gezondheidscontrole was dat de lidstaten krachtens artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad de mogelijkheid kregen om een deel van hun bijlage VIII‑enveloppe te gebruiken om specifieke steun aan landbouwers toe te kennen, mede in de vorm van gekoppelde betalingen. Deze steun kwam – na een overgangsperiode indien de lidstaten dat wensten – in de plaats van de eerdere mogelijkheid die de lidstaten krachtens artikel 69 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad hadden om tot 10 % van het aandeel in hun nationale maxima dat overeenkwam met elke sector waarvoor rechtstreekse betalingen werden verleend, te gebruiken om gekoppelde betalingen toe te kennen voor specifieke soorten landbouw en kwaliteitsproductie in de betrokken sector. In 2012 hadden de lidstaten een aandeel ten bedrage van 1,202 257 miljoen EUR van hun in bijlage VIII vastgestelde nationale maxima beschikbaar gesteld voor de toekenning van gekoppelde steun voor specifieke doeleinden, meer bepaald in het kader van artikel 68, lid 1, onder a) i) tot en met iv), onder b) en e), van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad. Het bedrag dat was toegewezen voor de toekenning van gekoppelde steun in het kader van het vroegere artikel 69 in 2009, bedroeg 473,534 miljoen EUR.

In 2012 was, tegen de achtergrond van de bepalingen van het Verdrag inzake de toetreding van de betrokken lidstaten (ES, EL, PT[13]), nog 269 miljoen EUR beschikbaar voor de toekenning van de gewasspecifieke betaling voor katoen. ES beschikte nog over 24 miljoen EUR voor de toekenning van de vijfjarige steun voor suikerbieten‑ en suikerrietproducenten (2013 is het laatste van die vijf jaren).

Samenvattend: als gevolg van de gezondheidscontrole en de vorige sectorale hervormingen was in aanvraagjaar 2012 in de EU‑27 94 % van het totale brutobedrag (vóór modulatie) van de rechtstreekse betalingen[14] beschikbaar voor de toekenning van ontkoppelde betalingen. De lidstaten haalden percentages van 77 % tot 100 %.

[1] Zie 'Agricultural Policy Perspectives Brief 1': The CAP in perspective: from market intervention to policy innovation, ec.europa.eu/agriculture/publi/app-briefs

[2] Zie de gezondheidscontrole van het GLB – Impact assessment Note No 3 on partially coupled support, ec.europa.eu/agriculture/healthcheck/ia_annex

[3] Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 30 van 31.1.2009).

[4] COD 16049/08 van 20 november 2008 en COD 5263/09 ADD 1 van 9 januari 2009.

[5] Excl. rechtstreekse betalingen voor POSEI en de Egeïsche eilanden.

[6] Het bedrag dat DE beschikbaar had voor de toekenning van gekoppelde steun voor hop tot 2009, was niet ontkoppeld, maar was overgedragen naar een specifieke enveloppe die DE kon gebruiken ter ondersteuning van de sector in het kader van de integrale GMO.

[7] Het bedrag dat beschikbaar was voor de toekenning van gekoppelde steun voor de rijstproductie in Frans Guyana, was geïntegreerd in de voor de toekenning van POSEI‑steun beschikbare enveloppe.

[8] Zie deel II, titel I, hoofdstuk 4, afdeling I, onderafdeling I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

[9] Zie deel II, titel I, hoofdstuk 4, afdeling I, onderafdeling II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

[10] Zie artikel 95 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

[11] Overeenkomstig artikel 69, lid 6, onder b) van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad kunnen de lidstaten zorgen voor de middelen die nodig zijn ter financiering van de specifieke steun bedoeld in artikel 68, lid 1, onder a), b), c) en d), door een lineaire verlaging toe te passen op de rechtstreekse betalingen bedoeld in artikel 53.

[12] Aanvraagjaar 2011 is het laatste jaar waarin tot 50 % van het aandeel in de nationale maxima kan worden gebruikt dat bestemd is voor steun voor de productie van tomaten. Aanvraagjaar 2012 is het laatste jaar waarin tot 75 % van het aandeel in de nationale maxima kan worden gebruikt dat bestemd is voor steun voor de productie van verse vijgen, verse citrusvruchten, tafeldruiven, peren, perziken en nectarines en bepaalde soorten pruimen verkregen uit "prunes d'Ente".

[13] Het voor BG beschikbare bedrag maakt deel uit van de enveloppe voor de REAB.

[14] Excl. rechtstreekse betalingen voor POSEI en de Egeïsche eilanden.