Toelichting bij COM(2013)717 - Verslag over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 7-9/2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0717

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 7-9/2013 /* COM/2013/0717 final */


1.

INHOUDSOPGAVE


2.

1........... Inleiding. 3


3.

2........... Bestemmingsontvangsten voor het ELGF. 3


4.

3........... Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2013 (tussenstand) 4


5.

4........... Besteding van de bestemmingsontvangsten voor het ELGF. 8


6.

5........... Conclusies. 8


bijlage 1:| Besteding van de ELGF-kredieten tot en met 31 juli 2013 (tussenstand)

Inleiding



In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de uitgaven die in de periode van 16 oktober 2012 tot en met 31 juli 2013 werkelijk zijn verricht ten laste van het ELGF en worden die uitgaven vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1290/2005[1] van de Raad.

7.

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF


Krachtens artikel 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid gelden ontvangsten die voortvloeien uit financiële correcties naar aanleiding van conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, ontvangsten als gevolg van terugvorderingen wegens onregelmatigheden en opbrengsten van de melkheffing als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze voorschriften kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt om welke ELGF-uitgaven dan ook te financieren. Blijven deze ontvangsten gedeeltelijk ongebruikt, dan worden de ongebruikte bedragen automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar[2].

De ELGF-begroting 2013 bevat zowel de door de Commissie gemaakte meest recente ramingen van de middelen die nodig zijn om de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse steun te financieren, en de ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het betrokken begrotingsjaar zullen worden geïnd, als het over te dragen saldo van de uit het voorgaande begrotingsjaar overgebleven bestemmingsontvangsten. In haar voorstel inzake het bedrag aan ELGF-kredieten voor de begroting 2013 heeft de Commissie gekeken naar de totale verwachte bestemmingsontvangsten en deze bij de berekening van de hoogte van de kredieten in de begroting 2013 in mindering gebracht op de geraamde behoeften. De begrotingsautoriteit heeft vervolgens de nieuwe ELGF-begroting goedgekeurd, met inbegrip van de verwachte bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2013 werden de beschikbare bestemmingsontvangsten door de Commissie op 1 533 miljoen EUR geraamd. Meer bepaald:

– werd verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2013 bestemmingsontvangsten ten bedrage van 628 miljoen EUR zouden worden geïnd. De ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden werden op respectievelijk 389 miljoen EUR en 161 miljoen EUR geraamd. De opbrengsten uit de melkheffing werden op 78 miljoen EUR geraamd;

– werd verwacht dat bestemmingsontvangsten ten bedrage van 905 miljoen EUR van het begrotingsjaar 2012 naar het begrotingsjaar 2013 zouden worden overgedragen (met inbegrip van het saldo van het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie, dat op 675 miljoen EUR werd geraamd).

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 1 533 miljoen EUR in de begroting 2013 toegewezen aan twee regelingen. Meer bepaald:

– werd 500 miljoen EUR toegewezen aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

– werd 1 033 miljoen EUR toegewezen aan de bedrijfstoeslagregeling.

Voor deze twee regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten ten belope van respectievelijk 267 miljoen EUR en 30 635 miljoen EUR goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en de bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met een totaalbedrag aan geraamde beschikbare kredieten van 767 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en 31 668 miljoen EUR voor de bedrijfstoeslagregeling.

In bijlage 1, waarin de uitvoering van de begroting 2013 (tussenstand) voor de periode tot en met 31 juli 2013 wordt weergegeven, gaat het bij de begrotingskredieten voor de sector groenten en fruit en de sector ontkoppelde rechtstreekse steun (weergegeven op het niveau van het artikel) om de goedgekeurde kredieten voor deze twee regelingen (respectievelijk 611 miljoen EUR en 38 076 miljoen EUR), waarbij geen rekening is gehouden met de voornoemde bestemmingsontvangsten. Als de aan deze sectoren toegewezen bestemmingsontvangsten worden meegeteld, bedragen de totale kredieten in de begroting 2013 1 111 miljoen EUR voor de sector groenten en fruit en 39 109 miljoen EUR voor de sector ontkoppelde rechtstreekse steun.

8.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2013 (tussenstand)


Bijlage 1 geeft een overzicht van de uitvoering van de begroting voor de periode van 16 oktober 2012 tot en met 31 juli 2013. Dit uitvoeringsniveau wordt vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad. Hieronder volgt voor de onderdelen van de begroting 2013 die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitgaven te zien geven, een beknopte uiteenzetting van de oorzaken van die verschillen.

9.

3.1. Marktmaatregelen


De opname van goedgekeurde begrotingskredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 120,9 miljoen EUR boven het niveau waarop deze volgens de indicator op 31 juli 2013 zou moeten liggen. Dit verschil is terug te voeren op het uitvoeringspatroon, vooral in de sector groenten en fruit, wijn en varkensvlees en pluimvee.

10.

3.1.1. Voedselprogramma's (10,6 miljoen EUR)


Terwijl de kredieten voor de regeling voor de meest hulpbehoevenden in de eerste helft van het begrotingsjaar nog in een traag tempo waren opgenomen, hebben de lidstaten inmiddels meer vaart gezet achter de besteding van de gelden. Aangenomen wordt dat het grootste deel van de betalingen, evenals in het afgelopen jaar, in de laatste maanden van het begrotingsjaar zal plaatsvinden, teneinde de voedselleveranties voor de winter veilig te stellen. Aangezien 2013 het laatste jaar van de betreffende regeling is, staan de lidstaten onder druk om het budget volledig te besteden in 2013. Omdat voor deze regeling een begrotingslimiet van 500 miljoen EUR geldt, is geen overschrijding van het bedrag aan goedgekeurde kredieten mogelijk.

3.1.2. Groenten en fruit (+275,7 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Dit uitvoeringsniveau hangt vooral samen met de uitgaven voor de actiefondsen van de producentenorganisaties. Deze worden zowel met de goedgekeurde begrotingskredieten als met de bestemmingsontvangsten voor deze regeling in de begroting 2013 gefinancierd (zie punt 2 voor meer informatie). Het bestedingsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 31 juli 2013 op de goedgekeurde begrotingskredieten, exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – tussenstand) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 31 juli 2013 was toegepast op de totale kredieten die voor de financiering van deze sector zijn uitgetrokken. Zoals in punt 2 hierboven is aangegeven, bestaat de totale financiering voor deze sector uit de goedgekeurde begrotingskredieten (611 miljoen EUR) plus de bestemmingsontvangsten voor deze sector (raming 500 miljoen EUR). Dit betekent dat als de indicator was toegepast op de geraamde totale financiering van 1 111 miljoen EUR voor deze sector, er sprake zou zijn van een onderbesteding van 54,1 miljoen EUR, zijnde het netto-effect van enerzijds een tijdelijke vertraging van de betalingen in het kader van de regeling inzake de producentenorganisaties en een onderbesteding bij de schoolfruitregeling en anderzijds een sneller gebruik van de kredieten voor steun aan de producentengroeperingen.

Gezien de uitgaven die de lidstaten in 2013 al hebben gedaan en volgens de ramingen nog zullen doen met betrekking tot de actiefondsen van de producentenorganisaties en met betrekking tot de regeling voor voorlopige erkenning, gaat de Commissie ervan uit dat het totale bedrag aan beschikbare middelen, dat wil zeggen inclusief de aan deze sector toegewezen bestemmingsontvangsten, toereikend is om de behoeften voor deze sector te dekken. De Commissie blijft de ontwikkelingen in deze sector niettemin nauwlettend volgen.

11.

3.1.3. Producten van de wijnbouwsector (-117,1 miljoen EUR)


Dat de beschikbare kredieten voor de wijnsector trager worden opgenomen dan verwacht, komt doordat de budgettaire middelen voor de wijnsector in sommige lidstaten tot dusver minder snel zijn uitgegeven dan in het verleden, terwijl de indicator is gebaseerd op het historisch gemiddelde van het betalingstempo. Aangezien in het verleden is gebleken dat de kredieten voor deze sector uiteindelijk toch vrijwel in hun geheel worden besteed, en gelet op de onlangs door de Commissie voorgestelde en door het Comité van beheer in juli 2013 goedgekeurde wijzigingen die de uitvoering van bepaalde maatregelen moeten vergemakkelijken, rekent de Commissie echter op een steeds sneller betalingstempo in de lidstaten naarmate het jaar vordert. Op dit moment wordt er dus van uitgegaan dat dit verschil van tijdelijke aard is en dat het budget uiteindelijk volledig wordt benut.

12.

3.1.4. Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten (-20,6 miljoen EUR)


De kredieten onder dit artikel worden trager opgenomen dan verwacht. Dit komt door de steeds lagere uitvoerrestitutieniveaus in oktober 2012 en februari 2013 in de sector pluimvee. Aangezien er geen sprake is van een duidelijk verschil in de uitgevoerde hoeveelheden, wordt verwacht dat de totale uitgaven in het kader van deze maatregel lager zullen uitvallen dan bij de opstelling van de begroting 2013 werd verwacht, en dat aan het eind van het jaar dus niet alle middelen op dit begrotingsonderdeel zijn besteed.

13.

3.2. Rechtstreekse steun


De opname van kredieten voor rechtstreekse steun lag 740,4 miljoen EUR boven het indicatorniveau op 31 juli 2013.

3.2.1. Ontkoppelde rechtstreekse steun (+791,2 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Bij de bedrijfstoeslagregeling (BTR) is er sprake van een overbesteding, die voortvloeit uit de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 31 juli 2013 op de goedgekeurde begrotingskredieten, dus exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – tussenstand) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 31 juli 2013 was toegepast op de totale kredieten die voor de financiering van de ontkoppelde rechtstreekse steun zijn uitgetrokken. Zoals in punt 2 hierboven is aangegeven, bestaat de totale financiering voor ontkoppelde rechtstreekse steun uit de goedgekeurde begrotingskredieten (38 076 miljoen EUR) plus de aan ontkoppelde rechtstreekse steun toegewezen bestemmingsontvangsten (naar schatting 1 033 miljoen EUR). Dit betekent dat als de indicator was toegepast op de geraamde totale kredieten van 39 109 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse steun, er sprake zou zijn van een onderbesteding van 239,6 miljoen EUR.

Dit verschil is een gevolg van de samenstelling van de BTR-indicator (die berust op het betalingstempo van 2012, maar rekening houdt met de daadwerkelijke betalingen voor de eerste twee maanden van het jaar) die thans 99,8% aangeeft, terwijl de daadwerkelijk uitvoering tot en met 31 juli 2013 99% heeft bedragen[3]. Daar staat tegenover dat de lidstaten bij de REA al iets meer (circa 0,2%) hebben uitgegeven dan voor deze regeling was begroot. Wat de regeling voor ontkoppelde specifieke steun in het kader van artikel 68 betreft, zullen de lidstaten in 2013 naar verwachting uitkomen op het bedrag aan goedgekeurde kredieten.

De Commissie gaat er op dit moment van uit dat de beschikbare kredieten plus de bestemmingsontvangsten voldoende zijn voor de bekostiging van de werkelijke uitgaven onder dit artikel. De Commissie blijft de situatie bij de ontkoppelde rechtstreekse steun nauwlettend volgen om te bepalen of er uiteindelijk mogelijk sprake zal blijven van een onderbesteding van de middelen.

3.2.2. Andere rechtstreekse steun (–50,4 miljoen EUR)

Het verschil tussen de opname van de goedgekeurde kredieten voor andere rechtstreekse steun op 31 juli 2013 enerzijds en het indicatorniveau op die datum anderzijds is het gevolg van een iets tragere besteding bij bepaalde regelingen dan verwacht. Een en ander doet zich met name voor bij de regeling voor gekoppelde specifieke steun in het kader van artikel 68 en bij de aanvullende bedragen voor producenten van suikerbieten en suikerriet. Ook zijn significante correcties door een aantal lidstaten gemeld. Daar staat tegenover dat het voor betalingen beschikbare budget voor rechtstreekse steun in het kader van Posei is overschreden na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 228/2013 van de Raad waarbij de eenmalige betaling van een premie aan bananenproducenten in het begrotingsjaar 2013 is goedgekeurd.

Gelet op de overbesteding bij de Posei-regeling houdt de Commissie de situatie bij de regelingen voor andere ontkoppelde rechtstreekse steun thans nauwlettend in het oog.

3.3. Audit van de landbouwuitgaven 3.3.1. Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren (+176,0 miljoen EUR)

Op 31 juli 2013 waren alle in dit begrotingsjaar te verwachten besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen reeds door de Commissie vastgesteld. Als gevolg van deze besluiten heeft de Commissie circa 7,3 miljoen EUR terugbetaald na positieve correcties ten gunste van de lidstaten.

Hierbij dient erop te worden gewezen dat de Commissie in haar nota van wijzigingen voor 2013 correcties ten bedrage van –56 miljoen EUR had voorgesteld. Aangezien dergelijke correcties niet voorspelbaar zijn, had zij zich hiervoor op de gemiddelde uitvoering van de vorige jaren gebaseerd. In de nieuwe, in november opgestelde ontwerpbegroting werd dit bedrag na het mislukken van de eerste bemiddeling verhoogd tot –100 miljoen EUR. Ten slotte keurde de begrotingsautoriteit na de bemiddeling van 5 december 2012 een begroting 2013 goed waarin dit bedrag uiteindelijk op –200 miljoen EUR is vastgesteld.

De Commissie gaat ervan uit dat de verwachte correcties in het kader van haar besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen en als gevolg van de niet-naleving van steunbetalingstermijnen door de lidstaten niet voldoende zullen zijn om het hogere bedrag van –200 miljoen EUR te dekken. Het eindbedrag van deze correcties zal afhangen van de verwachte negatieve correcties die het gevolg zijn van de niet-naleving van betalingstermijnen door de lidstaten. Deze negatieve correcties zullen in november 2013 aan het Comité voor de landbouwfondsen worden voorgelegd. De Commissie zal het bedrag aan negatieve begrotingskredieten dat niet wordt gehaald, echter moeten compenseren door positieve begrotingskredieten van andere onderdelen over te schrijven om dit begrotingsonderdeel in 2013 sluitend te maken.

14.

4. Besteding van de bestemmingsontvangsten voor het ELGF


In de tabel in bijlage 1 is te zien dat de per 31 juli 2013 geïnde bestemmingsontvangsten 624,4 miljoen EUR bedroegen. Meer bepaald:

– bedroegen de ontvangsten uit correcties op basis van de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten 413,4 miljoen EUR en wordt voor de rest van het begrotingsjaar nog op aanzienlijke extra bedragen gerekend in verband met het ad-hocgoedkeuringsbesluit nr. 42 van de Commissie van augustus 2013;

– bedroegen de ontvangsten als gevolg van terugvorderingen wegens onregelmatigheden ongeveer 131,6 miljoen EUR en zullen daar in de rest van het begrotingsjaar naar verwachting eveneens nog bedragen bij komen;

– zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels voor het grootste deel geïnd (ca. 79,4 miljoen EUR).

Tot slot zijn bestemmingsontvangsten ten bedrage van 1 245,6 miljoen EUR van 2012 naar 2013 overgedragen, met inbegrip van het saldo van circa 755 miljoen EUR dat nog in het tijdelijke Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie aanwezig was nadat alle in het kader van het Fonds verschuldigde betalingen waren verricht. Dit bedrag aan bestemmingsontvangsten is aanzienlijk hoger dan aanvankelijk was geraamd (905 miljoen EUR).

Het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag van de bestemmingsontvangsten bedraagt per 31 juli 2013 dus 1 869,9 miljoen EUR. Volgens de huidige ramingen van de Commissie zal het bedrag aan nieuwe, reeds geïnde en nog te innen bestemmingsontvangsten in 2013 hoger uitkomen dan het bedrag van 628 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten waarop oorspronkelijk is gerekend in de begroting van 2013.

15.

5. Conclusies


Uit de uitvoering van de ELGF-begroting 2013 voor de periode tot en met 31 juli 2013 blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 1 022,7 miljoen EUR boven het uitgavenprofiel voor de uitvoering van de begroting op basis van de indicator liggen.

Aan bestemmingsontvangsten is al 1 869,9 miljoen EUR beschikbaar en er wordt voor 2013 nog gerekend op extra bedragen. Op dit moment gaat de Commissie ervan uit dat het bedrag aan bestemmingsontvangsten dat aan het eind van het jaar beschikbaar zal zijn, voldoende zal zijn voor de financiering van de actiefondsen voor producentenorganisaties en van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig hetgeen oorspronkelijk werd verwacht bij de vaststelling van de begroting 2013, en voor de financiering van de verwachte behoeften op de andere begrotingsonderdelen, zoals de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

[1] PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

[2] In artikel 14 van Verordening (EU, EURATOM) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.

[3] Het bestedingsniveau voor ontkoppelde rechtstreekse steun wordt berekend als percentage van de begrote behoeften, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten in het geval van de bedrijfstoeslagregeling.