Toelichting bij COM(2013)718 - Aanpassing van Annex I op verordering Nr. 2658/87 inzake tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het doel van het onderhavige voorstel voor een verordening is de schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor reactiemotorbrandstof, die thans is ingedeeld onder GN-code 2710 19 21.

Op dit moment bevatten bilaterale luchtvaartovereenkomsten met derde landen doorgaans bepalingen over de vrijstelling van rechten op reactiemotorbrandstof. Het is echter zaak om in dit verband op Europees niveau helderheid en eenduidigheid te garanderen, en zodoende rechtszekerheid te bieden voor marktdeelnemers en elke concurrentieverstoring als gevolg van een verschillende aanpak of regelgeving te voorkomen.

Verreweg het grootste deel van de reactiemotorbrandstof die in de Europese Unie (EU) wordt ingevoerd, komt uit landen die in aanmerking komen voor het schema van algemene tariefpreferenties (SAP) en deze invoer is dus vrij van rechten. Dit is van groot belang voor de luchtvaartindustrie in de EU.

Als gevolg van de herziening van het SAP met betrekking tot de preferenties die vanaf 1 januari 2014 van toepassing worden, zullen bepaalde grote exporterende producenten van reactiemotorbrandstof zoals de landen van de Raad voor samenwerking van de Golfstaten, niet meer in aanmerking komen voor preferentiƫle toegang tot de EU, terwijl in andere landen (zoals bijv. India) bepaalde categorieƫn producten, inclusief brandstof, ten minste voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016, niet meer in aanmerking zullen komen voor het SAP.

De heffing van douanerechten op reactiemotorbrandstof van deze leveranciers zou waarschijnlijk plotselinge gevolgen hebben voor de prijs van reactiemotorbrandstof op de EU-markt als er geen diversificatie van de bevoorrading van reactiemotorbrandstof op de EU-markt zou zijn. Bovendien zouden raffinaderijen in de EU de productie van vliegtuigbrandstof niet op korte termijn tot een niveau van betekenis kunnen verhogen omdat dit de productie van andere afgeleide producten, zoals benzine, zou vereisen, waarvoor nieuwe exportmogelijkheden zouden moeten worden onderzocht. Daarom hebben zowel de olie- als de luchtvaartindustrie in de EU tijd nodig om zich aan te passen aan de gevolgen van de graduatie van de SAP-status van deze leverende landen.

Rekening houdend met mogelijke toekomstige veranderingen in de marktsituatie, dient deze schorsing binnen vijf jaar op basis van een nadere beoordeling opnieuw te worden bekeken.

Gelet op het bovenstaande wordt voorgesteld Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad dienovereenkomstig te wijzigen.

Het voorstel om de status quo te verlengen is in overeenstemming met het beleid van de Unie.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De Groep economische tariefvraagstukken, waarin de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten vertegenwoordigd zijn, werd geraadpleegd.

Er zijn geen mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen gemeld.

Over dit voorstel zal tussen de verschillende diensten overleg plaatsvinden en het zal na goedkeuring door de Raad worden gepubliceerd.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De rechtsgrondslag van dit voorstel voor een verordening is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Krachtens artikel 31 van het VWEU wordt het autonome douanerecht vastgesteld door de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen op basis van een voorstel van de Commissie.

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, omdat het, zoals bepaald in het Verdrag, het handelsverkeer tussen de lidstaten en derde landen bevordert en evenwicht houdt tussen de handelsbelangen van marktdeelnemers (dienstverleners in de Unie, gebruikers en consumenten) zonder de WTO-lijst van de EU te wijzigen.

Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing, omdat het voorstel onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt.

3.

Gevolgen voor de begroting



Er is geen sprake van een derving aan inkomsten voor de traditionele eigen middelen ten opzichte van de huidige situatie. De mogelijkheid bestaat dat er geen extra inkomsten worden gerealiseerd in het licht van de gewijzigde SAP-status van bepaalde derde landen met ingang van 1 januari 2014. Gezien de thans geldende bilaterale luchtvaartovereenkomsten die voorzien in vrijstelling van rechten op vliegtuigbrandstof, wordt het eventuele verlies aan extra inkomsten voor de traditionele eigen middelen per 1 januari 2014 echter als te verwaarlozen beschouwd.