Toelichting bij COM(2013)890 - 31e jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2012) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2013)890 - 31e jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten ... |
---|---|
bron | COM(2013)890 |
datum | 19-12-2013 |
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT 31e jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2012) /* COM/2013/0890 final */
Inhoudsopgave
- VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
- 31e jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2012)
- 1. Overzicht van de wetgeving
- 2. Basisbegrippen
- 3. Modernisering van de HBI
- 4. Landen met de status van markteconomie (SME)
- 5. Informatie- en communicatieactiviteiten / bilaterale contacten
- 5.1. Midden- en kleinbedrijf (mkb)
- 6. Raadadviseur-auditeur
- 7. Overzicht van antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsonderzoeken en -maatregelen
- 7.1. Algemeen
- 7.2. Eerste onderzoeken (zie de bijlagen A tot en met E en bijlage N)
- 7.3. Nieuwe onderzoeken
- 7.3.1. Nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen (zie bijlage F)
- 7.3.2. Tussentijdse nieuwe onderzoeken (zie bijlage G)
- 7.3.4. Nieuwe onderzoeken ten behoeve van een nieuwe exporteur (zie bijlage I)
- 7.3.5. Onderzoeken naar absorptie van rechten (zie bijlage J)
- 7.3.6. Onderzoeken naar het ontwijken van maatregelen (zie bijlage K)
- 7.4. Vrijwaringsonderzoeken (zie bijlage L)
- 8. Handhaving van AD/AS-maatregelen
- 8.1. Follow-up van de maatregelen
- 8.2. Toezicht op verbintenissen (zie de bijlagen M en Q)
- 9. Terugbetaling
- 10. Rechterlijke toetsing: beslissingen van het Hof van Justitie en het Gerecht (zie bijlage S)
- 11. Activiteiten in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
- 11.1. Geschillenbeslechting op het gebied van AD-, AS- en VW-maatregelen
- 11.2. Andere WTO-activiteiten
- Conclusie
31e jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2012)
Inleiding
Dit verslag over 2012 wordt bij het Europees Parlement ingediend naar aanleiding van zijn resolutie van 16 december 1981 over de antidumpingactiviteiten van de Europese Unie en het verslag van de Commissie industrie, buitenlandse handel, onderzoek en energie van het Europees Parlement.
Dit korte verslag geeft een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in 2012, maar wordt zoals in de voorgaande jaren aangevuld met een uitvoeriger werkdocument van de diensten van de Commissie en gedetailleerde bijlagen. Dit verslag volgt de algemene structuur van het werkdocument, en al zijn punten, zodat gemakkelijk verdere informatie kan worden gevonden.
Dit verslag en het volledige werkdocument zijn op internet ook toegankelijk voor het publiek (ec.europa.eu/trade/issues/respectrules).
De grondslag voor antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsonderzoeken (antidumping: AD, antisubsidie: AS, en vrijwaring: VW) zijn de basisverordeningen van de Raad. Een overzicht van de bestaande wetgeving is te vinden in het werkdocument. De basisteksten over AD en AS worden hierna 'de basisverordening(en)' genoemd. In 2012 waren er twee wijzigingen in de basisverordening inzake antidumping. In het licht van het arrest van het Hof van Justitie in de zaak-Brosmann Footwear i werd het passend geacht de praktijk van het beperken van het onderzoek van BMO-verzoeken tot in de steekproef opgenomen ondernemingen te codificeren. Voorts was het ook nodig de wettelijke voorwaarden waaronder producenten-exporteurs in landen zonder markteconomie een individuele dumpingmarge kunnen verkrijgen, te wijzigen teneinde te voldoen aan de uitspraak van de WTO in de geschilprocedure i betreffende bevestigingsmiddelen uit de Volksrepubliek China.
In punt 2 van het werkdocument wordt een overzicht gegeven van de bij onderzoeken inzake handelsbeschermingsinstrumenten (HBI) gehanteerde terminologie en toegepaste procedures.
In oktober 2011 is begonnen met een modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten (HBI). Aangezien het mondiale handelsklimaat de laatste tien jaar aanzienlijk is veranderd en het EU-handelsbeschermingssysteem sinds het afsluiten van de Uruguay-Ronde bijna 15 jaar geleden grotendeels ongewijzigd is gebleven, werd geoordeeld dat de handelsbeschermingsinstrumenten moeten worden aangepast aan de huidige behoeften van het zakenleven.
Het doel van het lopende moderniseringsproject is het huidige handelsbeschermingssysteem van de EU te verbeteren zodat alle belanghebbenden er profijt van trekken. Het gaat er vooral om praktische oplossingen te vinden voor concrete problemen waarmee onder meer producenten, importeurs en handelaren in de Unie worden geconfronteerd als gevolg van het gebruik van de instrumenten. Het is de bedoeling het systeem efficiënter en de maatregelen doeltreffender te maken zonder evenwel de onderliggende beginselen en het evenwicht van het systeem te wijzigen.
In 2012 is belangrijke vooruitgang geboekt op weg naar de verwezenlijking van dit doel. Van april tot juli 2012 is een openbare raadpleging gehouden om na te gaan hoe de belanghebbenden hierover dachten. In mei 2012 is een conferentie op hoog niveau georganiseerd om de belanghebbenden te informeren en om te vernemen wat hun punten van bezorgdheid waren. In december 2012 is, conform de voorschriften voor het maken van EU-wetgeving, een effectbeoordeling uitgevoerd en bij het interne effectbeoordelingscomité op hoog niveau van de Commissie ingediend. Op basis hiervan heeft de Commissie in april 2013 een wetgevingsvoorstel en een mededeling vastgesteld. Daarnaast zijn ontwerprichtsnoeren over vier thema's opgesteld. Het wetgevingsvoorstel is toegezonden aan de Raad en het Parlement waar het de gewone wetgevingsprocedure volgt. Over de ontwerprichtsnoeren heeft een openbare raadpleging plaatsgevonden, en rekening houdend met de ontvangen opmerkingen in zoverre deze relevant zijn, zal de Commissie te gelegener tijd de definitieve richtsnoeren vaststellen. De Commissie wil het moderniseringsproject in de huidige zittingsperiode afronden, meer bepaald in het voorjaar 2014, en werkt constructief samen met de andere instellingen om dit doel te bereiken.
Voor antidumpingonderzoeken kan een land als een volwaardige markteconomie worden beschouwd als het voldoet aan vijf criteria die in het bij dit verslag gevoegde werkdocument gedetailleerd worden beschreven.
In 2012 werd de evaluatie van twee van de zes SME-verzoeken van China, Vietnam, Armenië, Kazachstan, Mongolië en Belarus voortgezet. Alleen Mongolië en Vietnam hebben in de loop van het jaar nadere informatie tot staving van hun verzoek verstrekt en hun verzoeken bevinden zich in verschillende stadia van voortgang. De overige vier landen, China, Armenië, Kazachstan en Belarus, hebben geen relevante informatie verstrekt die verder onderzoek van de door hen gemaakte vorderingen mogelijk maakt.
Het overleg met de autoriteiten van de Republiek Belarus is wegens de politieke situatie in dat land reeds in 2010 geschorst. In juni 2010 zijn aan Armenië aanvullende vragen gesteld over de vorderingen die het heeft gemaakt met het oog op het verkrijgen van SME. Eind 2012 had Armenië de Commissie echter nog steeds geen nieuwe informatie verstrekt. De verzoeken om SME van de andere vier landen werden verder behandeld; deze landen hebben uiteenlopende vooruitgang geboekt bij hun pogingen om aan de vijf criteria voor SME te voldoen.
Hoewel de Chinese autoriteiten er in beginsel meermaals mee instemden om in 2012 een nieuwe werkgroepvergadering over SME te houden, werd de vergadering geannuleerd. De Commissie blijft bereid de door China gemaakte vorderingen met het oog op het verkrijgen van SME te bespreken; gehoopt wordt dat de Chinese autoriteiten zich hiervoor verder zullen inzetten en de nodige gegevens zullen verstrekken voor het SME-onderzoek door de Commissie.
De bijeenkomst van de SME-werkgroep EU-Vietnam vond in november 2012 plaats in Vietnam. Er werd een ontwerp van SME-verslag besproken en de Vietnamese autoriteiten hebben antwoord gegeven op veel vragen van de Commissie over nog hangende kwesties in verband met de vier criteria die nog moeten worden vervuld. Het definitieve SME-verslag zal naar verwachting in 2013 aan de Vietnamese autoriteiten worden medegedeeld.
De informatie die werd verzameld tijdens de bijeenkomst van de werkgroep EU-Mongolië die in september 2011 in Ulan-Bator heeft plaatsgevonden, wordt samen met in december 2012 ontvangen aanvullende informatie verder onderzocht, en in 2013 zal een SME-verslag klaar zijn.
De Helpdesk handelsbescherming voor het mkb werd opgericht in verband met de complexiteit van de HBI-procedures, speciaal voor het mkb, omdat deze bedrijven zo kleinschalig en gefragmenteerd zijn. Deze helpdesk behandelt vragen en problemen van het mkb in verband met HBI, zowel van algemene aard als in specifieke gevallen. Een deel van de HBI-website is aan het mkb gewijd en heeft betrekking op de contactpunten van de Helpdesk handelsbescherming.
In 2012 ontvingen deze contactpunten veel verzoeken om informatie, die alle onmiddellijk werden behandeld. Deze vragen betroffen zowel de procedure als de inhoud van de HBI-procedures.
5.2. Bilaterale contacten/informatieactiviteiten – industrie en derde landen
Een groot deel van het werk van de HBI-diensten bestaat in het uitleggen van de wetgeving en de praktijk van de EU-handelsbescherming.
De Commissie heeft in 2012 een opleidingsseminar over handelsbescherming voor ambtenaren uit derde landen georganiseerd. Verder vonden in 2012 bilaterale contacten plaats met een aantal derde landen, waaronder China, Korea, Marokko en Maleisië, die waren gewijd aan de bespreking van verschillende onderwerpen in verband met handelsbescherming.
In 2012 werden ook verscheidene bijeenkomsten georganiseerd met belangrijke verenigingen van belanghebbenden en ondernemingen, waaronder Business Europe en Eurocommerce. Zo heeft in november 2012 een eendaags seminar voor Business Europe plaatsgevonden.
In februari 2012 zijn de rol en de bevoegdheden van de raadadviseur-auditeur van DG Handel, die in 2007 operationeel is geworden, bij besluit van de voorzitter van de Europese Commissie in een formeel mandaat omschreven. Sinds 2012 is de raadadviseur-auditeur voor administratieve doeleinden toegevoegd aan het voor het handelsbeleid bevoegde lid van de Commissie, waardoor de onafhankelijkheid van het ambt wordt versterkt.
De taakomschrijving bevat ook gedetailleerde regels voor de door de raadadviseur-auditeur gehouden hoorzittingen over alle aspecten van een handelsprocedure, vanaf de inleiding tot de mededeling van de definitieve bevindingen en de genomen definitieve maatregelen. Bovendien verleent het mandaat de raadadviseur-auditeur de bevoegdheid om besluiten te nemen in geval van een geschil over de toegang tot het dossier, de vertrouwelijkheid van informatie in het bezit van de Commissie en het toestaan van termijnverlenging. De raadadviseur-auditeur is bevoegd om bij het voor het handelsbeleid bevoegde lid van de Commissie en de directeur-generaal Handel punten van bezorgheid over de uitvoering of de inhoud van een handelsonderzoek aan de orde te stellen.
Het aantal bemiddelingsverzoeken is sinds de instelling van de functie van raadadviseur-auditeur in 2007 onafgebroken gestegen, en in 2012 is dat aantal in vergelijking met 2011 opnieuw fors toegenomen, namelijk met meer dan 50 %. In de verslagperiode heeft de raadadviseur-auditeur 132 bemiddelingsverzoeken ontvangen (81 in 2011), waarvan er 128 verband hielden met HBI en betrekking hadden op 41 HBI-procedures. Het aantal hoorzittingen is ook aanzienlijk gestegen, met 50 % in vergelijking met 2011: er hebben 39 hoorzittingen plaatsgevonden (26 in 2011), waarvan er 12 werden bijgewoond door meerdere partijen, waarbij in totaal 43 belanghebbenden met soortgelijke belangen zich in gemeenschappelijke hoorzittingen aaneensloten.
Om bemiddeling werd verzocht door producenten-exporteurs in derde landen, door de bedrijfstak van de Unie, door gebruikers en importeurs en door regeringen van derde landen. De raadadviseur-auditeur bemiddelde in kwesties die alle fasen van het onderzoek betroffen en deed een aantal aanbevelingen aan de diensten van de Commissie met het doel de uitoefening van het recht van verweer te versterken.
De belangrijkste kwesties die de raadadviseur-auditeur in 2012 behandelde, kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld: i) inhoud en kwaliteit van mededelingen van feiten en overwegingen, ii) toegang tot dossiers en kwaliteit van niet-vertrouwelijke dossiers, en iii) meningsverschillen inzake bevindingen en conclusies.
Eind 2012 waren 102 AD-maatregelen en 10 AS-maatregelen van de EU van kracht.
In 2012 was 0,17 % van de totale invoer in de EU onderworpen aan AD- of AS-maatregelen.
Nadere informatie over de kwesties die hieronder aan bod komen, is te vinden in het bij dit verslag gevoegde werkdocument. Naast de titels zijn verwijzingen naar de bijlagen bij het werkdocument opgenomen.
In 2012 zijn 19 eerste onderzoeken geopend. In 9 procedures werden voorlopige rechten ingesteld. 3 zaken werden afgesloten met het instellen van definitieve rechten. 9 onderzoeken werden afgesloten zonder dat maatregelen werden vastgesteld.
Nieuwe onderzoeken maken nog steeds een belangrijk deel van de werkzaamheden van de HBI-diensten uit. In de periode 2008-2012 vormden zij 60 % van alle geopende onderzoeken. Tabel 2 in het werkdocument bevat statistische informatie over de periode 2008-2012.
Volgens artikel 11, lid 2, en artikel 18 van de basisverordeningen vervallen maatregelen na 5 jaar tenzij uit een nieuw onderzoek blijkt dat zij in hun oorspronkelijke vorm moeten worden gehandhaafd. In 2012 zijn 13 maatregelen na 5 jaar automatisch vervallen.
In 2012 zijn 14 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen geopend. 9 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werden afgesloten met een bevestiging van het recht voor nog een periode van 5 jaar. 4 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werden afgesloten met de beëindiging van de maatregelen.
Artikel 11, lid 3, en artikel 19 van de basisverordeningen voorzien in de mogelijkheid van een nieuw onderzoek van maatregelen tijdens de looptijd ervan. Het nieuwe onderzoek kan worden beperkt tot aspecten van de dumping/subsidiëring of schade.
In 2012 zijn in totaal 5 tussentijdse nieuwe onderzoeken geopend. 6 tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten met een bevestiging of wijziging van het recht. 5 tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten met de beëindiging van de maatregelen.
7.3.3. 'Andere' tussentijdse nieuwe onderzoeken (zie bijlage H)
In 2012 zijn 4 'andere' nieuwe onderzoeken, die dus niet onder artikel 11, lid 3, of artikel 19 van de basisverordeningen vallen, geopend, terwijl 3 van dergelijke nieuwe onderzoeken in die periode werden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 20 van de basisverordeningen kan ten behoeve van een nieuwe exporteur een 'versneld' nieuw onderzoek worden geopend om een individuele dumpingmarge of een individueel compenserend recht vast te stellen voor nieuwe exporteurs die zijn gevestigd in het betrokken land van uitvoer en het product gedurende het onderzoektijdvak niet hebben uitgevoerd. Deze exporteurs moeten aantonen dat zij echt nieuwe exporteurs zijn en dat zij daadwerkelijk pas na het onderzoektijdvak begonnen zijn met uitvoer naar de EU. In dat geval kan voor hen een individueel recht, dat gewoonlijk lager is dan het voor het gehele land geldende recht, worden berekend.
In 2012 is 1 nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur geopend, terwijl 2 van dergelijke nieuwe onderzoeken werden afgesloten.
Wanneer er voldoende informatie is waaruit blijkt dat de uitvoerprijzen na het oorspronkelijke onderzoektijdvak en vóór of na de instelling van maatregelen zijn gedaald of dat de wederverkoopprijzen of de latere verkoopprijzen van het in de EU ingevoerde product niet of onvoldoende zijn veranderd, kan een onderzoek naar de 'absorptie' van rechten worden geopend om na te gaan of de maatregel gevolgen heeft gehad voor bovengenoemde prijzen. De dumpingmarges kunnen dan opnieuw worden berekend, waarna het recht kan worden verhoogd om rekening te houden met die lagere uitvoerprijzen. De mogelijkheid van dergelijke 'absorptie'-onderzoeken is opgenomen in artikel 12 en artikel 19, lid 3, van de basisverordeningen.
In 2012 zijn geen antiabsorptieonderzoeken geopend of afgesloten.
Op grond van de artikelen 13 en 23 van de basisverordeningen kan een onderzoek worden heropend wanneer met bewijsmateriaal wordt aangetoond dat maatregelen worden ontweken.
In 2012 zijn 13 van dergelijke onderzoeken geopend. 2 antiontwijkingsonderzoeken werden afgesloten met een uitbreiding van de maatregelen en 1 werd afgesloten zonder uitbreiding van de maatregelen.
In 2012 was er geen vrijwaringsactiviteit.
De follow-up van de van kracht zijnde maatregelen was vooral gericht op vier aspecten: 1) voorkomen van fraude; 2) toezicht op de handelsstromen en marktontwikkelingen; 3) verbeteren van de doeltreffendheid met de juiste instrumenten, en 4) reageren op onregelmatige praktijken. Deze activiteiten stelden de HBI-diensten in staat om in samenwerking met de lidstaten proactief te zorgen voor de goede handhaving van de handelsbeschermingsmaatregelen in de Europese Unie.
Het toezicht op verbintenissen maakt deel uit van de handhavingsactiviteiten, aangezien verbintenissen een soort AD- of AS-maatregel zijn. Zij worden door de Commissie aanvaard indien zij ervan overtuigd is dat deze een einde kunnen maken aan de schadelijke gevolgen van dumping of subsidiëring.
Begin 2012 waren 18 verbintenissen van kracht. In 2012 vonden de volgende veranderingen plaats in het pakket verbintenissen: de verbintenis van 1 onderneming liep af wegens het vervallen/de intrekking van de maatregelen. De verbintenissen van 2 ondernemingen werden ingetrokken omdat het toezicht erop ondoenlijk en onuitvoerbaar zou worden. Dit brengt het totale aantal verbintenissen dat eind 2012 van kracht was, op 15.
Volgens artikel 11, lid 8, en artikel 21, lid 1, van de basisverordeningen kunnen importeurs die aantonen dat de dumping- of subsidiemarge niet meer bestaat of is teruggevallen tot een niveau dat lager is dan de geldende rechten, verzoeken om terugbetaling van de dienovereenkomstig geïnde rechten.
In 2012 werden 26 nieuwe verzoeken om terugbetaling ingediend. Eind 2012 liepen nog 10 onderzoeken, die betrekking hadden op 35 verzoeken. In 2012 werden 26 besluiten van de Commissie vastgesteld: 12 waarbij een gedeeltelijke terugbetaling werd toegekend en 14 waarbij het verzoek om terugbetaling werd afgewezen. Er werden 8 verzoeken ingetrokken.
In 2012 heeft het Gerecht 13 arresten gewezen die antidumping- of antisubsidiezaken betroffen.
In 2012 heeft het Hof van Justitie 9 arresten gewezen die antidumpingzaken betroffen. 6 van deze arresten hadden betrekking op beroepen tegen arresten van het Gerecht. Daarnaast heeft het Hof van Justitie 3 arresten gewezen in antwoord op verzoeken om een prejudiciële beslissing.
In 2012 zijn 23 nieuwe zaken aanhangig gemaakt, 17 bij het Gerecht en 6 bij het Hof.
Bijlage S bij het werkdocument bevat een lijst van de AD-/AS-zaken die eind 2012 nog bij het Gerecht en het Hof liepen.
De WTO heeft een strenge procedure voor het beslechten van geschillen tussen WTO-leden met betrekking tot de toepassing van de WTO-overeenkomsten.
In juli 2012 heeft Indonesië verzocht om WTO-overleg met de Europese Unie over door de Europese Unie ingestelde antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van vetalcoholen en over bepaalde aspecten van het onderzoek waarop deze maatregelen gebaseerd zijn.
De onderhandelingsgroep inzake voorschriften heeft op 29 februari 2012 een formele vergadering gehouden. De vergadering had uitsluitend tot doel de benoeming van Z.Exc. de heer Wayne McCook (Jamaica) tot voorzitter van de groep te bevestigen.
Daarop is de technische groep, een subgroep van de onderhandelingsgroep, tweemaal bijeengeroepen (in februari en april 2012).
Naast deze activiteiten hebben de diensten van de Commissie verder deelgenomen aan de reguliere werkzaamheden van de comités voor antidumpingmaatregelen, voor subsidies en compenserende maatregelen en voor vrijwaringsmaatregelen. De comités zijn tweemaal in gewone zitting bijeengekomen om kennisgevingen te onderzoeken en kwesties van speciaal belang te bespreken. Bovendien is de informele technische groep inzake antidumpingmaatregelen in 2012 enkele malen bijeengekomen.
2012 geeft een daling te zien van het aantal geopende nieuwe zaken en van het aantal ingestelde voorlopige en definitieve maatregelen. Het aantal zonder instelling van maatregelen beëindigde onderzoeken is ook licht gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Nieuwe onderzoeken vertegenwoordigen nog steeds een belangrijk deel van het werk van de diensten; het aantal geopende nieuwe onderzoeken is in vergelijking met 2011 met meer dan de helft gestegen. Het aantal afgesloten nieuwe onderzoeken is in vergelijking met 2011 met een derde gedaald. In 2012 hadden de van kracht zijnde handelsbeschermende maatregelen betrekking op 0,17 % van de totale invoer in de EU.