Toelichting bij COM(2014)195 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Bij Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad zijn voor sommige visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden voor 2014 vastgesteld welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. Het gaat in die verordening vooral om bestanden die voorkomen in de Atlantische Oceaan en de Noordzee. Het is gebruikelijk dat deze vangstmogelijkheden tijdens de periode waarin zij van kracht zijn, herhaaldelijk worden gewijzigd.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

Niet van toepassing.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel beoogt de wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 zoals hieronder beschreven.

In 2013 heeft de Unie volgens de procedure die is vastgesteld in de overeenkomsten of protocollen inzake de visserijrelaties met Noorwegen, Groenland, de Faeröer en IJsland, met die partners overleg gepleegd over de visserijrechten. Het overleg met IJsland werd niet afgerond. Aangezien het overleg met Noorwegen en de Faeröer werd uitgesteld tot januari 2014, zijn in Verordening (EU) nr. 43/2014 voorlopige vangstmogelijkheden opgenomen voor de bestanden die onder met Noorwegen en de Faeröer getroffen regelingen vallen. Het overleg heeft vertraging opgelopen en moet nog worden afgerond. Daarom zijn de meeste cijfers in dit voorstel voorlopig als pro memoria (p.m.) opgegeven; zij zullen zo snel mogelijk na de afloop van het overleg moeten worden geactualiseerd.

In het licht van de uitkomsten van de van 27 tot en met 31 januari 2014 gehouden tweede jaarvergadering van de Commissie van de SPRFMO (Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan) zijn nieuwe vangstmogelijkheden vastgesteld. De in bijlage IJ van Verordening (EU) nr. 43/2014 opgenomen voorlopige quota voor horsmakrelen moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. Voorts heeft de SPRFMO het specifieke gebied waar met ingang van 4 mei 2014 visserijinspannings- en vangstplafonds voor de bodemvisserij van toepassing zijn, heromschreven.

Ten slotte worden met dit voorstel een aantal fouten in Verordening (EU) nr. 43/2014 rechtgezet en worden bepaalde punten verduidelijkt. Deze wijzigingen betreffen bepaalde TAC-tabellen (voor evervissen, kabeljauw, haring, zeeduivels en tong), de regeling voor het beheer van de visserijinspanning met betrekking tot het tongbestand in het westelijke Kanaal (bijlage IIC) en een specifieke rapportageverplichting in het kader van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC).