Toelichting bij COM(2014)364 - Standpunt EU in de ACS-EU-Raad van ministers betreffende de herziening van bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2014)364 - Standpunt EU in de ACS-EU-Raad van ministers betreffende de herziening van bijlage III bij de ... |
---|---|
bron | COM(2014)364 |
datum | 10-06-2014 |
Tijdens het vierde forum op hoog niveau van Busan inzake de doeltreffendheid van steun is opgeroepen tot meer rechtstreekse betrokkenheid van de particuliere sector met het oog op het stimuleren van innovatie, het scheppen van inkomensbronnen en werkgelegenheid, het stimuleren van het midden- en kleinbedrijf en ondernemerschap, het mobiliseren van binnenlandse hulpbronnen en het verder ontwikkelen van innovatieve financiële mechanismen.
Dit lag ten grondslag aan de besprekingen tussen de EU en de ACS over steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector, die moet worden opgenomen in de programmering en uitvoering van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (hierna het 'EOF' genoemd).
Gezien het bovenstaande, alsmede de ontwikkeling van de internationale context, met name het aanzienlijke aantal actoren en structuren die effectieve steun aan de particuliere sector kunnen verstrekken, moeten dergelijke programma's worden uitgevoerd door organisaties die hebben aangetoond in staat te zijn hoogwaardige deskundigheid op rendabele wijze te leveren.
De voorgestelde wijziging van bijlage III bij de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000[2] (hierna de “ACS-EU-partnerschapsovereenkomst” genoemd), laatstelijk gewijzigd in Ouagadougou (Burkina Faso) op 22 juni 2010[3], betreft daarom de schrapping van de verwijzingen naar het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (hierna 'COB' genoemd).
De Commissie stelt voor dat de Raad van de Europese Unie het aangehechte besluit vaststelt.