Toelichting bij COM(2014)546 - Verslag over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 7-8/2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0546

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 7-8/2014 /* COM/2014/0546 final */


1.

INHOUDSOPGAVE


2.

1........... Inleiding........................................................................................................................ 3


3.

2........... Bestemmingsontvangsten voor het ELGF.................................................................... 3


4.

3........... Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2014 (voorlopige cijfers).. 4


5.

4........... Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF..................................................... 6


6.

5........... Conclusies..................................................................................................................... 7


bijlage 1:| Besteding ELGF-kredieten tot 30.6.2014 (voorlopige cijfers)


Inleiding



In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de uitgaven die in de periode van 16 oktober 2013 tot en met 30 juni 2014 werkelijk zijn verricht, en worden die uitgaven vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[1].

7.

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF


Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 gelden de ontvangsten die voortvloeien uit de financiële correcties die worden opgelegd op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring, uit onregelmatigheden en uit de opbrengsten van de melkheffing als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze bepalingen kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt voor de financiering van welke ELGF-uitgaven dan ook. Als een deel van deze ontvangsten niet binnen het begrotingsjaar wordt gebruikt, wordt dat deel automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar[2].

De ELGF-begroting 2014 bevat zowel de door de Commissie vastgestelde laatste ramingen van de middelen die nodig zijn om de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse steun te financieren, en ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het betrokken begrotingsjaar zullen worden geïnd, als het over te dragen saldo van de uit het voorafgaande begrotingsjaar beschikbare bestemmingsontvangsten. In haar voorstel voor de begrotingskredieten voor het ELGF voor 2014 heeft de Commissie de totale verwachte bestemmingsontvangsten in aanmerking genomen, met het verzoek om voor de begroting 2014 bij de berekening van het bedrag aan kredieten de geraamde bestemmingsontvangsten in mindering te brengen op de geraamde financieringsbehoeften. De begrotingsautoriteit heeft vervolgens de ELGF-begroting goedgekeurd, rekening houdend met de verwachte bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2014 werden de beschikbare bestemmingsontvangsten door de Commissie op 1 464 miljoen EUR geraamd. Meer bepaald:

– werd verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2014 bestemmingsontvangsten ten bedrage van 849 miljoen EUR zouden worden geïnd. De ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden werden op respectievelijk 638 miljoen EUR en 165 miljoen EUR geraamd. De opbrengsten uit de melkheffing werden op 46 miljoen EUR geraamd.

– De van het begrotingsjaar 2013 naar het begrotingsjaar 2014 over te dragen bestemmingsontvangsten werden op 615 miljoen EUR geraamd.

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 1 464 miljoen EUR in de begroting 2014 toegewezen aan twee regelingen. Meer bepaald:

– werd 464 miljoen EUR toegewezen aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

– werd 1 000 miljoen EUR toegewezen aan de bedrijfsbetalingsregeling.

Voor beide regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten ten belope van respectievelijk 285 miljoen EUR en 30 083 miljoen EUR goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met een totaalbedrag aan geraamde beschikbare kredieten van 749 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en 31 083 miljoen EUR voor de bedrijfsbetalingsregeling.

In bijlage 1, waarin de voorlopige uitvoering van de begroting 2014 voor de periode tot en met 30 juni 2014 wordt weergegeven, gaat het bij de begrotingskredieten voor de sector groenten en fruit en de sector ontkoppelde rechtstreekse steun op het niveau van het artikel om de goedgekeurde kredieten voor deze twee regelingen, respectievelijk 676,7 miljoen EUR en 38 252 miljoen EUR, waarbij geen rekening is gehouden met de voornoemde bestemmingsontvangsten. Als de aan deze sectoren toegewezen bestemmingsontvangsten worden meegeteld, bedragen de totale kredieten in de begroting 2014 1 140,7 miljoen EUR voor de sector groenten en fruit en 39 252 miljoen EUR voor de sector ontkoppelde rechtstreekse steun.

8.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2014 (voorlopige cijfers)


Bijlage 1 geeft een overzicht van de uitvoering van de begroting voor de periode van 16 oktober 2013 tot en met 30 juni 2014 (voorlopige cijfers). Dit uitvoeringsniveau wordt vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Hieronder volgt voor de onderdelen van de begroting 2014 die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitgaven te zien geven, een beknopte uiteenzetting van de oorzaken van die verschillen.

9.

3.1. Marktmaatregelen


De opname van begrotingskredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 21,8 miljoen EUR boven het niveau van de goedgekeurde begrotingskredieten waarop deze volgens de indicator op 30 juni 2014 zou moeten liggen. Dit verschil is het netto-effect van de uitvoeringspatronen, vooral in de sectoren groenten en fruit, de sector wijn en de bijenteeltsector.

3.1.1. Groenten en fruit (+ 134,3 miljoen EUR ten opzichte van de goedgekeurde kredieten)

Wat de goedgekeurde kredieten betreft, hangt dit uitvoeringsniveau vooral samen met de uitgaven voor de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties. Deze regeling wordt gefinancierd uit zowel de goedgekeurde begrotingskredieten als de bestemmingsontvangsten die in de begroting 2014 aan deze regeling zijn toegewezen (zie punt 2 voor meer informatie). Dit uitvoeringsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 30 juni 2014 op de goedgekeurde begrotingskredieten, dus exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 30 juni 2014 was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van deze sector beschikbaar zullen zijn. Zoals in punt 2 is aangegeven, bestaat de totale financiering die naar raming voor deze sector beschikbaar zal zijn, uit de goedgekeurde begrotingskredieten (676,7 miljoen EUR) plus de aan deze sector toegewezen bestemmingsontvangsten (naar raming 464 miljoen EUR). Als de indicator dus was toegepast op de totale financiering van 1 140,7 miljoen EUR die naar raming voor deze sector beschikbaar zal zijn, zouden de uitgaven 103,5 miljoen euro onder het indicatorniveau voor 30 juni 2014 liggen, zijnde het netto-effect van enerzijds een versnelling van het tempo van de betalingen voor de regeling inzake actiefondsen voor producentenorganisaties en anderzijds een trager tempo van de betalingen voor de schoolfruitregeling en voor de steun die in het kader van de regeling voor voorlopige erkenning aan producentengroeperingen wordt verleend. Op dit moment wordt er nog steeds van uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is.

10.

3.1.2. Producten van de wijnbouwsector (- 98,2 miljoen EUR)


Deze onderbesteding is toe te schrijven aan het tragere tempo van de betalingen door de lidstaten in vergelijking met het uitgavenprofiel van de indicator die voor de nationale wijnprogramma’s is vastgesteld. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is, aangezien de lidstaten verwachten dat de uitgaven voor dit artikel in de komende maanden sneller zullen verlopen.

3.1.3. Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten (+ 19,4 miljoen EUR)

Deze overbesteding is toe te schrijven aan het snellere tempo van de betalingen door de lidstaten in vergelijking met het uitgavenprofiel van de indicator die voor de specifieke steun aan de bijenteeltsector is vastgesteld. Het niveau van de begrotingskredieten wordt afgestemd op de nationale programma's. In dit stadium verwacht de Commissie dat de voor deze sector begrote middelen volledig zullen worden benut.

11.

3.2. Rechtstreekse steun


De opname van kredieten voor rechtstreekse steun lag 709,6 miljoen EUR boven het indicatorniveau op 30 juni 2014.

3.2.1. Ontkoppelde rechtstreekse steun (+ 781,3 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Wat de goedgekeurde kredieten betreft, hangt dit uitvoeringsniveau vooral samen met de uitgaven voor de bedrijfsbetalingsregeling, die wordt gefinancierd uit zowel de goedgekeurde begrotingskredieten als de bestemmingsontvangsten die in de begroting 2014 aan deze regeling zijn toegewezen (zie punt 2 voor meer informatie). Dit uitvoeringsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 30 juni 2014 op de goedgekeurde begrotingskredieten, dus exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 30 juni 2014 was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zullen zijn. Zoals in punt 2 is aangegeven, bestaat de totale financiering die naar raming voor de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zal zijn, uit de goedgekeurde begrotingskredieten (38 252 miljoen EUR) plus de aan de ontkoppelde rechtstreekse steun toegewezen bestemmingsontvangsten (naar raming 1 000 miljoen EUR). Als de indicator dus was toegepast op de totale financiering van 39 252 miljoen EUR die naar raming voor de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zal zijn, zou de geconstateerde overbesteding worden teruggebracht tot een onderbesteding van -214,8 miljoen EUR.

Op dit moment hebben de lidstaten reeds 99,1 % van de voor 2014 geschatte ontkoppelde rechtstreekse steun betaald. De Commissie gaat er op dit moment van uit dat de beschikbare kredieten plus de bestemmingsontvangsten voldoende zullen zijn om aan de financieringsbehoeften voor dit artikel te voldoen.

3.2.2. Andere rechtstreekse steun (– 71,4 miljoen EUR)

Deze onderbesteding van de goedgekeurde kredieten voor andere rechtstreekse steun ten opzichte van het uitgavenprofiel dat overeenstemt met de indicator voor de periode tot en met 30 april 2014, is het gevolg van het tragere tempo van de betalingen voor bepaalde regelingen in deze sector, in het bijzonder voor specifieke gekoppelde steun op grond van artikel 68. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is. Toch volgt de Commissie nauwlettend de ontwikkelingen in het uitvoeringspatroon voor deze regelingen.

3.3. Audit van de landbouwuitgaven (+ 11,3 miljoen EUR)

Naast een bedrag van 6,8 miljoen EUR voor rechtstreekse betalingen voor monitoring en preventieve maatregelen is in de begroting 2014 een geraamd bedrag van 53,4 miljoen EUR opgenomen voor betalingen in verband met geschillenbeslechting. Bij de vaststelling van het uitgavenprofiel voor de geschillenbeslechting werd aangenomen dat de lidstaten de betaling van deze bedragen gelijkmatig zouden spreiden over alle maanden van januari tot en met oktober 2014. Sinds 30 juni 2014 hebben de lidstaten het tempo van deze betalingen echter opgevoerd, met als gevolg een overbesteding ten opzichte van het indicatorniveau voor dit hoofdstuk van de begroting 2014. In dit stadium wordt verwacht dat de begrote middelen volledig zullen worden benut.

12.

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF


In de tabel in bijlage 1 is te zien dat de per 30 juni 2014 geïnde bestemmingsontvangsten 905,4 miljoen EUR bedroegen. Meer bepaald:

– bedroegen de ontvangsten uit de correcties op grond van de besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring 725,8 miljoen EUR en de verwachting is dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen zullen bijkomen;

– bedroegen de ontvangsten uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden 132,4 miljoen euro en is ook hier de verwachting dat daar tot het einde van het begrotingsjaar nog bedragen bij zullen komen;

– zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels voor het grootste deel geïnd (ca. 47,2 miljoen EUR).

Tot slot zijn uiteindelijk bestemmingsontvangsten ten bedrage van 710,2 miljoen EUR van 2013 naar 2014 overgedragen. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan aanvankelijk was geraamd (615 miljoen EUR) en is volledig besteed aan de betalingen waarvan in de begroting 2014 werd uitgegaan.

Het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag van de bestemmingsontvangsten bedraagt per 30 juni 2014 dus 1 615,6 miljoen EUR en zal verder worden aangevuld met nieuwe bestemmingsontvangsten die naar verwachting tegen het einde van het begrotingsjaar zullen worden geïnd.

13.

5. Conclusies


Uit de voorlopige uitvoering van de ELGF-begroting 2014 voor de periode tot en met 30 juni 2014 blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 740,1 miljoen EUR boven het uitgavenprofiel voor de uitvoering van de begroting op basis van de indicator liggen.

Aan bestemmingsontvangsten is al 1 615,6 miljoen EUR beschikbaar en er wordt voor 2014 nog gerekend op extra bedragen. Op dit moment is de Commissie van mening dat het bedrag aan bestemmingsontvangsten dat tegen het einde van het begrotingsjaar beschikbaar zal zijn, voldoende zal zijn voor de financiering van de actiefondsen voor producentenorganisaties en voor de bedrijfsbetalingsregeling. Bovendien wordt ervan uitgegaan dat de Commissie, afhankelijk van de begrotingsmiddelen die aan het eind van begrotingsjaar 2014 beschikbaar zullen zijn, de niet-benutte kredieten naar 2015 zal overdragen en dat de lidstaten hiermee de landbouwers zullen vergoeden op wie in begrotingsjaar 2015 maatregelen in het kader van de financiële discipline van toepassing zijn.

[1] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

[2] In artikel 14 van Verordening (EU, EURATOM) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.