Toelichting bij COM(2014)609 - Wijziging van de associatieovereenkomst met Oekraïne mbt titels III (met uitzondering van enkele bepalingen), IV, V, VI, VII, en de bijbehorende bijlagen en protocollen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In de gezamenlijke ministeriële verklaring van 12 september 2014 over de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst/diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) tussen de EU en Oekraïne, naar aanleiding van het trilateraal overleg tussen de Europese Unie, de Russische Federatie en Oekraïne, stemde de EU-vertegenwoordiging ermee in om als onderdeel van een alomvattend vredesproces in Oekraïne voor te stellen de voorlopige toepassing van de DCFTA (titel IV) tot 31 december 2015 uit te stellen en tijdens deze periode de autonome handelsmaatregelen van de EU ten gunste van Oekraïne te handhaven. Rusland heeft van zijn kant bevestigd dat de CIS-FTA-preferentiële regeling met Oekraïne van toepassing zal blijven. Het overleg zal worden voortgezet in het kader van een algeheel vredesproces in Oekraïne, met inachtneming van de territoriale integriteit van Oekraïne en het recht te beslissen over zijn eigen toekomst.

Bijgevolg stelt de Commissie voor, ter ondersteuning van de politieke en economische stabiliteit van Oekraïne, dat behalve voor titel I, de artikelen 4, 5 en 6 van titel II en titel VII (met uitzondering van artikel 479, lid 1), van de overeenkomst, zoals bepaald in Besluit 2014/295/EU van de Raad van 17 maart 2014, voor de titels III, V, VI en VII, en de bijbehorende bijlagen en protocollen, de kennisgeving als bedoeld in artikel 486 van de overeenkomst onverwijld zou worden verricht, terwijl voor titel IV en de bijbehorende bijlagen en protocollen, een kennisgeving zal worden verricht zodat de voorlopige toepassing van kracht wordt op 1 januari 2016. Een soortgelijke aanpak moet worden gevolgd in het geval van de praktische tenuitvoerlegging van bepalingen in titel VII die specifiek betrekking hebben op titel IV.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Voor de Unie vormt artikel 217 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea, de juridische grondslag van het wijzigingsbesluit.

Het voorstel strekt tot wijziging van het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal als werknemer op het grondgebied van de andere partij verblijven, en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de bijbehorende bijlagen en protocollen (het „besluit van de Raad van 20 juni 2014”), met het oog op de voorlopige toepassing van de titels III, IV, V, VI en VII, en de bijbehorende bijlagen en protocollen van de associatieovereenkomst, in verschillende stadia.

Bijgevolg stelt de Commissie voor, dat behalve voor titel I, de artikelen 4, 5 en 6 van titel II en titel VII (met uitzondering van artikel 479, lid 1), van de overeenkomst, zoals bepaald in Besluit 2014/295/EU van de Raad van 17 maart 2014, met het oog op de uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Raad van 20 juni 2014, voor de titels III, V, VI en VII, en de bijbehorende bijlagen en protocollen, de kennisgeving als bedoeld in artikel 486 van de overeenkomst onverwijld zou worden verricht, terwijl voor titel IV en de bijbehorende bijlagen en protocollen, een kennisgeving zal worden verricht zodat de voorlopige toepassing van kracht wordt op 1 januari 2016.

De geleidelijke voorlopige toepassing van de titels III, V, VI en VII, en de bijbehorende bijlagen en protocollen van de associatieovereenkomst, laat de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten conform de Verdragen onverlet.