Toelichting bij COM(2014)618 - Bescherming van de eu-begroting tot eind 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2014)618 - Bescherming van de eu-begroting tot eind 2013.
bron COM(2014)618 NLEN
datum 29-09-2014
52014DC0618

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BESCHERMING VAN DE EU-BEGROTING TOT EIND 2013 /* COM/2014/0618 final */


3.

Inhoud


4.

1........... SAMENVATTING EN CONCLUSIES.. 3


5.

2........... DOEL EN ACHTERGROND.. 4


6.

2.1....... Doel 4


7.

2.2....... Achtergrond.. 5


8.

2.3....... Het proces van financiële correcties en terugvorderingen.. 6


9.

2.4....... Andere gevolgen van de financiële correcties en terugvorderingen.. 7


10.

3........... Financiële correcties en terugvorderingen in 2013.. 8


11.

3.1....... Een overzicht. 8


12.

3.2....... Financiële correcties. 9


13.

3.3....... Terugvorderingen.. 12


14.

4........... Cumulatieve financiële correcties en terugvorderingen tot eind 2013 12


15.

4.1....... Overzicht. 12


16.

4.2....... Financiële correcties. 13


17.

4.3....... Terugvorderingen.. 23


18.

5........... FINANCIËLE NETTOCORRECTIES EN VOORGENOMEN VERBETERINGEN VOOR DE PROGRAMMERINGSPERIODE 2014-2020.. 23


19.

5.1....... Achtergrond.. 23


20.

5.2....... Financiële nettocorrecties 2013: Impact op de EU-begroting.. 24


21.

5.3....... Impact op de nationale begrotingen.. 25


22.

5.4....... Landbouw.. 25


23.

5.5....... Cohesie.. 28


24.

6........... PREVENTIEVE MAATREGELEN.. 32


25.

6.1....... Landbouw.. 32


26.

6.2....... Cohesie.. 34


27.

7........... OP INITIATIEF VAN DE LIDSTATEN IN HET COHESIEBELEID GENOMEN CORRIGERENDE MAATREGELEN.. 36


28.

7.1....... Landbouw.. 36


29.

7.2....... Cohesie.. 37


30.

8........... OVERIGE TERUGVORDERINGEN.. 38


31.

8.1....... Terugvordering van voorfinancieringen.. 38


32.

8.2....... Terugvorderingen betreffende ontvangsten uit eigen middelen.. 38


Inhoudsopgave

1.

Samenvatting


33.

EN CONCLUSIES


Deze mededeling over de bescherming van de begroting van de Europese Unie (EU) beoogt een gedetailleerde beschrijving te geven van de werking van de preventie- en correctiemechanismen ingesteld om de EU-begroting tegen onwettige of onregelmatige uitgaven te beschermen, alsook een zo goed mogelijk raming van de betrokken aantallen en bedragen.

Preventiemaatregelen en -verantwoordelijkheden zijn afhankelijk van de wijze waarop de EU-begroting ten uitvoer wordt gelegd; zo wordt in het cohesiebeleid op grote schaal gebruikgemaakt van onderbreking en/of schorsing van betalingen, wat nu ook voor de uitgaven op landbouwgebied is geïntroduceerd.

Corrigerende maatregelen, d.w.z. financiële correcties en terugvorderingen, vinden hun oorsprong in controles en verificaties van de Commissie en, in het geval van uitgaven onder gedeeld beheer, ook van de lidstaten met betrekking tot de subsidiabiliteit van uitgaven die uit de EU-begroting worden gefinancierd. Als gevolg van het meerjarige karakter van programma's, het controlekader en de complexe aard van de correctiemechanismen en -procedures, worden de resultaten ervan (in de vorm van correcties) gewoonlijk maar concreet jaren nadat de tekortkomingen of onregelmatigheden zijn vastgesteld. De focus van deze mededeling ligt in de eerste plaats op de resultaten van het door de Commissie uitgeoefende toezicht, maar zij bevat in § 7 ook cijfers over financiële correcties en terugvorderingen die het gevolg zijn van controles door de lidstaten.

Er wordt benadrukt dat financiële correcties en terugvorderingen in de eerste plaats erop gericht zijn te waarborgen dat EU-gelden in overeenstemming met de wet- en regelgeving worden gebruikt. Financiële correcties en terugvorderingen die verband houden met het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en intern en extern beleid leiden ertoe dat de in het verleden onterecht betaalde bedragen naar de EU-begroting terugvloeien ("financiële nettocorrecties"). In het cohesiebeleid ontdekte bedragen die niet aan de regels voldoen, zijn tot nu toe doorgaans gecorrigeerd door middel van vervanging door alternatieve, reguliere uitgaven – in dat geval vloeit er geen geld naar de EU-begroting terug. Nadat financiële nettocorrecties reeds ettelijke jaren met succes worden toegepast in het landbouwbeleid, heeft de wetgever beslist een soortgelijk mechanisme ook in het cohesiebeleid te introduceren in de programmeringsperiode 2014-2020.

Wat betreft de corrigerende maatregelen die uitgaan van de Commissie, zijn de kencijfers voor het begrotingsjaar 2013 als volgt:

de bevestigde (opgelegde of aanvaarde) financiële correcties en terugvorderingen bedroegen in 2013 in totaal 3,4 miljard EUR, zijnde 2,3% van de betalingen uit de begroting in dat jaar; zie tabel 3.1; de in 2013 ten uitvoer gelegde bedragen waren van dezelfde orde van grootte, nl. 3,3 miljard EUR ofwel 2,2% van de betalingen uit de begroting; zie tabel 3.1.

De cumulatieve cijfers zeggen evenwel meer over de significantie van de correctiemechanismen die de Commissie toepast, omdat daarin het meerjarige karakter van de meeste EU-uitgaven tot uiting komt en het effect van eenmalige gebeurtenissen wordt geneutraliseerd:

de trend van de bevestigde en opgelegde financiële correcties en terugvorderingen in de periode 2009-2013 is opwaarts. Het gemiddelde bevestigde bedrag was 2,9 miljard EUR ofwel 2,2% van de gemiddelde betalingen uit de EU-begroting; het gemiddelde in die periode ten uitvoer gelegde bedrag was 2,7 miljard EUR ofwel 2,1% van de betalingen; zie grafiek 4.1; in het ELGF bedroeg het gemiddelde correctiepercentage per begrotingsjaar over de periode 1999-2013 1,5% van de uitgaven; zie punt 4.2.2;

· in het EFRO en het ESF bedroeg het percentage financiële correcties voor de periode 2000-2006 (die bijna volledig is afgesloten) per eind 2013, uitsluitend op basis van het toezicht door de Commissie, 4,5% van de toewijzingen (het percentage stijgt tot 5,1% wanneer ook rekening wordt gehouden met de door de lidstaten gemelde aanvullende financiële correcties die samenhangen met hun eigen controlewerkzaamheden); zie punt 4.2.4.

De cijfers in deze mededeling leveren het bewijs dat de meerjarige preventie- en correctiemaatregelen van zowel de Commissie als de lidstaten vruchten afwerpen, met als uiteindelijk resultaat dat de EU-begroting adequaat wordt behoed voor uitgaven die niet aan de toepasselijke regels voldoen – zie ook het 'Syntheseverslag' van de Commissie over 2013, en met name punt 4.1 i. De omvang van de inzake financiële correcties en terugvorderingen gemelde bedragen moet tevens worden gezien als een bevestiging dat het beide partijen menens is erop toe te zien dat het geld van de Europese belastingbetalers wettelijk en regelmatig wordt besteed.

2.

Doel


34.

EN ACHTERGROND


35.

2.1. Doel


Deze mededeling over de bescherming van de begroting van de Europese Unie wordt jaarlijks opgesteld nadat het Europees Parlement daar uitdrukkelijk om had gevraagd in het kader van de kwijtingsprocedure over 2011 en is daarom gericht aan deze instelling, alsook aan de Raad. Zij wordt ook aan de Europese Rekenkamer toegezonden. Zij dient te worden gelezen in samenhang met de cijfers vermeld in toelichting 6 bij de EU-jaarrekening 2013, het syntheseverslag van de Commissie en de desbetreffende delen van de jaarlijkse activiteitenverslagen van de bevoegde directoraten-generaal.

Het doel van deze mededeling is:

een overzicht op hoog niveau te geven van de in de wetgeving voorziene mechanismen met het oog op de vaststelling en vervolgens de behandeling van administratieve fouten, onregelmatigheden en vermoedelijke fraude i die door EU-organen en door de lidstaten worden ontdekt; en en tevens

een zo accuraat mogelijke raming te geven van de totale bedragen i aan financiële correcties en terugvorderingen, voor 2013 en cumulatief, om in concreto aan te tonen op welke wijze:

36.

a. de EU-begroting beschermd is tegen in strijd met de wetgeving gedane uitgaven, en


b. de lidstaten betrokken en getroffen zijn.

Daarnaast wordt ook informatie verstrekt over de aanvullende correcties die door de lidstaten zijn gerapporteerd en ten uitvoer gelegd in het cohesiebeleid (uitsluitend programmeringsperiode 2007-2013) en het landbouwbeleid na eigen controles en audits. Ook wordt informatie gegeven over bedragen die zijn teruggevorderd in verband met uitbetaalde, maar door de begunstigde niet gebruikte voorschotten (voorfinancieringen) en over terugvorderingen in verband met de eigenmiddelenontvangsten van de EU-begroting.

37.

2.2. Achtergrond


De grondslag voor het vele nuttige werk dat de Commissie én de lidstaten verrichten om de risico's in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die uit de EU-begroting worden gefinancierd en de eventuele gevolgen daarvan te beheersen, bestaat uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU i), het Financieel Reglement i, de uitvoeringsvoorschriften i daarvan en de sectorspecifieke wet- en regelgeving. De Commissie beschermt de EU-begroting tegen onterechte of onregelmatige uitgaven voornamelijk op twee manieren:

via preventiemaatregelen en

via correctiemechanismen (voornamelijk financiële correcties die aan de lidstaten worden opgelegd en, in mindere mate, terugvorderingen van ontvangers van EU-betalingen).

Het resultaat van financiële correcties is dat uitgaven die niet conform de toepasselijke regels zijn vergoed van financiering door de Unie worden uitgesloten, wat moet garanderen dat EU-geld wordt besteed zoals de wetgever heeft voorgeschreven.

Daarbij kunnen verschillende types financiële correcties worden onderscheiden:

- bij financiële correcties op cohesiemiddelen gaat het in de meeste gevallen om bedragen die de lidstaten in mindering brengen op uitgaven die zij aan de Commissie declareren en die vervangen worden door aan de regels voldoende uitgaven. Ze vloeien niet terug naar de EU-begroting;

- bij financiële correcties op landbouwmiddelen gaat het om bedragen die definitief door de Commissie worden teruggeclaimd en die de lidstaten niet door andere uitgaven kunnen vervangen. Ze worden als 'bestemmingsontvangsten' in de EU-begroting opgenomen en gebruikt om de bijdragen van de lidstaten aan het landbouwbudget te verminderen. Dit zijn de zogeheten 'financiële nettocorrecties'.

Belangrijk om te vermelden is ook dat een aanzienlijk deel van de EU-uitgaven (bv. cohesie, onderzoek en plattelandsontwikkeling) wordt uitgevoerd via programma's met een meerjarig karakter. Overeenkomstig artikel 32, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement wordt daarmee rekening gehouden bij het ontwikkelen en toepassen van preventieve en corrigerende maatregelen, en bij het beoordelen van de resultaten daarvan. In de praktijk vinden financiële correcties en terugvorderingen plaats in alle fasen van de programmacyclus, wanneer een uitgave is gedaan en/of een betaling is verricht. Vanwege de regels die in de programmeringsperiode 2000-2006 golden, vindt in het cohesiebeleid de meerderheid van de correcties plaats bij de afsluiting van een project/programma, wat jaren na de eerste uitgaven en/of betalingen kan zijn. Wat betreft de programmeringsperiode 2007-2013, is als gevolg van de genomen preventiemaatregelen het aandeel toegenomen van financiële correcties opgelegd in de jaren waarin een programma werd uitgevoerd. Bijgevolg mag worden verwacht dat het aandeel van financiële correcties bij afsluiting minder zal zijn. Voor de programmeringsperiode 2014-2020 zal de invoering van bepalingen betreffende de jaarrekeningen en financiële nettocorrecties in de sectorspecifieke verordeningen een bestendiging van deze trend meebrengen. In het plattelandsontwikkelingsbeleid kunnen gedurende de gehele programmacyclus financiële nettocorrecties worden toegepast.

De betekenis van de financiële correcties en terugvorderingen komt met name tot uiting wanneer wordt gekeken naar de restfoutenpercentages in een meerjarenperspectief. Voor deze percentages worden immers zowel de aandelen van de ontdekte fouten als de financiële correcties en terugvorderingen gedurende de gehele levenscyclus van programma's en projecten in aanmerking genomen. Zij tonen bijgevolg de werkelijke impact van de onregelmatige uitgaven en zijn sleutelindicatoren voor de mate waarin de toezicht- en controlesystemen erin slagen de risico's in verband met de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen die uit de EU-begroting worden gefinancierd, gedurende de hele programmacyclus te beheersen (zie het syntheseverslag van de Commissie voor 2013, met name punt 4.1).

38.

2.3. Het proces van financiële correcties en terugvorderingen


Financiële correcties en terugvorderingen verlopen volgens een welbepaald, logisch proces i:

De Commissie of een andere instantie van de EU (OLAF, Rekenkamer) verricht controles of inspecties ter plaatse of aan de hand van documenten naar aanleiding van een Europees of nationaal auditverslag. De analyse daarvan leidt tot de ontdekking van mogelijke systeemtekortkomingen en/of de mededeling door de Commissie van een raming van uitgaven die niet subsidiabel zijn aan de betrokken lidstaat of eindbegunstigde als onderdeel van een formele procedure op tegenspraak (financiële correcties en terugvorderingen 'in uitvoering'). Na afloop van besprekingen en de eventuele ontvangst van aanvullende documentatie van de lidstaten of eindbegunstigden wordt de financiële correctie of terugvordering bevestigd, d.w.z. aanvaard door de lidstaat of opgelegd (bij besluit van de Commissie). De laatste stap bestaat erin dat de geconstateerde onterechte uitgaven definitief worden gecorrigeerd ("uitgevoerde" financiële correcties en terugvorderingen) via een mechanisme dat kan verschillen naargelang van de sectorspecifieke regelgeving.

De door de Commissie gerapporteerde financiële correcties en terugvorderingen zijn het resultaat van haar hierboven beschreven toezichthoudende taken en controleactiviteiten. Ten aanzien van beleidsmaatregelen onder gedeeld beheer verrichten de lidstaten overeenkomstig de verplichting om 'alle nodige maatregelen te nemen...om de financiële belangen van de Unie te beschermen' zelf ook controles en correcties – zie § 7. Dit betekent dat de middelen van de EU onder gedeeld beheer te allen tijde een dubbele bescherming genieten.

Belangrijk om te vermelden is dat de in deze mededeling genoemde cijfers wat betreft gedeeld beheer, zowel correcties in individuele zaken als geëxtrapoleerde of forfaitaire correcties omvatten. In het laatste geval gaat het om correcties die door de Commissie op programmaniveau worden opgelegd, overeenkomstig artikel 80, lid 4, van het Financieel Reglement: 'Wanneer zulke bedragen niet nauwkeurig kunnen worden vastgesteld, kan de Commissie geëxtrapoleerde of forfaitaire correcties toepassen overeenkomstig de sectorspecifieke regelgeving.' Deze correcties worden toegepast wanneer met betrekking tot een maatregel of programma tekortkomingen of zwakke plekken in de nationale beheers- en controlesystemen worden ontdekt; er wordt dan een vast percentage afgetrokken van alle betalingsverzoeken die worden ingediend voor de desbetreffende uitgaven totdat de lidstaat passende actie onderneemt en de geconstateerde tekortkomingen verhelpt. Deze forfaitaire correcties worden met andere woorden niet berekend op basis van vastgestelde individuele onregelmatigheden op begunstigdeniveau, maar naar evenredigheid van de ernst van de ontdekte tekortkomingen.

39.

2.4. Andere gevolgen van de financiële correcties en terugvorderingen


De wetgeving biedt de Commissie en de lidstaten tal van instrumenten en controlemechanismen. Naast de aanzienlijke bedragen die hiervoor zijn vermeld, zijn er nog andere financiële correcties die de lidstaten in het kader van de toezichthoudende rol van de Commissie aanvaarden. Zo kunnen nationale plannen van aanpak een preventief effect hebben op uitgaven die door begunstigden reeds zijn gedaan en op nationaal vlak in de boeken van de certificeringsinstantie zijn opgenomen, maar nog niet bij de Commissie zijn gedeclareerd. Voor dergelijke uitgaven past de certificeringsinstantie (in het Cohesiebeleid) de door de Commissie gevraagde financiële correctie toe voordat de uitgaven worden gedeclareerd. In het bijzonder waar het gaat om geëxtrapoleerde of forfaitaire correcties in verband met in de beheers- en controlesystemen vastgestelde tekortkomingen die betrekking hebben op een grote groep projecten, kunnen de bedragen aanzienlijk zijn.

Dit preventieve effect van het Commissietoezicht komt in de officiële rapportage niet altijd tot uiting ook al gaat het om significante bedragen, maar zorgt wel voor een extra bescherming van de EU-begroting. Een ander voorbeeld daarvan zijn de waarschuwingsbrieven die uitgaan van de directoraten-generaal wanneer systeemtekortkomingen worden ontdekt voordat een betalingsverzoek bij de Commissie wordt ingediend. Deze brieven worden door de directeuren-generaal in hun hoedanigheid van gedelegeerd ordonnateur voor de Commissie verstuurd op eigen initiatief, en niet omdat de regelgeving hen daartoe uitdrukkelijk verplicht. Zij kunnen inzake bescherming van de EU-begroting hetzelfde preventieve effect sorteren, maar ook in dit geval wordt door de Commissie/de lidstaat geen financiële correctie gerapporteerd.

Audits en financiële correcties door de diensten van de Commissie op de beleidsterreinen landbouw en plattelandsontwikkeling kunnen eveneens aanleiding geven tot terugvorderingen bij de begunstigden. Wanneer de lidstaten onregelmatige bedragen van landbouwproducenten terugvorderen voordat de Commissie tot financiële correctie besluit, worden die bedragen aan de EU-begroting teruggestort en in mindering gebracht op de financiële correctie. Bedragen die van eindbegunstigden worden teruggevorderd nadat de financiële correctie is uitgevoerd, dienen niet aan de EU-begroting te worden teruggestort. Deze manier van werken versterkt de geneigdheid van de lidstaten om onterecht betaalde sommen effectief en zonder onnodige vertraging terug te halen. Wanneer de Commissie vindt dat een lidstaat niet snel genoeg tot terugvordering bij een eindbegunstigde overgaat, kan zij bovendien om haar toezichthoudende rol kracht bij te zetten een inbreukprocedure tegen de betrokken lidstaat inleiden. Dit is uiteraard een aanvulling op de bescherming die de EU-begroting eventueel reeds geniet in de vorm van de oorspronkelijke financiële correctie.

In het GLB bestaat tevens een specifiek mechanisme waarbij 50% van de onterecht betaalde sommen die lidstaten binnen 4 jaar (of 8 jaar wanneer een gerechtelijke procedure loopt) nog niet van de begunstigden hebben teruggevorderd, automatisch ten laste van de nationale begroting komen. Dit is een krachtige prikkel voor de nationale autoriteiten om de terugvorderingsprocedures tijdig af te wikkelen. Het doet niets af aan de verplichting van de lidstaten om de resterende 50% terug te vorderen en aan de EU-begroting terug te storten. Daarnaast kan de Commissie ook de volledige nog terug te vorderen som (en niet enkel 50%) aanrekenen als zij meent dat er in specifieke individuele gevallen sprake is van nalatigheid door de nationale autoriteiten wat de aanpak van de terugvorderingsprocedure betreft.

40.

3. Financiële correcties en terugvorderingen in 2013


41.

3.1. Een overzicht


De financiële correcties waarover in dit deel (en in de §§ 4 en 5) verslag wordt uitgebracht, zijn het resultaat van toezicht door de Commissie waaruit is gebleken dat aanvullende correcties nodig waren waartoe de lidstaten eerder niet waren overgegaan (in strijd met hun verplichting om in eerste instantie de vereiste financiële correcties door te voeren).

De bedragen van de financiële correcties en terugvorderingen hangen hoofdzakelijk af van de omvang van in voorgaande jaren ontdekte onregelmatigheden, met dien verstande dat controles van de Commissie en de lidstaten over meerdere jaren meer tekortkomingen of onregelmatigheden aan het licht kunnen brengen, met hogere financiële correcties en terugvorderingen tot gevolg. Als gevolg van het meerjarige karakter van het controlekader en de complexe aard van de correctiemechanismen en -procedures, worden de resultaten ervan (in de vorm van correcties) gewoonlijk maar concreet jaren nadat de tekortkomingen of onregelmatigheden zijn vastgesteld.

In het algemeen is het gelet op de aard van de financiële correcties en het meerjarige karakter van de betrokken uitgaven daarom zinvoller te kijken naar de cumulatieve cijfers (zie § 4). Niettemin, wat uitsluitend 2013 betreft, kan om een idee te geven van de omvang van de in dat jaar bevestigde en ten uitvoer gelegde financiële correcties en terugvorderingen worden vermeld dat de daarmee gemoeide bedragen, die overwegend systeemtekortkomingen of onregelmatigheden in eerdere jaren betreffen, in financiële termen respectievelijk 2,3 en 2,2% van alle betalingen uit de begroting uitmaken (zie verderop voor nadere bijzonderheden).

Tabel 3.1: Overzicht van financiële correcties en terugvorderingen in 2013

[zie origineel document voor tabel]

||||||||||| Miljoenen EUR|

Beleidsterrein| Totale betalingen uit de begroting in Totale financiële correcties in uitvoering eind Totaal financiële correcties bevestigd in Totale terugvorderingen bevestigd in Totaal bevestigd in % van betalingen uit EU-begroting| Totale financiële correcties uitgevoerd in Totale terugvorderingen uitgevoerd in Totaal uitgevoerd in % van betalingen uit EU-begroting|

Landbouw|||||||||||

ELGF| 45 3 | | 1 2.4%| | | | 1.4%|

Plattelandsontwikkeling| 12 | | | | 3.0%| | | | 2.8%|

Cohesiebeleid**|||||||||||

EFRO| 31 1 | | | 1.1%| | -| | 2.0%|

Cohesiefonds| 11 | -| | 1.8%| | -| | 2.3%|

ESF| 13 | | | | 6.3%| | | | 6.4%|

FIOV/EVF| | | | | | 6.0%| | | | 4.8%|

EOGFL afdeling Oriëntatie| | -| | | | 1.6%| | | | 8.3%|

Overige| | -| -| | | 13.8%| -| | | 13.8%|

Subtotaal gedeeld beheer| 115 6 2 | 2 2.5%| 2 | 2 2.5%|

Intern beleid| 16 2.3%| 2.4%|

Extern beleid| 7 n.v.t.| n.v.t.| | | 1.3%| n.v.t.| | | 1.3%|

Administratie| 8 n.v.t.| n.v.t.| | | 0.1%| n.v.t.| | | 0.1%|

TOTAAL| 148 394*| 6 2 | 3 2.3%| 2 | 3 2.2%|

* Exclusief 75 miljoen EUR compensatie aan Kroatië.

** Van het totaal van 1 402 miljoen EUR aan bevestigde financiële correcties had 514 miljoen EUR betrekking op de programmeringsperiode 2007-2013, 714 miljoen EUR op de periode 2000-2006 en de resterende 174 miljoen EUR op de periode 1994-1999. Van het totaal van 1 759 miljoen EUR aan uitgevoerde financiële correcties had 693 miljoen EUR betrekking op de programmeringsperiode 2007-2013, 889 miljoen EUR op de periode 2000-2006 en de resterende 177 miljoen EUR op de periode 1994-1999.

De grootste, meest complexe programma's van de periode 2000-2006 werden afgesloten in 2013, wat aanleiding gaf tot hoge gemelde bedragen. De relatief gezien kleinere bedragen betreffende 2007-2013 zijn het resultaat van preventiemaatregelen van de Commissie (zie § 6), waarbij wel moet worden aangestipt dat correcties gewoonlijk meer geconcentreerd zijn in de afsluitingsfase.

De totale in 2013 bevestigde financiële correcties en terugvorderingen zijn gestegen met 20% ten opzichte van 2012 (financiële correcties plus 15% en terugvorderingen plus 35%).

Het bedrag aan financiële correcties en terugvorderingen daalde van 4,4 miljard EUR in 2012 tot 3,3 miljard EUR in 2013. Deze daling houdt verband met een omvangrijke Spaanse zaak van financiële correctie (1,8 miljard EUR) betreffende cohesieprogramma's van de periode 2000-2006 die in 2012 werd afgewikkeld. De resulterende daling met 34% van de financiële correcties uitgevoerd in 2013 (van 3,7 miljard EUR naar 2,5 miljard EUR) werd ten dele gecompenseerd door een toename met 27% van de in 2013 verrichte terugvorderingen (van 0,7 naar 0,9 miljard EUR).

42.

3.2. Financiële correcties


43.

3.2.1 Financiële correcties in uitvoering op 31.12.2013


Het bedrag aan financiële nettocorrecties in uitvoering bij landbouw en plattelandsontwikkeling berust op een raming van de uitgaven die door de lidstaten waarschijnlijk aan de EU-begroting zullen worden teruggestort als gevolg van de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring.

Het bij het cohesiebeleid voor financiële correcties in uitvoering vermelde bedrag is gebaseerd op controlebevindingen van de Commissie en van de Europese Rekenkamer of OLAF, die van het bevoegde directoraat-generaal de nodige follow-up krijgen in de vorm van een procedure op tegenspraak met de betrokken lidstaten.

Grafiek 3.2.1.1: Financiële correcties in uitvoering bij gedeeld beheer op 31.12.2013, uitgesplitst naar fonds

Omdat het voor 2007-2013 om meerfondsenprogramma's gaat, zijn in het EFRO-bedrag ook CF-bedragen voor die periode opgenomen.

Grafiek 3.2.1.2: Financiële correcties in uitvoering bij gedeeld beheer op 31.12.2013, uitgesplitst naar lidstaat

Met zaken in het ELGF is een bedrag van 2 387 miljoen EUR gemoeid, waarvan 1 697 miljoen EUR in Frankrijk. Daarbij zij vermeld dat deze bedragen voorlopige ramingen van de Commissie zijn van het risico dat de EU-begroting loopt voordat de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring is afgerond en dat de Commissie zoals de wetgeving voorschrijft in haar eindbeoordeling terdege rekening zal houden met alle door de lidstaat overgelegde bewijsmateriaal. Het uiteindelijke bedrag van de financiële nettocorrectie kan bijgevolg lager uitvallen, bijvoorbeeld wanneer de eerste raming van de Commissie op een forfaitaire grondslag was gemaakt en de lidstaat achteraf informatie verstrekte die een nauwkeurigere raming mogelijk maakte. Daardoor kan het zijn dat geraamde bedragen 'in uitvoering' hoger zijn dan de uiteindelijk door de Commissie opgelegde financiële nettocorrectie. Voorts zij erop gewezen dat de uitsplitsing per lidstaat sterk wordt beïnvloed door de lopende conformiteitsgoedkeuringsprocedures, die op een gegeven moment gewoonlijk op slechts een paar lidstaten tegelijk geconcentreerd zijn omdat tot audits wordt besloten op grond van risicoanalyse en deze dus op de meest risicovolle lidstaten zijn gericht. Tabel 4.2.2 geeft een langetermijnuitsplitsing per lidstaat voor het ELGF.

Wat het EFRO betreft, gaat het hoofdzakelijk om bedragen van de programmeringsperiode 2000-2006 en de afsluiting van openstaande kwesties voor programma's in Italië (966 miljoen EUR), Ierland (142 miljoen EUR), Spanje (119 miljoen EUR) en Griekenland (65 miljoen EUR).

Inzake het ESF houdt de meerderheid van de financiële correcties in uitvoering eind 2013 verband met de afsluiting van programma's van 2000-2006, waarbij het gaat om financiële correcties die door de Commissie in de afsluitingsbrief zijn voorgesteld, maar door de lidstaten nog niet zijn geaccepteerd. De grootste bedragen betreffen Italië (388 miljoen EUR) en Spanje (141 miljoen EUR).

44.

3.2.2 In 2013 bevestigde financiële correcties


Er zij vermeld dat de bovenstaande cijfers en kaarten betrekking hebben op één enkel jaar, nl. 2013. Het totale correctiebedrag en de verdeling over de lidstaten kunnen aanzienlijk verschillen van jaar tot jaar. Een zinvolle beoordeling van het corrigerend vermogen van de toezicht- en controlesystemen moet daarom overeenkomstig de aard van de uitgaven op meer dan één jaar gebaseerd zijn (zie § 4).

45.

Kaart en tabel 3.2.2: In 2013 bevestigde financiële correcties bij gedeeld beheer in verhouding tot van de EU ontvangen betalingen, uitgesplitst naar lidstaat


Lidstaat| Betalingen ontvangen uit de EU-begroting in 2013 (miljoen EUR)| In 2013 bevestigde financiële correcties (in miljoenen EUR)| In 2013 bevestigde financiële correcties van de lidstaten als percentage van de uit de EU-begroting in 2013 ontvangen betalingen

België| 1 | 1.6%

Bulgarije| 1 | 0.3%

Tsjechië| 4 | 3.1%

Denemarken| 1 | 1.1%

Duitsland| 11 | 0.3%

Estland| | | 0.0%

Ierland| 1 | 1.6%

Griekenland| 6 | 2.0%

Spanje| 12 | 3.7%

Frankrijk| 12 | 1.8%

Kroatië| | | 43.4%

Italië| 11 | 3.3%

Cyprus| | | 0.0%

Letland| 1 | 2.3%

Litouwen| 1 | 0.8%

Luxemburg| | | 0.4%

Hongarije| 5 | 2.8%

Malta| | | 0.1%

Nederland| 1 | 6.2%

Oostenrijk| 1 | 0.2%

Polen| 15 | 1.1%

Portugal| 5 | 0.3%

Roemenië| 5 | 5.2%

Slovenië| | | 3.2%

Slowakije| 1 | 3.3%

Finland| 1 | 0.5%

Zweden| 1 | 0.2%

UK| 4 | 4.7%

Interreg| 2 | 0.0%

TOTAAL| 115 2 2,2 %


De kaart hierboven geeft de verhouding weer tussen de bevestigde financiële correcties voor de lidstaten en de betalingen die zij in 2013 uit de EU-begroting ontvingen.

Lidstaten die onder het gemiddelde van 2,2% zitten, zijn lichtgrijs ingekleurd.

Lidstaten die boven het gemiddelde van 2,2% zitten, zijn rood ingekleurd.

46.

3.2.3 In 2013 verrichte financiële correcties


Kaart en tabel 3.2.3: In 2013 uitgevoerde financiële correcties bij gedeeld beheer in verhouding tot van de EU ontvangen betalingen, uitgesplitst naar lidstaat

Lidstaat| Betalingen ontvangen uit de EU-begroting in 2013 (in miljoenen EUR)| In 2013 uitgevoerde financiële correcties (in miljoenen EUR)| In 2013 uitgevoerde financiële correcties als percentage van de uit de EU-begroting in 2013 ontvangen betalingen

België| 1 | 2,1 %

Bulgarije| 1 | 1,0 %

Tsjechië| 4 | 1,6 %

Denemarken| 1 | 1,1 %

Duitsland| 11 | 0,3 %

Estland| | | 1,1 %

Ierland| 1 | 0,6 %

Griekenland*| 6 - -0,3 %

Spanje| 12 | 5,8 %

Frankrijk| 12 | 0,8 %

Kroatië| | | 43,4 %

Italië| 11 | 3,4 %

Cyprus| | | 0,0 %

Letland| 1 | 2,3 %

Litouwen| 1 | 0,5 %

Luxemburg| | | 0,1 %

Hongarije| 5 | 2,8 %

Malta| | | 0,1 %

Nederland| 1 | 3,5 %

Oostenrijk| 1 | 0,1 %

Polen| 15 | 1,2 %

Portugal| 5 | 0,5 %

Roemenië| 5 | 5,3 %

Slovenië| | | 3,2 %

Slowakije| 1 | 3,8 %

Finland| 1 | 0,4 %

Zweden| 1 | 1,9 %

UK| 4 | 5,0 %

Interreg| 2 | 0,0 %

TOTAAL| 115 2 2,1 %


De kaart hierboven geeft de verhouding weer tussen de uitgevoerde financiële correcties voor de lidstaten en de betalingen die zij in 2013 uit de EU-begroting ontvingen.

Lidstaten die onder het gemiddelde van 2,1 % zitten, zijn lichtgrijs ingekleurd.

Lidstaten die boven het gemiddelde van 2,1 % zitten, zijn rood ingekleurd.

* Het negatieve percentage voor Griekenland is het gevolg van een in 2013 toegepaste correctie op eerder aangegeven bedragen. Zonder deze correctie zou het percentage voor Griekenland 2,1% bedragen en het algemene percentage 2,3%.

47.

3.3. Terugvorderingen


De cijfers betreffende de in 2013 bevestigde (941 miljoen EUR) en uitgevoerde (862 miljoen EUR) terugvorderingen zijn terug te vinden in tabel 3.1 hiervoor. Zoals tabellen 4.3.1 en 4.3.2 verderop laten zien, zijn deze bedragen aanzienlijk hoger dan in 2012, hoofdzakelijk als gevolg van grotere terugvorderingen in het intern beleid.

48.

4. Cumulatieve financiële correcties en terugvorderingen tot eind 2013


49.

4.1. Overzicht


De cumulatieve cijfers verschaffen nuttige informatie over de impact van de correctiemechanismen die de Commissie toepast, omdat daarin het meerjarige karakter van de meeste EU-uitgaven tot uiting komt en het effect van eenmalige gebeurtenissen wordt geneutraliseerd. De onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de in de afgelopen vijf jaar ten uitvoer gelegde financiële correcties en terugvorderingen:

Grafiek 4.1: Financiële correcties en terugvorderingen 2009-2013


Bevestigde financiële correcties en terugvorderingen 2009-2013 Uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen 2009-2013

Het gemiddelde jaarlijkse bedrag aan door de Commissie bevestigde financiële correcties en terugvorderingen bedroeg in de periode 2009-2013 2,9 miljard EUR, d.i. 2,2 % van 131 miljard EUR, zijnde het gemiddelde van de betalingen uit de EU-begroting (waarvan onder gedeeld beheer: 2,6 miljard EUR, ofwel 2,5% van het gemiddeld uitbetaalde bedrag van 101 miljard EUR); alle ander beheersvormen: 353 miljoen EUR, ofwel 1,2% van het gemiddeld uitbetaalde bedrag van 30 miljard EUR. De trend van de bevestigde bedragen is lichtjes opwaarts, wat aangeeft dat het meerjarig controlekader de EU-begroting met succes beschermt in een meerjarenperspectief.

De uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen bedroegen in de periode 2009-2013 gemiddeld 2,7 miljard EUR, ofwel 2,1% van de gemiddelde betalingen uit de EU-begroting in die periode. De hierboven zichtbare opwaartse trend is te verklaren door de afsluiting van de programmeringsperiode 2000-2006, de fase waarin heel wat financiële correcties en terugvorderingen effectief worden uitgevoerd (zie verderop).

50.

4.2. Financiële correcties


51.

4.2.1 Overzicht


Tabel 4.2.1: Cumulatieve bevestigde financiële correcties en terugvorderingen en uitvoeringspercentage tot eind 2013

Miljoenen EUR|

Uitgaven| Programmeringsperiode| Cumulatieve ELGF- besluiten| Totale financiële correcties bevestigd eind Financiële correcties nog niet uitgevoerd eind Uitgevoerd / bevestigd eind Financiële correcties bevestigd eind

Periode 1994-| Periode 2000-| Periode 2007-|

Landbouw| | | | 9 9 1 89,6 %| 8

ELGF| -| -| -| 9 9 | 90,0 %| 8

Plattelandsontwikkeling| | | | n.v.t.| | | 83,2 %| |

Cohesiebeleid| 2 7 1 n.v.t.| 12 | 93,8 %| 10

EFRO| 1 5 | n.v.t.| 7 | 93,8 %| 7

Cohesiefonds| | | | n.v.t.| 1 | 90,7 %| |

ESF| | 1 | n.v.t.| 3 | 97,9 %| 2

FIOV/EVF| | | | n.v.t.| | | 51,8 %| |

EOGFL afdeling Oriëntatie| | | | n.v.t.| | | 100,0 %| |

Overige| -| -| -| n.v.t.| | | 100,0 %| |

Totaal| 2 7 2 9 21 1 91,9 %| 19

Het meerjarige karakter van de EU-begrotingscyclus komt duidelijk tot uiting in de verschillende programmeringsperioden in het cohesiebeleid. Omdat voor de periode 2000-2006 het einde van het afsluitingsproces nabij is, is het bedrag van de financiële correcties aanzienlijk groter dan voor de periode 2007-2013. De verwachting is dat de financiële correcties voor deze recentere periode de komende jaren zullen blijven stijgen naarmate voor meer programma's met de afsluiting wordt begonnen (sommige zijn niet ver meer af van de betalingsdrempel van 95%), maar minder dan vergeleken met de daaraan voorafgaande programmeringsperiode vanwege het succes van de preventiemaatregelen. Met name het gebruik van onderbrekings- en opschortingsmechanismen is een krachtige prikkel gebleken om lidstaten ertoe aan te zetten hun beheers- en controlesystemen te verbeteren in samenwerking met de diensten van de Commissie.

52.

4.2.2 Landbouw: financiële correcties in het kader van de goedkeuring van de rekeningen in het ELGF


In het ELGF bedragen de totale door de Commissie sinds 1999 opgelegde financiële correcties 9 148 miljoen EUR (43 besluiten). Het gemiddelde correctiepercentage per begrotingsjaar bedroeg over de periode 1999-2013 1,5% van de uitgaven. Wanneer de Commissie het besluit heeft aangenomen, worden de bedragen gewoonlijk ineens uitgevoerd, tenzij aan de lidstaat de mogelijkheid is toegestaan om in termijnen te betalen.

Tabel 4.2.2: Cumulatieve financiële correcties waarvoor een besluit is genomen in het kader van de ELGF-goedkeuring van de rekeningen, 1999 tot eind 2013, uitgesplitst naar lidstaat

[zie origineel document voor tabel]

|| Miljoenen EUR

Lidstaat| ELGF-betalingen ontvangen uit de EU-begroting| Ontvangen betalingen als % van totale betalingen| Cumulatieve financiële correcties in het ELGF eind % van betalingen ontvangen uit de EU-begroting| % van totaal bedrag aan financiële correcties

België| 11 1,9 %| | 0,4 %| 0,5 %

Bulgarije| 1 0,3 %| | 1,9 %| 0,4 %

Tsjechië| 4 0,8 %| | 0,1 %| 0,1 %

Denemarken| 16 2,7 %| | 1,1 %| 2,0 %

Duitsland| 82 13,5 %| | 0,2 %| 2,0 %

Estland| | 0,1 %| | 0,0 %| 0,0 %

Ierland| 19 3,2 %| | 0,2 %| 0,5 %

Griekenland| 38 6,3 %| 2 6,1 %| 25,4 %

Spanje| 85 14,0 %| 1 1,7 %| 15,9 %

Frankrijk| 133 21,9 %| 1 1,0 %| 13,9 %

Kroatië| | 0,0 %| -| n.v.t.| n.v.t.

Italië| 68 11,3 %| 1 2,5 %| 19,2 %

Cyprus| | 0,1 %| | 2,9 %| 0,1 %

Letland| | 0,1 %| | 0,0 %| 0,0 %

Litouwen| 2 0,3 %| | 0,4 %| 0,1 %

Luxemburg| | 0,1 %| | 1,2 %| 0,1 %

Hongarije| 7 1,2 %| | 0,6 %| 0,5 %

Malta| | 0,0 %| | 1,1 %| 0,0 %

Nederland| 16 2,7 %| | 1,3 %| 2,3 %

Oostenrijk| 10 1,7 %| | 0,1 %| 0,1 %

Polen| 16 2,8 %| | 0,6 %| 1,0 %

Portugal| 10 1,7 %| | 1,9 %| 2,1 %

Roemenië| 4 0,8 %| | 2,0 %| 1,1 %

Slovenië| | 0,1 %| | 1,5 %| 0,1 %

Slowakije| 2 0,3 %| | 0,1 %| 0,0 %

Finland| 7 1,3 %| | 0,3 %| 0,3 %

Zweden| 10 1,7 %| | 1,1 %| 1,3 %

Verenigd Koninkrijk| 55 9,1 %| 1 1,8 %| 11,0 %

Totaal| 608 100,0 %| 9 1,5 %| 100,0 %

In de bovenstaande tabel worden de financiële correcties die door de lidstaten aan de EU-begroting zijn teruggestort uitgesplitst per lidstaat. De totale bedragen aan financiële correcties blijven over de jaren betrekkelijk stabiel en laten een positieve trend zien, in absolute bedragen en als percentage van de uitgaven.

De grafiek hierna geeft de totale financiële correcties per lidstaat weer, evenals de financiële correcties als percentage van de betalingen ontvangen uit de EU-begroting.

Op te merken is dat negen lidstaten een correctiepercentage boven het gemiddelde van 1,5% hebben en een aandeel van 75% in het totaal, tegenover een aandeel van 44% in de uit de EU-begroting ontvangen betalingen.

Grafiek 4.2.2: Cumulatieve financiële correcties in het kader van de ELGF-goedkeuring van de rekeningen, vanaf 1999 tot eind 2013, in verhouding tot de uit de EU-begroting ontvangen betalingen

53.

4.2.3 Landbouw: tekortkomingen in de controlesystemen van de lidstaten


Materiële tekortkomingen in de nationale beheers- en controlesystemen die door de lidstaten zelf, DG Landbouw, de Europese Rekenkamer en/of OLAF (fraudeonderzoeken) zijn geconstateerd, krijgen van DG Landbouw de nodige follow-up totdat betrouwbare informatie is verkregen dat de lidstaten passende actie hebben ondernomen om de problemen te verhelpen, de eerder gedeclareerde onregelmatige uitgaven zijn gerectificeerd en de nieuwe systemen hun deugdelijkheid hebben bewezen.

Zo werden met betrekking tot steunregelingen in Polen door DG Landbouw in 2013 ernstige structurele tekortkomingen vastgesteld inzake de voorlopige erkenning van telersverenigingen voor groenten en fruit. Wat reeds uitbetaalde sommen betreft, is het financiële risico voor het fonds gedekt door de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring, naar aanleiding waarvan onterecht uitgegeven geld van de EU wordt teruggevorderd. Aan Polen is met het oog op de toekomst gevraagd de nodige aanpassingen door te voeren, op de uitvoering waarvan het DG toezicht zal houden. In het geval van de tekortkomingen in de wijnsector zijn in februari en april 2013 twee reeksen richtsnoeren uitgevaardigd over de toepassing van de nationale steunprogramma's.

In verband met de rechtstreekse betalingen zijn hardnekkige tekortkomingen, betreffende de onjuiste definitie van sommige subsidiabele types blijvend grasland, geconstateerd bij 15 Spaanse betaalorganen en in Griekenland. De corrigerende maatregelen van Spanje zijn medio 2013 geauditeerd en bleken de zaak niet volledig te hebben opgelost. De uitvoering van het Spaanse plan zal bijgevolg intensiever worden gemonitord en er zullen verdere financiële correcties volgen. Het in 2008 ingevoerde Griekse Land Parcel Identification System (LPIS) bevatte arealen die gezien hun intrinsieke kenmerken niet voor GLB-steun in aanmerking hadden mogen komen. Als voorwaarde voor het besluit om financiële correcties uit te stellen, is aan Griekenland gevraagd om de situatie middels een actieplan te verhelpen. Voor de declaraties betreffende 2009-2012 en volgende jaren zijn de goedkeuringsprocedures die in financiële nettocorrecties moeten resulteren onderweg. Omdat de planning van de herstelmaatregelen niet werd gerespecteerd, werd het uitstel van de financiële nettocorrecties voor het graslandprobleem bovendien ingetrokken en werd op 24 juni 2014 een pre-schorsingsbrief aan de Griekse autoriteiten gezonden, met een duidelijke deadline voor de resterende termijnen.

Daarnaast heeft Portugal in 2013 een grootschalig actieplan ter verhelping van ernstige tekortkomingen in de kwaliteit van het LPIS-GIS afgerond en Frankrijk een omvangrijk actieplan gelanceerd om het LPIS te actualiseren en te vervolledigen dat naar verwachting volledig zal zijn uitgevoerd tegen het declaratiejaar 2016. Wat Portugal betreft, kon door de procedure van conformiteitsgoedkeuring ruim 100 miljoen EUR via financiële nettocorrecties worden teruggehaald voor de begrotingsjaren 2007-2009; voor de jaren daarna zijn de conformiteitsprocedures nog bezig. Voor Frankrijk is een aantal belangrijke financiële correcties in uitvoering met betrekking tot de begrotingsjaren 2008-2010, waarvoor de procedure tot goedkeuring van de rekeningen goed opgeschoten is. Bij een inspectiebezoek in februari 2014 is gebleken dat de uitvoering van het actieplan in het algemeen op schema ligt, maar dat sommige tussentijdse afspraken niet zijn nagekomen. Daarop is aan Frankrijk gevraagd de betrokken kwesties aan te pakken en gedetailleerder te rapporteren, zodat DG Landbouw de zaken van naderbij kan volgen. Er zij overigens op gewezen dat Frankrijk het actieplan voor het beheer van de betalingsrechten en de agromilieuvoorwaarden met succes heeft uitgevoerd. De monitoring van de kwaliteit van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) en het LPIS, en het verschaffen van advies en ondersteuning, vallen thans onder de verantwoordelijkheid van een nieuwe, in 2014 operationeel geworden eenheid van DG Landbouw.

Naar aanleiding van aanpassingen in de foutenpercentages van meer dan 5% zijn actieplannen gevraagd nadat sommige controlesystemen als 'ondoeltreffend' of 'slechts gedeeltelijk doeltreffend' waren beoordeeld (bv. in Roemenië, Bulgarije en Portugal) door de Europese Rekenkamer of bij audits door DG Landbouw, of omdat de meegedeelde controlegegevens onvoldoende zekerheid boden (bv. Griekenland, Nederland). Zo hebben conformiteitscontroles van DG Landbouw en audits van de Rekenkamer significante systeemtekortkomingen m.b.t. maatregel 312 'Steun voor de oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen' aan het licht gebracht in Roemenië. Op verzoek van DG Landbouw hebben de Roemeense autoriteiten een actieplan ten uitvoer gelegd om de situatie aan te pakken. Bij wijze van aanvullende maatregel zijn de betalingen van de Commissie aan Roemenië voor de betrokken regeling onderbroken in 2013. Na intensieve samenwerking van DG Landbouw met de Roemeense autoriteiten werd in mei 2014 geoordeeld dat, alhoewel de inspanningen inzake het bijzondere actieplan voor maatregel 312 moeten worden voortgezet, de betalingen konden worden hervat op voorwaarde dat de Roemeense autoriteiten ermee instemden dat DG Landbouw de zaken van nabij zou volgen om de risico's in te perken. Definitieve bevestiging dat de systeemtekortkomingen bij de uitvoering van maatregel 312 met succes zijn verholpen, kan evenwel maar worden verkregen op basis van een volgende audit. De EU-begroting zal worden beschermd door middel van financiële nettocorrecties en terugvorderingen bij de lidstaat na conformiteitscontroleprocedures. Tegelijkertijd worden de Roemeense programma's voor plattelandsontwikkeling van zeer dichtbij gevolgd.

In Bulgarije hebben audits van DG Landbouw m.b.t. plattelandsontwikkeling ernstige tekortkomingen in de administratieve controles en fouten bij de controles ter plaatse aan het licht gebracht. De belangrijkste daarvan hielden verband met de naleving van de regels inzake overheidsopdrachten, de aanwezigheid van onsubsidiabele en/of onredelijke kosten, de reikwijdte van de controles ter plaatse en de vroegtijdige betaling van grote voorschotten. Deze laatste moeten worden beoordeeld tegen de achtergrond van de n+2-annuleringsregel. De Bulgaarse autoriteiten is gevraagd toe te lichten waarom zo vroeg dergelijke hoge voorschotten nodig waren. De toelichtingen zullen mee in overweging worden genomen om uit te maken of er al dan niet sprake is van omzeiling van de n+2-regel en behoefte aan een financiële correctie. Nadat DG Landbouw begin 2013 een eerste brief aan alle lidstaten had gestuurd, werd een proces opgezet voor het opstellen van en volgen van de uitvoering van nationale actieplannen om de foutenpercentages te verminderen. De lidstaten hebben hun in nauwe samenwerking met DG Landbouw uitgewerkte actieplannen ingediend en er zijn in 2013 en 2014 drie studiedagen gehouden waarop de stand van zaken werd toegelicht en advies is verstrekt.

4.2.4 Cohesiebeleid: EFRO & ESF 2000-2006

Omdat de afsluiting van de periode 2000-2006 bijna afgerond is, kunnen de globale resultaten van de corrigerende maatregelen worden vergeleken met de totale uitgaven en ontstaat een completer beeld van de impact van de correctiemechanismen. Voor het EFRO en het ESF bedroegen de financiële correcties eind 2013 alles bijeengenomen, uitsluitend op basis van het toezicht door de Commissie 8,8 miljard EUR. Dit komt eind 2013 overeen met ongeveer 4,5% van de toegewezen bedragen (196,9 miljard EUR). Het percentage correcties stijgt tot 5,1 als rekening wordt gehouden met de aanvullende financiële correcties die verband houden met de controlewerkzaamheden door de lidstaten zelf en door hen zijn gemeld.

In de afsluitingsfase door de Commissie opgelegde financiële correcties maken ruwweg een derde uit van de totale financiële correcties waartoe zij in die programmeringsperiode is overgegaan. Het bovenvermelde bedrag omvat correcties die eind 2013 in uitvoering waren, en 0,8 % van de toewijzingen uitmaken (1 502 miljoen EUR), en die het voorwerp uitmaken van afsluitingsbrieven die formeel aan de autoriteiten van de lidstaten zijn toegezonden, maar nog niet door hen zijn aanvaard. Deze gegevens actualiseren de cijfers die door de betrokken directoraten-generaal aan het Europees Parlement zijn meegedeeld in hun verslag van 12-4-2013, 'Report on financial corrections carried out for ERDF and ESF on 2000-2006 programmes' i.

Tabel 4.2.4: Programmeringsperiode 2000-2006 - Financiële correcties voor EFRO & ESF bevestigd en in uitvoering op 31-12-2013, uitgesplitst naar lidstaat

|| Miljoenen EUR

Lidstaat| Bedrag EFRO- en ESF-bijdrage| % van totale bijdragen| Bevestigde financiële correcties| Financiële correcties in uitvoering (afsluitings-brieven verzonden)| Totaal opgelegde financiële correcties voor 2000-| Percentage financiële correcties in verhouding tot EFRO+ESF-bijdragen| Aandeel van opgelegde financiële correcties in totale financiële correcties

België| 1 1,0 %| | | | 0,8 %| 0,2 %

Tsjechië| 1 0,7 %| | | | 0,8 %| 0,1 %

Denemarken| 0,3 %| | -| | 0,1 %| 0,0 %

Duitsland| 26 13,7 %| | | | 0,2 %| 0,6 %

Estland| 0,2 %| | -| | 0,5 %| 0,0 %

Ierland| 3 1,6 %| | | | 5,3 %| 1,9 %

Griekenland| 20 10,3 %| 1 | 1 6,0 %| 13,9 %

Spanje| 40 20,7 %| 3 | 3 8,6 %| 40,0 %

Frankrijk| 14 7,5 %| | | | 2,4 %| 4,1 %

Italië| 27 14,0 %| 1 1 2 9,4 %| 29,5 %

Cyprus| 0,0 %| -| -| -| 0,0 %| 0,0 %

Letland| 0,3 %| | -| | 0,8 %| 0,1 %

Litouwen| 0,4 %| | -| | 0,3 %| 0,0 %

Luxemburg| 0,0 %| | -| | 2,6 %| 0,0 %

Hongarije| 1 0,9 %| | -| | 0,7 %| 0,1 %

Malta| 0,0 %| -| -| -| 0,0 %| 0,0 %

Nederland| 2 1,4 %| | -| | 1,6 %| 0,5 %

Oostenrijk| 1 0,8 %| | | | 0,0 %| 0,0 %

Polen| 7 3,6 %| | -| | 2,6 %| 2,1 %

Portugal| 18 9,2 %| | -| | 1,0 %| 2,2 %

Slovenië| 0,1 %| | -| | 0,9 %| 0,0 %

Slowakije| 1 0,6 %| | | | 3,6 %| 0,5 %

Finland| 1 0,9 %| | -| | 0,0 %| 0,0 %

Zweden| 1 0,8 %| | -| | 0,7 %| 0,1 %

Verenigd Koninkrijk| 16 8,2 %| | | | 1,8 %| 3,4 %

Interreg| 5 2,9 %| | | | 1,2 %| 0,8 %

Totaal| 196 100,0 %| 6 1 8 4,5 %| 100,0 %

Vier lidstaten hebben een percentage correcties boven het gemiddelde van 4,5% en een aandeel van 85% in het totale correctiebedrag en van 47% in de totale ontvangen bijdragen. Daarbij is het dienstig te vermelden dat het merendeel van de problemen die aanleiding hebben gegeven tot de financiële correcties waarover de Commissie voor de betrokken landen op de verslagdatum rapporteert, thans zijn opgelost. Dat is, bij wijze van voorbeeld, met name het geval voor 2,6 miljard EUR aan voor Spanje gerapporteerde EFRO-correcties (wegens tekortkomingen die de Commissie aantrof in de Spaanse controle- en beheerssystemen voor 2000-2006, die zijn verholpen en die in de operationele programma's 2007-2013 niet meer voorkomen) en 1,1 miljard EUR aan EFRO-correcties voor Griekenland (resultaat van de maatregelen die zijn genomen om de tekortkomingen in de aanbestedingsprocedures en uitvoering van opdrachten vóór 2005 te verhelpen). Wat Italië en Ierland betreft, is de meerderheid van de gerapporteerde correcties 'in uitvoering', voorgesteld door de Commissie in de afsluitingsfase en betwist door de lidstaat, die voor nader onderzoek aanvullende informatie heeft verstrekt. Een wezenlijk deel van de Italiaanse correcties betreft onvoltooide projecten.

Wat het ESF betreft, zet het DG Werkgelegenheid voor de toekomst nog meer in op het voorkomen van fouten dan op het corrigeren ervan. Dat is met name van belang ten aanzien van de lidstaten die de jongste jaren de hoogste financiële correcties te zien hebben gegeven, zoals Spanje, Italië en Roemenië (zie tabel 4.2.4 hiervoor en tabel 4.2.5 hierna).

Gelet op het belangrijke aantal terugkerende punten van voorbehoud ten aanzien van de Spaanse programma's, besloot DG Werkgelegenheid in 2011 om een specifiek actieplan te lanceren voor de Spaanse uitvoerende instanties van de ESF-steun, in het bijzonder om volledige benutting van de door de EU-regelgeving geboden mogelijkheden tot vereenvoudiging te bevorderen en onnodig strengere nationale subsidiabiliteitsvoorschriften (bv. voor werksteunregelingen) te elimineren. Er is een werkgroep bestaande uit controlefunctionarissen en ambtenaren van geografische desks opgericht om toezicht te houden op de effectieve uitvoering van de overeengekomen maatregelen. Soortgelijke activiteiten zijn ondernomen ten aanzien van Italië. Andere voorbeelden van nauwe samenwerking met de lidstaten om de oorzaken van de terugkerende problemen bij de wortel aan te pakken, betreffen Roemenië, waar de Commissie met de nationale autoriteiten heeft samengewerkt om de beheers- en controlesystemen voor eerdere en komende programmeringsperiodes te versterken.

Vanuit een breder perspectief bekeken, zou de uitvoering van acties van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) in de nieuwe programmeringsperiode 2014-2020 nog beter moeten verlopen dankzij een aangescherpt rechtskader, waarvan in het bijzonder het jaarlijkse zekerheidspakket en de mogelijkheid om financiële nettocorrecties toe te passen bij ernstige tekortkomingen deel uitmaken, in combinatie met de voortzetting van het strikte beleid van onderbrekingen en opschortingen, en de sterke bevordering van het gebruik van alle geboden mogelijkheden tot vereenvoudiging. DG Werkgelegenheid zal ook voortbouwen op de inspanningen van de jongste jaren om de betrokken lidstaten te helpen hun systemen te verbeteren door overname van de beste werkmethoden van anderen.

Grafiek 4.2.4: Cumulatieve financiële correcties van de lidstaten, bevestigd en in uitvoering op 31-12-2013, voor de programmeringsperiode 2000-2006 van het EFRO en het ESF, in verhouding tot de ontvangen bijdragen

4.2.5 Cohesiebeleid: EFRO & ESF 2007-2013

Omdat de programmeringsperiode 2007-2013 nog niet in de afsluitingsfase zit, is het normaal dat de verrichte cumulatieve correcties tot dusver veel geringer zijn dan voor de periode 2000-2006. Dit geeft aan dat de belangrijkste financiële correcties bij de afsluiting plaatsvinden. De komende jaren zouden de onderstaande bedragen dan ook een stijging te zien moeten geven. Er wordt ook gerefereerd aan de correcties die in de periode door de lidstaten zelf zijn verricht – zie ook § 7.

Tabel 4.2.5: Programmeringsperiode 2007-2013 – Financiële correcties voor EFRO/CF+ESF, bevestigd en in uitvoering op 31-12-2013, uitgesplitst naar lidstaat

|| Miljoenen EUR

Lidstaat| Hoogte van de bijdrage uit EFRO/CF+ESF voor 2007-| % van totale bijdragen| Bevestigde financiële correcties| Financiële correcties in uitvoering (afsluitings-brieven verzonden)| Totaal opgelegde financiële correcties voor 2007-| Percentage financiële correcties in verhouding tot EFRO/CF+ESF-bijdragen| Aandeel van opgelegde financiële correcties in totale financiële correcties

België| 2 0,6 %| | | | 0,5 %| 0,5 %

Bulgarije| 6 1,9 %| | | | 0,2 %| 0,8 %

Tsjechië| 26 7,6 %| | | | 1,1 %| 15,0 %

Denemarken| | 0,1 %| | -| | 0,0 %| 0,0 %

Duitsland| 25 7,3 %| | | | 0,1 %| 1,0 %

Estland| 3 1,0 %| | -| | 0,3 %| 0,5 %

Ierland| | 0,2 %| | | | 2,8 %| 1,1 %

Griekenland| 20 5,8 %| | -| | 0,7 %| 7,5 %

Spanje| 34 10,0 %| | | | 0,9 %| 16,5 %

Frankrijk| 13 3,9 %| | | | 0,2 %| 1,4 %

Kroatië| | 0,2 %| -| -| -| 0,0 %| 0,0 %

Italië| 27 8,0 %| | | | 0,3 %| 3,7 %

Cyprus| | 0,2 %| -| -| -| 0,0 %| 0,0 %

Letland| 4 1,3 %| | -| | 0,5 %| 1,2 %

Litouwen| 6 2,0 %| | -| | 0,0 %| 0,0 %

Luxemburg| | 0,0 %| | -| | 0,0 %| 0,0 %

Hongarije| 24 7,2 %| | -| | 0,7 %| 9,1 %

Malta| | 0,2 %| -| -| -| 0,0 %| 0,0 %

Nederland| 1 0,5 %| -| -| -| 0,0 %| 0,0 %

Oostenrijk| 1 0,3 %| | | | 0,7 %| 0,5 %

Polen| 67 19,3 %| | | | 0,3 %| 10,9 %

Portugal| 21 6,2 %| | | | 0,1 %| 1,4 %

Roemenië| 19 5,5 %| | | | 1,9 %| 18,9 %

Slovenië| 4 1,2 %| | | | 0,4 %| 0,8 %

Slowakije| 11 3,3 %| | | | 1,1 %| 6,9 %

Finland| 1 0,5 %| | -| | 0,0 %| 0,0 %

Zweden| 1 0,5 %| | -| | 0,1 %| 0,1 %

Verenigd Koninkrijk| 9 2,8 %| | | | 0,4 %| 2,2 %

Grensoverschrijdend| 7 2,3 %| | -| | 0,0 %| 0,0 %

Totaal| 347 100,0 %| 1 | 1 0,6 %| 100,0 %

Omdat de programma's 2007-2013 meerfondsenprogramma's zijn, wordt in de bovenstaande tabel geen uitsplitsing voor EFRO en CF gegeven.

Acht lidstaten hebben een percentage correcties boven het gemiddelde van 0,6 % en een aandeel van 75 % in het totale correctiebedrag en van 40 % in de totale ontvangen bijdragen.

Grafiek 4.2.5: Cumulatieve financiële correcties van de lidstaten, bevestigd en in uitvoering op 31-12-2013, voor de programmeringsperiode 2007-2013 van het EFRO/CF+ESF, in verhouding tot de ontvangen bijdragen

De Commissie is wat het EFRO/CF en het Cohesiefonds betreft in 2013 haar toezichthoudende rol voluit blijven vervullen en heeft erop toegezien dat de lidstaten de geconstateerde tekortkomingen in hun beheers- en controlesystemen aanpakten. Bedoeling was openstaande grote materiële risico's te identificeren en te elimineren om een adequate bescherming van de EU-begrotingsmiddelen te waarborgen en tegen de afsluiting van programma's tot een aanvaardbaar restfoutenpercentage te komen. Het resultaat is een algehele verbetering van de situatie voor de programmeringsperiode 2007-2013 ten opzichte van 2000-2006 en een positieve meerjarige trend wat betreft het foutenpercentage in cohesie-uitgaven, dankzij een serie maatregelen die de Commissie samen met de lidstaten heeft genomen.

In de eerste plaats is de capaciteit versterkt van de nationale beheers- en controlesystemen om fouten te voorkomen, te ontdekken en te corrigeren voordat de uitgaven bij de Commissie worden gedeclareerd. Daartoe hebben de diensten van de Commissie enerzijds op het gebied van beheer en audit/controle aanzienlijke inspanningen geleverd om de eerstelijnsverificaties van de lidstaten te verbeteren. Anderzijds is in de regelgeving voor 2007-2013 de verplichting opgenomen voor de controle-autoriteiten om statistische steekproeven te gebruiken voor het auditeren van verrichtingen. In combinatie met intensieve auditsupervisie en -begeleiding door de Commissie, wat leidde tot een aanzienlijke capaciteitsopbouw, is dit zeer bevorderlijk geweest voor de betrouwbaarheid van de foutenpercentages op jaarbasis die via de nationale jaarlijkse controleverslagen aan de Commissie worden meegedeeld en in het kader van het proces tot verkrijging van zekerheid voor de Commissie als indicator dienen voor de doeltreffendheid van de beheers- en controlesystemen. De Commissie kon haar auditwerkzaamheden hierdoor verleggen naar het verkrijgen van zekerheid over het werk van de controle-autoriteiten en zich concentreren op de zwakste of op die welke op de meeste EU-middelen toezien. Daarnaast volgt de Commissie continu de stand m.b.t. geïdentificeerde tekortkomingen en ziet zij erop toe dat de kwaliteit van het werk van de controle-autoriteiten op peil blijft wanneer aan een programma de status 'single audit' is verleend. De nauwe samenwerking met de controle-autoriteiten garandeert dat problemen reeds op nationaal niveau tijdig worden ontdekt en aangepakt. Zij draagt er ook toe bij dat het proces tot verkrijging van zekerheid op het niveau van de Commissie beter wordt.

Voorts verricht de Commissie op basis van risicoanalyse haar eigen audits ter plaatse, inclusief op het niveau van de begunstigden, als zij van oordeel is dat sommige tekortkomingen (in het bijzonder m.b.t. complexe kwesties als openbare aanbestedingen of staatssteun bij het EFRO/CF) niet of niet tijdig ontdekt zouden kunnen worden. Dit omvat ook het toezicht op de uitvoering van actieplannen wanneer onderbrekingen en financiële correcties van toepassing zijn. Deze audits dragen bij tot verbeteringen in de beheers- en controlesystemen voor programma's waartegen voorbehoud is gemaakt en garanderen dat eerder en in de toekomst bij de Commissie gedeclareerde uitgaven wettelijk en regelmatig zijn. Het is ook een extra, directere bron van zekerheid voor de Commissie.

Ten tweede is de verbeterde probleemopsporingscapaciteit proactief gebruikt om de werking van de nationale beheerssystemen te verbeteren, terwijl tegelijkertijd ook de nodige financiële correcties werden toegepast. Het systematische en consequente gebruik door de Commissie sinds 2008 van de wettelijke mogelijkheid om over te gaan tot onderbreking en/of opschorting van betalingen aan programma's waarvan het beheer belangrijke tekortkomingen vertoont, en besluiten van de directeuren-generaal om waarschuwingsbrieven te zenden wanneer er geen betalingen in het vooruitzicht zijn, hebben voorkomen dat de EU uitgaven met een zeer hoog foutenrisico heeft vergoed en zeer krachtige prikkels aan de lidstaten gegeven om hun beheers- en controlesystemen op korte termijn te verbeteren. Onderbrekingen en opschortingen worden immers maar opgeheven nadat redelijke zekerheid is verkregen omtrent de bij de uitvoering van de nodige maatregelen, waaronder financiële correcties (zie § 6) geboekte vooruitgang. Terzelfder tijd heeft de samenwerking tussen de controle-autoriteiten van de EU en de lidstaten geleid tot meer eensgezindheid over de noodzaak van en de uitvoering van financiële, waaronder forfaitaire, correcties om de EU-begroting afdoende te beschermen tegen onregelmatige uitgaven. Op hun beurt konden de lidstaten de aan correcties onderworpen EU-middelen hergebruiken voor andere projecten. Dergelijke correcties hebben evenwel nog steeds een grote financiële en politieke impact in de betrokken lidstaten omdat de onregelmatige uitgaven uit nationale middelen moeten worden gefinancierd als zij niet bij de begunstigden worden teruggevorderd.

Om de restrisico's en de overblijvende tekortkomingen die worden geconstateerd in de lidstaten en de programma's op het niveau van de beheersinstanties in te perken, heeft DG Regionaal beleid tevens initiatieven op het getouw gezet om voor de programma's van 2007-2013 extra capaciteit op te bouwen. Begin 2013 is een nieuw kenniscentrum voor administratieve capaciteitsopbouow opgericht dat ondersteuning geeft aan overheidsdiensten die middelen van het EFRO en het Cohesiefonds beheren. Op het gebied van overheidsopdrachten heeft het kenniscentrum een actieplan opgezet in overleg met DG Interne Markt en de andere ESI-fondsen. Er wordt ook actie ondernomen om de juiste toepassing van de staatssteunregels te bevorderen, en een uitwisselingsplatform voor diensten die de middelen beheren is in ontwikkeling; het moet de bestaande werkmethoden die hun deugdelijkheid op het terrein hebben bewezen laten renderen.

Wat het ESF betreft, brengen de ontwikkelingen in 2013 bevestiging van de langetermijntrend dat de blootstelling van de uitgaven van DG Werkgelegenheid aan fouten afneemt terwijl het betalingsvolume aanzienlijk toegenomen is. Afgezien van de gemeenschappelijke factoren die hierboven voor het EFRO en het Cohesiefonds zijn vermeld, is de waarschijnlijkheid van fouten aanzienlijk verkleind sinds de mogelijkheid is ingevoerd om uitgaven in verband met het ESF te declareren op basis van vereenvoudigde kostenopties. Deze werkwijze is de jongste jaren in opmars dankzij de grote inspanningen van de Commissie om de lidstaten ervan te overtuigen de vereenvoudigingsmogelijkheden die de Structuurfondsenverordeningen voor 2007-2013 hebben geboden, en die voor de programmeringsperiode 2014-2020 nog zijn uitgebreid, volledig te benutten. Daarnaast heeft de Commissie intensief samengewerkt met een aantal lidstaten om onnodig ingewikkelde nationale subsidiabiliteitsregels uit de weg te ruimen en de nationale wetgeving aan te passen waar nodig. Dat was met name het geval met Spanje en Italië.

In het besef dat er ruimte is om de beheers- en controlesystemen verder te versterken en de onderlinge afstemming tussen beleidsterreinen te verbeteren, is voor de periode 2014-2020 een aangescherpt regelgevingskader aangenomen. Belangrijke katalysatoren voor verdere verbetering zijn de toegenomen mogelijkheid voor de Commissie om financiële nettocorrecties toe te passen en de toegenomen verantwoordelijkheid en verantwoordingsplicht op het niveau van de lidstaten – zie § 5.

54.

4.3. Terugvorderingen


In de onderstaande tabellen wordt de uitsplitsing van de bevestigde en uitgevoerde terugvorderingen gegeven voor de periode 2009-2013. Beide categorieën geven een opwaartse trend te zien.

Tabel 4.3.1: Bevestigde terugvorderingen 2009-2013

[zie origineel document voor tabel]

|| Jaar| Totaal 2009-| Totaal 2008-2012

55.

Terugvorderingen


|| 2013

Landbouw|||||||

ELGF| | | | | | | 1 038

Plattelandsontwikkeling| | | | | | | 446

Cohesie| | | | | | | 228

Intern beleid| | | | | | 1 849

Extern beleid| | | | | | | 463

Administratie| | | | | | | 30

Totaal| | | | | | 3 3 053

Tabel 4.3.2: Uitgevoerde terugvorderingen 2009-2013

[zie origineel document voor tabel]

|| Jaar| Totaal 2009-| Totaal 2008-2012

56.

Terugvorderingen


|| 2013

Landbouw|||||||

ELGF| | | | 1 015

Plattelandsontwikkeling| | | | 466

Cohesie| | 219

Intern beleid| | 1 799

Extern beleid| | | 425

Administratie| | | | 25

Totaal| | 3 2 949

57.

5. FINANCIËLE NETTOCORRECTIES EN VOORGENOMEN VERBETERINGEN VOOR DE PROGRAMMERINGSPERIODE 2014-2020


58.

5.1. Achtergrond


Welk effect de verschillende correctiemechanismen op de EU-begroting hebben, hangt af van het type begrotingsuitvoering en het beleidsterrein. Het resultaat is echter in alle gevallen hetzelfde: de begroting wordt behoed voor uitgaven die in strijd met de wetgeving zijn gedaan. Een financiële nettocorrectie is een correctie waarbij de betrokken lidstaten de gecorrigeerde en teruggevorderde bedragen niet opnieuw kan gebruiken en het voordeel van de middelen dus verliest. De EU-financiering van de desbetreffende uitgaven is bijgevolg lager.

Met name in het GLB houdt de correctie in dat eerder uitbetaalde sommen in de vorm van bestemmingsontvangsten naar de EU-begroting terugvloeien. De wetgeving voor het cohesiebeleid 2007-2013 bepaalt dat de gecorrigeerde bedragen onder bepaalde voorwaarden kunnen worden hergebruikt ter financiering van andere subsidiabele projecten zodat de programmadoelstellingen kunnen worden bereikt. Financiële nettocorrecties waarbij eerder betaalde sommen naar de EU-begroting terugvloeiden waren eerder uitzondering.

Nadat financiële nettocorrecties reeds ettelijke jaren met succes worden toegepast in het landbouwbeleid, heeft de wetgever beslist ze ook op grotere schaal in het cohesiebeleid te introduceren in de programmeringsperiode 2014-2020. Er zij op gewezen dat de Commissie ten vroegste vanaf 2016 over financiële nettocorrecties (voor andere dan landbouwfondsen) zal rapporteren in verband met de uitvoeringscyclus van de programma's (de eerste programmarekeningen dienen tegen 15 februari 2016 te worden ingediend).

59.

5.2. Financiële nettocorrecties 2013: Impact op de EU-begroting


Tabel 5.2: Impact van financiële correcties en terugvorderingen op de EU-begroting

Beleidsterrein| Totaal bedrag uitgevoerd in 2013 (in miljoenen EUR)| Uitsluiting van in strijd met de wetgeving verrichte uitgaven (Ja/Nee)| Terugstorting aan EU-begroting (Ja/Nee)| Gevolgen voor de EU-begroting| Belangrijkste betrokken hoofdstukken van de uitgaven-begroting

Landbouw:||||

Financiële correcties ELGF| J| J| Bestemmings-ontvangsten| 05 02 05 03

Terugvorderingen ELGF| J| J| Bestemmings-ontvangsten| 05 02 05 03

Financiële correcties betreffende plattelandsontwikkeling| J| J| Bestemmings-ontvangsten| 05 04

Terugvorderingen betreffende plattelandsontwikkeling| J| J*| -| -

Cohesiebeleid:| 1|||

Financiële correcties uitgevoerd via inhouding| J| N| -| -

Financiële correcties uitgevoerd via terugvordering| J| J| Bestemmings-ontvangsten| 13 03 13 04 04 02 11 06

Financiële correcties uitgevoerd via annulering/aftrek bij afsluiting| J| J**| -| -

Terugvorderingen| J| J| Bestemmings-ontvangsten| 13 03 13 04 04 02 11 06

Andere beleidsterreinen:||||

Financiële correcties uitgevoerd via annulering/aftrek bij afsluiting| J| N**| -| -

Financiële correcties uitgevoerd via terugvordering| J| J| Bestemmings-ontvangsten| 18 03

Terugvorderingen| J| J| Bestemmings-ontvangsten| Diverse landen

TOTAAL| 3|||

* Overeenkomstig het huidige ELFPO-rechtskader worden terugvorderingen vereffend met betalingen, waardoor bedragen vrijkomen die opnieuw kunnen worden besteed voor de betrokken lidstaat. Na afsluiting (post 2015) zal hergebruik niet meer mogelijk zijn en zal een invorderingsopdracht moeten worden uitgevaardigd. Voor SAPARD en TRDI wordt de middelen gerecupereerd via invorderingsopdracht omdat de fondsen in de afsluitingsfase zitten.

** Overeenkomstig het huidige rechtskader van met name het cohesiebeleid, maar ook andere beleidsterreinen, kunnen financiële correcties leiden tot een verlaging van de uitgaven/enveloppes (maar geen effectieve terugstorting van middelen aan de EU-begroting) alleen:

- als de lidstaten onvoldoende alternatieve subsidiabele uitgaven kunnen voorstellen;

- na de afsluiting van programma's, als vervanging van uitgaven niet meer mogelijk is;

- als er geen overeenstemming met de Commissie kan worden bereikt.

Financiële nettocorrecties geven aanleiding tot 'ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen' en worden als bestemmingsontvangsten behandeld i. Twee uitzonderingen niet te na gesproken, bevat het Financieel Reglement i geen specifieke bepalingen over de manier waarop bestemmingsontvangsten uit een financiële nettocorrectie kan worden gebruikt; Artikel 7 van de Uitvoeringsvoorschriften bij het Financieel Reglement (UV) bepaalt wel dat in de begrotingstoelichting de begrotingsonderdelen worden vermeld waarop de kredieten kunnen worden opgenomen die met de bestemmingsontvangsten overeenkomen. Het komt er dus op neer dat de bestemmingsontvangsten teruggaan naar het begrotingsonderdeel of het fonds waaruit de uitgaven oorspronkelijk zijn betaald en opnieuw kunnen worden besteed (zie tabel hierna), maar niet specifiek aan een welbepaalde lidstaat worden toegewezen.

60.

5.3. Impact op de nationale begrotingen


Bij gedeeld beheer hebben alle financiële correcties en terugvorderingen een impact op de nationale begroting, ongeacht de wijze van uitvoering. Daarbij zij aangestipt dat de financiële correcties, ook als er geen geld aan de EU-begroting wordt teruggestort, altijd een negatieve impact hebben op het niveau van de lidstaat. Dit komt doordat, om de EU-financiering niet te verliezen, de lidstaat in de plaats van uitgesloten uitgaven andere subsidiabele maatregelen moet voorstellen. Dit betekent dat de lidstaat (de nationale begroting) zelf de financiële gevolgen ondervindt (in de vorm van substitutiekosten) van het verlies van EU-cofinanciering van uitgaven die volgens de EU-programmaregels niet subsidiabel zijn, tenzij hij het geld terugvordert van de individuele begunstigden. Dit is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld wanneer op programmaniveau (wegens tekortkomingen bij de nationale beheerder ervan) forfaitaire correcties worden toegepast die niet direct verband houden met individuele onregelmatigheden op projectniveau.

61.

5.4. Landbouw


62.

5.4.1 Situatie tot 2013


Overeenkomstig de GLB-wetgeving zijn de financiële correcties die de Commissie aan lidstaten oplegt wanneer de procedure van conformiteitsgoedkeuring is afgerond, altijd nettocorrecties geweest, en dat zal ook zo blijven, vanaf het eerste besluit tot goedkeuring van de rekeningen, zowel in het ELGF als in het ELFPO.

Voor het ELGF neemt de Commissie elk jaar twee tot vier van dergelijke besluiten over een pakket van individuele financiële correcties. In 2013 nam de Commissie vier besluiten betreffende 147 afzonderlijke financiële nettocorrecties voor een totaal bedrag van 1,1 miljard EUR (2,4% van de voor 2013 begrote GLB-uitgaven) – zie tabel 3.1, bevestigde bedragen. 70% van de financiële correcties waartoe is besloten, hebben betrekking op vier lidstaten: Griekenland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Polen. Deze samenstelling kan evenwel van jaar tot jaar veranderen als gevolg van ontwikkelingen in de kwaliteit van de nationale en regionale controlesystemen. Van de correcties is in 2013 in totaal 636 miljoen EUR effectief uitgevoerd.

In het ELGF worden de financiële correcties uitgevoerd in de tweede maand na die van het correctiebesluit van de Commissie, via aftrek van de betrokken bedragen van de maandelijkse betalingen die de Commissie aan de lidstaat in kwestie doet. In het ELFPO worden de financiële correcties uitgevoerd via terugstorting door de lidstaat aan de EU-begroting. In 2013 bedroegen de bestemmingsontvangsten uit financiële correcties in het ELFPO 212 miljoen EUR, en nog eens 18 miljoen EUR voor het tijdelijk plattelandsontwikkelingsinstrument (TRDI).

Om de druk op de nationale begrotingen te verlichten, kunnen correcties van een zekere omvang op verzoek van de lidstaat in drie jaarlijkse tranches worden uitgevoerd. Dergelijke regelingen zijn tot dusver toegestaan aan Bulgarije, Griekenland, Portugal, Roemenië, Spanje en Litouwen.

Wanneer de conformiteitsgoedkeuringsprocedure ertoe leidt dat onverschuldigde betalingen worden of kunnen worden geïdentificeerd, moeten de lidstaten daarnaast de betrokken bedragen terugvorderen van de eindbegunstigden. In 2013 bedroegen de onregelmatige bedragen die van begunstigen zijn teruggevorderd 94 miljoen EUR voor het ELGF en 103 miljoen voor plattelandsontwikkeling – zie ook punt 7.1.

63.

5.4.2 Voorgenomen verbeteringen voor de periode 2014-2020


Focus op meest riskante uitgaven

Vanwege het hogere foutenpercentage dat de Rekenkamer in haar DAS 2011 en 2012 rapporteerde, is het aantal ELFPO-audits aanzienlijk opgetrokken in 2013 (35) en nogmaals in 2014 (tot 45), ofwel dubbel zoveel als in 2012 (23). Een ander gevolg is dat sommige lidstaten elk jaar worden geauditeerd, totdat alle ernstige tekortkomingen weggewerkt zijn.

De auditstrategie voor de periode 2014-2020 bestaat uit een intensievere analyse van de risico's en een voortschrijdend driejarenprogramma dat voor een betere dekking van de totale uitgaven moet zorgen, met name om een betere auditdekking te verkrijgen, en hoofdzakelijk gericht is op de grote en/of systemische tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten. In de gebieden waar de risico's het grootst zijn zal volgens een systematische benadering verder intensief worden gecontroleerd.

64.

Geen beoordelingsmarge en minder forfaitaire correcties


Elk geïdentificeerd risico voor de EU-begroting zal automatisch aanleiding geven tot een financiële nettocorrectie omdat de Commissie wettelijk verplicht is om alle geconstateerde onregelmatige uitgaven van financiering door de EU uit te sluiten. Financiële nettocorrecties in het ELGF en het ELFPO worden geregeerd door de nieuwe horizontale GLB-verordening, die de procedure nog strikter maakt doordat de methode en de criteria voor de bepaling van de hoogte van financiële correcties thans in de gedelegeerde handeling zijn vastgelegd.

Zowel het Financieel Reglement als de nieuwe horizontale GLB-verordening voorziet in een typologie van financiële nettocorrecties waarvan enkel met forfaitaire correcties mag worden afgeweken als met redelijke inspanningen geen becijferde of geëxtrapoleerde correcties kunnen worden vastgesteld.

65.

Kortere conformiteitsprocedure


De Commissie zal zich verder blijven inspannen om de gehele procedure te stroomlijnen. Ten eerste worden in de nieuwe horizontale GLB-verordening nauwkeurig de aard, de reikwijdte en de volgorde van de opeenvolgende stappen beschreven, alsmede de verschillende soorten financiële correcties. In de tweede plaats zijn de bepalingen van de gedelegeerde handeling (methode en criteria voor de berekening van de financiële correctie) en van de uitvoeringshandelingen (nadere gegevens over de conformiteitsprocedure, met bindende termijnen) bedoeld om het juridische kader verder te stroomlijnen en het risico van onnodige vertragingen te beperken. Ten derde zal het DG Landbouw, vanuit die sterkere basis, intensiever toezicht houden op de voortgang van de conformiteitsprocedures om te zorgen voor een strikte naleving van de termijnen.

66.

Versterking van de toezichthoudende rol van de Commissie


Voor de periode 2014-2020 is het GLB-instrumentarium versterkt, onder andere met één enkel toezicht- en evaluatiesysteem voor beide pijlers, een stroomlijning/verkorting van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure, beter gedefinieerde criteria en methodologie voor het toepassen van financiële nettocorrecties, invoering van een nieuwe model voor het verstrekken van zekerheid door de certificerende instantie inzake de wettigheid en de regelmatigheid van gedeclareerde uitgaven op basis van representatieve steekproeven.

67.

Vereenvoudigde betalingsregelingen


DG Landbouw zal de werkzaamheden voortzetten om de fundamentele oorzaken van fouten bloot te leggen (daartoe is een specifieke taskforce opgericht) en zich blijven inzetten voor een zo ruim mogelijk gebruik van de vereenvoudigde betalingsregelingen, die minder vatbaar voor fouten zijn.

68.

5.4.3 Onderbrekingen en opschortingen in het GLB zullen worden afgestemd met de fondsen van het cohesiebeleid


Onder de nieuwe horizontale GLB-verordening is in 2014 een nieuw rechtskadervoor onderbrekingen en opschortingen van GLB-betalingen in werking getreden dat de Commissie ruimere bevoegdheden zal geven om financiering door de EU te schorsen wanneer is vastgesteld dat er een risico is ten aanzien van de regelmatigheid van betalingen. Dienovereenkomstig kan de Commissie de maandelijkse (ELGF) of tussentijdse (ELFPO) betalingen korten of opschorten wanneer 'een of meer essentiële onderdelen van het betrokken nationale controlesysteem niet bestaan of niet doeltreffend zijn als gevolg van de ernstige of aanhoudende aard van de geconstateerde tekortkomingen' (of het systeem om onrechtmatige betalingen terug te vorderen soortgelijke ernstige tekortkomingen vertoont) en:

- die tekortkomingen van aanhoudende aard zijn en aanleiding hebben gegeven tot ten minste twee besluiten om financiële correcties op te leggen,

of

- de Commissie tot de slotsom komt dat de betrokken lidstaat niet in staat is om in de nabije toekomst de nodige herstelmaatregelen uit te voeren in overeenstemming met een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat moet worden vastgesteld in overleg met de Commissie.

Volgens de nieuwe regels voor het ELGF mogen de maandelijkse betalingen aan de lidstaten worden voortgezet totdat de voorwaarden voor een schorsingsbesluit vervuld zijn. Het tempo van maandelijkse betalingen maakt het gebruik van een onderbrekingsprocedure onmogelijk. Voor het ELFPO voorziet de nieuwe verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen (VGB) daarnaast in de onderbreking van de tussentijdse betalingen door de gedelegeerd ordonnateur (d.w.z. de directeur-generaal) als aanvullend middel om snel te reageren bij twijfels over de wettigheid en regelmatigheid van betalingen.

Met de combinatie van beide preventieve maatregelen (onderbreking voor ELFPO, schorsing voor beide fondsen) en de financiële nettocorrecties zal de Commissie snel en effectief kunnen optreden om de EU-begroting te beschermen: er zullen geen nieuwe betalingen worden gedaan of zij zullen tijdens de schorsing worden verlaagd met het geraamde bedrag dat een risico vormt; reeds uitgevoerde onregelmatige betalingen zullen volledig worden verhaald via financiële correcties.

69.

5.5. Cohesie


70.

5.5.1 Situatie tot 2013


Als gevolg van het rechtskader voor het cohesiebeleid waren financiële nettocorrecties waarbij eerder betaalde sommen naar de EU-begroting terugvloeiden eerder uitzondering. In 2013 is op dit beleidsterrein echter 570 miljoen EUR (zie tabel 5.2) als bestemmingsontvangsten geboekt door middel van financiële correcties en terugvorderingen bij de lidstaten. Ten opzichte van 2012 (63 miljoen EUR) gaat het om een forse stijging, die aan een aantal factoren is toe te schrijven.

Voor het ESF bedroeg het bedrag aan financiële correcties die via invorderingsopdracht zijn uitgevoerd in totaal 282 miljoen EUR. In 2013 vonden meer terugvorderingen plaats als gevolg van de afsluiting van de programma's van 1994-1999 (153 miljoen EUR) en van de meest complexe programma's van 2000-2006 (82 miljoen EUR) betreffende Spanje.

Voor het EFRO 1994-1999 zijn de door de lidstaten teruggestorte bedragen gestegen van ongeveer 0,5 miljoen EUR in 2012 tot 22 miljoen EUR in 2013, hoofdzakelijk als gevolg van de afsluiting van enkele oude openstaande programma's in Italië (14,6 miljoen EUR) en België (7,5 miljoen EUR). Voor het EFRO 2000-2006 zijn de gerapporteerde bedragen gestegen van 34 miljoen EUR in 2012 tot 170 miljoen EUR in 2013, hoofdzakelijk als gevolg van de afsluiting van EFRO-programma's in Italië (82 miljoen EUR) en Spanje (80 miljoen EUR).

De overige bedragen hebben betrekking op het EOGFL Garantie en FIOV/EVF.

71.

5.5.2 Voorgenomen verbeteringen voor de periode 2014-2020


Voor de programmeringsperiode 2014-2020 wordt een belangrijke wijziging ingevoerd: onder bepaalde voorwaarden, vastgesteld in artikel 145, lid 6, van de VGB, moet de Commissie een besluit nemen waarbij een financiële nettocorrectie wordt opgelegd. In die gevallen komt de huidige mogelijkheid voor de lidstaat om een correctie te aanvaarden en de EU-middelen te hergebruiken te vervallen; hiervoor werden financiële nettocorrecties slechts in uitzonderlijke gevallen opgelegd in het cohesiebeleid.

In de eerste plaats zal de verplichting om in de periode 2014-2020 financiële nettocorrecties op te leggen bijgevolg een extra prikkel geven aan de lidstaten om hun beheer en controle te verbeteren, aangezien de correcties in mindering komen van de toewijzingen aan een bepaalde lidstaat wanneer bij audits door de EU ernstige tekortkomingen aan het licht komen die niet eerder waren ontdekt, gemeld noch gecorrigeerd op nationaal niveau.

Ten tweede zullen de nieuwe financiële controleprocedures voor 2014-2020 de lidstaten sterk motiveren om tijdig en effectief grondige controles te verrichten, waaronder controles en audits van het beheer, voordat zij de jaarlijkse programmarekeningen certificeren. Met het oog op het opstellen van de rekeningen, de beheersverklaring en de auditverklaring moeten de programma-autoriteiten zich door middel van dergelijke controleprocedures redelijke zekerheid verschaffen dat alle materiële onregelmatigheden zijn gecorrigeerd en dat mogelijk ernstige tekortkomingen op alle niveaus van het beheers- en controlesysteem zijn verholpen, of worden verholpen. De rol van de controle-autoriteiten bij de overlegging van jaarlijkse auditverklaringen voor elk programma zal worden versterkt: hun auditverklaringen zullen gebaseerd zijn op het jaarlijkse restfoutenrisico dat aanwezig is in de in de rekeningen vervatte uitgaven en dat berekend is nadat op de door de certificeringsinstanties in de rekeningen gecertificeerde uitgaven correcties zijn toegepast als gevolg van alle audits en controles verricht vóór het afsluiten van de rekeningen. De restfoutenpercentages die de lidstaten meedelen, zullen worden beoordeeld en gevalideerd door de DG's van de Commissie wanneer zij hun jaarlijkse activiteitenverslagen opstellen.

In de nieuwe financiële beheerscyclus is 15 februari volgend op een boekjaar[11] de afsluitingsdatum voor de toepassing van de nieuwe bepaling op financiële nettocorrecties die verband houden met uitgaven van het voorgaande boekjaar. Tegen die datum moeten de lidstaten de rekeningen van programma's, de managementverklaring, de auccountantsverklaring en de daarmee samenhangende verslagen aan de Commissie bezorgen. Dit betekent dat alle nationale controle- en verificatiewerkzaamheden moeten zijn afgerond, zodat de lidstaat de wettigheid en regelmatigheid van in de jaarrekening opgenomen uitgaven kan certificeren.

72.

Financiële correcties voor onregelmatigheden/tekortkomingen die vóór 15 februari van elk jaar worden geconstateerd


De voor de programmeringsperiode 2014-2020 geldende regels betreffende financiële correcties voor onregelmatigheden die vóór 15 februari van elk jaar worden geconstateerd, zijn dezelfde als in de programmeringsperiode 2007-2013. Het is de bedoeling de lidstaten te blijven stimuleren om onregelmatigheden op te sporen en te corrigeren en de bedragen in kwestie uit de aan de Commissie gedeclareerde uitgaven te weren en zodoende te voorkomen dat EU-middelen verloren gaan. Onregelmatige uitgaven die bij nationale controles of audits ontdekt worden, moeten worden afgetrokken van de rekeningen die tegen 15 februari van elk jaar aan de Commissie worden overgelegd. In dat geval mogen de lidstaten de correctiebedragen hergebruiken voor nieuwe subsidiabele acties in het kader van het programma, zoals in de programmeringsperiode 2007-2013.

Wanneer bij EU-uitgavencontroles vóór de overlegging van gecertificeerde rekeningen aan de Commissie onregelmatigheden worden ontdekt die financiële correctie vereisen, zijn zoals in de huidige periode twee scenario's mogelijk:

Als de lidstaat het eens is met de financiële correctie en maatregelen treft, mag hij de correctiebedragen hergebruiken voor nieuwe subsidiabele acties (artikel 145, lid 4, VGB).

Als de lidstaat de correctie betwist, zal de Commissie een besluit tot toepassing van een financiële correctie nemen na afloop van de contradictoire procedure waarin artikel 145 VGB voorziet. Deze financiële correctie zal altijd een nettocorrectie zijn en de toewijzing aan het programma en de lidstaat zal naar evenredigheid worden verlaagd. Dit bedrag zal door de lidstaat niet kunnen worden hergebruikt.

73.

Wettigheids- en regelmatigheidstoetsing door de Commissie op basis van de tegen 15 februari van elk jaar ingediende rekeningen, auditverklaring en begeleidende documenten


De nieuwe bepaling inzake de jaarlijkse verslaglegging door de lidstaten en financiële nettocorrecties zal veranderingen teweegbrengen in de manier waarop de Commissie zich van haar verantwoordelijkheid kwijt. De Commissie zal de auditverklaringen (de elementen betreffende het functioneren van de systemen en de wettigheid en regelmatigheid) en de jaarlijkse controleverslagen, met inbegrip van de gerapporteerde foutenpercentages, alsook de beheersverklaringen en de jaarlijkse samenvattingen onderzoeken en evalueren binnen drie maanden na ontvangst van deze documenten, die uiterlijk 15 februari moeten worden ingediend. Vervolgens zal zij een risico-inschatting maken en op basis daarvan haar controleplan opstellen, met opgave van de voor geselecteerde risicovolle programma's vereiste, op een risico-inschatting gebaseerde controles en audits.

De Commissie zal de op een risico-inschatting gebaseerde controles en audits uitvoeren vóór het einde van het kalenderjaar waarin de lidstaat de auditverklaringen, beheersverklaringen en begeleidende documenten heeft ingediend. Zij zal zich er via administratieve controles en controles ter plaatse en hercontroles van steekproeven van nationale controles van vergewissen of de verstrekte informatie betrouwbaar is en een solide basis vormt voor het verkrijgen van zekerheid omtrent de wettigheid en regelmatigheid. Er zal voorrang worden gegeven aan controleprogramma's met een materiële impact op de betalingen van de Commissie voor het respectieve fonds in het boekjaar. Bij het bepalen van de op een risico-inschatting gebaseerde controleprioriteiten zal er ook rekening mee worden gehouden hoe de lidstaten in het verleden hebben gepresteerd.

74.

Vaststelling bij EU-controles van onregelmatigheden die wijzen op een ernstige tekortkoming na 15 februari van elk jaar


Als bij controles door de EU (Commissie, met inbegrip van OLAF, of Europese Rekenkamer) na 15 februari van elk jaar onregelmatigheden worden ontdekt die wijzen op een ernstige tekortkoming met gevolgen voor het betrokken boekjaar, is de Commissie ertoe gehouden een formeel besluit te nemen waarbij een financiële correctie wordt opgelegd als aan de criteria van de verordening is voldaan. De Commissie beschikt in dezen niet over een beoordelingsmarge. De resulterende financiële correctie is altijd een nettocorrectie.Dit betekent dat de toewijzing aan het programme en de totale toewijzing aan de lidstaat automatisch worden verminderd met het correctiebedrag, ook als de lidstaat tijdens de contradictoire procedure akkoord gaat met de uitkomst van de controle en de financiële correctie. Dit sluit bijgevolg uit dat de betrokken lidstaat het bedrag dat het voorwerp uitmaakt van een dergelijke financiële nettocorrectie hergebruikt voor een ander programma.

De criteria van de verordening die de Commissie ertoe verplichten een financiële nettocorrectie op te leggen, zijn als volgt:

- achter de bij EU-controles ontdekte onregelmatigheden gaat een ernstige tekortkoming schuil met gevolgen voor een boekperiode waarvoor de lidstaat een beheersverklaring en een auditverklaring heeft overgelegd waarin het probleem niet is gesignaleerd;

- in de tijd tussen 15 februari en de ontdekking bij EU-controles heeft de lidstaat het probleem (en de passende maatregelen) niet gesignaleerd in andere aan de Commissie verstrekte controleverslagen noch passende corrigerende maatregelen getroffen.

Wanneer de criteria voor het opleggen van een financiële nettocorrectie zijn vervuld, heeft de lidstaat, voordat de Commissie een correctiebesluit neemt, het recht om binnen twee maanden[12] opmerkingen te maken en alle andere relevante informatie te verstrekken tijdens een hoorzitting. Tot slot, ongeacht of de lidstaat na afloop daarvan al dan niet instemt met het standpunt van de Commissie over de voorgeschreven financiële correctie, is de Commissie ertoe gehouden binnen uiterlijk zes maanden na de hoorzitting met de lidstaat een formeel besluit te nemen.

De VGB geeft de Commissie de bevoegdheid om in een gedelegeerde handeling nadere bepalingen over de criteria voor het beoordelen van het functioneren van de beheers- en controlesystemen, de criteria voor het bepalen van de hoogte van de toe te passen financiële correctie en criteria voor de toepassing van vaste percentages of geëxtrapoleerde financiële correcties vast te leggen. De basis voor de gedelegeerde handeling van 3 maart 2014 (Gedelegeerde verordening van de Commissie (EU) 480/2014) bestaat uit het toetsingskader voor de beoordeling of beheers- en controlesystemen aan de essentiële vereisten voldoen en voor de bepaling van de hoogte van vaste percentages. De Commissie beschikt dus over een stevigere wettelijke basis dan in de huidige programmeringsperiode, waarin dezelfde elementen aanwezig zijn maar op grond van een niet-bindend richtsnoer. Bovendien zullen alle betrokkenen bij de programma's ruim van tevoren kennis hebben van de beoordelingscriteria en de hoogte van de vaste percentages.

De bij de gedelegeerde handeling voorziene benadering is dat de Commissie op basis van haar beoordeling van de essentiële eisen die aan systemen worden gesteld tot het bestaan van een ernstige tekortkoming zal besluiten als ten minste één van de hoofdvereisten of twee van de andere essentiële vereisten als slechts gedeeltelijk functionerend of niet functionerend worden beoordeeld. In dergelijke gevallen zal zij een correctie met een vast percentage toepassen, tenzij de lidstaat binnen vier maanden een preciezere raming van het risico kan bezorgen, gebaseerd op een audit van een geschikte representatieve steekproef van de uitgaven in kwestie, die dan als uitgangspunt voor een geëxtrapoleerde correctie kan dienen.

De reeds in vorige programmeringsperiodes toegepaste vaste percentages voor forfaitaire correcties worden gehandhaafd: 5%, 10%, 25% en 100%. Deze benadering is bekrachtigd door de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Hoe dan ook dient overeenkomstig de VGB bij elk besluit waarbij een financiële correctie wordt toegepast, ongeacht de hoogte daarvan, rekening te worden gehouden met het proportionaliteitsbeginsel en met het resterende risico voor de EU-begroting. Daarom zal de Commissie in gevallen waarin een, overeenkomstig de gedelegeerde handeling bepaald vast percentage buitenproportioneel zou zijn, een verlaagd forfaitair correctiepercentage toepassen.

75.

Verhoogd correctiepercentage bij zich herhalende tekortkomingen


Voor gevallen waarin bij EU-controles wordt vastgesteld dat dezelfde tekortkomingen zich herhalen ondanks een eerdere financiële correctie, heeft de Commissie in de gedelegeerde handeling een bepaling opgenomen op grond waarvan een hoger correctiepercentage dan bij de eerste correctie kan worden toegepast. Hiermee wordt een duidelijk signaal aan de lidstaten gegeven dat zij hun beheers- en controlesystemen snel en duurzaam moeten aanpassen nadat een ernstige tekortkoming is geconstateerd.

76.

Andere bestaande maatregelen worden gehandhaafd


De twee nieuwe mogelijkheden die zoals hierboven aangegeven door het versterkte regelgevingskader voor 2014-2020 worden geboden, nl. het opleggen van financiële nettocorrecties en het jaarlijkse zekerheidspakket, zullen gepaard gaan met de voortzetting van het strikte beleid van onderbrekingen en opschortingen en het intensief bevorderen van benutting van alle vereenvoudigingsmogelijkheden. Dit zou alles bijeen in de nieuwe programmeringsperiode moeten uitmonden in een verdere verbetering van de manier waarop het cohesiebeleid ten uitvoer wordt gelegd.

77.

6. PREVENTIEVE MAATREGELEN


78.

6.1. Landbouw


In de landbouwsector is, naast het corrigerende optreden van de Commissie (financiële nettocorrecties), een serie structuren en procedures door de lidstaten ingesteld om de EU-begroting te beschermen. Zoals in punt 5.4.3 hiervoor is toegelicht, zal door de nieuwe horizontale GLB-verordening vanaf 2014 een nieuw rechtskader voor onderbrekingen en opschorting van GLB-betalingen gelden.

Ter aanvulling daarvan is voorgeschreven dat de lidstaten over de volgende administratieve structuur moeten beschikken:

· Het beheer van en de controle op de uitgaven worden toevertrouwd aan specifieke, door de lidstaten erkende betaalorganen die aan een reeks in de EU-wetgeving vastgelegde erkenningscriteria moeten voldoen. Of de betaalorganen aan de criteria voldoen, is het voorwerp van een grondig onderzoek door een externe auditor en van constante monitoring door de bevoegde nationale autoriteit; er zijn duidelijke procedures om eventuele problemen aan te pakken.

· Daarenboven moet het hoofd van elk betaalorgaan jaarlijks een betrouwbaarheidsverklaring indienen die betrekking heeft op de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de rekeningen van het betaalorgaan en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties. Deze betrouwbaarheidsverklaringen worden geverifieerd door onafhankelijke certificeringsinstanties, die daarover een advies moeten uitbrengen. Voor de lidstaten met maar één betaalorgaan vormt deze betrouwbaarheidsverklaring van de directeur van het orgaan, samen met het certificaat en het advies van de certificeringsinstantie, 'de jaarlijkse samenvatting' in de zin van artikel 59, lid 5, onder b), van het Financieel Reglement.

De lidstaten zijn verplicht systemen in te stellen voor controles vooraf, alsook te voorzien in ontradende sancties:

· Ten aanzien van elke steunregeling die uit het ELGF en het ELFPO wordt gefinancierd, dienen vooraf administratieve controles en inspecties ter plaatse te worden verricht en ontradende sancties te worden opgelegd wanneer begunstigden zich niet aan de regels houden. Deze controlesystemen moeten worden toegepast door de betaalorganen en gemeenschappelijke kenmerken en regels te omvatten die op de specifieke kenmerken van elke regeling zijn afgestemd. De opzet moet zijn volledige voorafgaande administratieve controles te verrichten voor 100% van de steunaanvragen, alsmede kruiscontroles met andere gegevensbestanden waar nodig en inspecties ter plaatse betreffende voorafbetalingen voor een steekproef van transacties, gaande van 1% tot 100% van de populatie, afhankelijk van het risico dat aan de regeling in kwestie kleeft. Als bij deze inspecties ter plaatse een groot aantal onregelmatigheden wordt geconstateerd, moeten aanvullende controles worden verricht.

· Het belangrijkste systeem in deze context is het GBCS, dat in het begrotingsjaar 2013 92% van de ELGF-uitgaven bestreek (91,4% in 2012). Voor zover mogelijk, wordt het GBCS ook gebruikt voor het beheren en controleren van maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling waar het gaat om percelen of aantallen dieren, en die in 2013 goed waren voor 44,7% van de ELFPO-betalingen. Voor de twee fondsen samen bestreek het GBCS in 2013 81,4% van de totale uitgaven.

· De wetgeving voorziet in een gedetailleerde verslaglegging van de lidstaten aan de Commissie over de uitgevoerde controles en de opgelegde sancties. Het verslagleggingssysteem maakt voor de belangrijkste steunregelingen een becijfering mogelijk van de foutenpercentages die de lidstaten op het niveau van de eindbegunstigden hebben vastgesteld. De juistheid van de meegedeelde statistische informatie en de kwaliteit van de onderliggende inspecties ter plaatse worden eveneens geverifieerd en gevalideerd door de certificeringsinstanties voor wat betreft rechtstreekse steun en maatregelen voor plattelandsontwikkeling.

Uit deze laatste verslagen van de lidstaten moet het preventieve effect blijken dat uitgaat van de verrichte administratieve controles vooraf en de inspecties ter plaatse:

Tabel 6.1: Eigen correcties van de lidstaten, toegepast voordat betalingen aan begunstigden worden uitgevoerd

[zie origineel document voor tabel]

Lidstaat| ELGF marktmaatregelen| ELGF rechtstreekse betalingen| ELFPO| Totaal 2013

België| 0,| 1,| 0,| 2,14

Bulgarije| 2,| 9,| 5,| 17,05

Tsjechië| 0,| 0,| 1,| 2,27

Denemarken| 0,| 1,| 0,| 2,25

Duitsland| 4,| 5,| 7,| 17,35

Estland| 0,| 0,| 1,| 2,37

Ierland| 0,| 1,| 0,| 2,52

Griekenland| 0,| 6,| 3,| 9,80

Spanje| 23,| 4,| 19,| 47,15

Frankrijk| 19,| 2,| 3,| 25,82

Kroatië| 0,| 0,| 0,| 0,00

Italië| 1,| 18,| 7,| 27,89

Cyprus| 0,| 0,| 0,| 0,86

Letland| 0,| 1,| 1,| 3,70

Litouwen| 0,| 0,| 3,| 3,85

Luxemburg| 0,| 0,| 0,| 0,13

Hongarije| 4,| 6,| 5,| 15,52

Malta| 0,| 0,| 0,| 0,11

Nederland| 21,| 0,| 2,| 24,57

Oostenrijk| 0,| 0,| 3,| 5,07

Polen| 10,| 8,| 12,| 31,30

Portugal| 0,| 0,| 5,| 6,82

Roemenië| 2,| 6,| 9,| 19,17

Slovenië| 0,| 0,| 1,| 1,93

Slowakije| 0,| 1,| 1,| 3,27

Finland| 0,| 0,| 0,| 1,31

Zweden| 0,| 1,| 1,| 3,77

Verenigd Koninkrijk| 0,| 2,| 3,| 5,90

Totaal| 94,| 84,| 105,| 283,90

79.

6.2. Cohesie


Naast de hiervoor uit de doeken gedane correctiemechanismen, past de Commissie ter bescherming van de EU-begroting, wanneer zij weet heeft van mogelijke tekortkomingen, een aantal preventiemechanismen toe voordat geld aan de lidstaten wordt uitbetaald. Deze zijn bijzonder nuttig om verbeteringen in de controlesystemen van de lidstaten te bewerkstelligen en zodoende de behoefte aan financiële correcties door de Commissie in de toekomst te verkleinen.

Overeenkomstig respectievelijk de artikelen 91 en 92 van Verordening 1083/2006 voor de programmeringsperiode 2007-2013 kan de Commissie in het kader van het cohesiebeleid, naast het verrichten van financiële correcties en terugvorderingen:

- de betalingstermijn van programma's 2007-13 onderbreken gedurende maximaal 6 maanden als:

(a) zij over bewijs beschikt dat de beheers- en controlesystemen van de betrokken lidstaat ernstige tekortkomingen vertonen, of

(b) de diensten van de Commissie aanvullende verificaties moeten verrichten naar aanleiding van informatie dat uitgaven in een gecertificeerde uitgavenstaat verband houden met een ernstige onregelmatigheid ten aanzien waarvan geen corrigerende maatregelen zijn genomen;

- een tussentijdse betaling aan een lidstaat uit hoofde van programma’s 2007-13 geheel of gedeeltelijk opschorten in de volgende drie gevallen:

(a) zij beschikt over bewijs dat het beheers- en controlesysteem van het programma ernstige tekortkomingen vertoont en de lidstaat niet de nodige corrigerende maatregelen heeft genomen; of

(b) uitgaven in een gecertificeerde uitgavenstaat verband houden met een ernstige onregelmatigheid ten aanzien waarvan geen corrigerende maatregelen zijn genomen; of

(c) er is sprake van een ernstig verzuim van de lidstaat wat betreft zijn beheers- en controleverplichtingen.

Wanneer de lidstaat niet de nodige maatregelen treft, kan de Commissie een financiële correctie opleggen.

Tabel 6.2: Onderbrekingen

[zie origineel document voor tabel]

Fonds| Cohesiebeleid: Programmeringsperiode 2007-2013

Totaal openstaande zaken op 31.12.| Nieuwe zaken In 2013 afgesloten zaken| Totaal openstaande zaken op 31.12.2013

Aantal gevallen| Bedrag| Aantal gevallen| Bedrag| Aantal gevallen| Bedrag| Aantal gevallen| Bedrag

EFRO en Cohesiefonds| | 1 | 4 | 4 | 1 608

ESF| | | | | | | | 272

EVF| | | | | | | | 97

Totaal| | 1 | 4 | 4 | 1 977

In de tabellen hierboven wordt voor het EFRO, het Cohesiefonds, het ESF en het EVF een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de onderbrekingszaken, zowel qua aantal als qua bedrag. Het beginsaldo is inclusief alle kwesties die eind 2012 nog openstonden, ongeacht het jaar waarin de onderbreking aan de lidstaat ter kennis is gegeven. De nieuwe zaken hebben alleen betrekking op de onderbrekingen die in het jaar 2013 zijn meegedeeld. De afgesloten zaken zijn de zaken waarin de betaling van de kostendeclaraties in 2013 werd hernomen, ongeacht het jaar waarin de onderbreking begon. De zaken die eind 2013 nog open staan, zijn de onderbrekingen die op 31 december 2013 nog gelden, d.w.z. de betaling van de kostendeclaraties is nog onderbroken totdat de betrokken lidstaat corrigerende maatregelen neemt.

80.

Opschortingen


Ten aanzien van het EFRO en het Cohesiefonds en de 2 opschortingsbesluiten die eind 2012 nog van kracht waren, is in 2013 besloten de opschorting voor Duitsland op te heffen. Het opschortingsbesluit betreffende Italië blijft eind 2013 echter van kracht. In 2013 zijn 4 nieuwe opschortingsbesluiten genomen: 3 betreffende Spanje waren op het einde van het jaar nog van kracht; 1 betreffende Estland werd vóór het einde van het jaar opgeheven. Er zij op gewezen dat 2 nieuwe opschortingsbesluiten zijn genomen in januari 2014, beide betreffende in Spanje uitgevoerde programma's. Wat het ESF betreft, waren 2 in 2012 genomen opschortingsbesluiten eind 2012 nog van kracht. De opschorting voor Tsjechië werd in 2013 opgeheven, maar werd gehandhaafd voor Slowakije. In 2013 zijn 11 opschortingsbesluiten genomen. Alle (behalve dat voor Duitsland) waren op het einde van het jaar nog van kracht (België, Tsjechië, Spanje, Frankrijk, Italië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk). Eén in 2011 genomen opschortingsbesluit was op het einde van het jaar nog van kracht (Frankrijk). Voor het EVF werden in 2013 geen opschortingsbesluiten genomen.

81.

Fraudepreventiemaatregelen


Fraudegevallen trekken aandacht en schaden de reputatie van de EU. Een belangrijk initiatief dat op dit vlak door de cohesie-DG's in 2013/2014 (december 2013) is genomen, was een conferentie over fraudebestrijdingsmaatregelen voor alle lidstaten. Deze werd gevolgd door een serie afzonderlijke conferenties in Griekenland, Roemenië, Bulgarije, Tsjechië, Slowakije, Italië en Kroatië, en andere zijn gepland (Slovenië, Spanje, Polen, Litouwen, Letland en Estland). Daarenboven heeft de Commissie specifieke richtsnoeren opgesteld ter ondersteuning van de lidstaten bij het inschatten van frauderisico's en op maat gesneden IT-tools ontwikkeld die moeten helpen hun inspanningen te concentreren op projecten die een hoog risico inhouden. Deze acties zijn in overeenstemming met de toegenomen verantwoordelijkheden die op de lidstaten rusten uit hoofde van de nieuwe cohesieverordening (art. 125, lid 4, onder c)), bepalende dat zij "doeltreffende en evenredige fraudepreventiemaatregelen [moeten] nemen op basis van de vastgestelde risico' s".

82.

7. OP INITIATIEF VAN DE LIDSTATEN IN HET COHESIEBELEID GENOMEN CORRIGERENDE MAATREGELEN


83.

7.1. Landbouw


Verordening (EG) 1290/2005 betreffende de financiering van het GLB (vervangen door Verordening 1306/2013) verplicht de lidstaten als gevolg van ontdekte onregelmatige betalingen verloren gegane sommen terug te vorderen en terug te storten aan de EU-begroting. De invorderingsprocedures behoren overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel volledig tot de verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaten en verlopen bijgevolg volgens de geldende nationale gerechtelijke procedures.

Tabel 7.1: Van eindbegunstigden teruggevorderde bedragen die in 2013 aan de EU-begroting zijn teruggestort na eigen controles en verificaties van de lidstaten

Miljoenen EUR

Lidstaat| ELGF| ELFPO| Totaal 2013

België| 1,| 1,| 2,88

Bulgarije| 0,| 1,| 1,62

Tsjechië| 0,| 2,| 2,08

Denemarken| 0,| 0,| 1,36

Duitsland| 6,| 7,| 14,49

Estland| 0,| 1,| 1,71

Ierland| 2,| 1,| 4,25

Griekenland| 1,| 0,| 2,65

Spanje| 11,| 2,| 14,49

Frankrijk| 13,| 2,| 15,80

Kroatië| -| -| -

Italië| 9,| 3,| 12,71

Cyprus| 0,| 0,| 1,00

Letland| 0,| 0,| 0,83

Litouwen| 0,| 0,| 1,07

Luxemburg| 0,| 0,| 0,07

Hongarije| 2,| 9,| 11,39

Malta| 0,| 0,| 0,11

Nederland| 5,| 0,| 6,74

Oostenrijk| 3,| 11,| 15,70

Polen| 10,| 11,| 21,56

Portugal| 5,| 4,| 9,96

Roemenië| 3,| 28,| 32,48

Slovenië| 0,| 0,| 1,12

Slowakije| 0,| 0,| 0,92

Finland| 2,| 1,| 3,71

Zweden| 5,| 1,| 6,28

Verenigd Koninkrijk| 5,| 4,| 10,02

Totaal| 94,| 102,| 197,02

84.

7.2. Cohesie


Bij gedeeld beheer zijn in eerste instantie de lidstaten verplicht onregelmatigheden te voorkomen en op te sporen, en bijgevolg leveren zij grote inspanningen en zetten zij middelen in om financiële correcties uit te voeren en onterecht betaalde sommen van de begunstigden terug te vorderen. Zij verrichten bovendien beheersverificaties, -controles en -audits, naast die van de Commissie zoals hierboven beschreven. Volgens de regelgeving voor de lopende programmeringsperiode brengen de lidstaten jaarlijks verslag uit aan de Commissie over de correcties die naar aanleiding van alle controles zijn toegepast. Dit voorschrift is pas vanaf de periode 2007-2013 ingevoerd en de Commissie voert op risico gebaseerde audits uit om de betrouwbaarheid van de cijfers te controleren als onderdeel van het proces om zekerheid te verkrijgen.

In de tabel hierna worden de cumulatieve correcties gegeven die tot eind 2013 ten uitvoer zijn gelegd na controles van de lidstaten voor de programmeringsperiode 2007-2013 in het cohesiebeleid. Deze bedragen komen bovenop de cumulatieve correcties waarover de Commissie hiervóór verslag heeft uitgebracht en die dus niet in de cijfers zijn meegerekend.

Tabel 7.2: Cumulatieve correcties eind 2013, gerapporteerd door de lidstaten voor de programmeringsperiode 2007-2013 in het cohesiebeleid

[zie origineel document voor tabel]

Lidstaat| EFRO/CF| ESF| EVF| Totaal

85.

België|


Bulgarije|

Tsjechië|

Denemarken|

Duitsland|

Estland| -|

86.

Ierland|


Griekenland|

Spanje|

Frankrijk|

Kroatië| -| -|

87.

Italië|


Cyprus|

Letland|

Litouwen|

Luxemburg| -||

88.

Hongarije|


Malta|

Nederland|

Oostenrijk|

Polen|

Portugal|

Roemenië|

Slovenië|

Slowakije|

Finland|

Zweden|

Verenigd Koninkrijk|

Grensoverschrijdend|||

TOTAAL TEN UITVOER GELEGD| 2 | | 2

Er zij onderstreept dat de Commissie voor een voorzichtige benadering heeft geopteerd, in verband met lacunes in de nationale cijfers, zodat de bovenstaande bedragen niet overschat zijn; in werkelijkheid kunnen sommige dus hoger zijn. Dit heeft echter geen invloed op de betrouwbaarheid van de eigen cijfers van de Commissie. De bedragen in kwestie zijn zeer aanzienlijk en geven, opgeteld bij de uitkomsten van de Commissiewerkzaamheden, een zeer duidelijke indicatie van het succes van de controles die door beide partijen zijn ingesteld.

89.

8. OVERIGE TERUGVORDERINGEN


90.

8.1. Terugvordering van voorfinancieringen


Een andere belangrijk controlemiddel van de Commissie, dat niet onder één van de bovenvermelde mechanismen valt, betreft de terugvordering van ongebruikte (niet uitgegeven) voorfinancieringsbedragen. Wanneer een begunstigde de voorschotten van de EU voor subsidiabele uitgaven niet heeft gebruikt (uitgegeven), zendt de Commissie een opdracht om het geld aan de EU-begroting terug te storten. Die procedure vormt een belangrijke stap in het controlesysteem van de EU om ervoor te zorgen dat de begunstigde geen saldo houdt zonder degelijke rechtvaardiging van de uitgaven, wat bijdraagt tot de bescherming van de EU-begroting. Deze bedragen komen voort uit de afgifte van een invorderingsopdracht door de Commissie en worden als zodanig in de boekhouding opgenomen. Deze terugvordering van ongebruikte voorfinancieringen mag niet worden verward met de terugvordering van onregelmatige uitgaven. Wanneer de diensten van de Commissie dergelijke uitgaven aantreffen en terugvorderen in verband met betaalde voorfinancieringen, worden die uitgaven opgenomen in de gewone, hierboven toegelichte processen voor financiële correctie of terugvordering.

Tabel 8.1: Terugvordering van voorfinancieringen

[zie origineel document voor tabel]

|||| 2013

Landbouw:|||

ELGF||| 0

Plattelandsontwikkeling||| 0

Cohesiebeleid:|||

EFRO||| 68

Cohesiefonds||| 4

ESF||| 53

FIOV/EVF||| 7

EOGFL afdeling Oriëntatie||| 3

Intern beleid||| 208

Extern beleid||| 91

Administratie|| 1

Totaal teruggevorderde voorfinanciering||| 435

91.

8.2. Terugvorderingen betreffende ontvangsten uit eigen middelen


Om het beeld van alle instrumenten die de Commissie gebruikt om de EU-begroting te beschermen, volledig te maken, dienen ook de terugvorderingen betreffende ontvangsten uit eigen middelen te worden vermeld. De ontvangsten uit eigen middelen vormen de belangrijkste component van de operationele ontvangsten van de EU en bijgevolg de belangrijkste financieringsbron voor de uitgaven. De Commissie voert inspecties ter plaatse uit om te controleren of de correcte bedragen aan de EU-begroting worden afgedragen. De bedragen kunnen eveneens worden gecontroleerd in het kader van het proces van jaarlijkse controle door de Europese Rekenkamer. In 2013 werden de volgende bedragen teruggevorderd:

Tabel 8.2: Terugvorderingen betreffende ontvangsten uit eigen middelen|

[zie origineel document voor tabel]

|| Miljoenen EUR

|||| 2013

Teruggevorderde bedragen: - hoofdsom - rente|||

22

21

Totaal terugvorderingen||| 43
— Synthese van de beheersresultaten van de Commissie in 2013 (COM(2014)342 final van 11 juni 2014).
— Fraudebestrijding Jaarverslag 2013, vastgesteld op 17 juli 2014 (COM(2014)474 final) (op basis van cijfers van de voorlopige jaarrekening over 2013).

[11] De termijn kan in uitzonderlijke omstandigheden worden verlengd tot 1 maart op verzoek van de lidstaat (zie artikel 59, lid 5, van het Financieel Reglement).

[12] Verlengd met nog eens twee maanden wanneer een geëxtrapoleerde correctie of een vast percentage wordt voorgesteld, om de lidstaat in de gelegenheid te stellen aan te tonen dat de werkelijke omvang van de onregelmatigheid geringer is dan de Commissie in haar beoordeling stelt.