Toelichting bij COM(2014)639 - Tenuitvoerlegging van de Europese microfinancieringsfaciliteit (Progress Microfinance) - 2013 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2014)639 - Tenuitvoerlegging van de Europese microfinancieringsfaciliteit (Progress Microfinance) - 2013. |
---|---|
bron | COM(2014)639 |
datum | 20-10-2014 |
COM(2014) 639 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Tenuitvoerlegging van de Europese microfinancieringsfaciliteit (Progress Microfinance) — 2013
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
- Inleiding
- Brussel, 20.10.2014
- 2. UITVOERING DOOR MIDDEL VAN MICROKREDIETVERSTREKKERS4
- 2.1.Gesloten contracten4
- 2.2.Gefinancierde acties5
- 2.3.Gefinancierde en afgewezen aanvragen9
- 3. UITVOERING OP MICROLENERNIVEAU9
- 3.1.Omvang microleningen en aantal eindontvangers9
- 3.2.De sociale en werkgelegenheidseffecten van Progress Microfinance9
- 3.2.1.Het bereiken van kansarme groepen10
- 3.2.2.Kleine bedragen hebben grote effecten11
- 3.3.Sectorale en regionale spreading van ondersteunde ondernemers en micro-ondernemingen11
- 4. COMPLEMENTARITEIT EN COÖRDINATIE MET ANDERE INSTRUMENTEN VAN DE EUROPESE UNIE13
- 5. CONCLUSIES EN VOORUITZICHTEN13
- Typen tussenpersonen
- Activiteiten van microkredietverstrekkers in de lidstaten
- Geografische verdeling van Progress Microfinance op 31 maart 2014
- Garanties
- Gefinancierde instrumenten
- Overzicht van de operaties van Progress Microfinance per 31 december 2013
- Financiële omvang
- Bereikte hefboomwerking/leverage
- 3.2.1.Het bereiken van kansarme groepen
- Het creëren van werkgelegenheid via zelfstandige activiteiten en start-ups
- Vrouwelijk ondernemerschap
- Ondernemerschap van jongeren en ouderen
- Ondersteuning van minderheden
- Opleiding
- Duurzame impact
- 3.2.2.Kleine bedragen hebben grote effecten
- Verdeling over sectoren van gefinancierde micro-ondernemingen
- Regionale spreiding van gefinancierde micro-ondernemingen
1. INLEIDING
In 2013 ging de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting ("Progress Microfinance") de tweede helft van de investeringsperiode in. De Progress-microfinancieringsfaciliteit, een initiatief van de Europese Commissie (hierna 'de Commissie') van 2010, zal haar producten blijven aanbieden aan verstrekkers van microkredieten om een betere toegang tot en een grotere beschikbaarheid van microfinanciering in de Europese Unie (EU) mogelijk te maken, tot uiterlijk april 2016.
Deze faciliteit is ingesteld bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad ("het besluit") ter ondersteuning van microfinanciering via een breed scala van instrumenten, met name garanties en gefinancierde instrumenten. Naast EU-financiering ten bedrage van 105 miljoen euro kan de faciliteit ook gebruik maken van nog eens 100 miljoen euro die door de Europese Investeringsbank ter beschikking worden gesteld 1 . Progress Microfinance bestaat uit twee onderdelen: het eerste verstrekt garanties aan tussenpersonen/intermediairs (Microfinance Intermediaries, MFI's), en het andere biedt MFI's gefinancierde investeringen, zoals leningen en deelnemingen. Beide onderdelen worden beheerd door het Europees Investeringsfonds (EIF).
In dit verslag worden de activiteiten en ontwikkelingen in verband met de Progress-microfinancieringsfaciliteit in 2013 besproken. De meeste gegevens in dit verslag betreffen de situatie per 30 september 2013; meer recente gegevens zijn gebruikt voor zover beschikbaar. Dit betekent dat de ontwikkelingen in '2013' in feite betrekking hebben op de periode van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013. Die verslagen worden aangevuld met informatie uit de 'Study on imperfections in the area of microfinance and options how to address them through an EU financial instrument' ("de studie") 2 en de lopende tussentijdse evaluatie van Progress-microfinanciering ("de tussentijdse evaluatie") 3 die in opdracht van de Commissie is verricht.
De structuur van het verslag volgt de bepalingen van het besluit, beginnend met informatie over contacten met intermediairs en eindontvangers. Vervolgens onderzoekt het verslag het sociale effect van Progress Microfinance en de complementariteit met de andere instrumenten van de Unie. De vooruitzichten voor de toekomst worden aangegeven aan het einde van het verslag, met inbegrip van ideeën over het toekomstige financiële instrument in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) 4 , waarvan de uitvoering in het tweede semester van 2014 begint.
2. UITVOERING DOOR MIDDEL VAN MICROKREDIETVERSTREKKERS
De verstrekkers van microkrediet (dat wil zeggen, openbare en particuliere entiteiten, waaronder banken en niet-banken) spelen een cruciale rol bij de verwezenlijking van de doelstelling van Progress Microfinance 500 miljoen euro 5 uit te lenen via 46 000 microleningen aan eindbegunstigden. Het aantal verstrekkers van microkredieten is gestegen van 26 in 2012 tot 40 6 in 2013, die bij 54 acties betrokken waren, en de uitbreiding van de geografische dekking vormt een belangrijke stap in de richting van deze doelstelling.
2.1.Gesloten contracten
Zoals hieronder nader uiteengezet, zijn de microkredietverstrekkers evenwichtig verdeeld: 20 banken en 18 niet-banken. Daarnaast zijn er twee openbare instellingen. Aanbieders die sinds het jaarverslag 2012 contracten hebben gesloten, zijn vetgedrukt:
18 niet-banken: Microstart, Crédal (BE), Jobs MFI, Mikrofond (BG), Vaekstfonden (DK), Microfinance Ireland (IE), Créa-Sol, Adie, Initiative France (FR), SEFEA 7 (IT), Qredits (NL), Inicjatywa Mikro (PL), FAER, Patria Credit (RO), SKB Leasing (SI), Fair Finance, Ezbob, GLE (UK).
20 banken: Societé Generale Expressbank (BG), Pancretan Cooperative Bank, Cooperative Bank of Peloponnese (EL), Caja Rurales Unidas, Colonya Caixa Pollenca, Laboral Kutxa (ES), BCC Mediocrati, BCC Emilbanca, Banca Popolare di Milano, BCC Bellegra (IT), Cooperative Central Bank (CY), Siauliu Bankas (LT), Erste Bank (AT), FM Bank (PL), Millenium BCP, Banco Espírito Santo (PT), Banca Transilvania (RO), Sberbank banka, Banka Koper (SI), OTP banka (SK).
2 openbare instellingen: ICREF 8 (ES), Finmolise (IT).
In 2013 zijn er 25 nieuwe contracten getekend, waaronder 15 met verstrekkers van microkrediet die nog niet eerder steun van Progress Microfinance hadden ontvangen. Vijf van deze contracten werden gesloten met intermediairs in lidstaten waar tot dan toe geen gebruik was gemaakt van steun van deze microfinancieringsfaciliteit: Denemarken, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk (met drie tussenpersonen). Voorts zullen er in 2014 naar verwachting twee contracten worden gesloten in landen waar Progress Microfinance momenteel niet actief is, namelijk Zweden en Kroatië, waardoor dan in totaal 20 lidstaten bestreken zullen worden.
2.2.Gefinancierde acties
Het programma voor het bieden van garanties was zeer succesvol in 2013, en er bestaat nog steeds veel belangstelling voor. Het aantal door een garantie ondersteunde intermediairs steeg van 12 in 2012 tot 27 aan het einde van 2013. Aangezien er momenteel meer garantiecontracten in voorbereiding zijn, valt te verwachten dat het garantiebudget van 23,8 miljoen euro (minus de vergoedingen van kosten aan het EIF) dat de EU biedt, volledig gebruikt zal zijn tegen het einde van 2014.
Een is een aantal verschillende gefinancierde instrumenten beschikbaar 9 , maar in 2013 zijn alleen niet-achtergestelde leningen gebruikt. In totaal zijn negen niet-achtergestelde leningen verstrekt aan bestaande of nieuwe intermediairs. Dit type instrument is veruit het meest populair onder tussenpersonen, omdat het minder complex is dan andere instrumenten. Gezien de vereiste investeringsperiode voor beleggingen in aandelen biedt het EIF dit type gefinancierd instrument sinds april 2014 niet meer aan. Het nieuwe EaSI-programma Werkgelegenheid (zie sectie 5) heeft echter als specifieke doelstelling het opbouwen van de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers. Eigenvermogensinvesteringen in het kader van dit programma zullen een belangrijke rol spelen bij het verwezenlijken van dit doel.
De tabel hieronder laat zien dat enkele intermediairs zowel een garantie als een lening ontvingen. Er moet evenwel worden opgemerkt dat deze twee instrumenten altijd verschillende portfolio's betreffen; een garantie van Progress Microfinance kan niet worden gebruikt ter dekking van microkredieten die worden gefinancierd met een lening van Progress Microfinance. Uit de tabel blijkt ook dat sommige intermediairs erin geslaagd zijn hetzelfde type steun meerdere malen te verkrijgen. Dit kan zijn omdat zij erin geslaagd zijn om een voldoende aantal microleningen te verstrekken om nieuwe steun te kunnen aanvragen (bv. van Microstart), of omdat hetzelfde instrument gebruikt werd voor het verstrekken van microkredieten aan cliënten met uiteenlopende kenmerken, zodat hetzelfde instrument meerdere portfolio's bestreek (bijvoorbeeld de tweede en derde garantie voor FM Bank). Toezeggingen van leningen aan FAER en Inicjatywa Mikro werden verhoogd als gevolg van een succesvolle uitvoering van Progress Microfinance Adie ontving ook een grote lening, naast de garantieovereenkomst die het eind 2012 had ondertekend.
Tabel 1: Operaties van Progress-microfinanciering per 31 december 2013
[zie origineel document voor tabel]
Lidstaat | Intermediair | Instrument | Steun aan intermediair (EUR) |
BE | Microstart | Garantie | 100 000 |
Garantie | 200 000 | ||
BE | Crédal Société Coopérative | Garantie | 300 000 |
BG | JOBS MFI | Niet-achtergestelde lening | 6 000 000 |
Garantie | 200 000 | ||
BG | Mikrofond | Niet-achtergestelde lening | 3 000 000 |
BG | Société Générale Expressbank | Niet-achtergestelde lening | 8 500 000 |
DK | Vaekstfonden | Garantie | 200 000 |
IE | Microfinance Ireland | Garantie | 1 400 000 |
(Eerste stap) | Garantie | 100 000 | |
EL | Pancretan Cooperative Bank | Garantie | 900 000 |
EL | Cooperative Bank of Peloponnese | Niet-achtergestelde lening | 4 000 000 |
ES | ICREF | Niet-achtergestelde lening | 4 000 000 |
ES | Caja rurales Unidas | Niet-achtergestelde lening | 8 000 000 |
ES | Colonya Caixa Pollenca | Garantie | 300 000 |
ES | Laboral Kutxa | Garantie | 800 000 |
FR | Créa-Sol | Niet-achtergestelde lening | 1 000 000 |
Niet-achtergestelde lening | 1 000 000 | ||
FR | Adie | Garantie | 2 300 000 |
Niet-achtergestelde lening | 5 000 000 | ||
FR | Initiative France | Garantie | 500 000 |
IT | SEFEA | Niet-achtergestelde lening | 2 000 000 |
IT | BCC Mediocrati | Niet-achtergestelde lening | 3 000 000 |
IT | BCC Emilbanca | Niet-achtergestelde lening | 2 000 000 |
IT | Banca Popolare di Milano | Lening met risicodeling | 4 000 000 |
IT | BCC Bellegra | Niet-achtergestelde lening | 1 300 000 |
IT | Finmolise | Niet-achtergestelde lening | 1 000 000 |
CY | Cooperative Central Bank | Niet-achtergestelde lening | 4 000 000 |
LT | Siauliu Bankas | Niet-achtergestelde lening | 5 000 000 |
NL | Qredits | Garantie | 1 300 000 |
Garantie | 1 700 000 | ||
AT | Erste Bank | Garantie | 500 000 |
PL | Inicjatywa Mikro | Niet-achtergestelde lening | 3 900 000 |
Niet-achtergestelde lening | 3 200 000 | ||
PL | FM Bank | Garantie | 800 000 |
Garantie | 1 300 000 | ||
Garantie | 900 000 | ||
PT | Millenium bcp | Garantie | 300 000 |
Garantie | 500 000 | ||
PT | Banco Espírito Santo | Niet-achtergestelde lening | 8 800 000 |
RO | FAER | Niet-achtergestelde lening | 1 000 000 |
Niet-achtergestelde lening | 1 000 000 | ||
RO | Patria Credit | Garantie | 1 000 000 |
Niet-achtergestelde lening | 8 000 000 | ||
RO | Banca Transilvania | Niet-achtergestelde lening | 7 500 000 |
Garantie | 1 700 000 | ||
SI | Sberbank Banka | Achtergestelde lening | 8 800 000 |
SI | Banka Koper | Garantie | 600 000 |
SI | SKB Leasing | Niet-achtergestelde lening | 9 000 000 |
SK | OTP banka | Garantie | 1 300 000 |
UK | Eerlijke financiering | Garantie | 200 000 |
UK | EZBOB | Garantie | 400 000 |
UK | GLE | Garantie | 900 000 |
18 lidstaten | 40 microkredietverstrekkers | 54 contracten | 134 700 000* |
* voor leningscontracten is de bijdrage van de EIB meegerekend
De totale toezeggingen aan microkredietverstrekkers bedragen 134,7 miljoen euro (inclusief garanties, waarvoor het maximumbudget 20,7 miljoen euro bedraagt), en het totaalbedrag van uitbetaalde gefinancierde instrumenten is 60,17 miljoen euro. Dit ligt aan het feit dat uitbetaling niet onmiddellijk na de ondertekening van een contract plaatsvindt, en kan worden opgesplitst in meerdere tranches, in afwachting van vervulling van contractuele voorwaarden. In het algemeen vragen niet-banken sneller om uitbetaling dan banken.
Voor garanties is de situatie anders, gedeeltelijk vanwege de aard van dit product. Garanties worden niet op dezelfde manier uitbetaald als gefinancierde investeringen. Er kan een beroep op worden gedaan in geval van wanbetaling, en ze dekken slechts een deel van de portfolio van een microkredietverstrekker. Om vergelijkbare redenen als vorig jaar 10 is het nettobedrag van de ingeroepen garanties relatief laag, namelijk 1,34 miljoen euro; FM Bank en Qredits hebben bijna 90 % van dit bedrag ingeroepen. Het nettobedrag van de beroepen op garanties zal naar verwachting in de loop van de tijd aanzienlijk toenemen. Eind maart 2014 was dit bedrag gestegen tot 2,11 miljoen euro.
Leverage verklaart hoe het doel van 500 miljoen euro aan microleningen bereikt kan worden met initiële EU-financiering van 100 miljoen euro 11 . Een hefboomeffect van ongeveer een factor twee is bereikt, dankzij de mede-investering door de EIB, en dit wordt vermenigvuldigd door het hefboomeffect op het niveau van de microkredietverstrekker. Het sterkste hefboomeffect wordt bereikt door garanties. Het andere meest gebruikte instrument is de niet-achtergestelde lening. Voor dit bijzondere type financiering is het moeilijk om met de oorspronkelijke financiering een hefboomeffect te bereiken, aangezien de intermediair soms het bedrag dat Progress Microfinance ter beschikking stelt eenvoudig verder uitleent. Echter, zelfs bij niet-achtergestelde leningen is van sommige intermediairs een hefboomeffect van 1,5 of 2 gevraagd, en in uitzonderlijke gevallen is het hefboomeffect op 5 bepaald. Volgens de meest recente ramingen van het EIF zal Progress Microfinance het beoogde hefboomeffect van 5 bereiken, ondanks het feit dat niet-achtergestelde leningen het merendeel van de gefinancierde instrumenten uitmaken. Dit is voornamelijk te danken aan het feit dat de hefboomwerking van de garantieovereenkomsten sterker was dan voorspeld.
2.3.Gefinancierde en afgewezen aanvragen
Een aantal aanvragers is er niet in geslaagd de aanvraagprocedure te voltooien en de goedkeuring van de Commissie (voor garanties) voor Progress Microfinance te verkrijgen. Formele afwijzingen op het niveau van de raad van bestuur van het EIF zijn daarentegen, evenals in de voorafgaande jaren, niet waarschijnlijk, omdat daar alleen aanvragen worden voorgelegd die aan een grondig onderzoek zijn onderworpen. Bij de tussentijdse evaluatie zal nader geanalyseerd worden waarom bepaalde aanvragen niet zijn voltooid.
3. UITVOERING OP MICROLENERNIVEAU
De meest recente ramingen wijzen erop dat per 31 maart 2014 meer dan 20 000 eindbegunstigden microleningen ontvangen hebben, voor een totaalbedrag van 182 miljoen euro. Dit is een aanzienlijke toename, maar er is nog steeds een groot gat in de markt dat gevuld moet worden. De studie schat het totale bedrag van de potentiële vraag op het niveau van de eindontvangers in Europa waaraan niet voldaan wordt op 2,7 miljard euro.
3.1.Omvang microleningen en aantal eindontvangers
Op de verslagdatum waren er 12 690 eindontvangers, waaronder een aantal met meer dan één microlening. Meer in het bijzonder waren er 5 942 cliënten die 6 236 microleningen hadden opgenomen, ten bedrage van 51,6 miljoen euro, verstrekt door microkredietverstrekkers, dankzij gefinancierde instrumenten. Garanties stelden intermediairs in staat om 7 016 microleningen van in totaal 69,3 miljoen euro te verstrekken aan 6 748 microleners.
Echter, niet iedere belangstellende ondernemer slaagt erin een microkrediet te verkrijgen. Volgens een schatting op grond van een vervangende waarde zijn bijna 2000 aanvragen voor door gefinancierde instrumenten ondersteunde leningen afgewezen.
3.2.De sociale en werkgelegenheidseffecten van Progress Microfinance
Uit de doelstellingen van Progress Microfinance, zoals aangegeven in het besluit, blijkt duidelijk dat het bereiken van kansarme groepen van cruciaal belang is.
Gegevens over de sociale effecten van Progress Microfinance worden verzameld op het niveau van de microleners en jaarlijks aan de Commissie voorgelegd. Volgens de tussentijdse evaluatie vormt de verplichting deze gegevens te rapporteren geen wezenlijke last voor de verstrekkers van microkrediet. Voor diegenen die nog vooral met een papieren administratie werken, kan dit moeilijker zijn. Naleving van de socialerapportageverplichting zou derhalve een positief effect kunnen hebben op de algemene administratie van microkredietverstrekkers. De onderstaande gegevens betreffen niet alle eindbegunstigden, aangezien deze gegevens niet voor alle lidstaten beschikbaar zijn.
Ondernemerschap wordt vaak gezien als een bruikbaar alternatief voor werk in loondienst en het kan een krachtig instrument zijn voor het bestrijden van werkloosheid. Problemen bij het verkrijgen van financiering vormen een van de belangrijkste hinderpalen voor toekomstige ondernemers; en dit was een van de centrale ideeën achter het creëren van Progress Microfinance. De sociale verslagen van 2013 bevestigen dat met voldoende financiering ondernemerschap kan opbloeien en kansarme groepen een weg uit de werkloosheid kunnen vinden. 60 % van de personen waarvoor gegevens beschikbaar zijn, waren werkloos of inactief op het moment dat zij een microlening aanvroegen; dat is aanzienlijk meer dan de 32 % die in 2012 werden gemeld. Aangezien microleners die gebruik maken van Progress Microfinance vaak geen toegang hebben tot andere vormen van financiering is het waarschijnlijk dat zij zonder deze microleningen werkloos zouden zijn gebleven. Ongeveer 38 % van de ontvangers waarvoor gegevens beschikbaar zijn had werk, bijna 2 % gaf geen antwoord en de rest volgde een studie of opleiding.
Meer dan 36 % van de betrokken ondernemers zijn vrouwen, iets minder dan de 39 % die vorig jaar gemeld werd. Drie van de negentien aanbieders die binnen de termijn gegevens hadden verstrekt, meldden dat in het betreffende jaar een hoger percentage leningen naar vrouwen dan naar mannen ging. Dit waren de twee Portugese banken, Millenium BCP (50,03 %) en Banco Espírito Santo (58 %), en Siauliu Bankas in Litouwen (67 %). Negen andere aanbieders waren eveneens succesvol wat betreft het bereiken van vrouwelijke cliënten, die ongeveer 40 % van hun portfolio uitmaken.
Hoewel een meerderheid van de cliënten in de leeftijdsgroep van 25-55 jaar valt (84,4 %), blijkt uit de verzamelde gegevens dat Progress Microfinance nog steeds met een aanzienlijke groep eindontvangers onder de 25 jaar werkt, namelijk 5,9 % van het totaal (vergeleken met 5,2 % vorig jaar). De tussentijdse evaluatie zal een meer precieze uitsplitsing naar leeftijd bevatten.
Informatie over de ondersteuning van minderheden blijft beperkt vanwege wettelijke beperkingen of de gevoeligheid van deze kwestie. Naar verwachting zal meer informatie worden verzameld in het kader van de tussentijdse evaluatie, waarvoor gebruik zal worden gemaakt van individuele interviews naast vragenlijsten. We weten echter al dat sommige intermediairs goede relaties hebben met Roma-gemeenschappen, bv. Adie in Frankrijk en Mikrofond in Bulgarije.
Microleners die gebruik maken van microkredieten hebben een zeer uiteenlopend opleidingsniveau, variërend van mensen die geen formeel onderwijs gevolgd hebben tot ondernemers met een universitair diploma. De twee Franse aanbieders waren het meest actief wat betreft dienstverlening aan cliënten met alleen basisonderwijs of helemaal geen formeel onderwijs. BCC Mediocrati en Millenium BCP aan de andere kant hebben het hoogste percentage begunstigden met postsecundair of universitair onderwijs. De ondernemers met een diploma secundair onderwijs vormen de grootste groep: 42,89 % volgens de beschikbare gegevens.
Het aantal beroepen op garanties is gedaald volgens de meldingen, wat erop wijst dat de eindontvangers beter in staat zijn hun microkredieten terug te betalen. Het valt dus aan te nemen dat zij ofwel hun (micro)bedrijf hebben voortgezet, ofwel betaald werk hebben gevonden. Een enquête onder microleners in het kader van de tussentijdse evaluatie zal aanvullende informatie verschaffen over de huidige status van de eindontvangers.
Microkredieten zijn per definitie beperkt tot 25 000 euro. Bij de tussentijdse evaluatie is gebleken dat één tussenpersoon van oordeel is dat dit plafond te laag is. In de praktijk werd deze limiet echter zelden bereikt; dat was ook de ervaring in voorafgaande jaren,
30 % van de microleningen met garanties bedragen minder dan 5 000 euro, en 40 % liggen tussen 5 000 en 10 000 euro. Het is moeilijk om een duidelijk patroon te onderkennen wat de omvang van de leningen betreft. Een niet-bank-MFI in West-Europa kan zowel enkele van de kleinste microleningen verstrekken (bv. Microstart), maar ook de grootste (bv. Qredits). De situatie is vergelijkbaar voor microleningen verstrekt door middel van gefinancierde instrumenten. 70 % daarvan bedraagt minder dan 10 000 euro, en 51,3 % minder dan 5 000 euro.
3.3.Sectorale en regionale spreiding van ondersteunde ondernemers en micro-ondernemingen
De verdeling over sectoren is ongeveer dezelfde als in 2012; meer dan de helft van de eindontvangers is werkzaam in de handel (een stijging van 3 % ten opzichte van vorig jaar) en in de landbouw (7 % minder).
De kaart hieronder geeft het aantal ontvangers per NUTS 1-regio per 30 september 2013 aan, en toont een goede geografische spreiding voor Progress Microfinance. Sommige landen met verstrekkers van microkredieten die een contract hebben ondertekend in het kader van Progress Microfinance hebben mogelijk nog geen ontvangers waarover gegevens verzameld kunnen worden, aangezien er gewoonlijk enige tijd verstrijkt tussen de ondertekening van het contract en de daadwerkelijke verstrekking van microkredieten door een intermediair.
4. COMPLEMENTARITEIT EN COÖRDINATIE MET ANDERE INSTRUMENTEN VAN DE EUROPESE UNIE
Om potentiële eindontvangers beter te bereiken en de markt voor microfinanciering in de EU verder te ontwikkelen, streeft Progress Microfinance naar het creëren van toegevoegde waarde door te zorgen voor efficiënte coördinatie en 'slimme complementariteit' met andere EU-instrumenten.
Alle microkredietverstrekkers zijn verplicht samen te werken met organisaties die opleiding en begeleiding aanbieden, met name organisaties die ondersteund worden door het Europees Sociaal Fonds (ESF). Volgens de voorlopige resultaten van de tussentijdse evaluatie heeft ongeveer 50 % van de microkredietverstrekkers dit gedaan. De Commissie onderkent het belang van bedrijfsontwikkelingsdiensten voor zelfstandigen en micro-ondernemingen, met name voor ondernemers uit kansarme groepen. Zij blijft er dan ook op aandringen dat het EIF ervoor zorgt dat deze belangrijke verplichting wordt nagekomen.
Progress Microfinance is alleen niet in staat het door de studie vastgestelde gat in de markt te vullen. De Commissie moedigt de lidstaten aan een actievere rol te spelen door nationale regelingen aan te bieden betreffende financiële instrumenten voor microfinanciering, met name door gebruik te maken van hun ESF-middelen. Het nieuwe EaSI-programma zal de kloof helpen dichten. Het programma omvat drie actielijnen: Progress; Eures; en microfinanciering en sociaal ondernemerschap. Onder de derde as zal een budget van ten minste 86 miljoen euro worden toegewezen voor microfinanciering, voortbouwend op de activiteiten van Progress Microfinance, maar ook voor nieuwe activiteiten, bijvoorbeeld met betrekking tot capaciteitsopbouw. Naast dit budget zullen ook terugbetalingen van Progress Microfinance gebruikt worden voor aanvullende steun onder de derde as van het EaSI-programma. Deze terugbetalingen worden verwacht met ingang van 2018, uit het aandeel van de Commissie van de totale begroting voor gefinancierde instrumenten.
De technische bijstand van de Commissie voor verstrekkers van microkredieten, de gezamenlijke actie ter ondersteuning van microfinancieringsinstellingen in Europa (JASMINE), heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de markt tussen de start in 2008 en het einde van 2013. Gezien het positieve effect van het initiatief op de sector en de complementariteit ervan met Progress Microfinance, en in overeenstemming met verzoeken van de betrokken partijen om verdere integratie van de activiteiten van de Commissie op het gebied van microfinanciering, zal de Commissie in de toekomst dit type activiteiten financieren in het kader van de Progress-as van EaSI. De Commissie is verder van plan haar activiteiten uit te breiden en aan te passen om te helpen bij het aanpakken van bestaande lacunes op de markt (bv. juridisch advies, opleiding op maat).
5. CONCLUSIES EN VOORUITZICHTEN
In 2013 is de verwachting bevestigd dat er, na een trage initiële respons, een gestage toename zou zijn van het aantal aan eindontvangers verstrekte microkredieten. De studie bevestigde de noodzaak van een bredere geografische dekking van de microkredietverstrekking, en liet zien dat er een aanzienlijke niet beantwoorde vraag naar microkredieten bestaat. Dit probleem is aangepakt door een uitbreiding van de activiteiten van Progress Microfinance tot drie nieuwe lidstaten in 2013 (Denemarken, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk), en in 2014 tot nog twee meer (Zweden en Kroatië).
Gebleken is dat garanties een zeer succesvol instrument zijn voor microfinanciering; het budget daarvoor zal naar verwachting volledig gebruikt zijn vóór het einde van 2014. Bij de inzet van nieuwe financiële instrumenten in het kader van het EaSI-programma 2014-20 zal de verstrekking van garanties aan intermediairs prioriteit krijgen.
De sociale rapportage bevestigt dat Progress Microfinance de outreach-activiteiten ten aanzien van kansarme groepen heeft uitgebreid, en grote invloed heeft gehad op het scheppen van banen door de toegang tot financiering te verbeteren voor werklozen en inactieven.
In 2014 zal de activiteit van de derde as van EaSI beginnen. De lering die uit Progress Microfinance is getrokken, is meegenomen bij het ontwerpen van de financiële instrumenten voor deze component van het programma, en heeft mede geleid tot de beslissing meer aandacht te schenken aan capaciteitsopbouw ten behoeve van de verstrekkers van microkredieten. Ook zal onder de eerste as van het EaSI-programma meer technische bijstand worden verleend.
Progress Microfinance zal zoals gepland zijn producten tot 2016 blijven aanbieden om (gedeeltelijk) te blijven voorzien in het financieringstekort op de Europese markt voor microfinanciering. Na afloop van Progress Microfinance zal het aan de EU verschuldigde saldo worden gebruikt voor microfinanciering en ondersteuning van sociaal ondernemerschap in het kader van het EaSI-programma.
(1) Zie voor meer gedetailleerde informatie over de financiering, de producten en het beheer van de Progress Microfinance het Jaarverslag over 2010: eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52011DC0195 .
(2) Evers & Jung: ec.europa.eu/social .
(3) Door Ramboll Management Consulting (nog gaande).
(4) eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2013:347:0238:0252:NL:PDF
(5) Met inbegrip van gezamenlijke investeringen uit de particuliere sector en re-flows; Zie ook sectie 2.2 hieronder.
(6) Zie voor een bijgewerkte lijst van tussenpersonen ec.europa.eu/social .
(7) Een overkoepelende organisatie van verstrekkers van microkrediet.
(8) Een overkoepelende organisatie van verstrekkers van microkrediet.
(9) Zie voor meer gedetailleerde informatie over de producten van Progress Microfinance het jaarverslag over 2010.
(10) Zie het jaarverslag over 2012: ec.europa.eu/social
(11) In totaal is 104,2 miljoen euro toegewezen voor Progress Microfinance, met inbegrip van een bedrag van 3 miljoen euro van een voorbereidende actie van het Europees Parlement dat in 2010 is toegekend.